China: Sichuan - Guizhou - Guangxi

24 maart t/m 24 april 2010

West-Guizhou en Guangxi zijn weinig bezochte gebieden, waar de kleurrijke Miao, Dong, Buyi, Shui, Zhuang en Yao volkeren al eeuwenlang hun akkers verbouwen. Er zijn tal van kleine dorpjes waar de mensen nog in hun eigen klederdracht lopen en leven volgens eeuwenoude tradities.
We bezoeken twee keer het Tiao Hua (Bloesemdans) Festival, één van de meest uitbundige festivals van het (Witte) Miao volk.
Het Yi-volk in Zuid-Sichuan was vroeger een machtig volk met koningen wiens invloed tot ver reikte. Het Yi-volk werd vroeger door westerse missiewerkers Lolo's genoemd. De adel onder dit volk, de Blauwe Lolo's, hadden Han-Chinezen tot slaven! Er zijn veel verschillende soorten Yi, herkenbaar aan hun onderscheidende klederdracht. De meest in het oogvallende zijn de Zwarte Kappen Yi.
We reizen door de meest afgelegen en arme gebieden van China, die nog niet overal goed zijn ingesteld op toerisme. Op bepaalde trajecten zijn de wegen slecht, voorzieningen beperkt en de accommodatie in de dorpen is vaak eenvoudig. Maar overal waar het comfort even wat minder is, wordt dat zeker gecompenseerd door de vriendelijke en gastvrije volkeren.

Long Horn Miao

RouteChina

Woensdag 24 maartVertrek naar Chengdu

We gaan weer naar China: dit keer naar Tiao Hua festivals in Guizhou, georganiseerd door Dimsum-reizen. We vliegen rechtstreeks naar Chengdu in plaats van naar Beijing, zoals de groep doet. We vliegen met KLM die een aanbieding heeft naar Chengdu, maar niet voor iedere dag. Daarom vertrekken we woensdag uit Amsterdam, vliegen zondag naar Guiyang in Guizhou, waar de groep aankomt. We verlaten de groep in Guilin en vliegen terug naar Chengdu en we gaan vervolgens samen een dag of tien naar de Yi-volkeren in Zuid-Sichuan.
We vertrekken een half uurtje te laat.

Donderdag 25 maartAankomst Chengdu (Sichuan)

We komen zowaar een half uur te vroeg aan, zodat we er geen tien maar negen uur over gedaan hebben. Er is zeven uur tijdsverschil. We worden opgewacht door Tina en gaan eerst geld pinnen. 100 yuan = € 10. Dat rekent lekker makkelijk.
Het is een uur rijden naar het hotel. Hoewel rijden. Het is meer stil staan door de vele, vele auto's. Het is tien jaar geleden, dat we hier waren en toen barstte het nog van de fietsers. Die zijn er nu veel minder. Het gaat goed met China.
Het Wen Jun Hotel is helemaal ingepakt in groen gaas en niet alleen het hotel, maar de hele straat. De overheid heeft besloten om die in een keer op te knappen. De straat is helemaal in oude stijl gebouwd en zou erg mooi moeten zijn. Maar daar zien we nu dus niets van. Ter compensatie krijgen we morgenochtend een gratis ontbijt van het hotel. De kamer zelf is mooi, met een zithoekje met computer. En dat is toch het belangrijkste.
We gaan de stad in richting Wuhou-tempel.Wuhou-tempel Als we buiten komen, regent het. De temperatuur is ook al niet zo lekker, een graad of 15. We halen onze paraplu's op en gaan lopen. Gelukkig wordt het na een uurtje droog. Een klein stukje van de straat is niet ingepakt en we krijgen een beeld van hoe het er uit zou kunnen zien. Er zitten eigenlijk alleen hotels, restaurants, de opera en luxe juweliers in de straat. We lopen door het Baihuatan Park. Een mooi park met bloeiende bomen, bloemen en het ligt langs de (stinkende) rivier. We zien typisch Chinese waterpartijen, theedrinkende en kaartende mannen, vooral kleine mensen, openbare wc's, en grootouders met kinderen. De Wuhou-tempel is moeilijk te vinden. We zijn in de buurt, maar onze kaart is niet gedetailleerd genoeg. We lopen een paar keer verkeerd, maar komen uiteindelijk toch waar we wezen willen. De tempel ligt in een groot park, waarvoor je voor het binnenste deel een kaartje moet kopen. Voor vandaag zijn we daar te laat voor. We wandelen daarom door de straatjes er om heen en komen in de snackstraat. Allerlei kleine winkels verkopen snacks en buiten staan tafels met stoelen waar je alles op kunt eten. We komen hier wel een keer terug.
We lopen verder en slenteren door de Tibetaanse wijk, vol met monniken, Tibetanen en Tibetaanse spullen. Allemaal duidelijk herkenbaar.
We storten ons meteen in het eetavontuur en stappen een restaurant binnen vol met Chinezen die aan het hotpotten zijn. Het ziet er erg gezellig uit, zo met z'n allen aan een tafel om een hete dampende pot. We krijgen van een paar giebelende meisjes een vel papier met een pen en het is de bedoeling dat je daarop aantekent wat je wilt eten. Maar het is alleen in het Chinees en dat lukt ons niet. Na een poosje zoeken vinden ze een collega die een paar woorden Engels spreekt en een kaart met wat Engelse woorden. We bestellen wat eten samen met een biertje (dat kunnen we wel in het Chinees), waar we hele kleine glaasjes bij krijgen. We bestellen de 'bawei' variant, oftewel de stoofpot voor watjes. De Sichuan pot is zo heet, dat de Chinezen het vaak zelf te heet vinden. Wel staat in het midden een kleine pot met daarin hete bouillon. We scheppen er een paar lepels van bij het watjesdeel. Smaakt prima zo. We gooien van alles in de pan en kunnen niet alles terugvinden door de vele groenten, mosselen en garnalen die er al in zitten. We genieten. We zijn de enige buitenlanders en onze buren kijken regelmatig of het ons wel lukt. Op onze beurt kijken wij natuurlijk naar hen. Er loopt heel veel personeel rond. Vooral als een tafel leeg komt, komt er een man of tien aanzetten om de troep op te ruimen. Want troep maken kunnen ze. Ze flikkeren alle afval op tafel of op de grond. We horen slechts een enkele rochel, gelukkig. We zijn samen 112 yuan kwijt.
We lopen terug naar het hotel en kijken onderweg uit naar andere eettentjes en barretjes voor de komende dagen. In het park wordt druk gedanst. Bij het hotel drinken we een biertje voor maar liefst 5 yuan de halve liter. Licht bier van 3,5%, maar toch.

Vrijdag 26 maartChengdu

Vandaag een klein zonnetje 's ochtends, 's middags bewolkt, maar wat warmer dan gisteren, een graad of 17,18 zonder wind en regen. Heerlijk weer om door een stad te slenteren.
We lopen weer door het parkje en zien veel meer mensen dan gisteren. Vooral oudere met jonge, kleine, bolle kinderen, vrouwen die taichi oefen, thee drinkende mannen, kletsende mensen. Ook veel mensen, vooral mannen, lopen met theepotjes. We zien geen vogelkooitjes meer. Zijn die helemaal verdwenen? Een Tibetaanse monnik knoopt een praatje met ons aan, maar we kunnen elkaar niet verstaan en dan is het snel afgelopen.
We gaan terug naar de Wuhou-tempel, die nu open is. We komen langs een Starbucks-café, maar buiten staat alleen reclame voor allerlei theesoorten. Ze zullen ook wel koffie hebben, maar dat proberen we niet uit. De toegang voor de tempel en het park is 60 yuan. Voor toeristen even duur als voor de Chinezen zelf. Bij de tempel wordt veel wierook verkocht en aangestoken. Er zijn veel toeristen, maar alleen Chinese. De tempel en het museum zijn mooi, voor de rest is het vooral veel poppenkast, waar de Chinezen dol op zijn. In veel winkeltjes vinden vooral de grootste prullen gretig aftrek.
De tuinen zien er echt Chinees uit met veel waterplanten en bloemen. De bloesem in de bomen loopt op z'n eind. Verder zijn er veel theetuinen, lampions, eetstalletjes, druk pratende Chinezen en veegsters. Er staan overal prullenbakken, maar veel mensen flikkeren alles gewoon op straat. De veegsters vegen het meteen op, zodat alles er schoon uit ziet.
We lunchen in de snackstraat met een bakje Chinese sushi's, erg pittig met saus en nootjes. Kost wel 9 yuan per bakje. Er zitten nu veel mensen te eten, veel hete soep, grote satés, stukken kip, kleine vogeltjes, platgeslagen en op een stokje geregen en verder een hoop ondefinieerbaar spul. We wandelen wat rond en verbazen ons over de troep die men (ver)koopt.Meisje We lopen langzaam richting Tianfu Square waar een groot beeld van Mao staat. In de provincie wordt die nog steeds vereerd (maar daar loopt men met alles jaren en jaren achter). Onderweg zien we dat alle brommers en ook veel fietsen elektrisch zijn. Wat een rust op straat en geen stinkende uitlaten. Wij weten ook wel een paar plaatsen waar dit een uitkomst zou zijn... Regelmatig zien we ze aan de stekker liggen.
Er zijn stoplichten voor fietsers waarvan de wielen van de fiets gaan draaien als het groen wordt. Grappig. Als het voetgangerslicht op groen springt, mag je oversteken. Niet dat het dan veilig is, want er komen altijd wel ergens auto's en brommers vandaan. Je moet gewoon 'doorduwen' en voor de auto's gaan lopen en blijven lopen, anders kom je nergens. De auto's en brommers duwen ook door, maar ze rijden geen voetgangers overhoop (dat geloven we tenminste).
We zien veel 'blote-billen-broekjes' bij de hele kleintjes. Scheelt een hoop luiers. Ze dragen wel allemaal een mutsje.
We lopen door naar de Wenshu-tempel, entree 5 yuan. Het is er niet druk. We zien vijf paviljoens en veel beelden, veel wierook en biddende mensen. En er is natuurlijk een theetuin. Wat is een Chinees zonder thee?
Via het People's Park wandelen we terug naar het hotel. We zijn moe en lopen er snel door heen. We komen wel een keer terug.
Na een kleine rustpauze op de hotelkamer gaan we naar een nabij gelegen café. Deze is nog niet open, maar bij de buren mogen we naar binnen. We zijn de enige. De Chinezen kennen het borrelen niet, zoals bij ons. Zij drinken alleen bij het eten of 's avonds. Ook hier kun je niet terecht met Engels. 'Pijiu' begrijpen ze wel, maar ze hebben meerdere soorten en Martijn loopt naar de keuken om wat uit te zoeken. We gaan voor de tsingtao en krijgen er ook hier hele kleine glaasjes bij. Een goeie slok en het glas is leeg. We krijgen er nootjes bij en, hoe kan het anders, hele hete zoutjes.
We gaan eten bij de Tibetaan. Om 19:30 uur zijn we de laatsten die binnenkomen. Het is er bijna vol en wij krijgen het laatste tafeltje. Het is dat we dit adres (tegenover de Wuhou-tempel) ergens vandaan hebben, anders loop je hier niet zomaar binnen. Beneden is alleen een trap die naar de tweede verdieping leidt, waar we verwelkomd worden met 'tashidele'. Waren we net gewend aan het 'nihao’.... Ze hebben een plaatjesmenu gelukkig, want ze verstaan geen woord Engels. Het bier halen we zelf maar uit de koelkast, want zelfs 'pijiu' begrijpen ze niet. Om 20:30 uur zijn we de enige die er nog zitten.

Zaterdag 27 maartChengdu - Luodai en Longquan Fruit Hill

We gaan een dagje 'uit' naar Luodai en de fruitbomen in de heuvels. Tina en de chauffeur halen ons op en we rijden oostwaarts. We blijven ons verbazen over het verkeer. Iedereen slingert over de weg, haalt links en rechts in, voegt in in piepkleine gaatjes, niks richtingaanwijzer gebruiken. Links voorsorteren en rechtsaf slaan, tegen het verkeer in rijden, door rood, over doorgetrokken strepen. Het maakt ze allemaal niet uit. Met drie auto op twee rijbanen? Waarom niet. Het past toch? Iemand doorgang verlenen die daar geen recht op heeft, komt niet in hun hoofd op.
Hakka-huizen in Luodai Eerst gaan we naar Luodai, een oude Hakka-plaats, waar oude huizen staan. Die vind je echter bijna niet terug tussen de drommen mensen. Het is zaterdag en drukker dan anders. Voor de mensen uit Chengdu is het een prettig uitje, dat zeer regelmatig gemaakt wordt. Overal staan winkeltjes en eettentjes, afgewisseld met schiettenten en spookhuizen. Men koopt en verkoopt de grootst mogelijke troep. Vooral speelgoed dat beweegt is populair. Men is erg dol op verkleedpartijen en gaat met die kleren op de foto. We hadden gedacht de huizen te bekijken, maar dat kan niet. Wat zijn die Chinezen toch dol op de hele drukke kermisachtige poppenkast.
We rijden verder naar de Longquan Fruit Hill waar de perzik- en abrikozenbomen in bloei staan. We zijn mooi een week te laat, want veel bomen zijn al uitgebloeid. Sommige zijn versierd met nepbloesem om de schijn nog even op te houden en het seizoen wat langer te maken. Auto´s worden naar de kant gewuifd om de mensen naar hun boomgaard te lokken. Auto´s worden helemaal ingeparkeerd. Het is heerlijk zonnig vandaag, ruim 20º, geen wind. Tussen de bomen staan tafels met parasols die druk bezet zijn. Er wordt volop gekaart, gemahjongd, gebreid en thee gedronken. LongquanWij drinken ook thee en kopen er wat nootjes bij. In de verte horen we regelmatig vuurwerk afsteken. Op het platteland mag dat nog - in de steden is het verboden. We zitten daar heerlijk met uitzicht op de vallei. We wandelen een stukje en zien enkele restjes bloesem hangen.
We eten in de stad, omdat het hier veel te duur is. Hier moet het goedkoopste gerecht 70 yuan p.p. kosten. In de stad eten we voor 11 yuan met z´n drieën.
Terug in Chengdu gaan we naar het People´s Park, niet zover van het hotel verwijderd. Heerlijk zo met een graad of 23. Er is een groot kinderdeel met een complete kermis. De kinderen kunnen zich uitleven in kliederen op stukken papier of beeldjes verven, muziek maken, of in de mallemolen of botsautootjes. De ouderen vermaken zich met kletsen, kletsen, dansen, vliegeren, kletsen, muziek spelen en daarbij afgrijselijk zingen, bootje varen (altijd erg populair), vissen voeren met een zuigfles met speen en ons op de foto zetten.
Het is tijd voor een biertje, maar ja, geen café voorhanden. We besluiten om naar dezelfde Tibetaan van gisteren te gaan. Het is er nu nog rustig (18:00 uur) en met enige moeite krijgen we uitgelegd, dat we eerst wat bier willen drinken en pas later eten. Dat mag, maar dan wel met thee erbij... Vooruit dan maar. De thee komt in een enorm groot glas, gelukkig geen jakthee, en bij het bier krijgen we hele kleine glaasjes. Had dat niet andersom gemoeten? We drinken vandaag Lhasa-bier en dat smaakt beter dan alle andere bieren die we tot nu toe gehad hebben. We bestellen verschillende schotels en eten weer overheerlijk. Ondertussen loopt het helemaal vol en de bediening loopt zich uit de naad. Ze zijn wel zeer goed georganiseerd. We kijken nieuwsgierig wat andere gasten eten en die vinden dat erg grappig. Ook hier zijn we de enige westerlingen. Als we terug lopen naar het hotel, zien we veel goed geklede jongelui die waarschijnlijk uit gaan. De ouderen flaneren langs de rivier. De restaurants onderweg zijn vrij vol.
Bij het hotel drinken we een duurdere versie van het tsingtao-bier, maar we proeven geen verschil met het goedkopere. Het scheelt wel de helft van de prijs.