Zondag 21 februari LangmusiJa, het sneeuwt! Hier zijn wij blij mee. Op de eerste plaats omdat alles er zo mooi uitziet en op de tweede plaats is het niet zo koud.
We ontbijten in het naast gelegen restaurant met glasnoedels, tomaat met ei en aardappels. Een beetje vreemde combinatie, maar desalniettemin lekker.
Er zijn hier in Langmusi twee tempels. We lopen eerst naar de hoog gelegene. Lia trekt haar antislipvoetjes aan, omdat onder de sneeuw af en toe verraderlijke stukken ijs liggen. Martijn hoeft ze niet en geeft ze aan Karin. Paul heeft ze ook aan. Of het wel of niet helpt: wij voelen ons er meer mee op ons gemak en lopen daardoor ontspannender door de sneeuw.De weg loopt iets omhoog, wat niet goed voor onze ademhaling is. Het klooster ligt er prachtig bij. Er zijn al verschillende mensen onderweg naar het klooster en de gebedsmolens staan niet stil. Er zijn zelfs vrouwen die het typische Tibetaanse gebed uitvoeren, door languit op de grond te gaan liggen. Op dit moment dus in de sneeuw. De kloosters zijn niet open; de monniken zijn druk met de voorbereidingen van de dansen die over een paar uur zullen beginnen.
Wij gaan even terug naar het hotel en krijgen van Chris zwarte koffie. Lekker.
Tegen twaalven gaan we weer naar het klooster. Precies op het goede moment, want het dansen begint net. Het sneeuwt nog even, maar gelukkig houdt dat snel op en de zon gaat zowaar schijnen. Ook hier weer prachtige dansen. Een enkele kennen we al, maar de meeste zijn toch weer anders. Vooral de hoedendans is bijzonder. Hoge hoeden met doodskoppen en zwarte draden voor het met stippen beschilderde gezicht. Eerst danst er één monnik; op het laatst zijn het er zestien. Prachtig. Veel mensen bidden languit op de grond bij bepaalde dansen.
Ook erg prettig is, dat er geen andere toeristen zijn. Zelfs geen Chinese. Vooral die Chinezen die zo hinderlijk voor alles en iedereen gaan staan, kunnen we missen als kiespijn. De mensen hier kijken ons ook erg aan. Velen willen met ons op de foto. Grappig.
Sommige mannen dragen brillen met enorme glazen of een vreemde brug.
Tegen drieën gaan we naar het laag gelegen klooster. Hier is het werkelijk hartstikke druk. De mensen staan zeker tien rijen dik. Wij staan achteraan en zien bar weinig. Verschillende vrouwen staan op lage krukjes en een aantal biedt heel lief aan om ons daar even op te laten staan. Aan de andere kant ligt een heuvel waar ook veel toeschouwers op staan. Lia gaat daar ook kijken en heeft een prachtig uitzicht op het klooster met de menigte er voor en de besneeuwde bergen er achter. Ze denkt eerst, dat er veel sneeuw ligt, maar het ziet wit van de vele strooibriefjes.
Na het vuurwerk, dat hoofdzakelijk uit knallen bestaat en een luid gejuich oplevert, gaat Lia weer naar beneden. Helemaal rechts ziet de rij er niet zo dik uit en ze gaat daar een kijkje nemen. Zodra ze daar komt, wijkt de menigte uiteen en komt de hele stoet monniken en dansers pal voor haar langs. Elke klooster heeft tijdens deze dansen een soort totem, die aan het einde verbrand zal worden. Deze gaat voorop in de stoet, maar we weten niet waarheen. Langzaam lopen we terug naar het hotel en halverwege zien we ineens de brandplaats. Het gevaarte wordt in de hens gestoken, waardoor een groot vuur ontstaat. De bevolking loopt daar, uiteraard linksom, als dolle rondjes omheen.
Alle auto’s staan hier in de buurt geparkeerd. Als je pech hebt, sta je achteraan en kom je alleen weg als je voorganger vertrekt. Er is ook een enorme open vrachtwagen, waarschijnlijk uit een plaats in de buurt.
Alweer een spectaculaire dag. Elke dag is het raak en elke dag is weer anders. Geweldig.
We halen Gerard op bij het hotel en gaan weer een biertje drinken in de theetent. Het is er druk, zoals het druk is in het hele dorp. Het is echt aapjes kijken: de Tibetanen kijken naar ons en wij kijken naar hen.
Daarna eten we heerlijk bij het naast het hotel gelegen restaurant. Jeannette en Karin willen graag wijn, maar de witte Bordeaux die ze hier verkopen, moet ongeveer € 100 kosten. Het personeel raadt hen aan om naar de supermarkt te gaan en daar een fles voor € 7 te kopen. Dat wordt een twintig jaar oude Chinese wijn, die aardig schijnt te smaken.
Als we naar buiten komen, sneeuwt het weer.
Maandag 22 februari Naar Xiahe
We gaan terug naar Xiahe. De wereld is weer wit, maar er ligt niet zo’n dikke laag en het sneeuwt niet meer. Het eerste stuk zijn de wegen glad en glibberig. Veel vrachtwagens staan aan de kant en verschillende automobilisten zijn bezig om sneeuwkettingen om te leggen. Na een uur komen we wat lager, verdwijnt de sneeuw en schijnt de zon. Weer een stukje verder ligt er weer sneeuw en zo gaat het een poosje door. De zwarte jaks steken mooi af tegen de witte sneeuw.
In een dorpje zien we duizenden jaks, wat paarden en een paar zwarte varkens. Die jaks zijn van allerlei mensen uit het dorp. De ene week hoedt de een de kudde, de andere week doet een ander het. Ze dragen oormerken, zodat ze weten welke dier van wie is. De jaks komen uit het hele dorp, steken de weg over, daarna de brug en gaan grazen aan de andere kant van de bevroren rivier. Een vrouw schept de poep op met een riek die ze handig in een mand op haar rug gooit.
In Hezou gaan we naar de Milarepa Tower, een negen verdiepingen tellend klooster. Er is een smalle trap waarlangs iedereen naar boven en naar beneden moet. Het is er druk, erg druk. We redden het tot de eerste verdieping, zien de lange rij voor de trap naar beneden en geloven het verder wel. Bovendien krijgen we al koude voeten, omdat we onze schoenen uit hebben moeten trekken.
Dit is complex is pas twintig jaar geleden opnieuw opgebouwd. Het vrij uitgestrekt en wij lopen wat rond, zien meerdere tempels, veel gebedsmolens en lopen dan de gebedsheuvel op. Het ziet er wit van de rondgestrooide gebedsbriefjes. Er komen er steeds meer bij van de mensen die handenvol tegelijkertijd de lucht in gooien.
Het is ondertussen wel zonnig geworden en er is geen sneeuw meer te zien. We lunchen in een klein tentje in de buurt met gebakken noedels en veel troep op de grond.
In Xiahe zitten we in hetzelfde hotel als vorige keer. We hebben een andere kamer, waar het lekker fris is, omdat het raam openstaat. Mocht vanavond de verwarming weer omhoog gaan, kunnen we dat altijd open zetten.
Aan onderhoud doen de Chinezen niet. Het veiligheidsslot zit ondersteboven, zodat het kettinkje, dat je er in hangt, er meteen uit valt. De rechterknop op het nachtkastje is voor het linkse licht en de linkerknoop voor de rechter. De vluchtroute die er hangt is niet voor onze kamer, maar voor een andere, wel op deze verdieping. Ze lijken willekeurig opgehangen.
We gaan naar het Labrang-klooster, dat op loopafstand van het hotel ligt. Om 19:00 uur is er een show van botersculpturen te zien op het grote plein. We lopen er heen; het is hartstikke druk. Overal bedelen kinderen om geld. Het lijkt een soort Sint-Maarten, maar dan niet met snoep, maar met geld. Alle mensen draaien aan de gebedsmolens. Alle zijingangen naar het grote plein zijn hermetisch afgesloten. Je kunt er maar op één manier komen: aansluiten in een lange rij. Het plein wordt voor schoongeveegd: alle mensen moeten daar weg. Wil je de sculpturen zien, moet je aansluiten in de rij. Daar passen wij voor. We lopen terug en gaan ergens een hapje eten. De Duitser in onze groep heeft in de rij gestaan, gewacht en gewacht, en uiteindelijk kon hij er voor langs lopen. Nou ja, voor langs, op grote afstand. Het was een gedring en geduw en uiteindelijk heeft hij vanaf een grote afstand een glimp opgevangen. Men verwacht, dat de laatste mensen vannacht rond drie, vier uur langs de sculpturen kunnen lopen. Dan slapen wij allang.
Overal in de stad horen en zien we vuurwerk. Het is het einde van het Tibetaanse Nieuwjaar.
Dinsdag 23 februari Naar Lanzhou
De allerlaatste festiviteit is het ronddragen van heilige beelden.
In het Labrang-klooster vindt dit plaats. We weten niet precies waar we moeten zijn, maar bij een tempel staan veel mensen en dat is inderdaad de juiste plaats. Op het dak kondigen twee herauten het begin aan. De Maitraya, de Boeddha van de toekomst, wordt in het klooster in een draagbaar gezet en door monniken het terrein overgedragen. Vooraf gegaan door een tijger en een koe om de mensen op afstand te houden. Dan volgt een stoet monniken met toeters, parasols, een groot beeld en twee overdekte draagbaren. Nog meer monniken lopen er achter. Allemaal dragen ze een gele kap en de voorste ook gele sjerpen. Het is, zoals altijd, erg druk, maar de stoet is snel voorbij en dan lost de menigte ook snel op. Oude mannen en vrouwen zoeken op de grond naar rijstkorrels die door de monniken zijn gestrooid en dus heilig zijn.
Niemand mag de stoet volgen en wij wandelen rustig terug naar het hotel. Het laatste stuk is afgesloten door een hele drom mensen. Blijkt de stoet ook hier te passeren en daarna door te gaan naar de gebedsmolens. Wij staan bij toeval aan de goede kant van de straat; aan de andere kant is het veel drukker.
Ook dit is weer erg indrukwekkend.
We rijden naar Lanzhou, de hoofdstad van de provincie Sangu, waar we morgen naar Kunming (Yunnan) zullen vliegen. Onderweg passeren we de grens tussen het Boeddhistisch en het Islamitisch deel. Er staat een grote poort naast een grote mast met vlaggen.
We zien tientallen moskeeën met minaretten; sommige oud, sommige nieuw. We lunchen in een typisch moslimrestaurant met verschillende schotels, waaronder heerlijk schapenvlees en gevulde aubergineplakjes. Lekker.In Lanzhou maken we een rondje door de stad om een indruk te krijgen. Het is een grote stad met drie miljoen inwoners en geen noemenswaardige bezienswaardigheden. We nemen afscheid van de Duitsers die de nachttrein naar Xian nemen en gaan met de chauffeur en gids ergens eten. We zitten aan een grote ronde tafel en Chris bestelt verschillende schotels. Hij heeft een fles wijn die gedeeld wordt en we klinken op een geslaagde vakantie. Daarna gaan we over op het bier, waar we gewoontegetrouw super kleine glaasjes bij krijgen waar net één slok in past.
Woensdag 24 februari Naar Kunming
Vroeg op om het vliegtuig naar Kunming te halen, dat om 7:30 uur vertrekt. Chris heeft voor iedereen een ontbijtpakketje klaar laten maken. Lekker.
Het is ruim een uur rijden en onderweg begint het te sneeuwen. Gelukkig zijn we ruim op tijd, we checken in, nemen afscheid van de begeleiding en vertrekken naar Kunming.
Lees het voorafgaande deel in Japan en het vervolg in Yunnan.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.
Dit deel van de reis is georganiseerd door Tibet-tours.