Vrijdag 20 juliNaar León
Eerst gaan we 'even' naar de bank. Er is hier een rij voor vier loketten waar we achteraan sluiten. Sommige mensen dringen voor bij een loket en als wij aan de beurt zijn, gaan we snel naar dat loket. Maar we worden teruggestuurd: het is de rij voor de ouderen van de plaats zelf.
Het is bewolkt, soms schijnt de zon, maar het is gelukkig droog.
Bij het hotel proppen we ons in het busje. Het is een ander busje dan het vorige en nog kleiner. Er is geen bagagerek op het dak, zodat alles in de bus moet. Van stapelen heeft men hier geen kaas gegeten. Met veel passen en meten blijken er uiteindelijk negentien zitplaatsen te zijn. Alle mensen hebben al hun tas op een bankje gezet, zodat alleen de plaatsen naast de chauffeur nog vrij zijn. En dat zijn wel de beste! Wij hebben alle ruimte en kunnen vooral de weg goed zien en die is niet al te best. Er zitten grote gaten in en hij is al vaak opgelapt. We rijden dan ook slingerend over de weg om op de beste stukken te rijden. Iedereen doet dat zodat het lijkt alsof iedereen dronken is. Er lopen wat mannen en jochies langs de kant van de weg die de gaten enigszins opvullen, waarvoor ze geld vragen. Men verdenkt ze er van dat ze ook zelf gaten maken en die vullen. Ze krijgen hierdoor maar van weinig automobilisten geld.
We gaan via Managua, de hoofdstad van Nicaragua. De binnenstad hiervan is door een aardbeving rond 1970 met de grond gelijk gemaakt. En dat is sindsdien zo gebleven. Er is wel opgeruimd maar niet meer opgebouwd. Er is dus geen echt centrum meer. De oude kathedraal staat er nog wel, maar dan zonder dak. Op het grote plein hiervoor is gisteren (we zagen het op de televisie) de bijeenkomst van de sandinistische partij geweest, die de Dag van de Revolutie vierden. Alhoewel de sandinisten niet meer aan de macht zijn, hebben ze nog wel zoveel invloed, dat de huidige regerende partij deze dag niet afgeschaft krijgt. In november zijn er nieuwe verkiezingen en men is bang dat de sandinisten, die voornamelijk gesteund worden door jonge werkelozen die vaak dronken zijn, winnen. Buitenlandse ondernemingen trekken zich nu al terug uit het land, want als de sandinisten winnen, kunnen ze alles inleveren.Er is nog meer slechte weg richting León. Het laatste stuk is goed: nieuw aangelegd na 'Mitch' van een paar jaar geleden. We zien de oude wegen zonder bruggen liggen.
De meeste hotels tot nu toe hebben een tuin of binnenplaats al dan niet voorzien van (schommel)stoelen. Je kunt er heerlijk zitten met een drankje. Zo ook in hotel Europe in León.
Het is nog steeds droog, ondanks het feit, dat er voor vandaag (en het hele weekend) regen is voorspeld. De zon gaat zelfs schijnen, zodat we het ontzettend warm krijgen. We gaan de stad in. Het is de tweede stad van Nicaragua (zusterstad van Utrecht) met zo'n 125.000 inwoners. Dat zou je niet zeggen als je er doorheen wandelt. Het is allemaal laagbouw en een stuk armer dan Granada, maar de kerken zijn van binnen allemaal mooier. Er is meer te zien en minder restaurants. De kathedraal is de grootste van Midden-Amerika en was eigenlijk bedoeld voor Lima in Peru, maar de kerken werden op de boot vanuit Spanje verwisseld. Ook hier zijn veel gekleurde huizen wat toch wel erg leuk staat.
's Avonds eten we bij Jaquetzal. Net als we de kaart bestuderen komt 'de familie' binnen. Ze schuiven aan en we bestellen. Iedereen is al zo'n beetje klaar als Lia haar eten krijgt. Het smaakt allemaal uitstekend, het kost 55 cordoba's per menu en is voor herhaling vatbaar. Men kent hier ten lande geen glazen en geen bierviltjes voor het bier en de tafels worden constant aangeveegd met servetjes.
Terug in het hotel zit een groot deel van de groep in de tuin te schommelen en wij schuiven aan.
Zaterdag 21 juliLeón
We lopen eerst naar de markt en bezoeken nog een kerk. Beide niets buitengewoons. Onderweg kopen we bij de bakker wat broodjes die we op het grote plein voor de kathedraal op eten. 'Mercedes' komt met een meisje geld bedelen voor een gehoorapparaat, maar Iris had ons al gewaarschuwd, dat diezelfde vrouw er altijd is en dat ze denkt dat het schooien zo goed gaat, dat er nooit een gehoorapparaat zal komen.
Op het plein is men druk bezig met voorbereidingen voor een processie ter ere van Maria. Er wordt van alles omgeroepen door microfoons, er zijn veel verkopers en allerlei rijdende pizza- en andere hapjeskramen. Er zijn zowel op het plein als in een straat meerdere kunstige suikerbedden gemaakt. Het is een gezellige drukte en we blijven hier maar zitten. Het is een overwegend zonnige en dus warme dag. Iedereen gaat zoveel mogelijk in de schaduw zitten en staan. Het wordt steeds drukker, veel kinderen hebben mooie jurken aan en er zijn mensen met ballonnen. Overal hoor je het geklingel van de ijscokarren. Er zijn twee engelen buiten de kerk gezet. Het is een geroezemoes van jewelste en er klinken Maria-liederen. Tegen halftwaalf komt er wat aan. Het lawaai wordt oorverdovend: er worden knalpotten afgestoken en knalvuurwerk, de klokken luiden, de sirenes loeien op volle toeren, er loopt een blaaskapel achter het Mariabeeld en iedereen zingt en klapt mee. Geweldig. Voorop lopen allerlei mensen in uniform en zij lopen om de suikerbedden heen. De mensen die het versierde beeld van Maria dragen, lopen er overheen. De optocht wordt bij de kathedraal opgewacht door de kardinaal die de menigte voor gaat naar binnen. Ook de muziek volgt. Iedereen zingt (niet allemaal hetzelfde), klapt en zwaait met vlaggetjes. Het is er prop- en propvol en het is een swingende menigte. Iemand brengt gewoon zijn fiets mee naar binnen.
's Middags houden we siësta en tegen vieren breekt er een wolkbreuk los die gepaard gaat met onweer. We merken, dat de zandzakjes voor de deur tegen het water zijn en niet tegen binnensluipende kruipdieren, zoals we eerst dachten.
We eten in hetzelfde restaurant als gisteren. Er tegenover is het theater, waar het erg druk is. Veel meisjes en een paar jongens lopen in een zwarte toga, witte sjaal en hoofddeksel zoals afgestudeerde rechtenstudenten bij ons dragen. De partners dragen pakken en avondjurken. Ze worden allemaal opgehaald wat een grote file van walmende auto's veroorzaakt.
Zondag 22 juliNaar Tegucigalpa (Honduras)
Om 7:30 uur vertrekken we naar Tegucigalpa, de hoofdstad van Honduras, kortweg Tegus genoemd. We hebben deze keer een ruime bus (meteen de Hondurese), mede doordat de bagage op het dak kan. Na twee uur rijden zijn we bij de grens. Weer moeten we briefjes invullen. Die voor Honduras moeten helemaal juist zijn ingevuld zonder doorhalingen, anders keuren ze het niet goed. Het gaat allemaal vrij snel, de bagage hoeft niet van het dak en Iris treft allerlei bekenden en dat ze vrouw is, helpt hier. We moeten wel smeergeld betalen. Normaal is dat US$ 2 en op zondag US$ 4. Iris pingelt en we hoeven slechts US$ 3 p.p. te betalen. De koers voor het geld wisselen is niet zo gunstig, want de handelaren maken gebruik van het feit dat op zondag de banken niet open zijn. En de cordoba's kunnen we alleen hier wisselen in lempira's en niet verderop in het land.
Onderweg stoppen we in Choluteco bij een winkelcentrum waar restaurants zijn en een grote, open supermarkt. We kopen er eten voor morgenvroeg en morgenmiddag: salami, tonijn en cornedbeef.
We rijden door het gebied waar Mitch het ergst heeft huisgehouden en zien steeds meer ingestorte bruggen. Het landschap is eerst vrij kaal, later komen er meer bergen.
Tegen drieën komen we in Tegucigalpa aan. Het hotel is een blok beton met simpele kamers. Het voldoet. Er wordt gewaarschuwd 's avonds niet alleen op straat te gaan. We lopen het centrum is, waar het vrij druk is. Het is zondag, veel mensen zijn vrij en veel winkels zijn dicht. Er is wel een soort markt: kraampjes met paraplu's erboven waar we een gele schoolbus kopen, zoals we die in heel Midden-Amerika al tegengekomen zijn. We bezoeken eerst de 'Iglesia los Dolores', een mooie kerk, zowel van buiten als van binnen. Van binnen is het tot nu toe de mooiste die we gezien hebben met een mooie koepel. De kathedraal zien we ook, maar die is dicht. Het is zonnig en erg warm en we hebben dorst, maar we kunnen geen café of iets dergelijks ontdekken. Alleen maar fast-food-restaurants als Duncon Donuts, Burger King, McDonalds, Wendy's enz. enz. Talloze. We vinden wel een open supermarkt en ook het plaatselijke bier, Salva Vida (er is ook Hondurees Imperial). Het smaakt goed. De stad is verder niet veel. In alle stalletjes en alle winkels staat een televisie waar voetbal op is.
Omdat er zo weinig open is op zondag eten we met de hele groep samen in La Terraza de don Pepe. Het is hier hartstikke druk en er speelt een wel aardige band bestaande uit twee personen. Ze hebben een grote kaart, maar lang niet alles is er ook daadwerkelijk. Al met al een gezellige avond.
's Avonds komt er geen water uit de kraan.
Maandag 23 juliTegucigalpa, La Tigra
Om 8:00 uur vertrekken we met de bus naar La Tigra, het oudste nationale park van Honduras. Het ligt op twintig kilometer van Tegus en daar doen we een uur over. Het is alleen maar omhoog en we rijden door de rijke buurt met grote landhuizen met zwembaden.
We verdelen ons in groepjes en wij gaan met Mark en Daphne een lange tocht lopen. Iedere groep krijgt een kaartje mee, dat we zichtbaar om de hals moeten dragen. Bij terugkomst moet je dat weer inleveren. Het is hun manier om te kijken of 's avonds iedereen het park uit is. We beginnen op 1.860 meter te lopen. Door de hoogte is La Tigra een nevelwoud. Van de nevel zien we niets, want het is een stralende, zonnige dag. Het is hier bovendien veel te droog voor de tijd van het jaar, waardoor al heel wat oogst is mislukt. Als de regen nog lang uitblijft, heeft men zeer binnenkort hier een gebrek aan water. Het nevelwoud verschilt van het oerwoud doordat er andere planten staan. Hier vind je veel bromelia's, mossen en varens. Eerst lopen we tweehonderd meter omhoog in een half uur tijd. Vervolgens driehonderd meter naar beneden in het volgende half uur. Daarna een stuk vrij vlak waarbij we mooie vergezichten tussen de bomen zien. We zien veel mooi gekleurde vlinders, verschillende salamanders, een soort eekhoorn zonder staart en een enkele vogel. We komen geen andere mensen tegen. Het is er heerlijk rustig, met alleen het geluid van de natuur om je heen. Halverwege bij een afslag staan wat bankjes, waar we onze lunch opeten. Het volgende stuk is vrij steil omhoog. Door de droogte is het pad prima te belopen. Alles staat ook goed aangegeven. Het laatste stuk regent het wat, maar niet zo hard dat het door de bladeren heen komt. Tegen tweeën zijn we weer bij de bus. Het was een lekkere wandeling.Als we eenmaal in het hotel zijn, valt er een goede bui. Deze regen is zo'n beetje de laatste van deze reis. 's Avonds is het weer droog en we gaan een biertje drinken. Op de straten zien we hele rijen mensen staan te wachten voor de bus en de taxi. Ze staan allemaal netjes in de rij en er wordt zo te zien niet gekankerd. Hoe anders gaat dat bij ons. Duncan Mayan is een hele grote tent, matig gevuld. Er staat een groot videoscherm en twee televisies voor 's avonds als Honduras tegen Brazilië speelt voor de Copa Americana (in Colombia). Het ziet er een beetje kitscherig uit met hertenkoppen aan de muur, grote, vervuilde schilderijen en kerstboomverlichting langs de wand. Zoals het reisboek al beschreef, krijgen we er hapjes bij: kippenpootjes, stukjes sandwich, gebakken aardappel. Het is er wel gezellig en het loopt langzamerhand steeds voller. We zien wel wat mensen met voetbalshirts, maar ze zijn lang niet zo gek als bij ons. Het afrekenen lukt niet: we vragen het een paar keer, wachten telkens vijf minuten en vragen het dan weer. Na twintig minuten hebben we nog steeds geen rekening en houden we het voor gezien en lopen langzaam naar de deur met het idee dat ze ons wel achterna komen. Maar nee: ze kennen blijkbaar geen ongeduldige klanten.
Bij een plaatselijke, kleine 'don Pepe' gaan we eten. Er zitten alleen lokale mensen. We eten lekker: rundvlees en varkensvlees met groente.
Het Hondurese voetbalelftal heeft net gescoord. We zitten op de hotelkamer te schrijven en horen buiten een hoop herrie (geschreeuw, vuurwerk). Het zal 2-0 worden. Donderdag moeten ze tegen Colombia voor de halve finales (hier worden ze uitgeschakeld).