Peru
17 september t/m 15 oktober 1998
PERU ligt in Zuid-Amerika, is ongeveer dertig keer zo groot als Nederland en heeft 22 miljoen inwoners. De bevolking is samengesteld uit indianen (49%), mestiezen (33%), blanken (12%), negers, mulatten en Aziaten. Het is globaal in te delen in een woestijnachtige kuststrook, het ruige Andes-gebergte en het Amazonegebied.
Sinds de onafhankelijkheid in 1827 heeft het nog menig grensconflict met zijn buurlanden en zelfs nu nog zijn niet alle grenzen officieel vastgelegd.
Donderdag 17 septemberNaar Lima
Tegen acht uur in de ochtend gaan we van huis af en omdat het regent, gaan we met de bus. Daardoor zijn we erg vroeg op het station en hebben we alle tijd om een kaartje te kopen. We ontmoeten Wim op de afgesproken plaats en helaas, de trein heeft een kwartier vertraging en we missen de overstap in Duivendrecht. We komen te laat op de afgesproken plaats op Schiphol aan, maar we zijn nog niet de laatste. De groep bestaat uit negen mannen en zeven vrouwen, inclusief reisleider Freek. Deze keer reizen we met SNP.
De vliegreis verloopt voorspoedig en na negenenhalf uur maken we een tussenlanding op Curaçao. Daar is het knap warm (35º); een hele overgang met het druilerige Nederlandse weer. Daarna is het nog drieënhalf uur vliegen naar Lima, waar we om 19:30 uur plaatselijke tijd landen. De koffers duren wat langer, omdat er eentje niet is (gelukkig niet die van ons).
Met twee taxibusjes worden we naar hostal Roma in het centrum van Lima gebracht. We wisselen (op het vliegveld) wat geld (1 sol = ƒ 0,60), kopen wat water en gaan meteen naar bed (Nederlandse tijd is het al 4:30 uur). Er is zeven uur tijdsverschil, maar doordat we lekker lang kunnen slapen, zullen we daar weinig last van hebben.
Vrijdag 18 septemberLima
Na het ontbijt om 8:00 uur gaan we met z'n drieën de stad in. Eerst naar een 'casa de cambio' om geld te wisselen, waar je een betere koers krijgt dan op het vliegveld. We kijken wat rond op het Plaza San Martín en in een winkelstraat. Hoewel het al 10:00 uur is geweest, zijn de meeste winkels nog niet open. We lopen naar het Plaza de Armas, een groot, centraal plein met bomen en bankjes waar vooral 's avonds de jeugd te vinden is. Iedere plaats heeft een Plaza de Armas. De gebouwen om het plein zijn een paar jaar geleden helemaal opgeknapt, wat naar het schijnt hard nodig was. Nu is het erg fleurig met veel gele gebouwen en rode salvia's. De kathedraal bekijken we van binnen. Het ziet er prachtig uit met verschillende stijlen. Pizarro (de Spaanse veroveraar) zou hier begraven liggen. In 1746 is de kerk geheel verwoest door een grote aardbeving. De huidige is in 1755 afgebouwd en is een reconstructie van het origineel.We lopen door naar de San Francisco-kerk/klooster dat net een paar dagen gesloten is. Jammer. Vervolgens kijken we op het Plaza de Armas naar de wisseling van de wacht bij het 'Palacio de Gobierno', het regeringspaleis. Grappig. We kopen ergens een broodje (er zijn overal lekkere bakkertjes) en gaan weer terug naar het hotel.
De hele ochtend is het bewolkt en dat schijnt nogal eens te gebeuren in Lima. Dat ligt aan zee en onder invloed van de zogenaamde Peru-stroom hangt hier vaak een grijze mist. Het is niet koud.
Om 13:00 uur gaan we met taxi's naar het busstation, waar we de openbare bus naar Pisco nemen. De rit zal zo'n drie uur duren. De kust is erg droog en dor, behalve op plaatsen waar een rivier uit de bergen de zee instroomt, groeit volop groente en fruit. Ondertussen is de zon gaan schijn en wordt het knap warm in de bus.
In Pisco zitten we in hotel Las Americas. Wij tweeën krijgen een grote kamer met één twee- en twee eenpersoonsbedden. Overal in de stad lopen mensen te flaneren. Goed 18:00 uur wordt het donker en keren we terug naar het hotel. We gaan eten bij Manuel en bestellen allemaal menu's. We kunnen kiezen tussen groente- en vleessoep en een hoofdgerecht met kip, vlees of vis. De soep is prima verzorgd. Daarna komt de kip. Deze is waarschijnlijk overreden door een vrachtauto, want hij ziet er nogal plat uit. Dan komt het vlees. Ook een schnitzel, net als de kip. We houden ons hart vast voor de vis, die wij besteld hebben. Eerst komt de mededeling dat de rijst op is en komen de drie eerste vissen binnen. Ze zijn ook overreden door een vrachtauto. Sommige onder ons beweren dat het Michelinbanden zijn geweest. Zij die vis proeven, vinden dat de vis naar kip smaakt. Zij die kip krijgen, denken dat ze vis eten. Dan komt de rest van de vis: wij krijgen een overheerlijke paella geserveerd, die voortreffelijk smaakt.
Zaterdag 19 septemberNaar Paracas N.P., Ballestas eilanden
Om 6:00 uur worden we gewekt, zodat we om 6:30 uur kunnen ontbijten. De tafel staat al gedekt met lekkere harde broodjes, boter, jam, jus, thee en koffie. De broodjes blijken alleen korsten: de binnenkant is lucht.
Goed 7:00 uur vertrekken we met een busje naar Paracas N.P., vijftien kilometer ten zuiden van Pisco. Het is een mooie dag met een strak blauwe lucht en een lekker windje. Iedereen is aan het einde van de dag dan ook verkleurd/verbrand. We stappen over in een boot met heel weinig beenruimte (Martijn past helemaal niet) en varen naar de Ballestas eilanden. Vanaf de zee is de 'Candelabra' erg goed te zien. Dit is een vijftig meter lang pre-Columbiaans overblijfsel. Het teken staat gericht op de Nazca-lijnen, waar het wat van weg heeft. Het is niet bekend wie het gemaakt heeft en waarom.
We varen verder naar de eilandjes, die alleen betreden mogen worden door guano-winners. Guano is mest van de vogels. Door de koude golfstroom (de Humboldt-stroom) voor de Peruaanse kust, zit hier een enorme hoeveelheid vis. Daar leven de vogels van die in groten getale voorkomen. Guano bevat nitraat en wordt op commerciële wijze gewonnen om als mest op het land te worden gebruikt. Dit werd al ten tijde van de Inca's gedaan. We zien o.a. Peruviaanse bruine pelikanen, diverse soorten aalscholvers, Humboldt-jan-van-gents, Humboldt-pinguïns, grijze meeuwen, kalkoengieren en zeehonden, die op het strand met honderden bij elkaar liggen. Het is een prachtig gezicht, al die rotsen in het water met die vele vogels. Na een kop koffie of coca-thee rijden we verder langs de kust, waar we wit met zwart en roze flamingo's zien. Daarna komen we bij 'la Cathedral', een rotsformatie in de klippen die een mooie okerkleur heeft. Ook van bovenaf is het schitterend om te zien. De grootste verrassing zijn de dolfijnen die langs komen zwemmen.
Na de lunch in een visrestaurant waar een oude Nederlandse Antilliaan werkt (is met een Peruaanse getrouwd), maken we een wandeling over het strand en langs de klippen. Prachtige vergezichten over de haven en de zee met z'n rotsen. Veel vogels zitten er. Vooral kalkoengieren die zich tegoed doen aan een dode zeeleeuw.
In het visrestaurant drinken we een lekker pilsje (0,625 liter is standaard in Peru). 's Avonds gaan we met de groep eten. De meeste nemen het typisch Peruaans gerecht 'lomo saltado' wat bestaat uit rijst met een stoofpot van rundvlees, uien, azijn, chili, tomaten en frieten. Daarnaast is er aan de kust natuurlijk vis. De tomatensoep is van een hoog knoflookgehalte.
Zondag 20 septemberPisco, naar Nazca
's Ochtends hebben we vrij om Pisco te bekijken, waar vooral de markt leuk is om te zien. Voor de lunch kopen we wat broodjes en fruit. Ze hebben ook heerlijke drinkyoghurt met vruchtjes.
Om 12:30 uur vertrekt de bus naar Nazca (10 sol). Onderweg hebben we een stop van een uur in Ica. Het landschap is hier nog steeds woestijnachtig; langzaam wel wat meer bergen, waarbij je steeds weer afdaalt naar een (soms) vruchtbaar dal. Uiteindelijk klimmen we naar de vlakte van de 'de lijnen' en later arriveren we in Nazca zelf om 17:30 uur. Een busje brengt ons vervolgens naar Hostel Las Lineas.
Maandag 21 septemberNazca, nachtbus naar Arequipa
's Middags zullen we een vlucht maken boven de Nazcalijnen (à US$ 45). Bij die prijs zijn nog andere excursies inbegrepen. Eerst rijden we naar een aardewerkfabriekje, waar ze ons laten zien hoe ze oude potten namaken. Wij kopen een kleintje voor 30 sol (ƒ 18). We lopen een klein stukje naar een volgende werkplaats. Men haalt uit een goudmijn grote zakken met zand die gezeefd worden. Gemiddeld halen ze twee gram goud (22 karaat) per week eruit. Vervolgens rijden we door naar Cauchilla, een Nazca-kerkhof. Door het droge klimaat zijn mensen die hier begraven liggen, redelijk gemummificeerd. Tot vorige jaar zaten die lijken gewoon in het zand, achtergelaten door grafrovers. Men heeft nu de overblijfselen teruggeplaatst in de graven. Sommige lijken hebben redelijk veel haar. Degene met het hele lange haar (tot hun knieën) waren hoofdmannen. Vroeger werd regelmatig de kleding van de lijken vervangen en werden de doden voorzien van een nieuwe voorraad eten. Het schijnt dat er vele graven onder het zand liggen, die nog niet opgegraven/geplunderd zijn. De overheid heeft geen geld om het gebied te bewaken; laat staan om het te exploiteren.
We rijden door naar een luxe hotel waar we lunchen en een dik uur hebben om ons bij het zwembad te vermaken. Om 14:30 uur vertrekken de eerste vijf mensen (wij ook) voor het maken van de rondvlucht. De Nazca-lijnen zijn enorme in de woestijn getekende figuren die vanaf de grond niet zichtbaar zijn. De lijnen zijn gemaakt door mensen van de Nazca-cultuur die zijn bloeiperiode kende van 400 - 600 na Chr. We worden naar het vliegveld gebracht, waar de toestellen al klaar staan. Het zijn hele kleintjes waar maar vier personen (incl. piloot) in kunnen. We worden gewaarschuwd voor een onstabiele vlucht, maar wij hebben nergens last van. Slechts eentje heeft er overgegeven, anderen zitten op het randje. We krijgen een plattegrond van het hele gebied waar alle figuren opstaan. Dat is wel zo handig, omdat we zo weten waar we naar uit moeten kijken. Telkens als we bij een figuur zijn, cirkelen we er helemaal omheen en hangt het toestel heel schuin, zodat we ze goed kunnen zien. Soms is het wat lastig om ze te ontdekken; de ene keer gaat het om kleine figuren, dan weer om enorme grote. Zo is bijv. de aap negentig meter hoog en heeft de condor een spanwijdte van honderddertig meter.
Eenmaal terug in het hotel horen we dat de excursie naar het aquaduct niet doorgaat. Samen met Wim gaan we bij de buren een biertje drinken. We hebben net een slok op als we horen dat het alsnog door zou gaan. Zonde van de 0,625 liter en we besluiten om te blijven waar we zitten.
's Avonds om 23:00 uur vertrekt de nachtbus naar Arequipa. Een niet echt comfortabele manier om de nacht door te brengen. Arequipa ligt ruim duizend kilometer ten zuiden van Lima op 2.300 meter aan de voet van de vulkaan El Misti (5.822 meter).
Dinsdag 22 septemberArequipa
Om 7:15 uur komen we aan in Arequipa en worden we naar hotel Casa de mi Abuela gebracht. Het is een mooi hotel met een grote, rustige tuin met allerlei zitjes en een zwembad. Omdat nog niet alle kamers klaar zijn, gaan we eerst ontbijten. Lekker met fruit, ei en yoghurt. Nadat we ons verfrist hebben, gaan we naar het Santa Catalina-klooster. Dit is enorm uitgestrekt en heeft een oppervlakte van 20.426 m². Het is gesticht in 1580 door een Spaanse weduwe. Alle (Spaanse) nonnen die intraden waren door hun mannen verlaten of weduwe geworden en verlangden terug naar hun moederland. Het klooster is daarom een soort reproductie geworden van een stad in Andalucía. Het klooster had lange tijd geen contact met de buitenwereld, maar had wel een service-ingang bij de keuken. Alleen op zon- en feestdagen waren anonieme woorden mogelijk door een dubbele wand. Er wonen nu nog dertig nonnen, terwijl dat er vroeger zo'n driehonderd waren. Sinds 1970 is het geopend voor toeristen.
Daarna slenteren we wat door het centrum, zitten even op het Plaza de Armas, eten iets en kopen kaarten en T-shirts. We zijn net in de supermarkt om boodschappen te doen voor morgen voor het ontbijt en de lunch als de winkel dicht gaat. Buiten blijkt dat heel veel dicht is: siëstatijd. Dat lijkt ons ook wel wat en we liggen twee uur op bed. Vervolgens naar het zwembad, maar het wordt snel frisjes door wat wolkjes. Tot nu toe is het strak blauw (behalve in Lima dan) en warm.
's Avonds eten we in een restaurant cuy [koei]. Maar liefst tien mensen bestellen de cavia, maar er zijn er nog maar zes. Het beestje komt in z'n geheel op het bord compleet met kop en pootjes. Je moet hem met je handen uit elkaar trekken. Het smaakt prima.
Woensdag 23 septemberNaar Chivay
We stappen op de bus die ons naar Chivay zal brengen. Vandaag gaan we de hoogte in: van 2.300 meter in Arequipa over een pas van 4.700 meter en terug naar 3.550 meter in Chivay. Hopelijk krijgen we geen last van hoogteziekte.
Het asfalt houdt al snel op, maar op de onverharde weg is het goed rijden. Al snel zien we een aantal vicuñas en guanacas. Vooral die laatste zie je niet veel. Om een uur of elf maken we een stop en drinken thee met cocabladeren. Dat schijnt overal goed voor te zijn. Het smaakt en ruikt een beetje naar spinazie. Achter het gebouwtje staat een lama erg dichtbij. Wat later zien we ook alpaca's, die wat kleiner zijn dan lama's, maar verder niet veel van elkaar verschillen. Ook zitten er andes-ganzen en zwarte ibissen. Het is een mooi landschap: lekker ruig met de Nevada Ampato, een berg van 6.280 meter, en enkele besneeuwde toppen. Er zijn wat wolken en als de zon weg is, is het meteen koud. In de zon is het op die hoogte erg uitkijken met verbranden.
We lunchen aan de kant van de weg met witte en bruine bolletjes en tonijn uit blijk. Smaakt goed.
Om 14:00 uur komen we in Chivay aan. Ondertussen is Mandy goed ziek geworden en nog een paar voelen zich heel niet lekker, maar met ons gaat het goed. Lia heeft een klein beetje hoofdpijn.
We lopen het dorp in en gaan op het Plaza de Armas zitten kijken naar de indianen. Vooral de vrouwen zien er prachtig uit. Allerlei kleuren en mooie hoedjes.
Daarna wandelen we een half uur naar de warmwaterbronnen. Sommigen gaan zich daar verpozen, terwijl wij er de voorkeur aan geven om bij een tentje een cola te drinken. Er is zoveel te zien, dat we ons geen minuut vervelen: de kinderen zijn erg leuk en bij het tentje horen een lamababy en een alpaca. De lama is erg nieuwsgierig en komt bij je snuffelen. Terwijl de alpaca groenvoer eet, krijgt de kleine lama de fles. Omdat er net klanten komen, moet Martijn dat doen. Even later komen er wat indiaanse vrouwen bij zitten die Incacola drinken (een hardgele, zoete frisdrank). Vooral die ene vrouw ziet er prachtig uit met veel rood, gekleurde randjes en biesjes en een mooie hoed.
Met de bus worden we teruggebracht naar het hotel Bolivar, omdat het inmiddels donker is geworden. 's Avonds blijkt toch wel een aantal mensen te lijden aan lichte hoogteziekte (hoofdpijn).
Donderdag 24 septemberColca Canyon
Tijdens het ontbijt doet Freek boodschappen voor het middagmaal. Het is vandaag de eerste wandeldag in de Colca Canyon. Dit is een diepe kloof waar de Río Colca doorstroomt. Die is niet lang, slechts vijfhonderd kilometer. Het hoogteverschil is echter enorm: meer dan vijf kilometer en ook de vele regen zorgt voor een groot waterafvoer. De erosiekracht is zeer groot en zo heeft deze kleine rivier een van de diepste kloven ter wereld kunnen uitslijpen.
We rijden eerst met de bus naar Coporaque. Daar begint om 8:10 uur de tocht over circa twintig kilometer op een hoogte van ongeveer 3.500 meter. Via Ichupampa en Lari wandelen we naar Maca. Tijdens de wandeling zien we mooi hoe vanuit de oudheid ieder stukje grond is gebruikt om, via terrasbouw, gewassen te telen. Vroeger leefden hier meer mensen dan tegenwoordig (1 miljoen toen, 250.000 inwoners nu). Daarom worden grote delen van de terrassen momenteel niet meer gebruikt. Vooral de op de meest onmogelijke plekken gelegen terrassen liggen er nu verlaten bij. Grappig dat in dorpjes veel huizen zijn omheind met muurtjes waarop cactussen groeien. Toch een heel ander beeld dan prikkeldraad.
In een smalle kloof zien we 'colca's' waaraan de Colca Canyon zijn naam heeft ontleend. Dit zijn graanopslaggebouwtjes welke in dit smalle deel tegen de kloof geklemd zijn. In vroeger tijd werden ze gebruikt om het graan gedurende lange periode goed te houden.
We lunchen met harde, holle broodjes, kaas, tomaat, komkommer, sardientjes, banaan, mandarijn en avocado.
Bij Lari dalen we af naar de Colca-rivier om deze over te steken. We gaan van 3.315 meter snel naar 3.150 meter. Via een aantal grote rotsblokken steken we de rivier over. Hierna gaat het weer steil honderd meter omhoog naar Maca, waar de bus op ons staat te wachten.
We hebben de hele dag in korte broek gelopen. 's Ochtends is het bewolkt, 's middags af en toe een wolkje. Het begint dan wel meer te waaien en door al het losse zand worden we af en toe gezandstraald.
Vrijdag 25 septemberColca Canyon, Cabanaconde
We worden om 5:30 uur gewekt, want we willen condors gaan kijken. We rijden door de Colca Canyon naar Cruz del Condor. Zodra zon en wind gezamenlijk voor voldoende thermiek zorgen, stijgen hier Andes-condors op van de rotsrichels waar ze hun nesten hebben. We zitten daar zo'n twee uur te kijken en zien slechts drie kleintjes (bruine). Waarschijnlijk staat er te weinig wind. Condors zijn grote gieren met een maximale spanwijdte van drie meter en twaalf kilo aan gewicht.
We wandelen verder naar Cabanaconde, een afstand van ongeveer tien kilometer. We dalen voornamelijk af nl van 3.650 meter naar 3.250 meter. We zien veel vogels o.a. een buizerd, een Andes-specht en groene Andes-parkietjes. Sommige stukjes zijn vrij steil en liggen vol met los zand en grind. Op andere 'paden' liggen alleen stenen van allerlei formaat. Het is een warme dag en de zon brandt goed. Factor dertig wordt aangeraden.
In Cabanaconde zitten we in een grappig hotelletje. Heel simpel en klein. Wij hebben als enig stel een kamer met een tweepersoonsbed. Anderen moeten met meerderen een kamer delen. Er zijn gezamenlijke wc's en een douche met niet genoeg warm water voor iedereen.
's Avonds koelt het erg snel af als de zon ondergaat. Het temperatuurverschil tussen dag en nacht is hier erg groot.
Zaterdag 26 septemberCabanaconde
Bij het ontbijt krijgen we een overheerlijke bananenpannenkoek met aardbeienjam en natuurlijk mate de coca. Het smaakt ons zo goed, dat iedereen een tweede portie bestelt.
Daarna gaan we weer wandelen. Nieske blijft achter, omdat ze nog steeds ziek is en Jeanette heeft haar schoenen kapot gelopen en heeft alleen nog maar sandalen. De rest vertrekt met de bus (een uur rijden) naar het plateau van Lejepampa, een gebied ten zuidwesten van de canyon. We beginnen op 3.900 meter te lopen om langzaam naar 4.145 meter te stijgen. Zo kunnen we goed acclimatiseren voor het Incapad naar de Machu Picchu. Op het hoogste punt hebben we prachtig uitzicht op de verschillende vulkanen en bergen in de omtrek. Peru's meest actieve vulkaan, de Ubinas (5.672 meter), blaast af en toe stoom uit. Onderweg komen we een kleine kudde wilde stieren tegen. Bijna niemand vindt het geweldig.
Weer terug in Cabanaconde gaan we met z'n allen naar een café om chicha te drinken. Dat is een oud traditioneel Incadrankje, dat aangemaakt wordt met speeksel. Dit is de enige drank die de bevolking dronk voordat de Spanjaarden kwamen.
Om 23:45 uur worden wij uit onze slaap gewekt door een geweldige herrie/gedreun. Het is zo erg, dat wij denken dat de hele boel in zal storten. Als alle honden in de buurt (en dat zijn er heel wat) aanslaan, weten we dat het een aardbeving is.
Zondag 27 septemberNaar Arequipa
Alleen Hester, Willemijn en de gids hebben ook wat van de aardbeving gemerkt. De rest is er niet wakker van geworden. Later op weg naar Chivay zien we stenen en rotsblokken op de weg liggen. Om 6:45 uur vertrekken we weer naar Arequipa. We gaan eerder weg dan de bedoeling was om nogmaals een uurtje bij de Cruz del Condor te kijken, omdat we vorige keer niet zo heel veel gezien hebben. En we komen er toch langs. Het geluk is met ons. Na een half uurtje komt er een volwassen condor vlak langs. Wat verder weg zien we ook bruine kleintjes. Prachtige dieren zijn het.
Bij een mooi uitzichtpunt over de terrassen van de canyon zitten een paar mooie indianenvrouwen, waar we wat tuna (cactusvruchten) van kopen.
We lunchen in een theehuisje waar een lama gezellig binnen komt wandelen, de suikerpot op een tafeltje omgooit en lekker begint te smikkelen.
Om 15:30 uur komen we weer in Arequipa aan in hetzelfde hotel als de vorige keer. Voor het eten gaan we in een café/petit restaurant op het Plaza de Armas een pilsje drinken samen met Wim. Worden we door de Peruaanse eigenaar in het Nederlands aangesproken. We maken een gezellig praatje en het blijkt dat hij een Nederlandse vrouw en twee kinderen heeft die momenteel in Nederland wonen. Zelf heeft hij daar vijfentwintig jaar gewoond, maar wilde toch terug. Boven het restaurant is hij bezig een enorme ruimte om te bouwen tot restaurant. We mogen alles bekijken. Uiteindelijk hebben we ook daar gegeten. Lekkere uiensoep, een soort rollade, cordonbleu en rijst met schaaldieren. Samen met al het bier en de koffie met koekjes zijn we met z'n drieën 86 sol kwijt (ƒ 51).
Maandag 28 septemberNaar Cusco
We moeten weer vroeg op om het vliegtuig naar Cusco te halen. We vertrekken te laat en na een half uur vliegen komen we om 8:30 uur in Cusco aan. We worden met twee busjes naar hotel Casa de Campo gebracht. Het ligt even buiten het centrum en we rijden er door allerlei kleine en hele smalle steegjes heen. Vanaf het terras hebben we prachtig uitzicht over de stad met al z'n rode daken en vele kerken. We ontbeten met heerlijk brood, een soort ciabatta. En deze keer zit er ook echt brood in en zijn het niet alleen korsten zoals tot nu toe.We wandelen met z'n allen naar het centrum om visitor's tickets te halen, waarmee je toegang krijgt tot aan aantal bezienswaardigheden in de buurt. Daarna wandelen we het centrum door. Het is er erg toeristisch met veel verkoopstalletjes. Maar de verkopers zijn niet erg opdringerig, zodat je rustig overal rond kunt kijken. We gaan op zoek naar een schoenmaker om Lia's wandelschoenen te laten lijmen, omdat van haar zolen de stukken eraf vielen. Even buiten het centrum vinden we er een die dat voor 2 sol (ƒ 1,20) wil doen. Na anderhalf uur kunnen we ze ophalen en ze zien er goed uit. Ze hoeven het alleen nog maar tijdens het Incapad uit te houden. Ondertussen vinden we een horlogemaker waar we een bandje aan Martijn z'n horloge laten zetten. Een fles zeep voor Wim levert meer problemen op. Ze hebben er alleen maar stukken zeep en flessen shampoo.
In de loop van de dag zien we een prachtig wandkleed van tweeënhalf bij twee meter gemaakt van babyalpaca. Delen van de wol zijn bruin en zwart geverfd, waardoor een mooi figuur van een Tumi (een Incagod) is ontstaan. Vraagprijs US$ 160. We besluiten er nog eens over na te denken en als we hier terugkomen het eventueel te kopen. Na nog een uurtje in de stad te hebben rondgelopen, gaan we het kleed meteen maar kopen. We vinden het zo mooi. Dus wij terug en pingelen. Uiteindelijk hebben we het gekocht voor US$ 127. Eigenlijk vonden we vraagprijs al laag en met deze prijs zijn we zeker tevreden. Hij zal mooi hangen op de grote muur in de achterkamer.
's Avonds gaan we met z'n drieën bij het Aziatisch restaurant La Glana eten. Ze hebben schotels uit verschillende landen. Het is een beetje pittig, maar het smaakt verrukkelijk.
Dinsdag 29 septemberCusco
's Nachts heeft het zowaar geregend en 's morgens is het bewolkt. Voor de eerste keer deze vakantie.
Met z'n achten vertrekken we met de openbare bus (S/.0,70 - ƒ 0,42) naar de ruïnes van Tambomachay. De bus zit goed vol en het is echt proppen als er onderweg nog meer mensen instappen. In Tambomachay is een ceremonieel stenen bad. Via allerlei kanaaltjes en watervalletjes loopt het water de velden in. In de nissen stonden vroeger tijdens ceremonies mummies. Vandaar lopen we naar Pukapukara en verder naar Q'enqo. Dat is een grote rots met een waterreservoir en afwateringskanalen. Er is een bassin waar vroeger een mengsel van chicha en lamabloed in gegoten werd. Via een zigzaggootje kwam dat op een splitsing: liep de vloeistof naar links dan werd het een slecht jaar, liep het naar rechts dan werd het een goed jaar. Wij proberen dat met water en volgens ons kan het het komend jaar zowel vriezen als dooien: het loopt naar beide kanten.
We wandelen door naar Sacsayhuaman, een uitgebreid en mooi complex, dat vroeger erg groot moet zijn geweest. Misschien een verdedigingswerk of ceremonieplaats. Of beide.
Na een siësta gaan we weer de stad in. Onderweg bezoeken we de kerk San Blas. Die is dicht, maar na wat rammelen aan de deur komt er een mannetje die ons binnen laat. Veel goud en zilver. Daarna begint het iets te regenen en daarom gaan we het museum Arte Religioso bekijken. De schilderijen vinden we niet echt bijzonder, maar er zijn prachtige houten plafonds en deuren. Op het Plaza de Armas bezoeken we de kathedraal. Heel mooi met houtsnijwerk, schilderijen en goud en zilver op het koor. Alle bezienswaardigheden van vandaag zijn gratis vanwege het visitor's ticket.
's Avonds eten we met z'n zevenen bij hetzelfde restaurant als gisteren.
Woensdag 30 septemberNaar Urubamba
Martijn krijgt 's nachts last van diarree. Niet zo prettig met de Machu Picchu in het vooruitzicht. We zullen wel zien. Alle spullen die we niet nodig hebben voor het Incapad, kunnen we in het hotel achterlaten. Wij houden allebei een lichte rugzak en een dagrugzakje over.
Met een luxe bus gaan we naar Pisac. Boven op een heuvel ligt een grote ruïne van een gevechtsschool, een tempel en huizen. De tempel is altijd te herkennen aan de mooiere bouwstijl dan de andere gebouwen. Om van het ene naar het andere gebouw te komen, moeten we langs oude Incapaden en -trappen. Een mooie tocht.
We rijden verder naar de zoutmeren van Maras. Dat zijn zoutterrassen, kunstmatig aangelegd om zout te winnen. Een beetje Pamukkale-achtig.
Het hotel is een soort jeugdherberg in Urubamba. Omdat de weg is opgebroken, moeten we omrijden en een stukje door de tuinen van de buren lopen. Er is een heren- en een damesslaapzaal. Martijn heeft de hele dag en nacht last van zijn maag.
's Avonds gaan we met z'n allen barbecuen op het kampvuur in de tuin. We zijn op vakantie en dus laten we het vlees roosteren. Wel zo handig. We krijgen kip, beef, en worst. Daarnaast zijn er aardappelen en verschillende soorten salades. Samen met de smaakt alles voortreffelijk.
Donderdag 1 oktoberNaar Ollantaytambo, wandeling Machu Picchu
Na het ontbijt vertrekken we naar Ollantaytambo. De hele groep gaat de ruïnes bekijken, maar wij vinden de markt van het plaatsje veel interessanter. Voor het eerst zien we mannen met mooie klederdracht. De vrouwen zijn 'gewoon' indiaans, maar we vinden het toch erg leuk. Eigenlijk hebben we die marktjes te weinig gezien. Daarna vertrekken we met de bus naar kilometer zevenenzeventig voor het begin van het Incapad naar Machu Picchu. Er zijn dragers voor alle bagage, zodat wij alleen ons dagrugzakje hoeven te dragen. We wandelen vandaag van Chilca naar Llactapata, dat op 2.700 meter ligt. Totaal ongeveer tien kilometer met een beetje dalen en stijgen. We lopen van 11:30 uur tot 15:15 uur. Onderweg zien we prachtige vergezichten met af en toe een blik op de besneeuwde bergen om ons heen. Het weer is prima: meestal zon, lekker windje en gelukkig droog.
Op de campingplaats zijn de tenten al opgezet door de dragers. Wij hoeven alleen maar ons bed op te maken. In de centrale tent is koffie, thee en chocolademelk met popcorn.
Om 17:00 uur maken we een uitstapje naar de ruïne van Llactapata. Op de terugweg begint het te regenen, maar dat duurt niet lang. Als avondeten krijgen we soep, kipfilet met rijst en als toetje een halve perzik (uit blik). Daarna koffie en thee, waarbij we de fles whiskey maar hebben aangebroken.
Vrijdag 2 oktoberWandeling Machu Picchu
Om 6:00 uur worden we gewekt met thee op bed en een bakje warm water om je te wassen. Het ontbijt bestaat uit broodjes met jam en een omelet en een bord havermout.
We vertrekken om 7:30 uur. Het eerste deel tot Wayllabamba gaat slechts licht omhoog. Vanaf hier begint het echte stijgen naar de pas op 4.200 meter. Wij zullen voor de pas in Llulluchapampa op 3.800 meter overnachten. In het begin is het bebost; later wordt dat minder en beginnen ook de eerste Incatraptreden. Tijdens de middagpauze krijgen we soep en een soort hamburger. Ondertussen zijn we helemaal lek gestoken door kleine steekvliegjes. Ze zijn zo klein, dat je ze amper ziet. Voelen des te beter. Om 13:45 uur zijn we al op de plaats van bestemming. De hele dag is het lekker zonnig en warm geweest, maar nu begint het te waaien en trekt langzaam mist binnen en regent het iets. Door de wind gaat het opzetten van de tenten wat moeilijker.
Op het eind van middag is er weer thee en popcorn. 's Avonds eten we soep, spaghetti en drilpudding. Omdat het vrij fris is, gaan we vroeg slapen (19:30 uur).
Zaterdag 3 oktoberWandeling Machu Picchu
Vandaag staat de koninginne-etappe van het Incapad op het programma: van Llulluchapampa naar Phuyupatamarca. De dag begint met de vierhonderd meter lange stijging naar de 4.200 meter hoge pas van Warmihuañusca (de pas van de dode vrouw). We starten om 6:50 uur. De vele traptreden maken het erg vermoeiend, maar na een uur zijn we boven. Tot dat punt is het zonnig. Vanachter de pas komt echter alleen maar mist, zodat we weinig tot geen uitzicht hebben. We dalen zeshonderd meter af, terwijl af en toe de mist optrekt en we prachtige vergezichten krijgen te zien. Vervolgens gaat het weer vierhonderd meter omhoog naar de ruïnes van Runcuracay.
Om 14:50 uur komen we moe op de 3.600 meter hoge pas Phuyupatamarca aan, waar de tenten alweer opgezet zijn.
Zondag 4 oktoberWandeling Machu Picchu
's Nachts heeft het een tijdje geregend, zodat we niet gerust zijn op een heldere zonsopkomst. Maar zoals altijd tot nu toe is het 's morgens helder en als we om 5:30 uur worden gewekt, besluiten we om te gaan kijken, hoewel we daarvoor een kwartier omhoog moeten lopen. De spieren zijn een beetje stijf, maar het loopt toch wel. Bovenop de berg hebben we prachtig uitzicht op de omringende bergen, die we vanaf beneden niet kunnen zien. De hoogste is 6.280 meter hoog en daar vallen dan ook de eerste zonnestralen op. De rest volgt snel en de bergen krijgen in hoog tempo de mooiste kleuren.
Fijn dat het zo helder is. Dat duurt echter niet lang en al snel zien we de eerste wolkjes tevoorschijn komen.
Lia's wandelschoenen houden het nog steeds en worden nogmaals extra ingetapet. Na het ontbijt vertrekken we voor de laatste wandeletappe van het Incapad. Voornamelijk naar beneden vandaag. Gelukkig veel trappen. Omhoog is dat erg vermoeiend, maar omlaag vinden wij dat prettiger dan een gewoon pad naar beneden. In totaal zullen we dertienhonderd meter dalen. Onderweg bezoeken we de ruïnes van Whiñahuayna. Mooie terrassen in een ∩-vorm. Volgens goed Quequa-gebruik hoort tegenover een vorm altijd een tegenovergestelde te staan. Dus een υ-vorm. En dat ligt dan ook in de buurt.
Dus in combinatie met
in combinatie met
kan ook.
Vanaf de zonnepoort zien we de ruïnes van Machu Picchu liggen. Het is een heldere, zonnige, erg warme dag, zodat we mooi uitzicht hebben. Na een rustpauze dalen we helemaal af tot de ruïnes en mogen we het terrein op om foto's te maken, hoewel we kaartjes voor de volgende dag hebben. Met de bus worden we over een slingerweg naar het dorpje Aqua Calientes gebracht, waar we in een hotel een kamer met een elektrische douche krijgen. We besluiten mee te gaan naar de warmwaterbronnen, maar daar krijgen we spijt van. Het is er erg vies, lauw en vol. Op een terras in het dorp drinken we vervolgens een paar welverdiende biertjes. De hele plaats blijft 's avonds donker en het blijkt dat er problemen met de elektriciteit zijn. Dus ook geen warme douche vanavond.
Maandag 5 oktoberMachu Picchu, naar Cusco
Met een bus worden we naar Machu Picchu gebracht. We krijgen een rondleiding van een gids van een uur of twee. Vooral de zonnetempel is mooi. De grote offersteen boven was een kalender: aan de schaduw kon men de gegevens aflezen. Door je handen boven de steen te houden, krijg je kracht. Zegt men.
's Middags eten we in Aqua Calientes pizza en in het park proberen we de steekvliegen van ons af te slaan. Dat lukt niet erg. Vooral onze benen zitten onder. Met veel moeite heeft Edgar, de gids, plaatsen in de toeristentrein kunnen reserveren. Daar zijn we blij mee, want de vorige dag hadden we de lokale trein gezien en die puilde werkelijk helemaal uit. Om 4:30 uur precies vertrekt de trein naar Cusco. Wij zitten aan de goede kant en hebben mooi uitzicht over de Urubamba en de bergen. Tegen halfnegen naderen we Cusco en zien de stad prachtig
verlicht liggen. En dat zien we een hele tijd, want we zijn er nog niet. De trein moet nl zigzaggende de berg af: een stukje vooruit rijden, wissel verzetten, stukje achteruit, wissel verzetten, enz. enz. Zo dus:
Dinsdag 6 oktoberCusco
Een rustig dagje in Cusco. We bezoeken wat musea en de Santa Domino-kerk. Die laatste is wel de moeite waard. Verder wandelen we wat rond en Wim koopt wat souvenirs. 's Middags verdelen we alle spullen over de verschillende tassen. We willen nl wat bagage in Lima achterlaten en alleen wat we nodig hebben, meenemen naar het noorden.
Woensdag 7 oktoberNaar Chiclayo
Om 6:30 uur worden we uitgezwaaid door Pieter en Saskia die hun reis verlengen met een bezoek aan het Manu-park. Om 8:00 uur vertrekt het vliegtuig naar Lima zowaar een kwartier te vroeg. We nemen afscheid van de groep die naar huis gaat en wij met ons drieën verlengen wij de reis met een week naar het noorden. Toon Meeuwsen, de Nederlandse contactpersoon van SNP in Peru, heeft alles geregeld en neemt onze overtollige bagage mee naar zijn hotel, waar wij over een week ook een nacht zullen verblijven. Het vliegtuig naar het noorden sluit goed aan en om 11:45 uur vliegen we alweer. Een uur later landen we in Chiclayo en we laten ons voor S/.5 = ƒ 3 naar ons hotel Sol Radiante brengen. Daar blijkt een vergissing met de rekening, maar na een telefoontje met Lima komt alles in orde.
We gaan op zoek naar een busorganisatie waar we kaartjes voor de bus naar Cajamarca zouden kunnen bestellen. Dat kan bij Vulcano-tours en we kopen ze meteen maar voor S/.18 p.p. (ƒ 10) voor een afstand van tweehonderdzestig kilometer.
We wandelen het centrum wat rond. Het ziet er allemaal wat welvarender uit dan in het zuiden en er zijn zowat geen toeristen. Bijna niemand spreekt Engels en wij bijna geen Spaans. Maar als we ergens een biertje zitten te drinken, kunnen we redelijk met een Peruaan via ons woordenboek praten. Het verstaan valt nl wel mee: je verstaat een paar worden en dan weet je waar het over gaat. Alleen wat terugzeggen, geeft problemen.
Voor een bepaalde bank staat een rij mensen van dik honderd meter. 's Avonds zal blijken, dat de mensen daar gewoon blijven wachten. Waarop, is ons niet duidelijk geworden.
We eten halve kip en biefstuk met uien, met bier, cola en ananassap voor ƒ 20 met z'n drieën. Het leuke is, dat we geen andere toeristen zien.
In de slaapkamer hebben we weer rare nachtlampjes zonder schakelaars, maar die werken als je er met je hand op drukt.
Donderdag 8 oktoberChiclayo
Na een ontbijt van toast met ham, kaas, eieren en een heerlijk vers sapje (S/.20 = ƒ 12) gaan we op zoek naar een 'collectivo' naar Sipán. We kunnen het eerst niet vinden (ons boekje is te vaag), maar met een taxi laten we ons naar het busstation brengen. Een 'collectivo' is een kleine bus met een bepaald doel. Dat staat vermeld op een bordje achter de voorruit. Hij vertrekt als hij bijna vol is en er kan altijd meer bij. Je kunt hem onderweg overal aanhouden en uitstappen waar je maar wilt (wel op de route natuurlijk). Hij zit al behoorlijk vol en onderweg stappen er nog veel meer mensen met grote pakken is. Grappig. Na een uur (S/.4,50 = ƒ 2,70 met z'n drieën) werden we voor de ingang van het archeologisch gebied van Sipán afgezet. Dit is een gebied met drie piramides en in de kleinste zijn opgravingen gedaan. Tot nu toe zijn er vijf koninklijke graven gevonden uit de Moche-cultuur (100 - 800 na Chr.). Het achttienhonderd jaar oude graf van El Señor de Sipán is helemaal gaaf en ongeplunderd opgegraven. De priester is gevonden met een borstschild, gouden ornamenten, turkooizen voorwerpen en veel keramiek. Het bevat de grootste goudschat van Amerika tot nu toe. Hij is gerestaureerd in Duitsland en ligt nu in het museum in Lambayeque. In hetzelfde graf zijn een vrouw, kinderen, een hond en ook een 'bewaker' gevonden. In het graf is een reconstructie te zien van de skeletten. Prachtig om te zien. De opgravingen zijn volop bezig en men verwacht meer graven te vinden. Tenslotte is alleen de kleinste piramide nog maar gedeeltelijk onderzocht.
Met de bus rijden we weer terug naar Chiclayo en genieten van een lunch van ƒ 2 p.p., waarbij de cola de helft van de prijs uitmaakt (soep en rijst met een vleesprutje). Een volgende 'collectivo' brengt ons naar Lambayeque waar we het Brüning-museum (met de Sipán-priester) bekijken. Het is de moeite waard. We besluiten terug te keren en een pilsje te gaan drinken. Er is echter geen groot aanbod van cafés, zodat we in dezelfde tent als de vorige dag uitkomen. We zijn goede klanten geworden, want er krijgen er nu nootjes en popcorn bij.
's Avonds gaan we op zoek naar een aanbevolen visrestaurant, maar dat bestaat niet meer en we komen terecht bij Las Americas. We eten daar vis, paella en sandwiches. Lekker. Ondertussen is er een hoop herrie in de stad. A.s. weekend zijn er verkiezingen en overal rijden auto's en bussen toeterend rond en zijn er demonstraties.
Vrijdag 9 oktoberNaar Cajamarca
Na een ontbijt met eieren en spek willen we naar de markt. Die staat bekend als de grootste, dagelijkse markt van Zuid-Amerika. Bovendien hebben ze een hele heksenafdeling met kruiden, geneeskrachtige drankjes en exotische voorwerpen tegen allerlei soorten kwaaltjes. Wij dachten dat die markt vroeg zou beginnen zoals in de meeste landen, maar dat is niet zo. Pas tegen tienen openen de meeste tentjes hun deuren. De markt is inderdaad enorm. Je kunt er van alles kopen behalve souvenirs, want er zijn geen toeristen. Prachtig al die kleine stalletjes en al die mensen. Wij kopen een kilo sinaasappelen (S/.1) en een kilo winterwortelen (S/.0,80). Bij een supermarkt kopen we brood, kaas, yoghurt en cola voor de busrit van 's middags.
De bus naar Cajamarca vertrekt precies om 12:45 uur en zit maar voor een kwart vol. Onderweg stappen er wel regelmatig mensen in en uit. Het is een mooie rit. We beginnen op 25 meter, stijgen geleidelijk naar 3.100 meter om op 2.650 meter uit te komen. In het begin van de bergen is de weg vrij slecht. El Niño heeft hier vorig jaar veel regen gebracht en diverse bruggen zijn weggespoeld. Soms moeten we een stuk omrijden en we hobbelen flink. Toch komen we op de geplande tijd aan (19:15 uur) en nemen een taxi (ƒ 1,20) naar hostal Cajamarca. We hebben vouchers voor het hotel, maar er is niet op ons gerekend. We krijgen toch een kamer en de volgende dag zullen ze gaan bellen (we horen er niets meer van). Later horen van de contactpersoon van SNP dat dat hotel wel meer problemen geeft. Oktober is de maand van de schoolreisjes en dit hotel zit dan ook vol met kinderen. En ze verdienen meer aan een kamer met vier kinderen dan aan twee volwassenen. En dan wordt de gereserveerde kamers gewoon geannuleerd. Er lopen een stuk of veertig schreeuwende kinderen rond, die gelukkig na de maaltijd vertrekken. Wij eten ook in dat restaurant met churrasco, mixed grill en filet mignon. We nemen voor de verandering eens een toetje: kaas met honing, pannenkoek met een sausje en fruit met aardbeienjam. Alleen het fruit is voor herhaling vatbaar. Boven voor onze kamer staat een zitje waar we gezellig een uurtje whiskey en jenever gaan zitten drinken.
Zaterdag 10 oktoberCajamarca
Na een duur ontbijt met ananassap uit een pak lopen we naar de busstraat, waar allerlei busmaatschappijen zitten. We zoeken de vroegste bus naar Trujillo uit (om 10:00 uur), zodat we daar op een redelijke tijd aan zullen komen als alles goed gaat tenminste.
Daarna gaan we de stad bekijken, die geheel is opgetrokken in koloniale stijl en in een mooi omgeving ligt. We lopen een tijdje rond over de overdekte markt en genieten van de indianenvrouwen met hun kleurige dracht. Daarna bezoeken we het gebouw waar de laatste Incakeizer Atahualpa in 1632 gevangen heeft gezeten (el cuarto de rescate) en deze heeft laten vullen met goud en zilver in ruil voor zijn vrijlating. De Spaanse veroveraar Pizarro heeft zich echter niet aan zijn woord gehouden. Er hoort ook een museum bij, allebei niet veel bijzonders.
Overal zien we prachtig opgemaakte taarten in allerlei kleuren. En die moeten natuurlijk geproefd worden. Ze zijn erg lekker. We lopen naar een andere markt, maar we krijgen snel het idee, dat de oefenwedstrijd Nederland-Peru live uitgezonden gaat worden. In onze kamer in het hotel zien we 'el naranja mechanica' (zoals Oranje daar genoemd wordt) met 2-0 winnen.
We gaan weer de stad in en boven op de Santa Apollonia Berg hebben we mooi uitzicht over de stad. 's Avonds komen we bij een Chinees restaurant terecht, waar ze om onduidelijke reden geen bier schenken. Naast gewone Peruaanse gerechten hebben ze ook Kantonese schotels waarvan de namen ons helemaal niets zeggen. Op goed geluk wijzen we wat aan en eten voortreffelijk met o.a. eend, kippenrolletjes gevuld met garnalen en een stoofpot met verschillende soorten vlees en vis. Samen met een anderhalve-literfles cola zijn we S/.55 (ƒ 35) kwijt.
Zondag 11 oktoberCajamarca
Na een ontbijt op het Plaza des Armas gaan we op een bankje zitten kijken naar alle indianen, die in hun zondagse kleding voorbij komen. Prachtig. We zitten daar een hele tijd te genieten.
We gaan op zoek naar een bus of 'collectivo' naar de 'ventannilles de Otusco', een oude pre-Inca begraafplaats met honderden in de rotsen uitgehouwen graven. We komen er niet uit, maar een aardige Peruaan brengt ons naar de juiste plaats. Voor ƒ 0,30 worden we acht kilometer verderop gebracht. Waarom het complex dicht is, weten we niet. Het is bovendien helemaal ommuurd met cactushagen, zodat we er ook niet illegaal in kunnen. Maar als we er langs gaan lopen, krijgen we toch een goed beeld van de graven. Het zijn trouwens niet meer dan gaten; alles is leeggeroofd.We willen gaan wandelen naar de 'Baños del Inca', zo'n zes kilometer verderop. Op goed geluk nemen we een paadje en na een keer vragen, blijkt dat we op de goede weg zitten. Eenmaal in het dorp aangekomen, gaan we op ons een stoepje zitten verbazen over de grote getallen indianen die daar op pad zijn. Misschien komt het door de verkiezing, dat het er zo vreselijk druk is. Prachtig hoe al die mensen er uit zien. Vooral de vele rokken met randjes die de vrouwen aan hebben. Iedereen draagt een hoed, zowel de mannen als de vrouwen. Schitterend.
In Cajamarca gaan we naar dezelfde Chinees als gisteren. Hij is erg goed bevallen. We kiezen drie andere onbekende gerechten en krijgen een overheerlijk kip met ananas, perzik en zoetzure saus, kip met o.a. garnalen, pangsit, ei en paprika ook in zoetzure saus en kip met cashewnoten in een oestersaus. Heerlijk.
Als we naar het hotel lopen over het plein is het daar enorm druk. Het is er altijd al druk, maar nu helemaal. Iedereen geniet van een harmonie en mooi vuurwerk. Het is niet vanwege de verkiezingen, maar vanwege een of ander belangrijk persoon (verder komen we niet in het Spaans).
Maandag 12 oktoberNaar Trujillo
Voor de verandering kopen we broodjes met ham in blik voor onderweg. Vandaag gaan we met de bus naar Trujillo. Om 10:00 uur vertrekken we en om 12:15 uur krijgen we een lekke band. Dat is snel verholpen. Iedereen stapt in, we rijden tien meter en stoppen weer: lunchpauze. Wij kunnen het nauwelijks geloven. De andere mentaliteit blijkt ook uit een wekker: anderhalf uur lang loopt er eentje af. Dan pas durft iemand voorzichtig te wijzen naar de tas waar die wekker in zit en wordt hij uitgezet. In Nederland zou dat heel anders gaan!Om 18:00 uur komen we in Trujillo aan. We gaan eerst naar het bureau van Aero Peru op het Plaza de Armas. Gelukkig is dat nog open en kunnen we de vliegtickets voor de volgende dag bevestigen. Dat moet je daar persoonlijk doen en liefst tweeënzeventig uur maar minstens vierentwintig uur van te voren. Wij zijn er dus net op tijd: een half uur speling. We nemen een taxi (S/.10 = ƒ 6) naar ons hotel Caballito del Totora in Huanchaco, een vissersplaats aan de kust. Hier verwacht men ons zowaar. We gaan bij een Belgisch restaurant eten (geen Belg gezien trouwens), dat er erg chique uitziet. We eten vis met een overheerlijk sausje, lasagna bolognese en paella (hoezo Belgisch). We drinken er lekker tapbier bij, maar na zeven glazen is het op. Als toetje nemen we appeltaart met ijs. Wim trakteert deze avond en dat heeft hij geweten: het is de duurste maaltijd van de hele reis (ƒ 50).
Dinsdag 13 oktoberTrujillo, naar Lima
De afgelopen dagen hebben we veel bewolking gehad, maar wel droog. Vandaag schijnt de zon weer volop. Voor het ontbijt gaan we naar vissersbootjes kijken, maar zien er slechts eentje. Dat zijn bootjes gemaakt van 'Totora'-riet zoals ze al honderden jaren gemaakt worden. Je komt er drijfnat uit.
Na een schandalig duur ontbijt (ƒ 18 voor een Amerikaans en twee continentale ontbijten) nemen we de 'collectivo' naar Trujillo. In ons handboek wordt deze keer de straat genoemd van het busstation dat we moeten hebben, maar nu staat die niet op de kaart, zodat we er niets aan hebben. We nemen maar een taxi naar de piramides die we willen bezoeken en dat blijkt een wijs besluit. De bus zet je nl af op de weg en dan moet je nog een half uur lopen. Nou worden we tot de ingang gebracht en we laten de taxi wachten. De zon- en maanpiramides zijn twee in piramidevorm gebouwde tempels van Abode-bakstenen uit de Moche-cultuur. Oorspronkelijk was de zonpiramide tweehonderdachtentwintig meter lang, honderdvijfendertig meter breed en achtenveertig meter hoog. Die is de grootste, maar is nog helemaal niet onderzocht en daar kun je dan ook niet in. Met die van de maan zijn ze bezig. Tot nu toe hebben ze verschillende tempels bovenop elkaar gevonden met veel gangen en ruimtes met prachtig muurschilderingen en giften. De schilderingen zijn geprepareerd en hartstikke mooi. Ze hebben meer schilderingen gevonden, maar daar zijn ze nog mee bezig en mogen we niet zien; ze verwachten binnen afzienbare tijd meer te vinden. Ze raden ons aan om over twee jaar terug te komen!
De taxi (ƒ 12 voor twee uur) brengt ons terug naar de stad en zet ons af voor het archeologisch museum. We zien foto's van de opgravingen en alle giften en een skelet die in de maanpiramide zijn gevonden.
Na een broodje hamburger nemen een busje naar Chan Chan, dat op de weg naar Huanchaco ligt. We moeten een half uur lopen en komen dan bij de vroegere hoofdstad uit de Chimu-periode. Dit was ooit de grootste stad aan de Stille Oceaan en is nu nog steeds de grootste pre-Columbiaanse lemen stad. Meer dan duizend jaar geleden woonden er 50.000 mensen die werden beschermd door een acht kilometer lange stadsmuur en twaalf meter hoge wallen. De muren zijn opgebouwd uit miljoenen kleibroodjes en zijn gemaakt door Huaca Prieta, een bevolkingsgroep die hier leefde rond 2.500 voor Chr. De muren zijn versierd met uit vochtig leem gesneden reliëfs van geometrische figuren en voorstellingen van bloemen, vogels en goden. Heel mooi om te zien. Omstreeks 1.450 na Chr. vernietigden de Inca's deze hoog ontwikkelde beschaving. De 20 km² grote stad is door de Spanjaarden verlaten aangetroffen.
In Huanchaco drinken we op een terrasje aan zee een paar biertjes alvorens we in het hotel onze spullen bij elkaar rapen en ons naar het vliegveld laten brengen voor de vlucht naar Lima. De een-uur-durende vlucht verloopt voorspoedig en we worden opgewacht door iemand van het hotel. Wat een luxe: een hele grote bus voor ons alleen. Toon Meeuwsen, hoteleigenaar van Mami Panchita aan de Av San Miguel 198, heeft de ervaring dat taxichauffeurs het hotel niet kunnen vinden en vindt het beter de gasten op te halen dan ze te laten verdwalen. We krijgen ook nog een welkomstdrankje. Heerlijk. Het is een prachtig oud gebouw dat helemaal opgeknapt wordt en allerlei oude tegelwanden en -vloeren, mooie plafonds en een prachtige inrichting heeft.
Woensdag 14 oktoberLima
Na een lekker ontbijt met verse broodjes met ham en kaas gaan we met een taxi de stad in. Het hotel ligt in de wijk San Miguel en is te ver lopen van het centrum. We bezoeken het San Francisco-kerk/klooster, dat vorige keer gesloten was. We krijgen een Engelse rondleiding en we vinden het erg de moeite waard. Het is een prachtig gebouw met mooie tegelwanden en -vloeren en indrukwekkende catacomben. Daar liggen de beenderen van maar liefst 25.000 mensen. Wel een beetje luguber, maar het maakt veel indruk.
Na wat winkels te hebben bekeken, gaan we een halve kip eten en doden de rest van de tijd op het Plaza de Armas met het bekijken van mensen. Het is zowaar zonnig en dat gebeurt niet zo vaak in Lima.
Met een taxi gaan we terug naar het hotel om onze spullen op te halen en met een volgende gaan we naar het vliegveld. We zijn ruim drie uur voor vertrek aanwezig en de rij is al lang. Gelukkig gaat het snel en we krijgen drie stoelen naast een raampje. We maken de laatste sols op aan bier en chips. Het vliegtuig vertrekt om 21:00 uur plaatselijke tijd, iets te laat, en na drieënhalf uur landen we op Curaçao, waar we na een uur weer vertrekken.
Donderdag 15 oktoberNaar huis
Naar Amsterdam is het nog acht uur en drie kwartier en komen daar om 17:15 uur Nederlandse tijd aan (zeven uur tijdsverschil). We zijn er dus te vroeg, maar die tijd gaat verloren door het wachten op de koffers. Die van Wim komt helemaal niet (samen met een stuk of vijftien anderen) en hij zal er een dagje op moeten wachten (de volgende dag om 11:00 uur wordt hij thuisbezorgd). Wim z'n zoon staat te wachten en we worden thuis voor de deur afgezet. Lekker luxe!
Dit was een reis met SNP.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.