China: Yunnan
24 februari t/m 7 maart 2016
Voor een kleine zes weken vertrekken we met ‘de Groningers’ naar het verre oosten. We beginnen met z’n vieren in Japan. We bezoeken de winterse delen: Hokkaido met ijsfestivals, zeearenden en kraanvogels en in de buurt van Nagano de makaken die de warmwaterbassins bevolken. Dan vliegen we naar CHINA, waar in Xining nog vier mensen aankomen, voor een tocht langs kloosters, dansende monniken en grote thangka’s. Op dit moment wordt het Tibetaanse Nieuwjaar gevierd in de provincies Qinghai en Gansu. Daarna maken we een binnenlandse vlucht naar Kunming, waar we in de provincie YUNNAN rijstterrassen, markten met mensen in klederdracht, gele koolzaadvelden en rode aarde bezoeken.
China heeft een andere jaartelling. Deze wordt niet veel meer gebruikt, maar is van groot belang bij het bepalen van het Chinese Nieuwjaar. Deze jaartelling is begonnen vanaf de kroning van de eerste Chinese koning. Dat was in het jaar 2697 voor Christus. Volgens die telling leeft men nu in 4713. Het is het jaar van de aap.
Woensdag 24 februariNaar Kunming
We komen uit Osaka – Japan en Lanzhou (zie het verslag Japan en China - Tibet).
Het is ruim een uur rijden naar het vliegveld van Lanzhou en onderweg begint het te sneeuwen. Gelukkig zijn we ruim op tijd, we checken in, nemen afscheid van de begeleiding en vertrekken naar Kunming.
Omdat het vliegtuig sneeuw- en ijsvrij gemaakt moet worden, vertrekken we met een half uur vertraging. Het is twee uur vliegen naar Kunming en onderweg krijgen we een warme bapao, gevuld met halal vlees.
We worden opgewacht door Billy en mr. Wang (alweer, heten al die chauffeurs hier mr. Wang?). We laden het busje in en rijden meteen door naar het zuiden, naar Jianshui. We gaan dwars door Kunming, een grote, drukke stad vol met enorme flatgebouwen.
Het is droog en koud, slechts een paar graden boven nul. Aan de koolzaadvelden en de roze bloesems te zien, zou het hier toch lente moeten zijn met een graad of 20. Maar het is niet anders.
Op de snelweg staan op verschillende plaatsen tolpoorten. Altijd is er een baan beschikbaar voor auto’s die een ETC-kaart aan boord hebben. Dan kun je zo doorrijden en wordt het te betalen bedrag op de kaart bijgeschreven. Aan het eind van de reis betaal je dan in één keer het totale bedrag. Die baan is altijd minder druk dan de andere banen. En soms staan daar, heel Chinees, toch automobilisten zonder kaart. Zo van: ik mag er vast wel door. Zucht.
Een half uurtje van Jianshui gaan we eerst naar Zhangjia Huayuan, een authentiek dorpje. Ze zijn hier fors aan het restaureren, maar er zijn nog wat oude huizen met mooie schilderingen. We moeten 50 yuan p.p. betalen, maar Billy weet af te dingen naar 30 p.p. We lopen het dorpje door en zien overal kleine winkeltjes. Vier jaar geleden waren we hier ook en toen hebben we nog een vrouw met lotusvoetjes ontmoet. Zij blijkt vorig jaar overleden en ze was de laatste met die voetjes. Niet verbazend, want dat ritueel was reeds in 1911 bij de omverwerping van het keizerrijk en de uitroeping van de republiek afgeschaft.
In Jianshui zitten we in Zhu Family Garden Hotel, het prachtige hotel midden in de oude stad. Vroeger was dit het woonhuis van een rijke familie. Mooie binnenplaatsen vol met bloeiende planten: narcissen, margrieten, orchideeën. Prachtig.
We gaan meteen weer weg voor het diner, want het is al 19:00 uur en men eet hier in China vroeg. Billy weet een goed en goedkoop restaurant, dat erg populair is bij de plaatselijke bevolking. Het ziet er vol uit, maar we kunnen naar boven, gangetje door, trap op, gangetje door, trap af, gangetje door en jawel een ruimte met een paar grote tafels afgezet met open schotten. We kiezen samen met Billy een aantal schotels, want ze hebben geen Engelse kaart en ze spreken ook geen Engels. We bestellen twee schotels met eend, zoetzure kip, broccoli en groene paksoi oid. We krijgen echter ook nog een schotel met gehakt en groente. Alles is lekker en gaat schoon op. Die gehaktschotel blijkt dus niet voor ons bestemd te zijn. We willen hem wel betalen. Samen met een biertje voor iedereen zijn we slechts 229 yuan kwijt: net € 4 p.p. Dat kan wel lijden.
Weer terug in het hotel kunnen sommige mensen hun kamer niet meteen vinden. Het is ook best wel verwarrend, al die binnenplaatjes die op elkaar lijken. De kamer is koud, de douche warm, en we gaan vroeg naar bed. Lia heeft een mooi bed met gordijntjes, in de badkamer staat een prachtige waskom. De bedden zijn niet zo heel hard.
Donderdag 25 februari Naar Yuangyang
We herinneren ons het ontbijt in het hotel van vier jaar geleden en ook de ‘across the bridge noodles’ aan de overkant van het hotel. Hoewel het ontbijt bij het hotel is inbegrepen, is de keus niet moeilijk. We twijfelen aan het exacte tentje, maar er is er maar eentje open. En dat blijkt de goede. Ze spreken geen woord Engels en wij wijzen op de gevulde schotels. Er zijn meer mensen, maar het is (nog) niet druk. Iedereen zit ons aan te staren en heeft het over ons. We krijgen allebei een braadpan met bouillon en een schotel met allerlei gerechten. We zitten op super lage krukjes. We gooien alles in de pan en gaan eten. We genieten. Het kost wel 13 yuan p.p.
We wandelen naar de oude stadsport. Het regent, maar wij hebben (als enige) een paraplu. De rest koopt er eentje voor 18 yuan, € 2. Omdat het slecht weer is, zijn er niet veel mannen met vogeltjes bij de poort. Gelukkig nog wel een paar. Vreemd om die mannen zo gebiologeerd naar vogeltjes te zien staren. Door kleine straatjes lopen we naar het tofu-centrum. In die oude straatjes worden allerlei huizen gerestaureerd. Aan de ene kant natuurlijk heel goed voor de plaatselijke bevolking, aan de andere kant vinden wij die oude huizen veel mooier. Er is een grote bron waar iedereen water komt halen. Ook de makers van de tofu doen dat. In huizen zitten vrouwen tofu-platen te vullen. De verse tofu wordt in lapjes gewikkeld, kleine vierkante brokken, die gedroogd worden. Als ze droog zijn, worden de lapjes er af gehaald, de brokjes apart gezet en de lapjes opnieuw gebruikt voor nieuwe brokjes. De vrouwen werken vliegensvlug. Grote platen met kant-en-klare brokken liggen er. Als we verder lopen, zien we restaurants waar men die brokjes eet. Een oud mannetje zit een enorme pijp te roken.
Met z’n vieren, de Japan-groep splitst zich af, gaan ze de Confusius-tempel bezoeken. We hebben die al eens gezien, best mooi, maar één keer is genoeg. Wij gaan op zoek naar koffie en vinden Uncle Sam. Ze spreken geen woord Engels en wij hebben ons boekje in de bus laten liggen. Gelukkig zijn er twee klanten, twee meisjes, die wat Engels spreken. Met hun hulp bestellen we zwarte koffie. We krijgen een bonnetje en worden naar boven, naar de zitjes verwezen. Maar wat er ook komt, geen koffie. Na een kwartier gaat Lia naar beneden, en o jee vergeten, en komt terug met twee grote bekers. De andere klanten krijgen bij de bestelling allemaal een alarmapparaatje, maar in de consternatie zijn ze die bij ons waarschijnlijk vergeten. Lekker, echte koffie.
We lunchen in een groot restaurant, waar iedereen bij een balie zelf zijn kommetje noedels moet gaan halen. Chinezen proberen voor te dringen, maar we zijn ondertussen erg bedreven om ze tegen te houden. Een Chinees wil een foto van onze tafel maken: allemaal buitenlanders die op z’n Chinees zitten te eten!
Er rijden veel elektrische brommers/scooters rond. Blijkt, dat als je een elektrisch gevaarte koopt, daar geen rijbewijs voor hoeft te halen. Voor de andere wel. Zo probeert de regering de elektrische populair te maken.
De rit naar het zuiden is vrij saai. De natuur is niet geweldig: wat pijnbomen, wat lage struiken, veel dorpjes, steden, druk verkeer. Heel anders dan in Qinghai. De mist die er grotendeels van de dag hangt, helpt ook niet echt mee. In een dal, bij de afslag naar Yuangyang is het markt met alleen maar fruit: jackfruit, ramputans, bananen, ananas. We herinneren deze markt van vier jaar geleden. In de kale boom met rode bladeren zitten kleine vogeltjes. Op de foto zien we pas, dat deze geel gekleurd zijn.
Het Yunti Hotel ligt in de oude stad boven op de berg. In de regen en in de mist. Dat belooft weinig rijstterras voor morgen. We zullen het zien. De kamers hebben gelukkig verwarming. Wat niet altijd vanzelfsprekend is.
In het gebouw aan de overkant, dat bij het hotel hoort, drinken we een biertje en maken ondertussen het verslag. Hier is het koud en we houden onze jassen aan. Om 19:00 uur komt de groep en eten we gezamenlijk aan een ronde tafel. Het wordt steeds goedkoper: we zijn nog geen 200 yuan kwijt met z’n achten (€ 28).
Op de bedden in de kamer liggen elektrische dekens. Lekker!