Vrijdag 18 juliNaar Jispa
We vetrekken om 10:00 uur richting Jispa. Er zijn veel auto's op de weg. Allemaal met mensen uit Delhi die naar de Rohtang-pas rijden en hopen daar sneeuw te zien. Onderweg staan veel kraampjes met winterjassen en laarzen, die de mensen kunnen huren. In Delhi is het altijd minstens 30º en al die mensen hebben waarschijnlijk niet eens een jas. De winkels hebben nummers (niet opeenvolgend natuurlijk) om beter te kunnen onthouden waar ze de spullen terug moeten brengen.
Regelmatig is er 'werk in uitvoering' en moeten we wachten. Dan stappen we uit en willen allerlei mensen met ons op de foto. We moeten tweeduizend meter stijgen naar de pas. De weg is smal en erg bochtig en de afgronden diep. Als er een langzame vrachtauto voor je zit, schiet het niet op. Tegenliggers geven soms ook problemen. Soms zijn er kleine landverschuivingen. Het is droog met af en toe een beetje zon. Hogerop zitten we in de wolken. Geen weg voor mensen met wagenziekte of hoogtevrees. De weg wordt steeds natter en modderiger. Regelmatig zien we fietsers, zowel op mountainbikes als op wielrenfietsen. Soms wat koeien, geiten, ezels, paarden. Op de top (3.978 meter) staan honderden Indiërs te kleumen. Ze zien bijna niets want we zitten in de wolken. Net aan de andere kant van de pas trekt het open en zien we de eerste sneeuwtoppen van Spiti en Lahoul door de wolken heen.
Langzamerhand verandert het landschap. Het wordt veel ruiger en de bomen en struiken zijn verdwenen. Er is wel veel gras en groene bodembedekkers. En talloze bloemetjes in allerlei kleuren. Veel stenen, rotsen en watervallen. De weg wordt steeds hobbeliger. We zien steeds meer mensen met Tibetaans uiterlijk en kleding.
We dalen snel af naar 3.400 meter en komen aan de rivier. Er is een kleine uitspanning waar we wat eten en drinken. We moeten ons paspoort laten zien bij een politiepost. De zon schijnt en brandt goed op ons is. Er zijn voortdurend opstoppingen vanwege werk aan de weg. Het schiet niet echt op. Geen wonder dat we zeven uur doen over honderdveertig kilometer.
's Middags liggen er stenen op de weg die er eerst afgehaald moeten worden en een vrachtauto die een ongeluk heeft gehad, moet weggesleept worden. Voor de rest gaat alles goed. We zijn wel blij met een jeep en dat we niet in zo'n grote bus zitten. Die doet er nog langer over.
Het wordt steeds zonniger en we hebben prachtige uitzichten: beneden aan de rivier groene weiden met af en toe een paar huizen; naar boven toe kale bergen, soms wat sneeuw, een gletsjer.
We slapen in hotel Jispa, zo maar in het niets tussen Gemur en Darcha, op 3.380 meter hoogte. Zo kunnen we langzaam aan de hoogte wennen.
Er zitten hier in het hotel mensen van Shoestring. Verder niemand. Tijdens het eten valt het licht uit. Met kaarsjes ziet het er wel gezellig uit. Later gaat het weer aan, maar het reikt niet tot de tweede verdieping waar wij zitten. Vroeg naar bed dus.
Zaterdag 19 juliNaar Sarchu
Vandaag rijden we naar Sarchu, vijfentachtig kilometer verderop. Het eerste stuk gaat langs de rivier. De weg is soms een goed stuk asfalt, soms los grind met grote kuilen en soms stroomt de rivier over de weg, zodat we door het water moeten. Het uitzicht is fantastisch. Het is zonnig, enkele witte wolken tegen de blauwe lucht en de besneeuwde toppen zijn zichtbaar. Af en toe een groen meertje. We stoppen op de Baralacha La, een pas op 4.890 meter. Uiteraard ontbreken de boeddhistische gebedsvlaggetjes niet. We hebben een trui en een jas bij de hand, maar allebei zijn ze niet nodig. De zon brandt op ons in.
Gebedsvlaggen worden op passen, bruggen, daken en andere markante plaatsen in het landschap opgehangen. De voorkeur gaat uit naar een plaats waar het waait, want de mantra's en symbolen die er op gedrukt staan, moeten door de wind naar de hemel gebracht worden. De gebedsmolens hebben dezelfde functie. Er zit een papieren rol met mantra's in.
Op 4.700 meter staat een aantal tenten waar je kunt eten en drinken. Er zitten verscheidene fietsers lekker buiten in de zon. Door de tenten is het erg kleurrijk en het heeft wel wat weg van een skioord. We drinken er een cola en strekken de benen.
Om 13:00 uur zijn we al op de plaats van bestemming: Sarchu. Overnachten kan hier alleen in een tentenkamp. We hadden een eenvoudige tent verwacht, maar we zitten in een luxe kamp en dan hebben we ook nog de luxe tent met een eigen badkamer. Er staat een wastafel en een toiletpot gemetseld in de grond. Niet te geloven. Wij zitten hier vandaag alleen, morgen komen er zestig mensen. We gaan in de schaduw van de tent zitten, want hier waait een lekker briesje. We krijgen koffie en thee met koekjes. 's Middags lopen we wat rond, niet teveel, want het is erg wennen aan de hoogte: 4.400 meter. We houden siësta en lezen een boek en drinken thee.
Op het eind van de middag kleuren de bergen erg mooi in de zon. De kou valt mee als de zon achter de bergen is. We hebben een beetje last van slapeloosheid: een lichte vorm van hoogteziekte.
Zondag 20 juliNaar Leh
We vertrekken om 7:00 uur naar Leh en het zal een lange, maar erg mooie dag worden over een schitterende weg. Welke kant je ook uitkijkt, het is overal even mooi. En na elke bocht is het uitzicht weer anders. En er zijn flink wat bochten.
Al snel gaan we omhoog naar de eerste pas over veel haarspeldbochten. In het begin is het nog lekker rustig, maar na een uur of twee komt er meer verkeer. Sommige stukken weg zijn erg slecht. Soms moeten we weer door rivieren. Passeren blijft lastig. De wegen zijn smal en om in te halen moet je een paar keer toeteren, anders blijft iedereen op het midden van de weg rijden. Beide auto's moeten deels door de berm. Ook als er een tegenligger komt, moeten beide auto's de berm in. Dat gebeurt pas op het allerlaatste moment en men passeert elkaar vaak rakelings. Als er een koe over wil steken, moet je ook toeteren. Die wacht dan keurig langs de kant van de weg tot je voorbij bent.
De rotsen zijn prachtig. Langs de rivier is de wand prachtig geërodeerd. Heel grillige vormen en heel egaal langs de hele oever. De bergen hebben in het zonlicht de mooiste kleuren. We klimmen snel omhoog naar twee passen die vlak achter elkaar liggen: de Lachlung La. De eerste ligt net onder de 5.000 meter, de andere net er boven. Op de eerste pas is het uitzicht het mooist. De gebedsvlaggen geven het geheel veel kleur. Prachtig al die vergezichten met de sneeuwbergen op de achtergrond. Het is helder.
Na de pas dalen we af naar Pang. Op de kaart lijkt het een dorp, maar het is niet meer dan een legerkamp en een paar tenten waar je kunnen eten en drinken. Daarna komen we op een hoogvlakte waarop veel nomaden rondtrekken met grote kuddes vee. Vanuit Sarchu hebben we een hele doos met flessen meegenomen die daar gevuld zijn met water uit de beek. Die worden hier uitgedeeld aan de herderskinderen die hier erg blij mee zijn. Dit is een van de weinige plaatsen hier in de buurt met weinig tot geen drinkwater.
Daarna rijden we naar de één na hoogste pas ter wereld, waar je met de auto over heen kunt, de Taglang La op 5.328 meter. We hebben prachtig uitzicht op de Karakorum in de verte. Het is nog steeds T-shirtweer en we hebben geen last van de hoogte. Langzaam rijden we naar beneden. Het landschap wordt grauw en grijs. Een beetje saai. Tot we in het district Ladakh komen. Dan verandert het ineens. De weg wordt een stuk beter, dorpjes met stenen huizen, bewerkte velden en ook de bergen zijn anders. Hele stukken zijn verticaal geërodeerd. Het ziet er prachtig uit. Mooi gekleurd ook. De groene velden met veldjes gele koolzaad knallen er uit. Fantastisch. De weg hier is goed geasfalteerd, geen gaten en kuilen, alleen hier en daar een klein hobbeltje. Eindelijk kunnen we dóór rijden.Goed 16:00 uur komen we in Leh aan. We zitten in hotel Meridian, tien minuten lopen vanaf het centrum, heerlijk rustig. Het is maar één hoog en heeft slechts acht kamers en we hebben mooi uitzicht over de groene velden, de kale bergen met daarboven de besneeuwde toppen.
We wandelen naar het dorp dat sinds 1974 geopend is voor toeristen en waar zo'n vijftienduizend mensen wonen. Omdat het zondag is, zijn er nogal wat winkels gesloten. De toeristenwinkels zijn uiteraard wel open. Ze hebben erg mooie (en dure) Tibetaanse sieraden. Veel oudere vrouwen dragen Tibetaanse kleding; de jongere vooral Indische. In plaats van een knikje groeten de ouderen door hun tong uit te steken.
We gaan op zoek naar een batterijtje voor Martijn zijn hoogtemeter en we komen terecht bij een piepklein winkeltje van twee bij anderhalve meter. De man heeft de juiste maat niet, maar vraagt ons morgen op dezelfde tijd terug te komen. Hij gaat bij andere horlogemakers informeren.
We eten bij Summer Harvest momo's met schapenvlees, gemengde loempia's en noedels met groenten en kip. Inclusief een biertje zijn we samen 320 rp kwijt.
Maandag 21 juliLeh
Om 9:00 uur komt er een jeep met chauffeur en gids voorrijden voor een dagje kloosters. Eerst rijden we naar het Hemis-klooster, gebouwd in de zeventiende eeuw en gelegen in een vallei. Het is het grootste en rijkste klooster van Ladakh en behoort tot de Drukpa-orde. Het klooster ligt in de bergen verborgen en pas op het allerlaatste moment zie je het liggen. Er voor liggen een paar enorm lange mani-muren. Het is er erg rustig met toeristen. De gids leidt ons rond en kan van alles vertellen over de goed geconserveerde wandschilderingen en de mooie bibliotheek. Het klooster heeft de grootste thanka (twaalf meter) die eens in de twaalf jaar wordt getoond. Het is heel mooi en indrukwekkend.
Daarna rijden we naar Thikse (Gelukpa-orde), dat imposant tegen een helling is opgebouwd. Het is achthonderd jaar oud en heeft twaalf verdiepingen. Je hebt prachtig uitzicht op de groene Indusvallei met daarachter de kale bergen. Het is er erg kleurrijk, vooral de kleuren rood, geel en wit komen overal terug. Er staat een enorm groot, gouden beeld van Maitreya, de toekomstige boeddha. Heel indrukwekkend. Veel ruimtes zijn gesloten, maar de gids weet telkens een monnik met sleutel te vinden of komt zelf met een sleutel terug. Sommige delen van het klooster zijn erg oud, sommige zijn gerestaureerd. Er is een grote bibliotheek met veel oude Tibetaanse boeken.
De derde tempel is die van Shey, een klein klooster dat wordt gerestaureerd. Vroeger was dit het zomerpaleis van de koningen van Ladakh. Er staat een prachtig, twaalf meter hoog beeld van de Sakyamuni-boeddha, gemaakt van koper en bedekt met goudplaat.
We voeren koekjes aan heilige vissen en keren terug naar Leh. We zien een residentie van de Dalai Lama liggen in Choglansar. Hij is momenteel tien dagen in de Nubravallei.
Bij het Tibetaanse restaurant op het centrale plein eten we chowmein en drinken een halve liter cola voor € 1 p.p. Daarna lopen we uitgebreid over de markt en door de smalle straatjes en genieten van de uitzichten op de vele grote gebedsmolens, stoepa's, gompa's en mani-muren die er in de stad staan. Ook het paleis uit de zeventiende eeuw en twee oude gompa's die hoger in de heuvels liggen, zien er mooi uit in het zonlicht.
Mani-muren wijzen vaak de weg naar een gompa. Ze zijn enkele meters breed en hoog en soms honderden meters lang. Bovenop liggen de mani-stenen waarin tekens of figuren gegraveerd zijn. De belangrijkste tekst is de mantra van Avalokiteskwara: om mani padme hum. Mani-muren zijn gebouwd door pelgrims die bij wijze van offer 'hun steentje bijdroegen'.
Was het 's ochtends nog een heerlijke temperatuur met redelijk wat bewolking, 's middags is het erg warm in de zon. Gelukkig is het een stuk droger dan in Delhi, wat het wel een stuk aangenamer maakt. Terug in het hotel kunnen we net buiten in de schaduw zitten met een lekker koud biertje.
Voor 70 rp (€ 1,40) heeft de horlogemaker heeft een batterij en zet hem er ook nog in.
We eten bij een Tibetaans restaurant. De kaart is niet groot en bovendien hebben ze niet alles. Maar het smaakt uitstekend en het kost niks (140 rp).