Dinsdag 17 juliOmetepe
Ontbijt in het hotel: eieren met ham en een warm broodje met ham, tomaat en ui. Lekker.
Vandaag maken we een excursie: met het 'busje' gaan we de hele dag weg. In een uur rijden we naar de boerderij van don Carlos, die ook eigenaar van het hotel is. Privé-bezit betekent hier bezit voor de hele familie. Alleen in het dorp (de hoofdstad) is een stukje verharde weg, de rest zit vol kuilen en gaten. Paarden, koeien, varkens (roze, grijze, bruine en gevlekte), kippen, kalkoenen en kinderen scharrelen over de weg en in de berm. Een enkele pick-up rijdt er en een paar fietsers. Het is er erg groen. De regentijd is hier niet goed (geweest). Normaal regent het hier iedere dag een paar uur, maar dit seizoen is het een week droog, dan drie dagen keiharde stortregens en dan weer een paar dagen droog. De boeren liggen dan ook achter met zaaien.
Onderweg zien we verschillende vogels zoals de urraca, groene papegaaien (altijd in koppeltjes van twee), gieren en parkietjes. Urraca's komen alleen hier op het eiland voor en hebben veel eigenschappen van eksters.
De boerderij is erg uitgebreid en ze hebben van alles: wat kippen, koeien, varkens en verschillende soorten vruchten en kruiden (mango's, grenadines, avocado's, papaya's, kaneel, kruidnagel). Ze zijn niet echt gespecialiseerd en op deze manier is er altijd wat.We struinen dwars over het land met de eigenaar die van alles uitlegt. Hij werkt er zelf niet meer, alles is uitbesteed. We drinken kokosnootmelk en cola. We zoeken verschillende petroglieven die gewoon op het land staan. Dit zijn pre-Columbiaanse beelden die verspreid over het eiland liggen.
Hierna rijden we naar het strand Playa Santo Domingo waar we lunchen met een lekkere tonijnsalade met ieder een compleet blik tonijn. De rest wil naar het strand ondanks de regen. Wij besluiten terug te lopen (een uur en drie kwartier). Onderweg krijgen een fikse bui. De hele dag hebben we de vulkanen niet helder gezien, er hangen steeds wolken voor. We zien nog meer urraca's, vier papegaaien en een kolibrie.
In het dorp gaan we nog even naar de kerk waar in de tuin beelden staan uit de pre-Columbiaanse tijd. De kerk is erg eenvoudig met veel witte gordijnen. Wij zijn erg smerig. Onze benen en voeten zitten onder de modder en we zijn flink bezweet.
Er komt een kleine processie door de straat met een stuk of twaalf, veertien kleine meisjes, allemaal gekleed in blauwe jurkjes, hoeden en handschoenen. Daarachter loopt een bruidspaar en alles verdwijnt in de kerk. De mensen hier kiezen zelf hun partner. Vaak gebeurt dat echter wel uit economische redenen. Hierdoor nemen de beide partners (de mannen vaker dan de vrouwen) er een minnaar naast. Dat moet wel in het geheim, want een vrouw hoort zoiets niet te tolereren van haar man. En dan zou ze moeten scheiden, maar dat mag weer niet van de kerk
We eten wederom in het hotel. Volgens Iris is elke eetgelegenheid hier zo'n beetje even goed en even duur en we eten uitstekend: een spies met varkensvlees en spek voor Martijn en een 'pruttelende kip' van de grill voor Lia.
Woensdag 18 juliNaar Granada, Masaya-vulkaan
Om 5:45 uur vertrekken we al met de pick-ups om de boot naar het vaste land te halen. Deze keer gaan we met de 'grote' boot waar zelfs twee vrachtauto's op kunnen. Het water is weer rustig behalve het laatste stukje waar we aan moeten leggen. Omdat de bagage in de bus gaat, blijven er maar net genoeg plaatsen over om te zitten. En niet alle plaatsen zitten even lekker, zoals boven een wielbak. Nou is het maar een uurtje, dus dat is wel uit te houden.
Goed 9:00 uur zijn we al in Granada. Ons hotel Emperial ligt op het centrale plein, waar talloze bankjes en bomen staan. Er zijn ook wat winkeltjes/kraampjes en veel kinderen die nootjes te koop aanbieden. Ook veel ijscokarren. Alle vrouwen en meisjes die wat te koop hebben, dragen een zelfde wit schortje met een aantal rijen kanten en ruches. Er is niet zoveel verkeer in de stad. Er zijn gewoon weinig auto's wat een teken is, dat het een arm land is.
Het gaat goed met de muggen en steekvliegen. De eerste bulten en korsten verdwijnen en er komen amper nieuwe bij.
We gaan naar de supermarkt inkopen doen voor het ontbijt en de lunch en vinden zowaar bruin brood waar we worst bij kopen. Als we om 10:30 uur willen vertrekken naar de Masaya-vulkaan krijgt Iris te horen dat er morgen een feestdag van de sandinisten is. Hetgeen betekent, dat dan alle overheidsgebouwen dicht zijn. Dus moeten er nu nog snel wat mensen geld wisselen. De Masaya ligt in een nationaal park en heeft meerdere kraters, waaronder de Masaya (635 meter) en de Santiago (590 meter). Die laatste is actief en spuugt grote zwavelwolken. De wind staat goed, dus ruiken doen we hem niet echt. Niet alle uitzichtpunten mogen we betreden omdat sommige op instorten staan. In het park zijn de laatste jaren spontaan kleine bergen ontstaan waarvan geologen denken dat die binnenkort nieuwe kraters zullen worden. Op een smalle richel lopen we naar de top van de Masaya. Het is geen lang pad alleen de wind is erg hard. Zo hard, dat we soms bang zijn, dat we ervan af geblazen worden. Bovenaan hebben we mooi uitzicht over het Masaya-meer en de Santiagokrater.
De bus brengt ons naar het stadje Masaya waar een speciale toeristenmarkt en een gewone markt is. Wij gaan naar de gewone omdat de prijzen hier een stuk lager liggen. We gaan op zoek naar een hangmat zonder stokken, omdat het zonder stokken eenvoudig een stuk lekkerder ligt. De mensen zijn erg aardig en laten ons rustig kijken (tot nou toe overal trouwens) en dat is wel zo prettig. Je kunt hier wel iets pingelen, maar niet zoveel. Lia koopt een portemonnee voor ƒ 4 en naar de hangmat zoeken we even. Er zijn er genoeg, maar we willen wel een mooie kleur. Uiteindelijk kopen we er een voor 120 cordoba's, ƒ 24.
Op de terugweg stoppen we bij een uitzichtpunt bij het Meer van Masaya, maar het is er te heiig. Als we weer in de bus zitten, begint het te storten. Precies op tijd, want nu hoeven we er alleen nog maar uit om te eten. In Nederland vraag je je nog wel eens af 'regent het nu of niet'. Nou, dat hoef je hier niet te doen. Als het regent, is dat meteen keihard. Het is deze keer maar een uurtje. De rest van de avond is droog.
Van het hotel krijgt de groep een cuba-libre aangeboden en vervolgens gaan we op zoek naar een restaurant. We lopen wat door de straten en van veel huizen staat de deur open, zodat je naar binnen kunt kijken. We zien overal schommelstoelen. We zagen ze al eerder, maar het lijkt alsof ze hier niks anders hebben. Ze variëren van eenvoudig tot luxe met heel veel pitriet erin verwerkt. Op veel plaatsen staan twee schommelstoelen voor het huis met schommelde mensen erin. Iedereen schommelt. Typisch Nicaraguaans. Grappig.
We vinden een soort café met twee tafeltjes buiten. Aan de ene tafel zit een plaatselijke familie. Het ziet er gezellig uit en we vragen of er kunnen eten en dat kan. Ze hebben maar één gerecht op het menu: kip (55 cordoba's). Wij vinden het best en gaan zitten. Het bier krijgen we in aardewerk kroezen. Vooraf krijgen we een salade die je hier gewoon kunt eten. Ook de kip met pasta en rijst smaken erg goed. Wij houden wat rijst over, dat door een schoenenpoetser wordt opgegeten, die hier netjes om vraagt. Er komen enkele plaatselijke mensen bij en telkens wordt er een tafel naar buiten gedragen. Ze draaien lekkere muziek (van José Luiz Perales) en er brandt wierook. Voor de deur staan een paar dure toyota-landcruisers, compleet met chauffeurs en bodyguards. De eigenaren zitten binnen en af en toe roept de ober dat er eentje naar binnen moet en soms komt de eigenaar naar de auto als er telefoon is.
Donderdag 19 juliGranada
Het regent (giet) en de hele lucht is egaal grijs. Dat ziet er niet goed uit en de regen zal dan ook voorlopig niet stoppen. Wij willen naar het museum, maar dat is gesloten vanwege de feestdag. Dan gaan we maar internetten, maar er is geen satellietverbinding door de regen. Onder de paraplu's wandelen we toch maar even door (een paraplu is veel prettiger dan een jas vanwege de temperatuur (warm en klam)) en vinden achter het hotel een straat waar veel winkels open zijn en waar het markt is. Ook is er een grote supermarkt open waar we brood, kaas, tonijn en mayonaise kopen.
Bij het zwembad gaan we zitten schommelen en lezen en laten we onze kleding drogen. Het hotel wordt verbouwd en er zijn talloze bouwvakkers bezig met tegelen, ronde pilaren maken, metselen.
's Middags klaart het enigszins op en gaan we wandelen naar het meer. Overal staan felgekleurde huizen in allerlei mogelijke kleuren en kleurcombinaties. Veel huizen hebben een pannendak wat erg leuk staat. Het begint weer wat te miezeren en we besluiten tot een pauze in het hotel. Het zweet breekt ons weer eens spontaan uit en we zijn erg klam. Even rustig liggen op bed helpt daartegen en je vooral niet druk maken.Om een uur of vier is het weer even droog en gaan we naar de La Merced-kerk. Aan de buitenkant ziet hij er niet uit, alsof het een ruïne is. Van binnen is hij een stuk mooier. Door de stromende regen lopen we terug naar het hotel en nemen we op het terras een biertje. Victoriabier hebben ze hier. We krijgen er een schaaltje met zoutjes bij. Dit terras is geheel overdekt, dus kunnen we gewoon buiten zitten, want de temperatuur verandert weinig door de regen.
's Avonds gaan we in dezelfde tent eten als gisteren samen met Mark en Gerrit-Jan. Als wij komen, zijn we de eerste, maar langzamerhand komen er meer mensen, allemaal 'lokalen'. We krijgen hetzelfde te eten als gisteren en het is net zo lekker. Ze zitten met het licht te klooien en ze kunnen allerlei verschillende effecten bewerkstelligen, wat ze dan ook doen. De ene keer is het vrij licht, dan weer donker en soms er tussenin. Wel grappig. We zitten binnen vanwege de druilerige regen. Buiten zou net kunnen onder het afdakje als het niet te hard regent, maar voor vandaag hebben we genoeg regen gezien. Op de kamer zetten we even de airco aan om op temperatuur te komen. Als we gaan slapen, gaat hij uit.