Woensdag 2 maart Naar Puzhehei
Vandaag gaan we naar Puzhehei, iets meer naar het oosten. Wij rijden een saaie route over de snelweg en we doen er drie uur over. We bezoeken onderweg een dorpje, maar dat is saai. Er is haast niemand te bekennen. Een ossenkar, een vrouw met een os aan een touw, wat wasvrouwen.
Puzhehei staat bekend om zijn karstgebergte. Een prachtig gebied. En laat het maar aan de Chinezen over om dat te verpesten, hoe ze daar een grote poppenkast van moeten maken. Vóór het karstgebergte is een lange rij lelijke huizen gebouwd, zodat je alleen de toppen nog ziet. Tientallen paarden met wagens rijden zonder passagiers rond, elektrische auto’s idem dito. Er liggen duizenden boten aan de kant waar mensen voor het belachelijke bedrag van 200 yuan een paar uurtjes mee rond gevaren kunnen worden. Geen wonder, dat ze allemaal langs de kant liggen. En wat te denken van de honderden, als het er geen duizenden zijn, eetstalletjes. Dat is een compleet dorp waar ook bijna niemand is. Hoe moeten de mensen hier overleven? Nou is het wel zo, dat is juli/augustus, als hier de lotusbloemen in bloei staan, het afgeladen druk is. Dat zien we aan de dranghekken bij de boten. Maar moeten de mensen in die periode zo veel verdienen, dat ze daar de rest van het jaar mee door komen?
We rijden een stukje rond met de bus, maar zien niet echt mooie weerspiegelingen in het water. Er staat een beetje te veel wind. Het wateroppervlak is niet glad. Dicht bij het hotel wandelen we een stukje en met de kale bomen die voor het water staan, leveren die de mooiste plaatjes op. We zien een groepje van een stuk of tien vrouwen uit een andere provincie die ook toeristen zijn. Het zijn Zhuang. De dragen allemaal dezelfde paarse broek, gele hes en mooie hoeden. Ze gaan in een bootje zitten, maar op zo’n manier, dat we denken, dat dat voor hen de eerste keer is. Ze gaan ook niet varen, maar stappen giechelend weer uit.
We kopen een biertje, dat we voor het hotel in de zon opdrinken. Want zonnig is het vandaag wel. Het voelt ook meteen lekker warm aan.
Het enige mooie wat wij vinden is de zonsondergang boven op een berg. Daar zijn we natuurlijk niet de enige, maar het is wel mooi. Bijna vierhonderd treden naar boven moeten we op. Het is druk en het gaat langzaam, want al die Chinezen zijn niet zo snel. Bovenop is een klein platform en wij vinden een mooi plaatsje er net buiten en we zitten op de rotsen. En wat gebeurt er, o wonder: er zijn Chinezen die vooraan met grote statieven staan, die andere mensen regelmatig voor laten om foto’s te maken. Dat is voor het eerst in China, dat we dat zien. Er zijn geen westerse toeristen.
We hebben mooi zicht op het karstgebergte met daarvoor wat gele koolzaadvelden en daar weer voor plassen water. Regelmatig laat de zon zich even zien en schittert dan in het water. De lucht kleurt wat oranje en de plassen kleuren mee. Prachtig.
We eten in een restaurant iets verderop. De dichtstbijzijnde zijn te toeristisch. We kiezen een tent waar al flink wat mensen zitten te eten. Er worden allerlei schotels gekozen en met z’n allen zitten we daar lekker van de peuzelen.
Donderdag 3 maart Naar Luoping
Na het ontbijt vertrekken naar het noorden, naar Luoping. Hoe dichter we daar bij komen, hoe geler het wordt. Fel geel. Heel fel geel. Enorm grote uitgestrekte velden vol met koolzaad. Zo ver als je kunt kijken. Het is soms zo fel geel, dat het zeer doet aan de ogen. Het steekt prachtig af tegen de donkere bergen en de blauwe lucht. Fijn, dat de zon schijnt; dat maakt het nog mooier.
We rijden naar een uitzichtpunt waar het druk is met Chinezen. We hebben nog mazzel: drie dagen geleden was het koolzaadfestival en verschrikkelijk druk met Chinezen. De meeste zijn terug naar huis, maar er blijven er nog (veel te) veel over naar onze zin. Ook hier zijn geen westerse toeristen. Dat is in ieder geval wát.
Waar we ook rijden, overal is het geel. Oogverblindend. Waanzinnig. Er zijn eigenlijk geen woorden voor.
Het koolzaad trekt ook bijen aan en we zien af en toe verschillende bijenkassen staan. Martijn gaat daar videoën en wordt prompt gestoken. Lia heeft een pincet, Karin alcohollapjes om te ontsmetten en azaron tegen het opzetten. De angel wordt uit Martijn gehaald, alles wordt ontsmet en we leven weer verder.
Bij een uitzichtpunt zijn grote parkeerplaatsen met veel vrije plaatsen. Maar toch parkeren verschillende mensen gewoon op de weg, wat het doorgaand verkeer belemmert. Er staat een auto in de weg waar de chauffeur in zit. Deze moet een meter naar voren rijden, zodat het overige verkeer er door kan. Het duurt vijf minuten voordat de chauffeur bereid is om dat te doen. Als dat in Nederland zou gebeuren, zou hij allang uit de auto zijn gesleurd. Hoe arrogant kun je zijn. Het zijn ook vaak de chauffeurs van grote, dure auto’s die niet kunnen rijden en behalve een dure auto ook een rijbewijs hebben gekocht in plaats van ‘gehaald’.
In de tussentijd regelen we, dat Billy een taart regelt voor Karin, die morgen jarig is. Als wij in het hotel een biertje met Gerard zitten te drinken, komt hij terug met een grote doos, gebaksbordjes en –vorkjes. We kopen ook nog een fles rode Spaanse wijn. De taart is voor morgenvroeg (hij staat in het restaurant in de koeling) en de wijn voor ’s middags.
’s Avonds gaan wij hotpotten, terwijl de rest ‘gewoon’ Chinees eet. Wij zitten in een apart hokje en de anderen naast ons in een ander hokje. Een kleine jongen komt ons met zijn smartfoon openlijk fotograferen; bij de anderen doet hij dat stiekem om het hoekje.
Op de weg terug naar het hotel zien we oudere mensen dansen. Jeannette en Caroline gaan mee doen. De rest kijkt toe. Op een pleintje even verderop is de jeugd bezig; duidelijk op andere muziek. Het schijnt niet veel voor te komen, dat de jeugd ook danst. Een klein jongetje is helemaal enthousiast en is erg actief. Hij rent en danst als een gek in het rond.
Vrijdag 4 maart Naar Kunming
Karin is jarig. Iedereen behalve Karin is een kwartier voor de afgesproken tijd in het restaurant voor het ontbijt om haar stoel met slingers en ballonnen te versieren en de taart klaar te zetten. Daar zitten naast bordjes, vorkjes en gebakschep ook kaarsjes bij. Als ze aan komt lopen, steken we die aan en zingen het lang-zal-ze-leven. We hebben ook nog een kaarsje, dat muziek maakt als je dat aansteekt. Een mooie verrassing voor Karin. De taart smaakt trouwens prima; helemaal niet mierzoet zoals we verwacht hadden.
We gaan eerst de watervallen van Juilong bekijken, voordat we naar Kunming vertrekken.
Dichtbij de watervallen staan twee enorme betonnen pilaren op de weg. Dicht bij elkaar. Elke auto die daar niet door past, moet via een veldje omrijden. Daar staat een mannetje dat ons tegen houdt en waar je moet betalen. Het is toch van de zotte. Stel je voor, dat wij dat voor onze deur zo gaan doen. De Chinezen proberen werkelijk overal een slaatje uit te slaan. Als het aan ons had gelegen, waren we zo door gereden. Op het moment, dat wij worden tegengehouden, kan achter ons namelijk niemand meer verder. We hadden zo door kunnen rijden, want er was geen hek of zo, alleen dat mannetje. De chauffeur betaalt. Het is maar liefst 50 yuan.
De toegang voor de watervallen bedraagt 100 yuan. Ook niet mis. Op de brug net er voor staan enorme reclameborden, zodat je de watervallen vanaf daar niet kunt fotograferen. Wil je met de kabelbaan omhoog, moet je daar weer apart voor betalen. Het is hartstikke druk en blijkbaar loont het dus de moeite. Het valt wel op, dat er alleen maar Chinezen zijn. Geen westerse toeristen. Je moet ook nog betalen om de bus te parkeren en al met al wordt het zo een dure geschiedenis. Vooral omdat het maar een paar gewone watervallen zijn. Ze zijn niet echt spectaculair. We lopen naar boven (zowaar gratis) waar we mooi uitzicht hebben op de watervallen en de daarnaast gelegen gele koolzaadvelden.
Men moet het hier wel hebben van deze tijd van het jaar. Alleen als het koolzaad in bloei staat, komen er toeristen. De rest van het jaar is het stil.
Daarom moeten we waarschijnlijk ook al bij de trappen bij Jingy Peak betalen. Trappen die er al tientallen jaren liggen en waar de plaatselijke bevolking ineens ‘tol’ gaat heffen in de vorm van 10 yuan. Ook parkeren moet je betalen. Het uitzicht is wel mooi, maar het moet niet gekker worden. Er staan aan de weg tientallen ossenkarren en eettentjes voor de toeristen. Het is een grote geldklopperij en eigenlijk niet leuk meer.
We rijden in een kleine vier uur naar Kunming. In de stad is het erg druk en het verkeer krioelt overal dwars door heen. We hebben het idee, dat velen eigenlijk niet kunnen rijden. Men houdt totaal geen rekening met elkaar. Iedereen gaat voor zijn eigen belang. Het verbaast ons, dat er niet veel ongelukken gebeuren.
Karin trakteert ons op een etentje. We eten overheerlijk met o.a. pannenkoekjes met saus, groente en eend, momo’s en heet runvlees. Je kunt merken, dat we in de grote stad zitten: we moeten betalen voor de thee die we niet besteld hebben en als toppunt ook voor de servetjes en het gebruik van de eetstokjes. Jammer, dat we dat niet vooraf geweten hebben.
Zaterdag 5 maart Naar Hongtudi
Na het ontbijt gaan we eerst naar het Lake View Park, dicht bij het hotel. Een groot park met veel water, veel bomen en veel groen. Op het water komen honderden meeuwen af. Dat heeft ook te maken met mensen die die beesten voeren. Er staan veel stalletjes die brood en nootjes verkopen en er zijn nogal wat mensen die dat kopen en proberen de meeuwen uit hun hand te laten eten. De bootjes die er liggen waar toeristen mee rond kunnen varen, zien wit van de stront. Ziet er niet echt aantrekkelijk uit. We zien een paar eekhoorns die van boom naar boom springen. Grijze eekhoorns met roodbruine buik. Er zitten nog maar een paar roze bloesems aan de perzikbomen, de rest is al uitgebloeid. Wel staan er nog wat witte bloesems en de bomen lopen uit met mooie lichtgroene bladeren. Tussen die bomen zijn veel mensen oefeningen op muziek aan het doen. Veel hebben daar speciale kleding voor aan. Het ziet er sierlijk uit.
We hebben nog een half uurtje over voor we naar Hongtudi, het gebied van de Rode Aarde, vertrekken. In een tegenover het hotel gelegen tentje drinken we echte koffie. Normaal is de koffie niet te drinken in China, vaak is deze niet eens herkenbaar als koffie, maar hier staat een professioneel apparaat en we drinken allebei een dubbele espresso voor 22 yuan per kopje. Niet goedkoop, maar dan heb je ook wat. Lekker.
In een kleine vier uur rijden we naar het noorden, naar Hongtudi, dat op 2.450 meter hoogte ligt; ongeveer 650 meter hoger dan Kunming. Het is eigenlijk niet het goede seizoen, dat is mei/juni en oktober. Maar we hadden een dag over en besloten om de gok te wagen.
Bij het hotel staat Dolly, een groot, dik schaap met prachtige hoorns. Hij wil wel op de foto.
We rijden naar een uitzichtpunt met zicht op de rode aarde met daar tussen een aantal groene velden. Het ziet er mooi uit, ware het niet, dat het wat gaat regenen en dus de zon niet schijnt. Er hangt een donkere wolk boven de vallei en we gaan terug naar het hotel. Onderweg kopen we bier, pinda’s en snickers voor de lunch. Een kleine reep snickers kost 4 yuan, een fles bier van 575 ml slechts 3 yuan.
Het hotel ligt in Huashitou Village in Donchuang, en dichtbij Hongtudi.
Onze kamers liggen volgens ons op de eerste, maar volgens de Chinezen op de derde verdieping. Normaal is in China de begane grond de eerste verdieping, maar hier is het de tweede. Waarschijnlijk omdat er een verdieping lager is dan de begane grond.
Buiten is een veranda met over de hele breedte een bank waar we overdekt kunnen zitten. Het houdt snel op met regenen en het wordt lichter. Om 17:00 uur willen we nogmaals de velden bezoeken als het weer tenminste goed is.
En dat is het. Het is helemaal opgeklaard, zonnig en helder. We rijden naar een ander uitzichtpunt. Het laatste stuk van de weg is onverhard, maar men is hard bezig met een nieuwe weg. Ook wordt er gewerkt aan tolpoorten. Kassa! Als het seizoen in mei begint, moet dat natuurlijk klaar zijn. Ook worden er hotels gebouwd en een grote parkeerplaats aangelegd. Nu is het nog goed te doen. Straks is het ook daar een poppenkast, waar de Chinezen zo dol op zijn en de westerse toerist helemaal niet. Ook hier is geen westerse toerist te zien.
We zien een breed gebied met rode aarde waarin sommige velden erg groen zijn door verbouwing. Als de zon daar op schijnt, is het prachtig rood. Veel Chinezen staan er met grote statieven. Voor het weer hier is dat helemaal niet nodig. Je kunt dan wel een grote, dure camera hebben, maar dat wil niet zeggen, dat ze er ook verstand van hebben. Een vrouw doet er vijf minuten over om haar camera op het statief zetten. Sommige zijn helemaal gestrest en staan in zichzelf te mompelen bij iedere foto die ze maken en ze kijken er gefrustreerd bij. Zoals gewoonlijk maken ze heel wat foto’s. Ook van ons. Het lijkt wel of ze meer in ons geïnteresseerd zijn, dan in het landschap.
We eten in het hotel. Ze hebben een aparte dinerkamer met hoge tafels met gewone stoelen en lage tafels met krukken. Wij zijn de eersten en nemen een grote tafel. We bestellen goed half zeven, leggen bier koud en om zeven uur is alles klaar. De grote groep Chinezen komt pas tegen half acht. Het personeel is zeer bekwaam en alle eten komt ongeveer tegelijkertijd. Ook bij de andere tafels loopt alles zeer gesmeerd. Het is, zoals elke avond, een feestje. We hebben wat meer schotels dan gewoonlijk, maar alles gaat schoon op. Het smaakt ons voortreffelijk.
Zondag 6 maart Hongtudi, naar huis
Het is stralend blauw. We bekijken nog wat rood met groene velden voor we naar Kunming rijden voor de vlucht naar Guangzhou. Die vertrekt om 18:30 uur. Daar moeten we wachten tot ...
Maandag 7 maart Naar huis
... 00:05 uur voor de vlucht naar Amsterdam. Hier landen we om 05:55 uur en zijn we weer thuis naar een geslaagde vakantie.
We hebben vanaf 30 januari, toen we vertrokken naar Japan, slechts één dag slecht weer gehad. Volgens Gerard is dat aan hem te wijten: hij heeft altijd overal mooi weer. We moeten vaker met hem op vakantie!
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.
Lees de voorafgaande delen Japan en Tibet.
Dit was een door China Minority Travel (bestaat niet meer) georganiseerde reis.