Dinsdag 22 juliLeh
Eerst rijden we (worden we gereden) naar Namgyal Tsemo-gompa, wat op een topje ligt vlak bij Leh. Er staat een groot Maitreya-boeddhabeeld en er zijn veel oude manuscripten en fresco's te zien. Er hangen veel gebedsvlaggen. Van hieruit heb je mooi uitzicht op de plaats, de groen oase en de bergen erachter. Het is helemaal onbewolkt vandaag en het wordt warm.
We rijden door naar het honderdvijftig jaar oude Shankar, maar dat klooster is gesloten. Het is het thuis van de meest senior Gelukpa-monnik, de Kushok Bakula. Wel gaan we bij een monnik thee drinken. Hij heeft een kleine kamer met een bed, een bankje en een paar lakkasten, een tv en radio, veel kleden en boeken. Dan rijden we door naar de Shanti-stoepa die in 1985 door de Japanners is gebouwd. De Japanse invloeden zijn goed zichtbaar.
We lopen nog een keer door het centrum van Leh en kopen ieder een T-shirt van 200 rp per stuk.
's Middags zitten we bij het hotel lekker buiten onder een parasol.
Woensdag 23 juliWandeling van Sabu naar Poli Dighr
Vandaag de eerste dag van de negendaagse wandeling naar de Nubravallei en weer terug. We laten een zak met spullen die we niet nodig hebben achter in het hotel.
We rijden eerst naar Sabu dat op 3.600 meter ligt. We krijgen met z'n tweeën een gids, een kok, een hulp gids/kok, twee paardenmannen en zeven paarden. Zo is het nog een hele stoet. Alles voor de komende dagen moet meegenomen worden. Ook het eten, want onderweg is er niets te koop. De paarden worden vastgebonden en krijgen hooi te eten, zodat ze rustig blijven staan tijdens het pakken. Het is zonnig en warm. Om 10:15 uur beginnen we te lopen. We moeten even ons ritme vinden, maar dan gaat het goed. Niet te snel door de hoogte. We lopen geleidelijk omhoog langs de rivier in een dalletje van honderd meter breed. Aan weerszijden gaan de bergen omhoog. Het dal is groen, de bergen grijs. Er zitten veel vogels, vlinders, hagedisjes en we zien een paar marmotten. Het is erg warm en we dragen een sjaaltje rond de nek om niet te verbranden. De rest smeren we goed in. Meerdere keren per dag, want we zweten het er gewoon weer van af.We hebben mooi uitzicht op het Ladakhgebergte. Er zitten wel wat wolken boven maar de sneeuwtoppen zijn goed te zien. We moeten vandaag achthonderd meter stijgen naar 4.400 meter. Het lopen is zwaar door de ijle lucht. We zijn wel blij dat we over land naar Leh zijn gereden; we hebben het gevoel helemaal geacclimatiseerd te zijn. Het enige waar we last van hebben is kortademigheid bij alles wat we doen.
Er is meestal wel een soortement van pad, maar je moet goed kijken of je het nog volgt. Het is van los gruis en regelmatig liggen er stenen of zijn er stukken gras. We pauzeren regelmatig en staan ook vaak stil om op adem te komen en om van het uitzicht te genieten.
Om een uur of twee wordt het donkerder en verschijnen er een paar wolken. Even later dondert het een paar keer en er vallen enkele regendruppels.
Om 14:30 uur komen we bij het kamp van vandaag. Naast een riviertje worden de tenten opgezet: onze tent, de kooktent waarin de gids en koks slapen, een dinertent en een wc-tent. De paardenmannen houden zich helemaal afzijdig met een eigen tentje. Ook maken ze zelf thee en eten. We zetten de tent goed vast, want het waait behoorlijk. We spoelen ons af met het ijskoude rivierwater.
Tegen vieren is de thee klaar en er zijn koekjes en cake, wat er allemaal grif ingaat. 's Avonds eten we met z'n tweeën in de eettent. Het eten wordt door de hulpkok uitgeserveerd. Hij draagt voor deze gelegenheid witte handschoentjes. We krijgen soep met brood, rijst, groente, rauwkost, aardappel en schapenprutje met brood. Zoete taart na.
Donderdag 24 juliWandeling naar Digar
Om 6:00 uur worden we gewekt met thee en een bakje warm water om ons te wassen. Er lopen verschillende koeien op het terrein en die zijn erg nieuwsgierig. Ze zijn vooral geïnteresseerd in de wc-tent. Sommige kruipen er helemaal in. We moeten ze voortdurend wegjagen.
Het is redelijk bewolkt. Afgelopen nacht was het 10º. We eten buiten, zodat de tenten alvast afgebroken kunnen worden. Het ontbijt is erg uitgebreid: omelet, kaas, smeerkaas, pindakaas, jam, honing, banaan, nootjes, druivensap, koffie en thee.
De paarden worden gevangen, de kippen gaan in een doos, alles wordt ingepakt en het vuil wordt verbrand.
Om 8:00 uur gaan we lopen. Eerst moeten we over een vrij goed pad driehonderd meter omhoog, gewoon omhoog. Op 4.700 meter (om 9:30 uur) gaan we steil zigzaggend omhoog tot de top. Volgens het boek ligt die op 5.300 meter, volgens onze hoogtemeters op 5.120 meter. Het lopen gaat zwaar, er zit zo weinig zuurstof in de lucht. Het valt ons dan ook mee, dat we om 11:00 uur al boven zijn. Wij hadden gerekend tussen 12:00 en 13:00 uur. We waren blij dat het bewolkt was, toen we naar boven liepen. Boven is het wel jammer, want de bergen zijn niet zo goed zichtbaar. Als we naar beneden lopen, wordt dat steeds beter. Het uitzicht is mooi. Fantastisch mooi. We lopen door een breed dal, soms door sneeuw. Overal komen kleine stroompjes water vandaan en het hele dal lijkt een grote rivier. Er liggen veel stenen, keien en we moeten regelmatig water oversteken via stenen. Overal groeien bloemetjes. Op 4.900 meter vinden we zelfs echte bloemenstruiken in allerlei kleuren. Soms zien we hele weiden met paarsrode petunia's. Grandioos.
We kunnen uren zo doorlopen. Om 3:00 uur zijn we op 4.340 meter bij een mooie kampplaats. We hebben de paarden eruit gelopen. Normaal vertrekken die later, halen ons in en is de thee al klaar als we aankomen. Nu zijn ze er nog niet en laten zelfs anderhalf uur op zich wachten. Anders zouden we nog een stuk doorgelopen hebben (naar Digar).
De eerste kip wordt geslacht en krijgen we 's avonds opgediend.
Vrijdag 25 juliWandeling naar Khungru
We moeten vandaag de twee uur extra lopen, die we gisteren niet gered hebben. Stomme paarden(mannen).
Het gaat vandaag vrij vlak naar beneden. Eerst schijnt de zon, maar als we beginnen te lopen, wordt het bewolkt. Als we achterom kijken zien we een partij donkere lucht. Het lijkt wel zwart. Wij krijgen er nog een staartje van mee in de vorm van een regenbui. Soms wat harder soms wat zachter. Het is koud!
We komen door Digar, een aardig dorpje op 3.760 meter met huizen, stoepa's en mani-muren. De plaatselijke kroeg is gesloten en we drinken bij iemand thuis thee. We laten ons mapje met foto's zien en vooral het strand baart opzien.
Even later begint de zon weer te schijnen en we komen zowaar een groepje van zes toeristen tegen. Op 'onze' route zitten twee Italianen en nog een stel die we heel af en toe zien lopen. Ze kamperen op andere plaatsen dan wij. Verder komen we niemand tegen. Heerlijk rustig. Het enige wat je hoort is het water en de wind. Als we op een gegeven moment een plateau oversteken (3.550 meter) hebben we aan de rand prachtig uitzicht. De rivier kan heel breed worden en we zien weer struikjes. Eerst dalen we steil af door gruis, en dan nog een stuk door een duin tot 3.120 meter. Dit loopt heel makkelijk: we doen een stap en glijden vervolgens een stuk naar beneden door. We moeten er niet aan denken om dit stuk andersom te lopen. Eigenlijk zou hier het kamp van vandaag zijn en we wachten weer eens op de paarden: anderhalf uur. We gaan nog wat verder. Men is met de hand een weg door de bergen aan het aanleggen. Een deel is klaar, zodat we niet de rivier hoeven over te steken. Dat zagen we ook niet zo zitten, want die is erg breed en stroomt nogal hard. Nu moeten we een enorme rots over en dat wordt een forse klimpartij. Sommige stukken zijn erg steil en de afgrond diep. Het is even klimmen en klauteren.
We komen bij een tentenkamp waar de mensen kamperen die aan de weg werken. Hier zetten we onze tenten op en we hebben erg veel bekijks. Alle mannen komen even langs en blijven staan kijken.
We zitten nu op 3.100 meter en het is meteen 's nachts een stuk warmer. Ook waait het niet en dat is maar goed ook, want er is hier alleen maar zand.
Zaterdag 26 juliWandeling naar Khalsar en Hunder
Vandaag staat een wandeling van twintig kilometer naar Khalsar op het programma. Van daaruit worden we met plaatselijk vervoer naar Hunder gebracht. Als we zitten te ontbijten, lekker buiten in het zonnetje, komt er een jeep aanrijden, die een groepje toeristen afzet. We kunnen het zo regelen dat die jeep ons helemaal naar Hunder zal brengen. Wij vinden een rustdag wel lekker. Vooral ook omdat deze wandeling over een asfaltweg gaat. Aan het eerste stuk wordt nog gewerkt (met de hand). Alle bagage en mensen gaan in de jeep. Het is een beetje proppen, maar het lukt. De paardenmannen gaan met de paarden lopen. Een aantal mensen van de camping heeft brieven meegegeven die we in Leh moeten posten. Die mensen zitten hier vijf tot zes maanden en dit is de enige manier waarop het thuisfront wat van ze hoort. Ook onderweg wordt er met brieven gezwaaid en die nemen we ook mee.De vallei is erg groen. Er staan veel bomen, struiken, bloemen en kruien. Er groeien o.a. appels, abrikozen en walnoten.
We rijden naar Diskit waar we hoog in de bergen het klooster zien liggen. We drinken er een cola; heerlijk na al die dagen. Bij Hunder moeten van de 'grote' weg af naar een camping. Men is daar echter bezig met de weg en die sluiten ze dan helemaal af, zoals we wel meer gezien hebben in dit deel van de wereld. Ze willen ons met alle bagage een paar honderd meter over riviertjes en stenen naar het kamp laten lopen. Niet dus. Uiteindelijk vinden we nog een weggetje, maar dan moeten we eerst een paar grote stenen in een riviertje gooien, voordat de jeep er door kan. Een stuk verder wordt (met de hand) geasfalteerd, maar we mogen er toch overheen.
Prachtige kampplaats. Veel bomen. Veel schaduw, veel stenen ook. We zetten de tent op en gaan de was doen. Er zijn overal stroompjes en in de zon droogt het lekker snel.
Aan het eind van de middag wandelen we even naar het klooster. Er staan veel oude tempels en fortificaties op de bergen. Veel stoepa's. Ook een paar waar je onder door kunt en dan mooie beschilderde plafonds ziet. Het klooster is net even open en ziet er binnen mooi uit. Elk klooster is weer helemaal anders. Deze is ongeveer vierhonderd jaar oud. Dicht hierbij is een oud kasteel maar dat is niet meer open. Het is leeg van binnen.
Als we terugkomen is er weer een kip geslacht.
We lopen nog een rondje door het dorp: hier en daar een huis, een enkel winkeltje verscholen tussen het groen. Onderaan de berg waar het smeltwater vandaan komt, wordt het water in alle richtingen geleid, zodat alle akkers genoeg water krijgen. Er wordt veel verbouwd: aardappels, graan, kolen. Allemaal voor de winter als er hier een pak sneeuw ligt. Vlakbij ligt de brug waar je niet verder Kashmir in mag vanwege de oorlog tussen India en Pakistan over dit gebied.
Het is te merken dat de kok de hele middag de tijd heeft gehad. Hij heeft erg zijn best gedaan: tomatensoep, pizza, aardappelpuree, aardappelkroketten, groenteloempia's, kipcurry, groenteschotel en bananenpie toe.
Het stikt hier van de vliegen.