Zaterdag 18 februariNaar Yuanyang

Michael heeft een gids geregeld die ons een rondtoer geeft door het hotelcomplex. Ze vertelt over de hoogtijdagen van de rijke familie en het verval daarvan. Achter elke traptree, elke deur, elke bloempot zit een verhaal. Als je alle details goed wilt bekijken, ben je maanden bezig.
Vogelkooitjes bij Chaonyang Gate, YunnanDaarna rijden we naar de Chaonyang Gate, de oude stadspoort. Dit is de enige nog originele; de andere drie zijn later herbouwd. In het bijgelegen parkje lopen veel oude mannen met vogelkooitjes. Hele rijen kooien staan langs de kant. Het zijn allemaal dezelfde vogels met een witte lijn om de ogen en het belangrijkste van zo'n vogel is zijn gefluit. De goedkoopste kost 300 yuan, maar er zijn er ook van 7000 yuan.
Verderop in de stad is een honderden jaren oude waterput die nog steeds in gebruik is. Mensen komen water halen, kleding wassen of groente vanwege de ietwat zoete smaak van het water. Dat wordt ook gebruikt voor het maken van tofu en daarom zitten er in deze buurt veel tofu-bedrijfjes. Daar werken vrouwen die uit grote gevulde vaten kleine beetjes halen, daar blokjes van maken en in een plasticje vouwen. De uitgepakte blokjes worden geperst en gedroogd.
Bij de Confusiustempel regelt Michael weer korting voor ons. We betalen 36 yuan p.p. in plaats van 60 yuan. We zijn hem een biertje schuldig. We vragen ons wel af wat hij verteld en waarom we korting krijgen.
Het is vanochtend vrij warm weer, zonnig. Tot nu toe hebben we alleen bij het Stenen Woud twee buitenlandse toeristen (Finse dames) gezien; verder helemaal niemand.
We gaan naar het zuiden, op weg naar Yuangyang, de rijstterrassen. Onderweg eten we ergens; ditmaal met gebakken rijst en lekker gekruide tilapia-vissen. De wc's zijn twee geultjes naast elkaar met een laag muurtje ertussen. Een vuile wasbak completeert het geheel. Voor Chinese begrippen erg netjes...
Openbare wc, YunnanBij een wegafslag naar Vietnam is een kleine fruitmarkt met kraampjes die allemaal dezelfde vruchten verkopen: drie soorten bananen, ananas, mango, kokosnoot, tamarinde, papaja en nog wat onbekende soorten. Een enkele vrouw loopt helemaal in zeer kleurrijke klederdracht.
We rijden door een lange tunnel en aan de andere kant is het weer helemaal veranderd. Het is niet warm meer, maar koud en hoe verder we rijden hoe mistiger het wordt. De weg is goed, tweebaans, en men is bezig met een nieuwe snelweg. Dat is wel handig, want de grote zwaar beladen vrachtwagens houden nu al het andere verkeer op, want ze zijn bijna niet te passeren op de zeer bochtige weg.
We zouden bij Laohuzui naar de zonsondergang gaan kijken, maar door de mist is er niets te zien. We gaan meteen naar ons hotel, dat helemaal vol blijkt te zitten met mensen die al drie dagen in de mist op een helder moment zitten te wachten. We willen beneden in het hotel wat te drinken halen, maar de koelkast zit op slot en aan de balie willen ze ons niets verkopen. We gaan een hotel verderop bier halen (500 ml) voor 6 yuan en anderhalve liter cola voor 12 yuan. Als we bij Petra aanbellen, zien we een lichtflits en we horen haar roepen dat alle lichten uitvallen. Kortsluiting. Het kaartje is zwartverbrand. We melden dat beneden aan de balie en iemand maakt het zo, dat ze 's avonds het kaartje niet meer in de gleuf hoeft te stoppen en de de lampen gewoon aan gaan.
We eten 's avonds in het 'bierhotel'. Erg lekker; zoals iedere keer. Weer helemaal anders dan we tot nu toe hebben gehad.
Op onze bedden in het hotel liggen elektrische dekens en ook nog een extra stapel gewone dekens. Zou het hier koud kunnen worden? De kamers zijn niet koud, maar het restaurant was het weer wel. Alle deuren staan open en iedereen zit met z'n jas aan te eten. Rare gewoonte. Niemand klaagt daarover; het schijn normaal te zijn.

Zondag 19 februariNiujiaozhai-markt, Yuanyang

Met een andere, kleinere auto rijden we naar de Niujiaozhai-markt. De weg is de eerste drie kwartier goed; het laatste uur zitten we erg te hobbelen. De weg is erg slecht en het schiet niet erg op. Soms loopt het helemaal vast door vrachtwagens die niet verder kunnen. Een Dai-vrouw in vol ornaat rijdt een stuk met ons mee naar haar geboortedorp. Ze is getrouwd en woont nu bij haar man in een heel ander dorp. Het is onderweg erg mistig, waardoor we nog langzamer rijden en we zien niets van het uitzicht. Even verderop trekt de mist even op en zien we een stukje van de rijstvelden. Snel maken we een paar foto's, want binnen de kortste keren trekt het weer dicht.
Yi, YunnanOp de markt lopen verschillende bevolkingsgroepen, die we na een tijdje kunnen herkennen. De Yi dragen een schortje in de vorm van een vissenstaart en lapjes op hun hoofd. De Hani hebben een ronde hoed met kraaltjes en een recht 'achterschortje'. Wij kopen een schortje van de Zhuang (45 yuan), maar die mensen zien we verder niet veel. Sommige vrouwen dragen een harige doek op de rug om warm te blijven als een soort jas. Door de mist is het kil en dragen veel mensen een echte jas over hun traditionele kleding. We kijken uitgebreid rond en iedereen kijkt naar ons. Wij zijn de enige toeristen. Er zijn veel eetstalletjes waar men o.a. tofu verkoopt. Door pitjes in verschillende dekseltjes te gooien, houdt men bij hoeveel iedereen eet. Kleine kinderen lopen met kippen te sjouwen.
We kopen een mooi mutsje en kunnen niet afdingen (180 yuan), maar we zien wel, dat we evenveel betalen als de plaatselijke bevolking.
Dan zien we vreemde Yi-hoeden en er blijkt een soort dansfestijn te zijn. Die speciale hoeden dragen ze alleen bij speciale gelegenheden. Er zijn allerlei verschillende soorten Yi-mensen en één groep ontvangt al zingend en klappend andere groepen. Binnen een grote groep van toeschouwers dansen al die verschillende groepen een dansje. Wij worden heel wat keren op de foto en video gezet.
We krijgen het koud en gaan in een kamertje eten. Snel wordt hete thee in jampotglaasjes gebracht. We krijgen ieder een grote bak noedelsoep die slechts 5 yuan p.p. kost.
Yi, YunnanWe hobbelen terug en mr. Zen wacht ergens op ons met onze eigen auto. We besluiten om meteen door te rijden naar het hotel, want het is mistig, winderig en koud. Maar om de volgende bocht klaart het ineens op en zien zowaar wat zon. De chauffeur rijdt langs een controlepost waar je toegang moet betalen tot de rijstterrassen. Dat wordt door de overheid geïnd en de lokale bevolking ziet daar niets van terug. De slagboom staat omhoog en mr. Zen rijdt gewoon door alsof hij van niets weet. We betalen dus niet en wandelen door wat dorpjes over smalle paadjes. Af en toe zien we wat rijstvelden, af en toe niet. Door de mist zien we wel erg mooie taferelen van wazige velden met hier en daar een boom, een wandelende man of een rijtje eenden. Erg mooi.
In het dorpje waar ons hotel staat, Sunny Guesthouse, parkeren we de auto aan het begin op een grote parkeerplaats en lopen verder het dorpje in. Het guesthouse is niet makkelijk te bereiken, kruip door, sluip door, en soms klauteren we over een bergje stenen. Maar we komen er en we krijgen mooie kamers. Van die mooie kamers hebben ze er maar vier; de rest is erg basic met vierpersoonskamers met gedeelde douche en niet meer dan een gordijn als deur. De hele breedte van onze kamer bestaat uit ramen en we kijken uit over de rijstterrassen. We zien daarvan echter alleen een meter of vijftig; de rest zit achter een dichte mist. Maar wat we zien, is erg mooi.
We bestellen het eten voor 19:00 uur en zitten dan aan lage tafels en lage krukjes. We mogen eerst proeven en krijgen allerlei lekkere schotels. De rode wijn is ijskoud, net als het bier. Voor we gaan slapen, steken we even de elektrische dekens aan, want erg warm is het niet, er is geen verwarming en we hebben koude voeten.

Maandag 20 februariShenchun-markt, naar Jinping

Van de Malishu-sunset is gisteren niets terecht gekomen en ook de Duoyishu-sunrise valt in het water. Mist, mist en nog eens mist. Soms wat meer, soms wat minder, want de vallei ligt meestal  in de mist. Dichtbij gelegen is een uitkijkpunt gemaakt door de overheid waar je 60 yuan entree voor moet betalen. Vanaf ons hotel zien we het net zo goed (of net zo weinig). Daar staan tientallen mensen te kijken. Allemaal Chinese toeristen.
Na het ontbijt trekt het iets op en we maken wat foto's met geel koolzaad op de voorgrond. Snel trekt het weer dicht en net zo snel weer open. Als dat gebeurt, ligt het dichtbij gelegen dorpje erg mysterieus in het licht. Een paar seconden lang schijnt de zon op de wolken die op hun beurt weer reflecteren in het water. Erg mooi.
Rijstterras, YunnanWe rijden naar de markt in Shenchun, slechts een paar kilometer verderop. Voordat we daar aankomen, trekt de mist echter heel erg weg; we lopen over een smal pad wat verder het land in om een weidser uitzicht te krijgen en we zien de rijstterrassen in hun volle glorie liggen. Heel weids en heel erg mooi. Zeker als de zon er doorkomt, is het genieten. Even verderop is ander uitzichtpunt en daar staan veel Chinese toeristen met enorme telelenzen met daaraan een kleine camera. Om bij de kant te komen, zetten we een paar statieven aan de kant. Al die Chinezen hebben een plekje geclaimd om tijdens de zonsondergang een goede plaats te hebben. Niet dat er een mooie zonsondergang wordt verwacht, maar je weet maar nooit.
Al die Chinese toeristen zien we op de markt. De Chinezen zijn niet geïnteresseerd  in de minderhedenbevolking, maar bij gebrek aan uitzicht moeten ze toch wat. Zelfs met die enorme toeters gaan ze op een meter afstand van de mensen een foto maken. Waar hebben ze die lenzen dan in vredesnaam voor? Soms staan ze zo dichtbij dat ze niet eens een foto kunnen maken en achteruit moeten. De mensen op de markt vinden het helemaal niet leuk, maar dat merken de toeristen niet (of doen alsof). Ze maken net zo veel foto's van ons als van de plaatselijke bevolking. We zien in de verte één westerse toerist. Hier zijn weer andere Yi- en Hani-mensen. De Yi zijn erg kleurrijk en omdat de zon schijnt, dragen ze geen jassen. De Hani dragen voornamelijk zwart, paars en blauw en verschillende munten op hun jasjes. Oudere vrouwen dragen grote strengen zwarte wol onder hun hoofddoeken. We zien ook een paar Zhuang-vrouwen, die we herkennen aan hun schortjes. De straat is niet zo breed en aan weerszijde staan mensen met handel. Daar tussen door rijden auto's luid toeterend om verder te kunnen. Een andere weg is er niet.
Hani, YunnanWe rijden naar Jinping en zien onderweg verschillende mensen: Miao (Hmong) met plooirokken en Yao met kleine zwarte kaphoeden.
Ook zien we kilometers lang enorme bananenplantages langs de kant waarvan de grote trossen ingepakt zijn in blauw en witte zakken. Als die uitgepakt worden, wordt dat plastic gewoon aan de kant van de weg gegooid, waardoor het één grote rotzooi wordt.
De weg is prima, maar niet al te breed en erg bochtig. Soms rijden er enorme vrachtwagens die zeer zwaar beladen zijn en daardoor nauwelijks vooruitkomen. Bij iedere tegenligger staan ze stil om de ander te laten passeren. Dat schiet niet erg op. Maar op een wat breder stuk laten ze de achterop komende wagens passeren.
Jinping is een saaie stad. Het is stil op straat en er is niets (meer) open als we even na zessen aankomen. Het is moeilijk om een eetgelegenheid te vinden en als we er eentje zien, is hij vol. Maar geen nood. Ernaast is een garagebox en de deur wordt opengeschoven. Naast de geparkeerde auto en motor zijn twee kamertjes waar we kunnen eten. Men veegt het roet van de stoelen en de tafel; als we er daarna zelf met een zakdoekje overheen gaan, wordt dat helemaal zwart. Het eten smaakt prima. We krijgen twee grote vissen, varkensvlees met pepers, warme komkommer en paddenstoelen. Erg lekker.

Dinsdag 21 februariJinping-markt, naar Nafa

Na een simpel ontbijt lopen we naar de markt. In het straatje daar naar toe zien we onze eerste Red Top Yao. De vrouwen hebben hun hoofdhaar bij de oren en op het achterhoofd afgeschoren en dragen rode puntmutsen met daar een band om heen. Sommige hebben over het geheel een doekje (ter bescherming?). Verder dragen ze rijk gekleurde jackjes en broeken, zilveren oorbellen en sommige, vooral de ouderen, zilveren kettingen en munten om hun hals en soms ook nog op de rug. De jongeren dragen in plaats van de geborduurde broek een spijkerbroek en hoge hakjes; verder wel in vol ornaat.
In tegenstelling tot de markt in Shenchun zien we geen Chinese toeristen. Daar waren ze alleen maar, omdat ze door de mist geen rijstterrassen zagen. In markten en minderheden zijn de Chinezen niet geïnteresseerd.
Rode Yao, YunnanWe zien verder de zwartpaarsblauwe Hani-vrouwen. Miao met veelkleurige plooirokken en sommigen met heel veel zilveren versierselen op het jasje en in het haar en Sha Yao met zwarte, geborduurde kapjes die uit Nafa komen, die we morgen meer zullen zien. Soms dragen ze zwarte tulbanden en een enkele Yao-man draagt een zwarte tulband met versierselen en een jasje met een lange rij zilveren munten. Traditionele mannen zijn zeldzaam; de vrouwen zie je des te meer. Overal waar je kijkt, zie je verschillende klederdrachten en langzamerhand kunnen wij ze uit elkaar houden. Veel kinderen worden in draagzakken gedragen door zowel mannen als vrouwen en veel vrouwen dragen brede rieten manden op de rug voor de boodschappen. Het is een gewone huishoudelijke markt. Toeristen zie je hier niet. Ook geen Chinezen. De mensen zijn stuk voor stuk vriendelijk en nieuwsgierig. Op de foto gaan, vinden ze meestal geen probleem, maar ze willen soms niet dat de kinderen er op komen. Iedereen kijkt naar ons en je ziet dat ze over ons praten. Vooral de lengte van Martijn vinden ze verbazingwekkend.
Wij kopen een hoedje met zilverbeslag voor 180 yuan en betalen dezelfde prijs als de lokale bevolking. Afdingen is er hier niet bij.
Het is vandaag bewolkt en niet warm. Maar niet zo koud, dat de mensen jassen over hun kleurrijke kleding dragen. Men zegt, dat we in een koufront uit het noorden zitten en dat dat wel een paar dagen kan duren. Wij zijn al blij, dat het droog is.
Het blijkt moeilijk zo'n reis te plannen, dat je alle markten in de omgeving kunt bezoeken. Die van Niujiaozhai en Shenchun zijn iedere vier dagen. Jinping en Nafa elke zes dagen.
Goed twaalf uur rijden we naar Nafa, dat verder naar het zuiden tegen de Vietnamese grens ligt. Het is niet zo ver, maar na een kwartier staan we al stil. Een kraan staat midden op de weg metalen draden op een vrachtwagen te laden. Dat duurt een half uur en dan kunnen we weer verder. Denken we. Maar helaas, we zitten in een ons welbekende opstopping. Tijdens het wachten, rijden er telkens auto's over de andere rijstrook door naar voren in de veronderstelling, dat zij er wel door kunnen. Vooraan komen ze dan geheid vast te staan. En aan de andere kant van de opstopping doen ze dat ook. Als de versperring opgeheven wordt, kan men niet rijden, omdat de auto's tegenover elkaar staan. Men weigert terug te rijden, want dat is gezichtsverlies. Zoiets kan úren duren, maar gelukkig is de rij niet zo heel lang en kunnen we na een half uur verder. Hoe moeilijk kan het zijn om zoiets goed te regelen?
We rijden tot de volgende opstopping. Zelfde verhaal. Nu duurt het zo'n drie kwartier, omdat áls we eenmaal kunnen rijden, aan de andere kant zowaar een agent de auto's tegenhoudt en zorgt dat ze netjes aan de kant staan.  Dat is voor het eerst, dat we dat zien.
Eten, YunnanNafa is groter dan wij gedacht hadden. We zoeken een restaurantje voor een late lunch en Michael is bang, dat wij het tentje te simpel vinden. Er is helemaal niets mis mee en wij vinden die kleine tentjes altijd wel leuk. Ze zijn ook erg goedkoop: 5 yuan p.p. (€ 0,60). Witte rijst en thee zijn altijd overal onbeperkt gratis. Veel Chinezen bestellen heel veel te eten en ze eten lang niet alles op. Een deel nemen ze mee naar huis in doggybags en dan nog blijft er meestal heel veel over. Wat een verspilling. Zij eten sneller dan wij, maken een veel grotere troep op de tafel en de grond. Vaak staat de wc-rol op tafel en zitten we op lage krukjes of bankjes. Ook staan er grote bongs, een soort waterpijp, voor algemeen gebruik. Men steekt daar een sigaret is en lurkt aan een pijpje.
We zijn helemaal voorbereid op de 'very basic familyhouses' de komende drie dagen, zoals we zeer indringend, eerst door Henriette en later door Michael, geïnformeerd waren. We komen echter in een keurig hotel. Helemaal niets mis mee. Ruime kamer, schoon, eigen badkamer (met hurktoilet), televisie. Geen internet. Misschien is dat het 'very basic'-deel? Tot nu toe hadden we (bijna) altijd ontvangst op onze kamers. Maar het zal wel aan de badkamer liggen. Die is eenvoudig; met een hurkwc en een douche die boven de wc hangt. Twee super kleine handdoeken completeren het geheel. Wat wel elk Chinees hotel heeft, zijn harde bedden en allemaal zijn ze erg gehorig. Ook hier.
Nafa is een stil plaatsje. Veel garageboxen (winkeltjes) zijn gesloten. Wel zijn er meer mensen op straat dan in Jinping. Het is zonnig, lekker weer en we kunnen in ons T-shirt rondlopen. De plaats ligt aan de grensrivier met Vietnam. Bij de oude markt staan een paar tafeltjes buiten waar mannen zitten te mahjongen en te kaarten. We drinken er een biertje en Petra haalt een cola uit een verderop gelegen winkel. Er is verder weinig vertier voor de jongeren. We zien twee karaoke-tenten en dat is het.
Michael heeft voor ons ontbijt voor morgen koekjes, koffie en zoete melk gekocht.