Woensdag 20 oktoberNaar Kabalebo
Na het ontbijt pakken we onze spullen in voor een weekje Kabalebo, een resort midden in het bos, zoals de Surinamers het oerwoud noemen. We mogen tien kilo p.p. meenemen en de rest kunnen we weer opslaan bij het hotel. We worden door iemand van Kabalebo gebeld die ons vraagt of het we niet vergeten zijn en dat we om 10:00 uur op vliegveld Zorg en Hoop moeten staan. Zou iemand dat dan vergeten? We laten de receptie een taxi bellen, die even later voorrijdt en ons voor 17,50 SRD naar het vliegveld brengt. Een klein vliegveldje voor binnenlandse vluchten van verschillende maatschappijen. Gelukkig vliegen we met Gum Air en niet met Blue Wing, want die staat op de zwarte lijst. Er wordt hier echter verteld, dat dat alleen geldt voor de vrachtvliegtuigjes. Het personenvervoer vindt plaats in dezelfde vliegtuigjes als bij Gum Air. Het is er vrij druk, iedereen loopt kriskras door elkaar en balies zijn er niet. Meteen komt een mevrouw op ons af die ons naar een aircowachtruimte brengt. Geb en Coby (ontmoet in Frederiksdorp) zijn er al en er komen nog vier (Nederlandse) medereizigers. Alleen wij achten zitten in die wachtruimte, verder niemand. We moeten met onze bagage naar een grote weegschaal, waar alles wordt gewogen: de grote rugzak, de dagrugzak en wij. Zowel de bagage als wijzelf zijn erg zwaar waardoor we de indruk krijgen dat alles vijf kilo zwaarder weegt dan het in werkelijkheid is. Daarna krijgen we een stukje cake en een fles drinken. Je kunt zo naar buiten lopen naar de taxibaan. Dicht bij de deur van de wachtruimte staan de vliegtuigjes klaar en de mensen staan daar om iedereen uit te zwaaien. We stappen in en er wordt niets, maar dan ook helemaal niets gecontroleerd. Er wordt geen paspoort gevraagd en er wordt geen enkele bagage gecontroleerd. We vliegen een uur en landen 280 kilometer verderop naar het zuidwesten. Een mooie vlucht met uitzicht over veel bomen, soms een rivier en een enkele weg. Kabalebo is een natuurresort midden in de jungle; het dichtstbijzijnde dorp is 100 kilometer verderop. Alles is inclusief, behalve de alcoholische drankjes. Water, sapjes, frisdranken, koffie, thee, nootjes, chips. Je mag alles pakken wat je wilt. Er staat een grote koelkast en er ligt een lijst waar je de drankjes op naam turft. Wij zijn de enige die in Inspiration Point zitten; alle andere logeren in het hoofdgebouw. Daar zijn nog zes andere gasten aanwezig. Onze kamer ligt op een paar minuten lopen, is groter en heeft twee buitendeuren, zodat het lekker door kan waaien. Geen airco, maar wel een fan. En dat blijkt genoeg. We zitten daar ook een stuk rustiger, want in het hoofdgebouw wordt op de veranda gegeten en nagetafeld. Wij kunnen kiezen uit een zitje of hangmat voor (uitzicht op de landingsbaan) of achter (uitzicht op het bos). Niemand krijgt een kamersleutel; alles blijft open. Wel is er op elke kamer een kastje dat afgesloten kan worden. Als het vliegtuig weer vertrokken is, is het stil. Je hoort alleen de natuur. Vijf keer in de week, komt er een vliegtuig met gasten en alle spullen die het resort nodig heeft.
Alles moet door de lucht aangevoerd worden, want dat is de enige manier om hier te komen. Na een kommetje soep gaan we wandelen onder begeleiding van twee gidsen met grote kapmessen. We zijn net begonnen of we stuiten op een oud vliegtuig, dat vijftig jaar geleden een noodlanding heeft gemaakt, vlak voordat de landingsstrip klaar was. De twee inzittenden hebben dat trouwens overleefd. Het is deels overwoekerd en er groeien bomen uit. We zien veel enorme bomen, de kankantree, de bospapaya, kikkers, ara's, een gifslang, die je bijna niet ziet, maar waar je wel minstens een meter vandaan moet blijven, omdat die op warmte reageert, twee powisies (zwarte boskippen met een grote kam en gele snavel), spinnen, en allerlei vogels. Het is een korte wandeling over vlak terrein en we worden drijf- en drijfnat. Je kunt ons uitwringen. We maken een tocht over de Kabaleborivier in een korjaal, een uitgehakte boomstam. Er worden tuinstoelen in de boot gezet, zodat we niet op smalle harde bankjes hoeven te zitten. We worden vrij snel droog door het windje dat je met het varen vangt. Heerlijk aangenaam. We varen tien kilometer en komen bij een kreek waar we kunnen zwemmen. We zien onderweg reigers, een buizerd, een bosje vlinder en we horen brulapen. Er is voor alles gezorgd: handdoeken, water, sinaasappels, chips, nootjes. 's Middags hebben we onze schoenmaat op moeten geven en 's avonds krijgt iedereen een paar slippers. Als het donker wordt, zien we de vleermuizen uitvliegen. Met z'n achten eten we aan een aparte tafel, de andere zes aan de andere kant van de veranda.
Donderdag 21 oktoberKabalebo
Om 6:30 uur zijn we al buiten en lopen over de landingsbaan naar de pier. Daar staat een grote boom waar wel dertig ara's, dwergara's en papegaaien inzitten. We zien ook een Fransmadam, oftewel een kraagpapegaai. En een herrie dat ze maken. Ze krijsen de hele buurt bij elkaar. Prachtig! Bij de rivier zitten twee groene ibissen en een kolibrie. In de verte horen we brulapen. In een ander boom zit een rode ara, de huisara, die niet meer kan vliegen en die door het personeel gevoerd wordt. Na het ontbijt vertrekken we met z'n zevenen (Peter gaat niet mee) naar Misty Mountain, een bult van een kleine 500 meter die we gaan beklimmen. Met een bootje varen we naar de overkant en beginnen dan te lopen. De zon schijnt niet, maar dat maakt niet zoveel uit. We lopen toch grotendeels in de schaduw van de bomen en warm en vochtig is het toch. We dragen allemaal vier flesjes (halve liters) water per persoon en de lunch. De gidsen hebben nog een flesje extra voor ieder, voor het geval dat. Het eerste stuk is wat drassig, maar dat komen we door met droge voeten. We hebben mazzel met Mark in onze groep, een liefhebber van gifkikkers en tropische vogels. Samen met de gids vindt hij de nodige gifkikkertjes. Ongelofelijk dat ze die zien tussen al die bladeren en planten. De beestjes zijn niet groter dan een centimeter en gaan helemaal op in de achtergrond. Maar als je heel goed kijkt, zijn ze erg gekleurd en heel erg mooi. Het begin van het pad is vrij vlak en op een splitsing kun je kiezen om terug te gaan of door te lopen naar de top. Dat doen we allemaal. Vervolgens gaat het steiler omhoog. Maar wij vinden dat alles veel meevallen; we wandelen ook maar erg langzaam. Telkens is er onderweg wel wat te zien. Op de steilste stukken hangen touwen waar je je aan vast kunt houden, maar eigenlijk is dat nergens echt nodig. We zien twee rode ara's al krijsend over vliegen, wat een schitterende beesten. We drinken veel en zijn doorweekt van het zweet. Bij het eerste plateau heeft men speciaal een kijkgaatje heeft gemaakt en hebben we uitzicht op de lodge. De rest van het oerwoud is te dicht om er door heen te kijken. Verder zien we wat kapucijnerapen en veel verschillende soorten paddenstoelen.
Op de top lunchen we met een doosje noedels waarvoor de gidsen thermoskannen met warm water bij zich hebben. Een ander doosje bevat rijst met een rundvleesprutje en boontjes. De gidsen hebben ook nog sinaasappels, nootjes en chips bij zich. We eten alles snel op en pakken nog sneller in, want het wordt wel erg donker. We zijn nog niet begonnen aan de terugweg of we voelen de eerste druppels vallen. Al snel zijn we verzeild in een heuse stortbui en binnen vijf minuten zijn we door- en doornat. Gelukkig hebben we het regenhoesje voor de rugzak bij ons waar we de camera's in stoppen. Dichtbij zitten brulapen die hun naam alle eer aan doen. Ze houden blijkbaar niet van regen, want daar krijgen ze het koud van. Ze zitten pal boven ons, maar ze zijn erg moeilijk te zien door de regendruppels die in onze ogen vallen. Later zien we een paar slingerapen en horen we de bospolitie (groenhartvogel), die zo genoemd wordt naar zijn gefluit; hij klinkt als een politieagent die je naar de kant fluit: fuut fuut fuuuuut. We lopen naar een waterval en daar stopt het met regenen. De bui heeft zowat een uur geduurd. Het pad naar beneden valt mee en is lang niet zo glibberig als je zou denken met al dat water. Als we weer bij het drassige beginstukje komen, blijkt dat te zijn veranderd in een riviertje. In het begin proberen we droge voeten te houden door op de kanten te lopen, maar al snel blijkt dat onbegonnen werk en stappen we zo het water in dat tot onze kuiten komt. Het vuil krijgen we niet meer uit onze sokken gespoeld. Om 17:00 uur zijn we terug bij de lodge, waar we een douchen nemen en onze kleding mee wassen. We zetten de bagagerekjes onder de fan en hangen alles te drogen. Buiten is het zo vochtig, daar is geen beginnen aan. Als we voor onze kamer een biertje zitten te drinken, komt een mevrouw van het resort met een wagentje een schaaltje met snacks brengen. ´s Avonds zakken we door met onze zes reisgenoten voor deze paar dagen: Geb en Coby, Mark en Ingrid, Peter en Annie. Het koude bier en witte wijn zijn in de koelkast hier snel op en we hebben niet zo´n zin in lauw bier. Daarom gaan we die halen bij de koelkast in ons gebouw. Die wordt niet zoveel gebruikt en heeft ijskoude dranken in overvloed.
Vrijdag 22 oktoberKabalebo
Lia ´verslaapt´ zich tot 7:00 uur, zodat we geen tijd hebben om voor het ontbijt nog wat rond te kijken. De hele was blijkt zo´n beetje droog, behalve de schoenen die nog steeds zeiknat zijn. Na het ontbijt nemen we afscheid van Mark, Ingrid, Peter en Annie, die alweer terug naar Paramaribo gaan. Samen met Geb en Coby (en twee gidsen) varen wij naar Kilo-3, stroomafwaarts. We varen eerst een poosje op de motor en zien een reuzenijsvogel en een roofvogel die aan het eten is. Daarna gaat de motor uit en drijven we in alle rust de rivier af. In het zonnetje ligt een kaaiman die dezelfde kleur heeft als zijn achtergrond. Een stukje verder gaan we een smalle kreek in die vrij ondiep is. Omdat het water sinds gisteren zo´n 30 tot 40 centimeter is gestegen, kunnen we een eind die kreek in. Daarbij varen we wel af en toe over boomstammen. We zien verschillende ijsvogels: reuzen, Amazone en groene. We gaan wandelen en krijgen uitleg over de functies van de verschillende planten. Sommige kun je eten, sommige bladeren ruiken naar knoflook of uien, anderen zijn goed bij schaafwonden, sommige planten worden gebruikt na het baren van een kind om de baarmoeder schoon te maken en klaar te maken voor het tweede kind, en andere planten hebben dezelfde werking als viagra.
Het is ook niet alleen groen wat je ziet, soms bloeien er bloemen, zoals de roze liane-bloem. We zien een nestje met een kolibrie-eitje, kleine vlinders met uilenogen, veel grote blauwe vlinders die niet stil blijven zitten, blauwe libellen, een mooie spin in een web en een kleine tarantula die erg ´wollig´ is. ´s Morgens is het bewolkt, maar in de loop van de dag wordt het steeds helderder en gaat de zon schijnen. We zien een vliegende toekan en slingerapen, horen brulapen en op de weg terug heel veel kleine gele vlinders. We zijn tegen vieren terug, zodat we eindelijk wat 'vrije tijd' hebben. Die gebruiken we om te zwemmen in het zwembad en zien het onweer en de regenwolken steeds dichterbij komen. Dat waait echter allemaal over. We drinken verschillende sapjes achter elkaar op. Ongemerkt verlies je heel wat vocht. Martijn z'n beide benen zitten helemaal onder de jeukende bultjes. We gaan een biertje drinken op de veranda en zien op de landingsbaan een gevlekte havik lopen. We kijken even bij de huisara die nog steeds hoog in de boom zit en zien de zuurzakbomen op het terrein staan die een paar grote vruchten dragen. De ondergaande zon kleurt aardig en aan de andere kant komt de volle maan op. Mooi gezicht. Er zitten hier geen muggen, dus ook geen malaria, en daarom kunnen we 's avonds met korte broek en T-shirt lopen. We doen wel sokken aan, want als wij terug lopen van de mainlodge naar Inspiration Point moeten we door het dan natte gras en daar zitten allerlei beestje die prikken. Onze benen zitten dan ook helemaal vol met vooral mierenbeten die we opgelopen hebben bij Kilo-3, waar we tijdens de lunch aan het water hebben gezeten. Op de rest van ons lichaam zitten we ook onder de steken, maar we weten niet waar die van zijn. We weten alleen dat ze jeuken. We hebben vandaag twee vliegtuigjes gehoord, één met vier nieuwe gasten en het andere met een EHBO-team, dat hier examens af komt leggen en waar het voltallige personeel aan deelneemt.