Zaterdag 28 juliCopán

StèleEn alweer een droge dag. Eerst ontbijten we bij Llama del Bosque en dan zorgen we dat we om 8:00 uur bij de ruïnes van Copán staan, om de grote toeristenstroom vóór te zijn.
De ruïnes vormen een belangrijk Mayacomplex. Deze enorme stad was 24 km² groot en er woonden ca. 20.000 mensen. Talloze stèles, grafheuvel, tempels en piramiden zijn intact gebleven. Evenals een grote met inscripties bewerkte trap van drieënzestig treden en de balspelplaats. Het staat vast dat er in Copán een dynastie van zestien koningen regeerde, van wie de eerste, Yax K'uk Mo', in 426 na Chr. aan de macht kwam. De laatste datum die vermeld staat die duidt op de aanwezigheid van de Maya's is 822 na Chr. De bloeitijd lag tussen 550 en 750 toen de stad het centrum was van de zuidelijke Mayacultuur.CopánWe hebben een goede gids die uitgebreid verteld in goed verstaanbaar Engels. Hij vertelt van alles en legt allerlei inscripties uit, die we anders niet eens gezien zouden hebben. Het is een groot, uitgebreid terrein en men denkt, dat dit pas 20% van het geheel is. We wandelen zo'n drie uur rond en gaan dan nog twee kilometer verderop naar Las Sepulturas, waar ongeveer veertig wooncomplexen staan waar de gewone man leefde. Je ziet hier in de buurt kinderen met een puur indiaans uiterlijk en blauwe ogen. Een vreemde combinatie die in ontstaan door een groep Tsjechen die hier ooit is neergestreken.
's Middags houden we siësta. We eten in dezelfde tent als gisteren en waren zo enthousiast tegenover de groep, dat er nog zes groepsleden komen die het ook allemaal leuk en lekker vinden. Het is er vandaag erg druk. Vooraf nemen we een 'anafre', een soort bonenfondue. We krijgen een aardewerk pot op tafel met houtskool erin. Hier bovenop staat een schaaltje met een bonenprutje met kaas en tortillachips. Met de chips schep je de saus uit het potje en door de kaas trek je lange draden. Verder nemen we nog een 'burrito grande', een met kip en een met gehakt. Net zo lekker als ze groot zijn.

Zondag 29 juliNaar Panajachel (Guatemala)

Een enorme bus rijdt voor voor het laatste stuk in Guatemala. Het is een soort expeditietruck, hoog op de wielen. Binnen is ruim plaats voor de bagage en alle plaatsen hebben veel beenruimte. Wij zitten voorin en Martijn kan zijn benen helemaal strekken. Een ongekende luxe. En dat in een land met allemaal kleine mensen. Een heel verschil met de vorige busjes. Het nadeel is, dat hij vooral bergop erg langzaam is en veel herrie maakt.
De weg naar de grens is erg slecht. De grensovergang is vreemd geregeld. De Hondurese kant is open van 7:00 uur tot 18:00 uur en de Guatemalteekse kant van 6:00 uur tot 20:00 uur.
We wisselen geld in de bus met een wisselaar die speciaal voor ons in meegekomen, zodat het aan de grens wat sneller gaat. Binnen een kwartier zijn we daar dan ook weg. De wegen in Guatemala zijn goed. Er komen steeds meer bergen en indianen in kelderdracht. Bijna alleen vrouwen, want de mannen hebben die afgelegd tijdens de laatste oorlog eind vorige eeuw.
We ontbijten bij een hotel met zwembad met eieren en pannenkoeken en moeten (alweer) aan het andere geld wennen.
Lunchen doen we bij een wegrestaurant waar het erg druk is met plaatselijke bevolking die een dagje uit is. Het laatste stuk zien we nogal wat militairen langs de kant van de weg wat ongewoon is. Het blijkt, dat er vierenzeventig gevangenen zijn ontsnapt. De directeur en bewakers zijn waarschijnlijk omgekocht, want de gevangenen zijn verdwenen met hun wapens. Hopelijk komen we ze niet tegen.
We rijden eerst over de bergen en klimmen, erg langzaam, naar 2.500 meter. Het laatste stuk naar Panajachel gaat naar beneden. Het is jammer dat de wolken laag hangen, maar af en toe vangen we een glimp op van het meer met zijn vulkanen. Het is wel een mooie dag. Panajachel ligt op 1.500 meter en is erg toeristisch. Met stip het ergste wat we deze reis gezien hebben. We gaan op zoek naar het hotel, waarvan we alleen maar de naam hebben en geen adres. We zitten in een ander hotel dan waar Baobab normaal zit. Er is een congres of iets dergelijks. Gelukkig zien we al snel een piepklein bordje tussen alle andere borden. Het is een mooi hotel met twee verdiepingen met een groot grasveld ervoor en overal bloemen. Het lijkt wel net nieuw. Doordat we hoger zitten, is het een stuk frisser. Vooral als de zon weg is, merk je dat meteen.
Tegen zevenen lopen we de hoofdstraat in en zien talloze restaurants. Veel pizzeria's hamburgers e.d. Ook veel toeristenstalletjes ertussen. Maar dan valt het licht uit. Uit voorzorg hadden we al een lantaarn meegenomen, want er lagen kaarsen op de hotelkamer, wat meestal een veeg teken is. Uiteindelijk komen we bij een visrestaurant uit. Martijn kiest een gebakken vis en Lia krijg een koud garnalenprutje, dat niet lekker is en ze dan ook laat staan. Het valt ons op dat hier (in dit restaurant in ieder geval) het bier (Gallo) twee keer zo duur is als tot nu toe. Het licht gaat na een poosje weer aan, wat eigenlijk minder gezellig is: eerst zaten we in het kaarslicht.

Maandag 30 juliPanajachel, Meer van Atitlán

Meer van AtitlánBij een bakker kopen we een paar verse baguettes en bij de supermarkt ham en yoghurt. Een heerlijk ontbijt.
De vulkanen liggen er zo goed als onbewolkt bij en we gaan ze fotograferen en video en. De hele groep heeft hetzelfde idee om vandaag te gaan doen: met de boot het Meer van Atitlán op en een paar dorpjes bezoeken. Dit kan met een openbare boot, maar een privé-boot is leuker. Dan kun je zelf uitmaken waar je naar toe gaat en hoe lang je daar blijft. Voor de prijs hoef je het niet te laten: 45 quetzal = ƒ 13,50 p.p. voor de hele dag. We vertrekken om 10:00 uur en varen eerst naar San Pablo. Het is overwegend zonnig en dan meteen ook knap warm. In dit dorp maken de mensen touw uit agaveplanten. We zijn hier elf jaar geleden ook al geweest en herkennen het wel terug. De asfaltweg was er toen nog niet. We zien verschillende mensen (vrouwen en kinderen) bezig met het touw draaien. Veel vrouwen dragen nog de traditionele kleding. Alleen willen ze niet op de foto. Het is er lang niet zo toeristisch als in Panajachel. Daarna varen we naar San Pedro, waar we vorige keer overnacht hebben. We herkennen het hotel waar we geslapen hebben en krijgen het idee dat het een stuk opgekapt is. We zien een bekend uitzichtpunt, maar de rest zegt ons niets meer. We eten bij een alleenstaande moeder met vijf dochters die van de moeder per se moeten studeren. In de vakantie komen ze terug om te helpen en dragen dan weer hun klederdracht.BarretjeVervolgens gaan we naar Santiago, het meest toeristische dorp van de drie. Er staan veel kraampjes met textiel en kinderen met kralen armbandjes. Voor een quetzal willen ze wel op de foto. We zien ook de vrouwen met het bijzondere hoofddeksel, de tocoyal. Vrouw met een tocoyalDie bestaat uit een lange band die om het haar en het hoofd wordt gewonden en die meerdere keren per dag opnieuw omgebonden moet worden. Er zijn maar een paar mannen in traditionele kleding: witte broek met paarse streep en aan de onderkant geborduurd. Daarboven dragen ze een bontgekleurde kiel en een witte hoed. De vrouwen dragen lange bonte rokken met geborduurde hesjes, huipiles, veel met bloemmotieven langs de hals. Het lange zwarte haar dragen ze in een staart en ze hebben geen hoofddeksel. Aan de kleding kan men zien uit welke plaats men komt.
We gaan op zoek naar de Maximón, een religieus figuur. Die staat in een aparte ruimte opgesloten en wordt als een heilige verzorgd. Hij ziet er uit als een vogelverschrikker in sjofele kleding. Hij draagt twee hoeden, een zonnebril en een sigaar.
Als je al die toeristenstalletjes ziet met al die mensen erachter, dan vraag je je af hoe ze daar van kunnen leven. Al zie je wel veel toeristen met plastic zakjes. Wij kopen twee T-shirts voor 45 quetzal (ƒ 13) samen en daar verdienen ze dan op. Om 17:30 uur zijn we terug en eten bij een soort chinees.

Dinsdag 31 juliSololá, naar Antigua

Om 5:00 uur worden we wakker van het vuurwerk dat wordt afgestoken ter ere van de verjaardag van Mark. Dat is hier gebruikelijk en men dwingt zo een goed jaar voor de jarige af, als hij er tenminste wakker van wordt.
Markt in SololáWe rijden eerst naar Sololá. Onderweg stoppen we bij een mooi vergezicht over het meer en de vulkanen. In Sololá is het markt. Een geweldige markt! Alle vrouwen en veel mannen in klederdracht. Weer heel anders dan gisteren. Er zijn maar weinig toeristen en erg, erg veel indianen. Het is af en toe dringen om ergens door te komen, maar het is leuk! Het ziet er allemaal fleurig uit, al die bont geklede mensen. De verkoopwaar is gewoon, maar dat maakt niet uit. We gaan op een stoepje zitten en zouden hier de hele dag kunnen blijven kijken. Het is prachtig. We hadden niet gedacht, dat er nog zoveel mensen in klederdracht zouden lopen. Het is opvallend hoeveel mannen hier de klederdracht dragen.
In Antigua zitten we aan het randje van het centrum. Iris heeft een taart besteld voor de verjaardag die we in de tuin van het hotel opeten. Het is hier de gewoonte dat de jarige taart krijgt en niet uitdeelt, zoals bij ons.Markt in SololáWe wandelen het centrum in op zoek naar herkenningspunten. De eerste is de La Merced en hierna volgt de Santa Catalina. Het klooster is deels ingestort (in de achttiende eeuw), maar de boog staat er nog. We hebben half uitzicht op de vulkaan Aqua. Daarna gaan we naar de kathedraal. We horen van Iris dat de regering de belasting heeft verhoogd en dat er morgen misschien een algehele staking komt. Wellicht is dat de reden dat er voor een bepaalde bank honderden mensen in de rij staan.
Ze hebben hier in Guatemala weer etiketten op de bierflessen, die er door iedereen afgehaald worden voor de plakboeken. Tot nu toe hadden we dat alleen in Costa Rica. De rest zit erop geprint. De prijs van het bier verschilt hier en daar: van 8 tot 15 quetzal. Meestal was het overal even duur. We eten 's avonds in een gezellig klein restaurant met spareribs en een grote spies met mals vlees.
Als we teruglopen, zien we overal pamfletten aan de muren hangen over de staking van morgen. De papieren zijn in de muren geniet. Er hangen ook zwarte stukken plastic en plastic vlaggen. Van zowel het papier als de vlag nemen we er eentje mee.

Woensdag 1 augustusAntigua

Er is inderdaad een staking. Veel winkels en banken zijn dicht. Ook restaurants en de markt. Een helikopter strooit pamfletten uit over de stad. Gelukkig zijn de ruïnes en de musea wel open. Ook hier staan weer veel gekleurde huizen en lopen vrouwen in klederdracht die van alles proberen te slijten. We bezoeken o.a. de kathedraal, de San Franciscokerk en het bijbehorende klooster, wat enorm groot is.
Op het centrale plein is een manifestatie bezig. Als we bij de markt zijn, merken we dat die afgelopen is door het grote aantal mensen dat deze kant opkomt. Het plein blijft erg druk met mensen die op bankjes zitten en met verkopers. We gaan op zoek naar wat te eten. Veel restaurants zijn dicht. We kunnen naar de bakker of misschien de markt. Onderweg daar naar toe zien we een klein open restaurant 'Casa de la mixtas'. Santa Catalina-klooster met Agua-vulkaanHet is heel klein en vol. We moeten buiten even wachten. Binnen is nog een tafel waar een andere tafel bovenop staat. Die zetten ze in het gangpad en dan kunnen wij zitten. Op de kaart staat dat je niet meer dan drie biertjes per persoon mag drinken. Het is hier ontzettende goedkoop. Ze hebben een dagmenu met soep, een bord met rijst met vlees en groente en fruit als toetje voor 12 quetzal (ƒ 3,25). Wij nemen sandwiches met tonijn en ei. We willen nog naar de Recolección, maar de entree kost maar liefst 30 quetzal tegenover de andere ruïnes slechts 2 of 3. Dat staat in geen verhouding en we zien er vanaf. We gaan nog wel even bij La Merced naar binnen, de ruïnes dan, in de kerk waren we al geweest. Ten opzichte van elf jaar geleden, is er veel gerestaureerd. Zelf noemen ze dat niet zo: het is ter versteviging.
Iris had voor vanavond een restaurant besproken, maar die heeft dat afgebeld in verband met de staking. In veel andere plaatsen zijn rellen uitgebroken, maar hier is het gelukkig rustig. Ze heeft een andere restaurant bereid gevonden om vanavond voor ons open te gaan: een Beierische Biergarten. Nooit gedacht, dat we 'het laatste avondmaal' in Guatemala in zo'n tent zouden houden.
Ze hebben tabbier dat in grote pullen geschonken wordt. Omdat we 's middags de bestelling al hebben doorgegeven, gaat het 's avonds in rap tempo. Hierna willen we nog ergens wat drinken, maar ook de meeste cafés zijn dicht. We vinden er wel een, een grote waar het stampvol is. Gelukkig hebben ze buiten een tuin, waar de temperatuur niet al te hoog is, zoals binnen.

Donderdag 2 augustusNaar huis

Om 5:00 uur staan we op en om 7:00 uur zijn we ingecheckt. We maken de allerlaatste quetzals op en beginnen aan het grote wachten. Op het vliegveld in Guatemala zien we de Pacayavulkaan rook spugen. We hadden in Nederland al gehoord, dat veel vulkanen hier alarmfase 'geel' hebben.
We vliegen in drieënhalf uur naar Atlanta, waar we weer de hele procedure van paspoortcontrole doorlopen, terwijl we eigenlijk niet in de VS willen komen. Rare mensen.
Om 17:35 uur vliegen we naar Amsterdam...

Vrijdag 3 augustusNaar huis

... waar we om 8:05 uur aankomen.

Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.

Dit was een reis met Baobab (tegenwoordig Sawadee).