China: Yunnan
12 februari t/m 8 maart 2012
De provincie YUNNAN ligt in Zuid-China. In het gebied tussen Kunming en de Vietnamese grens ligt in de vallei bij Luoping een karstgebergte en in Yuangyang zijn immense rijstterrassen te bewonderen, die in de winter en het vroege voorjaar onder water staan.
Er wonen veel verschillende minderhedenvolkeren zoals Yao, Hani, Miao, Dai, Bai, Yi, Naxi en Tibetanen, ieder met een eigen taal, cultuur en klederdracht.
In het westen liggen eeuwenoude handelsstadjes als Dali, Shaxi en Lijiang in de buurt van het Erhai-meer.
Route Yunnan
Zondag 12 februariNaar Kunming
Samen met Petra gaan we naar China. Voor haar is dat de eerste kennismaking met dit land; wij zijn er al diverse keren geweest. We wilden een georganiseerde reis naar een deel van de oude theeroute in Yunnan maken, maar die ging niet door. Daarom hebben we zelf bij China Minority Travel een reis door een ander deel van Yunnan geboekt. Twee weken reizen we door het gebied tussen Kunming en de Vietnamese grens; de laatste week zitten we in de buurt van Lijiang en Dali. Het eerste deel is vrij basic en komen we vrijwel geen toerist tegen; en als ze er zijn, dan alleen Chinezen; het tweede deel is een stuk ontwikkelder en zijn er des te meer toeristen. Niet-Chinezen zullen we alleen in Dali zien en een paar in Lijiang.
Als we naar Schiphol gaan, sneeuwt het. Het is koud.
We ontmoeten Petra op de vluchthaven en gaan de bagage afgeven. Dat moeten we zelf doen bij een ingenieus apparaat, waar we snel klaar mee zijn. Erg handig. We eten een broodje en drinken wat voor we vertrekken.
We vliegen met KLM van Amsterdam naar Chengdu en vertrekken om 20:45 uur.
De vlucht gaat wel op tijd, maar we taxiën eerst naar een plek waar het vliegtuig ont-ijst moet worden. Grote apparaten met enorme sproeiarmen blazen het ijs van de vleugels. Dat duurt even en we vertrekken iets te laat.
Maandag 13 februariNaar Kunming
We komen een uur later aan dan gepland. We gaan zonder problemen door de douane, halen onze bagage op en gaan op zoek naar de incheckbalie voor onze vlucht naar Kunming. We hebben voor de binnenlandse vluchten geen papieren tickets nodig. Je paspoort is genoeg.
We pinnen geld (100 yuan = 12 €) en kopen onze eerste flessen water. We zouden om 17:25 vliegen en om 16:55 uur inchecken, maar dan is er nog geen vliegtuig. Toch gaan alle Chinezen dan al in de rij staan en blijven daar zonder morren netjes staan totdat ze het vliegtuig in kunnen. Wij zijn de enige niet-Chinezen. We vertrekken 50 minuten te laat en komen om 19:20 uur aan waar onze gids Michael ons staat op te wachten. Buiten staat de chauffeur, mr. Zen, met een mooie spacewagon met ruimte voor acht man. Michael heet niet echt zo, maar dit is zijn Engelse naam. Zijn Chinese naam kunnen we niet uitspreken.
Het is zeven uur later en een graad of 20 (25 graden warmer dan in Nederland) en zonnig.
Kunming is een grote stad met drie of vier miljoen inwoners. Brede straten, veel auto's en veel neonreclame. We zitten in een luxe hotel dicht bij het Green Lake. Lekker zo'n kamer voor de ontberingen die komen gaan.
Dinsdag 14 februariNaar Shiling, Stone Forest, Luoping
We slapen lang en worden wakker van de wekker. In het westerse (en enige) restaurant van het hotel eten we Chinees. We nemen noedelsoep die we zelf samenstellen met gerechtjes uit allerlei verschillende bakjes. Lekker.
We hebben wat tijd over voor we opgehaald worden en wandelen naar het meer. Overal doen mensen hun ochtendgymnastiek op de maat van schreeuwende dames en muziek. Sommige dansen, sommige zijn bezig met rackets met balletjes. In het water stikt het van de vogels die wild in het rond vliegen. Er staan talloze verkopers met brood en andere dingen om aan de vogels te voeren. Alle Chinezen maken daar gebruik van, terwijl ze elkaar op de foto zetten. We kopen wat flesjes water zodat we klein geld hebben; dat is altijd handig.
Om 10:00 uur worden we opgehaald. Het is druk op de weg, maar men rijdt heel rustig. Ook de rijen met wachtende mensen vallen ons op. Vroeger konden de Chinezen alleen maar (voor)dringen en als achterlijke rijden.
We gaan eerst naar Shiling, naar het Stenen Woud. De parkeerplaats is ver van de ingang, zodat je met een (elektrisch) treintje daar naar toe moet. Onderweg stoppen we om een kaartje te kopen voor de toegang van het park en een kaartje voor het treintje, want de ingang is twee kilometer verderop. Ze zijn wel slim, die Chinezen.
Ieder groepje mensen krijgt een eigen gids mee, die gekleed gaat in de traditionele klederdracht van de Shani. Erg kleurrijk. Die gidsen weten de mooiste plekjes en moeten zorgen dat de mensen niet buiten de paden lopen. Het kan gevaarlijk zijn om op de rotsen te klimmen en door de spleten te kruipen. Het is een prachtig gebied met veel vreemd gevormde stenen. We dwalen een poosje rond en beklimmen de toren midden in het park, zodat we een mooi uitzicht hebben op de rotspartijen. Het is een erg rustige dag, vertelt onze gids. Wij vinden het al druk genoeg, maar op echt drukke dagen staan overal rijen. Michael moest vorige keer veertig minuten wachten om de uitkijktoren op te kunnen. En ook bij de treintjes is het dan dringen en soms zelfs vechten. Nu kunnen we overal doorlopen en de treintjes zijn ook niet druk. We stappen in voor een ritje om het park heen waar we mooie vergezichten zien.
We lunchen buiten het park, want binnen schijnt het belachelijk duur te zijn. Michael bestelt allerlei dingen voor ons en we gaan aan een grote ronde tafel zitten smikkelen. Een paar groente gerechten, wat vlees en wat tofu. Heerlijk. Michael neemt altijd naar elk restaurant een zakje met fruit mee, dat hij daar klaar maakt en wij als toetje krijgen. Telkens wat anders; soms ons onbekende dingen.
Daarna rijden we door naar Luoping, wat we uitgekozen hebben om de gele koolzaadvelden. In februari/maart zouden die in bloei moeten staan. Op weg daar heen zien we al verschillende velden die volop in bloei staan en het landschap uit knallen. Wat een kleuren.
Maar bij Luoping zelf staat nog niet zoveel in bloei. Michael zal bij de plaatselijke bevolking navragen of er in de buurt wat te zien is. We hopen maar van wel, maar Luoping is verder niet veel. We wandelen even de straat op en zien voornamelijk grote hotels en veel lege restaurantjes.
's Avonds kiezen we een restaurant waar veel mensen zitten. Met z'n allen gaan we voor de vitrinekast staan en kiezen wat uit. Ook een vreemd uitziende vrucht, die naar later blijkt, weinig smaakt heeft. De rest is erg lekker. Een fles rode wijn kost 50 yuan (€ 6). Even wennen...
Woensdag 15 februariLuoping
Het is vandaag bewolkt en wat heiig; gelukkig is het droog, maar wel frisjes.
Eerst rijden we naar het karstgebergte bij Chinjin. De velden zijn hier nog niet zo geel van de yóucàihuã, zoals men het koolzaad hier noemt. De bloeiperiode is afhankelijk van de hoeveelheid zon en die is de afgelopen weken minimaal geweest. Het is altijd afwachten wanneer de bloemen in volle bloei staan. We kruipen op een ossenkar waarvan de berijder beweert, dat even verderop de bloemen verder uitgekomen zijn. Dat is inderdaad zo. Nog geen hard gele velden, maar het kleurt wel mooi met op de achtergrond het karstgebergte.
Dichtbij is een markt met biggetjes, kuikens, kippen en huishoudelijke goederen. Mensen, zowel mannen als vrouwen, dragen mooie rugzakken met kinderen erin. De mensen zijn erg vriendelijk en ook nieuwsgierig. We worden voortdurend aangestaard. Leuke markt.
Het weer klaart gelukkig wat op en we lopen de berg tegenover het karstgebergte op voor een mooi overzicht.
We rijden richting watervallen als we na een bocht ineens in een knalgele vallei komen. We zitten hier een paar meter lager en hier staan alle bloemen in bloei. Prachtig! De lucht is langzamerhand blauw geworden en het is meteen een stuk warmer. Wat verderop liggen een paar terrassen, ook helemaal geel. Soms wat rode aarde er tussen. Zelfs mr. Zen maakt foto's, terwijl hij overal in de provincie al zo vaak geweest is. Maar knalgele velden in de zon ziet men blijkbaar niet zo vaak.
De Nine Dragon Waterfalls is een uitgestrekt gebied waar een hele serie cascades ligt. We lopen een heel eind langs het water en gaan dan omhoog over honderden trappen voor een overzicht van het hele gebied. Erg mooi. We besluiten wel om met de kabelbaan terug te gaan, omdat we anders al die trappen ook nog eens af moeten.
We rijden een stuk verder naar het oosten, naar Zhe Ga, een mooi Buyi-dorp met Bai-mensen. Er staan nog wat oude houten huizen; de nieuwe worden van steen gemaakt. Het hout raakt op en de stenen huizen zijn gerieflijker. We mogen bij een oude vrouw binnen kijken die samen met haar zoon, schoondochter en twee kleinkinderen woont. De oudere mensen passen allemaal op de kleinkinderen, terwijl de ouders werken. Het is allemaal primitief, maar ze hebben wel televisie en een grote ijskast.
Als we terug naar het hotel rijden, zien we nog veel meer gele velden. De een meer in bloei dan de ander. Het ziet er allemaal prachtig uit.
's Avonds gaan we vishotpotten. Een grote schaal met een soepje komt op tafel. De vis zoeken we in de keuken zelf uit, maar de dames hoeven niet te zien hoe hij dood gemaakt wordt. We krijgen er een dipsausje bij, maar dat is veel te heet voor ons en we bestellen een mildere variant. Die is weer te flauw en we doen er wat van het hete dipje bij. We nemen er groene bladgroente, paddenstoelen en taugé bij. Lekker. We zijn er nog niet aan gewend om onze troep, zoals servetjes en plastic afval, op de grond te gooien en de visgraten zo op tafel, zoals de andere gasten doe. We zijn te netjes.
Donderdag 16 februariNaar Puzhehei
Het regent en het is erg mistig en koud. We zijn erg blij, dat we gisteren dit weer niet hadden. Iedereen in de eetzaal zit met jassen aan en iedereen die van buiten komt, laat de buitendeur open staan. We krijgen een uitgebreid ontbijt met rijstepap, noedels, ei, groente, momo's met hele hete saus, stoombrood en thee.
Vandaag gaan we naar Puzhehei, wat ten zuiden van Luoping ligt. Onderweg is het soms helder en zien we prachtige gele terrassen, veel paarden beladen met goederen en kleine kinderen, kleine dorpjes, soms een marktje, veel groen langs de kant van de weg. Veel vrouwen dragen blauwe hessen met veelkleurig band. En allemaal hebben ze wat op hun hoofd, een hoedje, petje, band of doek. De weg is prima, maar als het mistig is, en dat is een groot deel van de reis, dan is het lastig zien. Veel auto's hebben geen gewone lampen aan, maar knipperlichten. En sommige staan gewoon midden op de weg stil of zelfs geparkeerd. Voor de chauffeur is het voortdurend alert zijn.
We komen een begrafenisstoet tegen. Een mooi versierde kist, een metershoge pop, een kip en wat metershoge huisjes worden meegedragen. Ook wordt er vuurwerk afgestoken. Wij kijken vanuit de auto toe.
Men mag zelf kiezen waar men begraven wordt. Het mag zowat overal.
Het is vier uur rijden naar Puzhehei, waar we bij aankomst eerst gaan lunchen. We zijn waarschijnlijk de enige toeristen in het hele dorp en men verwacht eigenlijk niemand. We kiezen vandaag voor gebakken noedels en zijn zowaar 30 yuan kwijt met z'n drieën (€ 3,60).
We logeren in Hotel Jin Hu en waren voorbereid op een 'very basic hotel, even for a Chinese 3-star place'. Dat hadden we thuis meermalen gelezen op internet. Maar het is een prima hotel met mooie, schone kamers. Allemaal even netjes en keurig. Helemaal niets aan de hand. We kijken mooi uit over het meer en gaan een stukje lopen. In juli/augustus bloeien hier duizenden lotusbloemen. Maar ja, dan bloeien de koolzaadbloemen niet meer. Er staan mooie wilgenbomen die net aan het uitlopen zijn en van die frisgroene blaadjes hebben. Er is ook een karstgebergte, dat mooi weerspiegelt in het water. Veel bomen dragen witte of roze bloesem. Erg mooi.
We kopen drankjes in een winkel en zijn voor twee biertjes, een cola en een klein flesje rum 26 yuan kwijt. Hier worden we niet arm van.
Tegen vieren komt de zon te voorschijn en wordt de temperatuur wat aangenamer.
We gaan in een naburig dorpje eten. Er zijn alleen restaurants waar je buiten kunt zitten. Dat begrijpen we niet, want zo warm is het niet.
Vrijdag 17 februariNaar Jianshui
Ook bij het ontbijt is het koud en dan laten ze de deur ook nog open staan. Het personeel draagt dikke jassen. We zitten aan een grote ronde tafel met draaiplateau en krijgen een lekkere soep waar we naar smaak groente, gehakt, ei en kruiden in kunnen doen. Lekker.
Het heeft 's nachts geregend en nu druilt het nog wat.
We nemen de snelweg naar Jianshui [Jen-Swee] en rijden dwars door de bergen. De zon komt tevoorschijn en het wordt snel warmer. Onderweg kopen we sinaasappels die er niet uit zien, maar heel lekker smaken.
Petra bestelt vandaag de lunch en we krijgen gebakken rijst met groente en gebakken maïs met garnalen. Erg lekker. We zitten aan een lage tafel met hele kleine stoeltjes. Het lijken wel kinderstoelen.
We rijden eerst Jianshui voorbij en bezoeken Zhangjia Huayuan, een authentiek dorpje waar de tijd stil is blijven staan. Tien jaar geleden zijn we hier ook geweest. Toen was het gratis, nu moeten we 50 yuan entree betalen en als we geen kaartje hoeven, kost het 30 yuan... Er staan oude huizen met veel verschillende binnenplaatsen. Vroeger woonde daar een man met al zijn vrouwen. Nu wonen er hele families op één binnenplaats. Sommige plaatsen zijn netjes, andere zijn een zootje. Er zijn nog oude spreuken uit het Mao-tijdperk te zien. We bekijken verschillende huizen en kopen een vaasje voor 60 yuan (vraagprijs 180 yuan).
Op een bankje vinden we 81-jarige vrouw met lotusvoetjes dat hadden eigenlijk niet meer verwacht ze is van de weinige die er nog zijn in 1912 werd gebruik afgeschaft maar deze streek drong pas veel later door als onze auto wegrijden zien vrouwtje hobbelen je herkent vrouwen meteen aan manier lopen dus zeldzaam jonge tegenwoordig zie ook straten strompelen dragen abnormaal hoge spitse hakken waar alleen kunnen wankelen
We nemen een kijkje bij de Shuanglong Quiao (Twin Dragon Bridge), een van de tien oudste in China met zeventien bogen.
In Jianshui logeren we in Zhu Family Garden Hotel. Prachtig. Dit is een 20.000 m² groot koopmanshuis met veel binnenplaatsen, doorkijkjes, tuinen, planten, hele grote bonsais, vijvers, beschilderde panelen en rode lampions. Onze kamer is erg mooi met een hemelbed en ander oud Chinees meubilair. Ook modern, want er staat een computer.
We zitten midden in het oude centrum en lopen de plaats in. Het is ondertussen goed warm geworden. We zien verschillende stadspoorten, veel winkels. De winkels zelfs zijn oud, maar men verkoopt allemaal moderne spullen. We eindigen bij de roodgekleurde Chaonyang Gate uit 1389, een imposante Mingpoort. Morgen zullen we hem verder bekijken. Het is bijna zeven uur en dus de hoogste tijd om te gaan eten. Veel later moet je dat hier niet gaan doen, want dan is alles dicht. We eten bij een traditioneel restaurant waar veel lokale mensen komen. Wij worden dan ook van alle kanten aangestaard. We eten weer andere gerechten en zijn met z'n drieën 73 yuan kwijt (€ 10) inclusief bier.