Zondag 27 juliWandeling naar Scarchaen
We ontbijten o.a. met kleine ronde warme broodjes en een 'eggprutje'.
Precies om 8:00 uur arriveren de paarden (en -mannen). Alles wordt weer opgeladen en om 8:30 uur beginnen we te lopen. Eerst een stukje vlak, zodat onze spieren warm kunnen worden; daarna driehonderd meter omhoog in een uur tijd. Regelmatig moeten we de rivier oversteken waarbij we van steen tot steen moeten springen. We lopen door een mooie smalle kloof en overal om ons heen horen we water lopen. Boven hebben we prachtig uitzicht over Hunder en de vallei. Schitterend.
Vervolgens blijven we 'boven lopen'. Er zijn twee paden: een boven langs en een beneden. Beneden kan niet altijd door de stand van het water in de rivier. Vanwege het pad, lopen wij liever boven langs, hoewel dat veel meer hoogteverschil heeft. Het gaat dan ook erg op en neer. Dan weer tachtig meter omhoog, zestig meter naar beneden, honderd meter omhoog. Het pad is vrij goed, breed genoeg en het loopt makkelijk. Het laatste stuk gaat langs de rivier beneden. Dit pad is een stuk lastiger. Veel keien, grote stenen, klimmen en klauteren. Hier beneden is het groen met bomen en struiken en stukken gras. Op zo'n stuk gras gaan we op de paarden zitten wachten (op 3.460 meter). Na twee uur komt de kok en na drie(!) uur verschijnen eindelijk de paarden. Het weer is voor ons goed: grotendeels bewolkt, soms wat zon. Vóór de vakantie hadden we veel meer zon verwacht. In alle reisgidsen staat dat zo'n wandeling erg zwaar wordt door het weer: zonnig en warm tot zeer warm.
We hoeven nog maar een klein stukje, maar we moeten wel een rivier door. Gelukkig hebben we onze sandalen bij ons. Tot onze knieën moeten we door het snelstromende ijs- en ijskoude water. Het kost moeite om overeind te blijven door de sterke stroming. Een groepje andere toeristen dat 's ochtends het lage pad had genomen, komt drie uur later dan ons aan bij de rivier. Ze hebben terug moeten lopen en ook het hoge pad moeten nemen.
Maandag 28 juliWandeling naar Thinlesgo
Bij het ontbijt krijgen we vers gebakken Ladakhi-brood.
We lopen vandaag zes uur tot 4.290 meter. Eerst honderd meter omhoog, daarna geleidelijk. Soms geen pad, soms een goed pad, soms stenen, soms gras, soms veenbulten, soms los zand, veel riviertjes die we over moeten steken, waarbij we altijd van steen tot steen springen. Het wordt snel bewolkt; om te lopen wel lekker, maar zodra we zitten, slaan we een trui om.Na twee uur komen we bij het dorpje Hunder Dok. Nou is dorpje wel een groot woord voor die paar huizen, wat mensen en landerijen. Bij een familie gaan we thee drinken. Wij willen het 'gewoon', zij met veel jakmelk en suiker. Er staat een grote houtkachel in de kamer zodat het binnen een mum van tijd lekker warm is. De mensen vinden het erg leuk en onze gids en kok kunnen met ze praten. Toch wel erg handig.
's Middags lopen we een hele tijd over een groot rotsveld. Zo ver als je kunt kijken en na elke bocht gaat het weer verder. Dan zomaar ineens een enorme grasvlakte, waar we gaan kamperen. De paarden komen al na drie kwartier. De tenten staan net als het een beetje regent. Elke dag valt er wel wat, maar het is nooit veel. En langer dan een minuut duurt het eigenlijk niet. Maar het is wel koude regen. De kok heeft een fles chang in de rivier gelegd om af te koelen, maar even later is hij al verdwenen. We zoeken en peuren nog even, maar hij blijft weg.
Dinsdag 29 juliWandeling naar basiskamp van de Lasermo
Vannacht was het 6º in de tent. Vandaag lopen we naar 4.680 meter in vierenhalf uur.
Het weer is ronduit slecht. Waar wij naar toe moeten, is alleen maar nevel. We slapen uit tot 7:00 uur en even later begint het te regenen. We blijven nog maar even in de tent zitten en trekken nog een extra trui aan. Bij de vorige pas (die op 5.120 meter) hadden we nog het idee dat we veel te veel warme kleding bij ons hebben. Nu zijn we er blij mee en zowat alles wordt gebruikt. Inclusief muts en handschoenen.
Als we om 9:00 uur gaan wandelen is het weer toch enigszins opgeklaard en kunnen we de berg zien. Het is koud, wind tegen. Als af en toe de zon even doorbreekt, is het gelijk warm, maar de hagelbui doet alles weer teniet.
Het pad bestaat bijna de hele dag uit grote keien en stenen, zodat je grote passen moet nemen. Af en toe worden de stenen onderbroken door riviertje en stukken met veenpollen. Het kost veel energie. Gelukkig gaat het pad maar geleidelijk omhoog.
Hoe hoger we komen hoe meer bloemen we zien: felgele, roze, paarse, rode, witte en blauwe. Hele velden vol. Prachtig. Af en toe zien we ook marmotten. Niet van die kleintjes als bij ons, maar een halve meter groot. Door hun vriendjes te waarschuwen, maken ze een hoop herrie en weten wij waar we moeten kijken. Ook vliegen er mooie rode en gele vogeltjes. Vooral als ze vliegen zijn ze erg gekleurd.
Woensdag 30 juliWandeling naar Morbuk
Vannacht was het helder en heeft het goed gevroren. In de tent hebben we als laagste temperatuur 1,9º gemeten. Buiten zijn alle kleine poeltjes dicht gevroren. Het is vanochtend schitterend weer en dat zal gelukkig de hele dag zo blijven. Omdat we vandaag de Lasermo La zullen passeren en dat over een gletsjer zullen doen zijn de paardenmannen al vroeg bezig. Ze halen de ingepakte tenten bijna onder onze handen weg om de paarden te pakken. Dat hebben we nog niet meegemaakt. Omdat 's ochtends het ijs hard is, kunnen de paarden de pas makkelijk passeren. Wij vertrekken tegen 8:00 uur vanaf 4.680 meter. Je ziet dan de gletsjer al liggen. Langzaam klimmen we omhoog en om 5.000 meter bereiken we de onderkant van de het ijs. We hebben dan ondertussen al diverse riviertjes gepasseerd, waar de mooiste bloemen bloeien. Het ijs is redelijk vast, maar op sommige plekken zak je er door heen (maar een centimeter of tien), maar dat is lastig lopen. Het is een mooi gezicht hoe die kleine stipjes van mensen en paarden zich een weg naar boven zoeken. Om 10:30 uur staan we boven op de pas. Wij klokken de pas op 5.140 meter, evenals ons gids Juna, maar in alle boeken en kaarten staat hij op 5.300 meter. Het zal wel komen door de weersverandering.
Op de pas hebben we een schitterend uitzicht naar beide zijden. Dichtbij liggen diverse sneeuwvelden en verderop de besneeuwde pieken van Ladakh. Het is meer dan fantastisch.
Hierna begint de afdaling aan de andere zijde. Vooral het begin is stijl en binnen de kortste keren ben je een heel stuk gedaald. Later gaat het allemaal geleidelijker naar beneden, maar dan zijn de gedeeltes waar allemaal grote keien liggen lastige obstakels.
Om 13:00 uur zijn we op een plek die Morbak genoemd wordt op 4.625 meter. Hier is weer water (niet veel) en slaan we ons kamp op. De paardenmannen hebben 's middags de tijd om onderhoud te doen aan de hoeven van de paarden.
Donderdag 31 juliWandeling naar Phyang, festival
's Nachts is het weer iets warmer: 3º. Overdag is het zonnig, onbewolkt. Vandaag de laatste kilometers van de wandeling, bijna vier uur lopen. We zakken twaalfhonderd meter af en hebben geweldig uitzicht op het Ladakhgebergte, dat mooi afsteekt tegen de blauwe hemel. Omdat we voortdurend omlaag lopen, hebben we geen last van de zon. De laatste twee uur lopen we door het lang uitgestrekte dorp Phyang. Er wordt van alles verbouwd en we zien weer wat auto's rijden.
We zijn precies op tijd voor het jaarlijkse tweedaags festival in het klooster. Je moet er kamperen of op en neer rijden vanuit Leh. Hotels zijn er niet.
We kamperen op een weide beneden het klooster. Het is een groot stuk drassig land dat doorkruist wordt door talloze riviertjes. We zoeken een droog plekje voor de kooktent en onze tent. We laten de 'dining-tent' maar achterwege. Het wordt hier toch niet koud (3.400 meter). De paarden zijn er snel en we zetten de tenten op. We nemen afscheid van de paardenmannen die meteen vertrekken omdat ze alweer een andere trek hebben. Het oude baasje is verschrikkelijk blij met zijn tip.
Wij gaan meteen naar het vierhonderdzeventig jaar oude klooster. Er wonen hier vijfenveertig monniken van de Kagyupa-orde. Het is nog even klimmen over stoffige paden, maar het is de moeite waard!
Er zijn vrij veel toeristen en als je ziet hoe sommige er bij lopen
Als het dansen begint, staat er midden op de dansvloer een hippie, die wij van de vloer halen. Aan het gelach om ons heen te horen, keurt men dat goed. In plaats van jokers zoals in Bhutan lopen hier vier andere figuren die het publiek tussen de dansen door vermaken en voor gek zetten. De maskerdansen zijn mooi. De monniken dragen prachtige gewaden van hele mooie stoffen. Er zit ook veel plaatselijke bevolking te kijken. Vooral de oude vrouwen zien er prachtig uit. Sommige hebben hoge hoeden op zoals we nog nooit eerder gezien hebben. Ze lijken ons niet echt gemakkelijk zitten. Ze dragen veel sieraden en ook allemaal een rozenkrans. De mannen draaien hun gebedsmolens rond. En ze laten zich gewillig fotograferen.
De toegang is gratis, maar voor het fotograferen in het klooster zelf, moeten we een kaartje van 25 rp (€ 0,50) kopen. Er zitten drie monniken te bidden met enorme losbladige boeken, een gong, dongs en een belletje. Bij het dansen hoort ook een 'band': monniken in gele kleding en rode mutsen en grote toeters van een meter of twee.
We drinken er een cola die verrassend goedkoop blijkt: 15 rp voor een halve liter. Cola hebben ze niet, wel pepsi. Terug op de 'camping' wassen we onszelf stroomafwaarts en zitten daarna lekker in de zon te lezen.
Later gaat het waaien en moeten we de etensspullen opbergen.