Mexico - Guatemala
5 oktober t/m 4 november 1990
MEXICO is een van de rijkere ontwikkelingslanden, maar het gaat economisch zeer slecht en de welvaart is ongelijk verdeeld. De belangrijkste inkomstenbronnen zijn olie-export en toerisme.
De meerderheid van de Mexicanen is mesties, een mengeling van Indiaans en Europees bloed. Daarnaast wonen er zes miljoen indianen. Velen van hen zijn rechtstreekse afstammelingen van de Azteken en de Maya's.
GUATEMALA vormt sinds millennia samen met het zuidelijk deel van Mexico en Belize het land van de Maya's. Onder aanvoering van grote steden als Tikal, Palenque en Yaxchilán kwam de Maya-cultuur tot volle bloei. Een plotselinge catastrofe, gevolgd door de invasie van de Spanjaarden, heeft deze rijke cultuur niet doen verdwijnen. In de hooglanden is zij nog springlevend.
Vrijdag 5 oktoberNaar Madrid (Spanje)
's Middags om 15:30 uur vertrekken we naar het station (met de bus, want het regent) waar we Wout en Ria, zoals afgesproken, ontmoeten. Na een voorspoedige reis maken we op Schiphol kennis met de groep van achttien man (acht mannen - tien vrouwen). De reis maken we met Baobab. Het begint goed: Machiel komt een uur te laat, maar dat mag de pret niet drukken. Jammer, maar we zitten niet naast elkaar in het vliegtuig. Niet zo erg, want het is maar een klein stukje: twee uur naar Madrid in Spanje. Twee busjes brengen ons naar hotel Diana, dat slechts op vijf minuten rijden van het vliegveld ligt. Van Madrid zien we dus zo goed als niets.
Na onze spullen in onze kamer te hebben gezet, verkennen we het hotel: diverse eetgelegenheden, winkels en kroegjes. Beneden in een van die cafeetjes gaan we lekker zitten pimpelen samen met Wout, Ria, Huib en Carlette. Zo wennen we langzaam aan het tijdsverschil met Mexico (zeven uur).
Zaterdag 6 oktoberNaar Mexico-stad (Mexico)
Om 8:00 uur worden we door het hotelbusje in een aantal ritten naar het vliegveld gebracht. Het is goed, dat we ons de vorige avond al hebben laten inchecken, zo zitten we tenminste naast elkaar. Bovendien blijkt het vliegtuig overboekt. Een reisleider in spe die onze reis mee zal maken om de route te leren kennen, Wim van Turnhout, kan ondanks een ticket niet mee. Elf uur later komen we, na een saaie vlucht, in Mexico-stad aan. Onderweg hebben we alleen een paar schitterende atollen gezien (Bahamas?). Op het vliegveld wisselen we meteen geld en voelen ons ineens stinkend rijk: in peso's zijn we ruim miljonair.
Met taxi's worden we dwars door de stad naar het hotel gebracht. Onze chauffeur weet de weg niet. Dat kan ik me ook wel voorstellen, want toen we over Mexico-stad vlogen, zag je goed hoe verschrikkelijk groot die plaats is. Gelukkig rijdt een taxi met een ander groepje van ons gezelschap voorbij en kan de chauffeur mooi volgen. Wat een wrakken rijden er op de weg. Veel grote auto's, veel kevertjes en bijna allemaal worden ze met (ijzer)draad bij elkaar gehouden.
Eenmaal in het hotel bestellen we beneden in de bar twee cola voor Wout en Ria die vandaag precies één jaar zijn getrouwd. Samen met een in Nederland gekochte kaart willen we dat op hun kamer laten bezorgen. Dat geeft wat problemen, want aan de bar spreken ze slechts 'poco' Engels. En dat is wel een heel klein beetje. Maar met al onze Spaanse kennis (ahum), krijgen we het natuurlijk toch voor elkaar (een 1.000 pesostuk (ƒ 1) doet wonderen).Om 16:00 uur worden we beneden door Wil Hollands, onze reisleider, onthaald (met ons eerste glas tequila) met veel verhalen wat je wel en niet moet/kan/wil doen. Na anderhalf gaan we met Wout, Ria, Huib en Carlette de stad in om een leuk eettentje te zoeken. Na een aantal winkelstraten te hebben doorgelopen, komen we bij het oude historische centrum. Hier vinden we een mooi restaurant met schitterende tegeltjes en dametjes met enorme strikken in hun haar. Prachtig. Heerlijk gegeten. Martijn heeft knoflooksoep vooraf en een schotel met vier verschillende hapjes na. Lia krijgt knoflooksoep met ei en nog wat. Wat dat is, weten we niet: dunne lapjes vlees met groente en ei en verse kaas in een beetje hete saus. Lekker.
Daarna hebben we met anderen van de groep afgesproken om naar het Garibaldiplein te gaan, waar (vooral op zaterdagavond) een heleboel Indiaanse bandjes optreden. Tegen betaling spelen ze een tijdje voor je. Het is wel leuk, maar we zijn ondertussen zo moe (voor ons is het eigenlijk 4:00 uur 's nachts), dat we maar even blijven en snel terug wandelen naar het hotel. Misschien gaan we aan het eind van de reis nog een keer terug.
In het hotel vallen we als een blok in slaap.
Zondag 7 oktoberMexcio-stad, nachttrein naar Oaxaca
Om 9:00 uur gaan we op stap naar het antropologisch museum . 't Wordt een warme, zonnige dag, zodat we aan het einde van de dag verbrand zijn. Het weer in Mexico-stad valt ons mee, maar we zitten wel in de beste periode: net na de regentijd. In de stad is er dan de minste smog en veel stof is weggespoeld.
Naar het museum zou ongeveer twintig minuten lopen zijn. Dat wordt wat meer: nl ruim een uur. We lopen niet snel en kijken veel om ons heen. Onderweg komen we een heleboel wandelaars/lopers tegen, een soortement marathon.
Het museum in het Chapultepec-park is zeer de moeite waard. Op de begane grond zien we allerlei opgravingen uit de verschillende gebieden. Op de eerste verdieping staat er meer over de mensen zelf: huisjes, kleding, gebruiksvoorwerpen. Buiten speelt een bandje. Na drie uur houden we het voor gezien en gaan naar de overkant naar de zoo. Vorig jaar waren we in de Londense dierentuin, alwaar we graag de panda's wilden zijn. Helaas waren die toen uitgeleend aan Mexico. Deze kans mogen we dus niet laten lopen. Ze zijn er inderdaad, maar ze zitten in hun hokken, zodat je ze alleen maar uit de verte kan zien. Het bezoek van de Engelsen heeft wel geholpen, want er is ook een kleintje. Het is er ontzettend druk in de dierentuin. Het is nl net als het museum gratis. Dat is in Mexico gebruikelijk op zondag.
Vervolgens wandelen we het park van Chapultepec in. Stervensdruk met Mexicanen, waarvan een deel kraampjes of gewoon waar heeft en de rest wat koopt en loopt te flaneren. Veel flikflooiende paartjes in het gras. We zitten uitgebreid op een bankje met de telelens in de aanslag.
Met de taxi gaan we vervolgens naar het station. We zijn bang dat hij (de taxi) elk moment in zal storten, zo gammel is hij. Het gaat goed. Hij (de chauffeur) probeert ons wel af te zetten, maar Wil heeft ons de gangbare prijzen verteld. Wij betalen hem daarom 3.000 peso's in plaats van de gevraagde 9.600 en stappen lachend de auto uit.
We stappen in de trein die ons naar Oaxaca zal brengen, waar we de volgende ochtend om 9:00 uur aan zouden moeten komen. Wij vertrekken in ieder geval op tijd. We hebben samen een knusse suite met een eigen wasgelegenheid, wc en twee losse fauteuils. Hoe het later met de bedden moet, weten we niet, want de steun voor het bed is verdwenen. We zullen wel zien.
De trein schokt wel een beetje. We hopen, dat onze luxe fauteuils het houden. We hebben ons voor niets zorgen gemaakt over het bed: het hangt 'gewoon' aan draadjes. 't Is wel moeilijk eten en drinken in de trein met al die onverwachte bewegingen. Ook het slapen valt niet mee. Slaap je net een beetje, word je weer fors door elkaar geschud.
Maandag 8 oktoberOaxaca, Monte Albán
We komen om 9:30 uur in Oaxaca aan. Netjes op tijd dus. Met taxi's worden we naar het koloniale hotel Verregen gebracht. Van buiten ziet het er niet uit, maar van binnen is het werkelijk schitterend.
Daarna gaan we de stad in. Leuke, gezellige plaats. Eerst bekijken we de kathedraal van buiten en binnen. Heel mooi. De straten op zich zijn al een belevenis: veel huizen zijn kleurrijk beschilderd. Dat is een erg mooi gezicht. Via de zócalo (centraal plein) gaan we naar de markt(en). We raken niet uitgekeken. 't Is met geen pen te beschrijven. Er zijn veel mensen die je iets te koop aanbieden, maar als je nee zegt, zijn ze gelijk weer weg. Da's wel zo prettig.
't Is trouwens een prachtige dag met veel zon (insmeren!!).
Tussen de middag eten we op de zócalo samen met Nico en Wil en drinken wat. Even later komt reisleider Wil ons gezelschap houden. En warempel, na een half uurtje, verschijnt zowaar Wim, de aspirant reisleider, die in Madrid is blijven steken.
Om 13:15 uur is het verzamelen voor een hotel om van daaruit naar Monte Albán te gaan. Dat is de goed bewaarde hoofdstad van de Zapoteken (bloeitijd 800/400 voor Chr. tot 750 na Chr.). Maximaal woonden er toentertijd circa 25.000 mensen. Er zijn verschillende bouwwerken, een soort piramides. Er is een balspeelveld, waarvan de verhogingen tribunes lijken, maar dat niet zijn en bij het spel horen. Hoe dat precies gespeeld werd, is onbekend.
Om 16:00 uur kunnen de liefhebbers naar Oaxaca teruglopen. Wij behoren hier ook toe, maar door een bloedneus van Lia besluiten we maar om met anderen met de bus terug te keren.
Daarna kijken we wat winkeltjes en pikken we een terrasje op de zócalo. 's Avonds eten we met Wout en Ria. Martijn heeft iets goed pittigs, Wout een torta, die wel lekker is, maar niet groot genoeg, Ria een vieze tortilla en Lia een 'wolkje' met chorizo, die lekker is, alleen ligt er een bruine drab (moyo) bij die niemand lust. Volgende keer beter!
Dinsdag 9 oktoberOaxaca, Mitla
Bij het buurrestaurant eten we met o.a. een lekker groot glas vers sinaasappelsap.
Vervolgens wandelen naar de El Carmen Bajo. Van binnen een erg mooie kerk. Daarna door naar de kathedraal, alwaar we om 9:00 uur verzamelen om met de bus naar El Tune te gaan. Dat is de grootste boom van de wereld, zegt men. Bijzonderheden: bijna tweeënveertig meter hoog; veertien meter diameter; achtenvijftig meter omtrek; tweeduizend jaar oud.
Vervolgens rijden we naar Mitla. Na de ondergang van Monte Albán werd dit een van de belangrijkste Zapoteekse centra. Van de hele plaats is niet heel veel meer over. Het belangrijkste wat bewaard is gebleven, zijn de muurmozaïeken, reliëfs. Deze zijn zonder specie als een muur gemaakt.
Op de terugweg stoppen we bij een mescaldestilleerderij. We mogen proeven; ook die mescal die pas de nacht ervoor gereed gekomen is. Het hele proces wordt uitgelegd. Mescal bevat 70º - 80º alcohol. Men heeft ook flessen waarin een wormpje op de bodem zit. Volgens kenners zijn dat de beste!
Daarna gaan we nog naar een plaatsje voor de beroemdste weverijen van Mexico voor een rondleidinkje.
Weer terug in Oaxaca eten we op de zócalo met Wout en Ria (toeval): torta's (hele lekkere). Op ons gemak (het is een hete dag) slenteren we verder door de stad. Via het voetgangersgebied waar een hele hoop beeldhouwers bezig zijn, komen we bij de Santo Domingo, alweer een kerk. Nu naar El Carmen waar vrouwtjes met aparte weefgetouwen in de weer zijn. Ook La Soledad (een kerk) bekijken we even van binnen, voordat we terug in het centrum komen. We kopen de lunch voor de volgende middag (broodjes, salami, lemon, fanta, chips, bananen en pinda's; wat een combinatie) en voorbij de markt twee kettingen, een paar bijpassende oorbellen en een houten kammetje.
Alweer zitten we op een terrasje en we krijgen we gezelschap van Rein en Tiny. Gezellig. Later in het hotel douchen we heerlijk en liggen lekker lui op bed.
's Avonds eten we met Wout en Ria in een chique tent. Heerlijk en dat voor slechts ƒ 15 p.p. We betalen met de creditcard. Die wordt zowaar meteen geaccepteerd.
Woensdag 10 oktoberNaar Chiapas de Corza
Om 5:30 uur moeten we op; om 6:00 uur ontbijten we; om 6:20 uur rijden we met taxi's naar het busstation; om 7:15 uur gaan we met de openbare busdienst naar Chiapas de Corza, een lange busrit. Het wordt een warme, bewolkte dag met af en toe een verkwikkend buitje. Tussen de middag zijn we in het dal van Juchitán, waar de zon door komt en het meteen bloedheet is.
Onderweg zien we veel cactussen en roofvogels. Om 17:00 uur komen we in Tuxla aan, waar prompt de bus kapot gaat. Twee uur zitten we in een cafeetje, voordat hij het weer doet.
Tegen achten komen we in het 'slechtste' hotel van deze reis aan. Nou, dat valt allemaal wel mee. Het (bruine!!) water is een probleem(pje) en er zit een grote sprinkhaan, maar voor de rest gaat het goed.
Donderdag 11 oktoberSumidero canyon, naar San Cristobal de las Casas
Om 7:00 uur ontbijten we in Chiapas de Corza aan de waterkant. Een bewolkte dag zal het worden, 's middags een beetje zon. Om 7:45 uur schepen we in in twee bootjes voor een tocht van tweeënhalf uur door de Sumidero canyon. Wat schitterend is dat. Fantastisch. Goede stuurlui. Bij de mooiste plekjes stoppen ze steeds, zodat we rustig foto's kunnen maken. De canyon is veertig kilometer lang en de wanden gaan vaak duizend meter loodrecht omhoog. Hier stortten zich in de zestiende eeuw circa duizend indianen naar beneden, die de dood verkozen boven overgave aan de Spanjaarden.
Een schitterende hoeveelheid vogels maakt het geheel spectaculair: veel reigers (witte en grijze), roofvogels (welke weet niemand) en pelikanen. Ook zitten er kleine, grijze krokodillen, maar omdat het bewolkt is, zien we die niet. Anders liggen ze op de oever te zonnen. Jammer.
Om 10:15 uur zijn we terug en slenteren we even door het plaatsje. Op het politiebureau staan en hangen een paar boeven achter tralies! Om 12:00 uur gaan we met de openbare bus naar San Cristobal de las Casas. Werkelijk niet te geloven: verliest die bus in een beetje scherpe bocht zomaar allebei z'n accu's. Liggen die honderd meter achter de bus midden op de weg! En de kabels hangen tot op de weg achter de bus. Maar accu's heb je verder niet nodig om te rijden. Dus worden ze opgepakt en in een bagageruim gezet.
Om 14:00 uur komen in de vroegere hoofdstad van Chiapas aan. Wederom een prachtig hotelletje. Even later lopen we een restaurantje te zoeken, als we achterna geroepen worden. Wat is de wereld toch klein: twee vroegere buurvrouwen (die een half jaar in het huis van Karin en Peter hebben gewoond) komen op ons af. Wat verschrikkelijk toevallig! Zij zitten net met twee andere meisjes te eten en wij gaan met hen mee. Lekker gekletst en over en weer de meest indrukwekkende verhalen verteld.Nadat we onze spaghetti op hebben, wandelen we nog even over de zócalo en beklimmen een heleboel treden om naar een kerk te gaan, alwaar je een mooi uitzicht over de stad hebt. Onderweg kopen we snel even wat kaarten en postzegels.
Het duurt twintig minuten voor het water van de douche in het hotel warm wordt.
Vrijdag 12 oktoberSan Cristobal de las Casas
Om 7:00 uur staan we op om het begin van de markt mee te maken. Vanuit de omliggende dorpen komen de mensen om hun goederen te verkopen of om inkopen te doen. In deze omgeving vind je pas echt kleurig geklede mensen. Hierna vertrekken we naar Chamula, een traditioneel Tzotzil-dorpje, tien kilometer buiten San Cristobal. De kerk is de grootste bezienswaardigheid. Het is een heel eenvoudige kerk zonder banken, maar er branden honderden kaarsen en er staan tientallen beelden welke bij festiviteiten mee naar buiten genomen worden. Dit geeft een prachtige sfeer. Men bidt hier niet gezamenlijk zoals bij ons, maar alleen of met een klein groepje. Daarbij kan raad gevraagd worden aan een soort priester, een tussenpersoon tussen God en de gewone mensen. Rauwe eieren worden over de armen gesmeerd om vruchtbaarheid af te smeken en er wordt coca cola gedronken, waardoor men gaat boeren, zodat men rein van binnen wordt. Tijdens ons bezoek aan die kerk breekt een van de glazen waarin de kaarsjes staan. Wij moeten meteen de kerk uit.
Vervolgens lopen we naar het volgende dorp, Zinacantán, waar de bus ons zal oppikken. Tijdens de wandeling begint het enorm te regenen, zodat we totaal verzopen aankomen. Na even snel in de kerk gekeken te hebben, gaan we vlug naar San Cristobal terug om droge keren aan te doen.
's Avonds gaan we bij Serge Castro op bezoek. Deze meneer heeft z'n beroep gemaakt in het verzamelen van kleding en gebruiksvoorwerpen van de verschillende dorpen in Chiapas. Wat een schitterende verzameling heeft die man. Vooral de kostuums zijn prachtig (en veel!).
Zaterdag 13 oktoberNaar Huehuetenango, Chichicastenango (Guatemala)
Na een vroeg ontbijt vertrekt tegen zevenen de bus naar de grens met Guatemala. Het is druk en er staan zelfs veel mensen in het gangpad. Het is koud en mistig. Aan de grens regelt Wil de paspoorten/visa/stempels zodat wij ondertussen geld kunnen wisselen bij mannetjes die met stapels quetzals rondlopen. Ondertussen schijnt de zon (bloedheet) en wordt de natte kleding/schoenen te drogen gelegd.
Aan de overkant staat reeds onze vaste bus voor Guatemala met chauffeur op ons te wachten. Helaas voor Wil en Wim zijn er maar negentien plaatsen, zodat zij om de beurt moeten staan/op de grond zitten.Het is haast niet te geloven, maar Guatemala is mooier dan Mexico. Niet qua natuur betreft, die komt vrijwel overeen, maar wat de mensen betreft. Ze zijn veel bonter gekleed en daardoor visueel veel aantrekkelijker. Ze zijn veel vriendelijker, maken minder problemen met foto's en het eten is ook lekkerder.
Onderweg komen we langs een grote bad- en wasplaats in de buurt van Huehuetenango. Mannen en vrouwen strikt gescheiden. Niemand heeft problemen met foto's en dat valt ons erg mee. Een prachtig oud mannetje vindt het zelfs prachtig, dat hij op de foto mag! In Totonicapán stoppen we, zodat we de markt kunnen bekijken. Schitterend, wat een kleurig geheel. Het eerst stoppen we om een zakje patat mét (ketchup en een of andere crème) te kopen. Lekker. Heerlijk rondgeslenterd. We worden voortdurend uitgelachen, omdat we zo groot zijn (zelfs Lia!) en waarschijnlijk ook, omdat we in hun ogen gek gekleed gaan (spijkerbroek met T-shirt) en er zelden toeristen op deze markt komen (we zien er geen enkele andere). Bij een van de kraampjes kopen we een heel mooi handgeborduurd hesje, zoals de vrouwen die hier dragen. Prijs: 50 quetzal - ƒ 17,50.Markt in Chichicastenango
Met de bus gaan we verder naar Chichicastenango. Onderweg stoppen we een paar keer om foto's te maken van de schitterende uitzichten (vanwege de mist en het zicht op de vulkaan Sankta Maria; later ook voor de zonsondergang).
Prachtig koloniaal hotelletje, compleet met open haard op de kamer!
Dat het veel toeristischer is, kun je meteen merken aan het geschooi van de mensen. We gaan bij een klein restaurant eten. Zitten we net, valt het licht uit: gezellig. Men komt meteen aandragen met kaarsen (veel gebroken) en dat geeft een heel aparte sfeer. En mooi oud baasje komt ons vertellen, dat de bestelde frieten niet doorgaan vanwege de stroomuitval. We eten lekker voor 42 quetzal (ƒ 14) samen. Na de stroomuitval wordt meteen de deur van het restaurant gesloten, waarschijnlijk omdat schooiertjes anders ongemerkt binnen zullen komen.
Prachtige binnentuin hebben ze bij het hotel, compleet met papegaai- oftewel paradijsbloemen.
Zondag 14 oktoberChichicastenango, naar Panajachel
Alweer vroeg op: 6:30 uur. Na een snelle douche lopen we naar de Santo Tomáskerk. Iedere zondag wordt hier een markt gehouden waar van heinde en ver Quiché-indianen komen om waren te kopen en te verkopen. Sommigen moeten de dag ervoor al vertrekken om op tijd aanwezig te zijn. Allerlei verschillende stammen komen om te bidden. Heel de trap zit vol met indianen.In de verte klinkt trommelgeroffel, wat langzaam dichterbij komt. Dan komt er een fluitje bij en komen de trommelman en de fluitist in zicht. Daar achteraan lopen eerst de mannen en dan de vrouwen van een stam in hun zondagse kledij. Elke stam heeft z'n eigen klederdracht en elke groep (die bestaat uit een aantal stammen) heeft z'n eigen van Maya afgeleid dialect. Verschillende groepen verstaan elkaar niet. Bovenaan de trap worden verschillende ceremonies verricht en onder veel wierook wordt een donderbus afgestoken. Pas daarna gaan ze de kerk in en wordt verder gebeden. De hele ochtend arriveren zulke groepen.
Binnen in de kerk worden allerlei rituelen gehouden om de goden gunstig te stemmen. Een heel aparte sfeer: een kerk vol met zingende indianen, kaarsen en wierook. Buiten onderaan de trap worden volop bloemen verkocht en alles wat de kerk ingaat, wordt bewierookt.
We brengen de hele morgen op de markt door, zo indrukwekkend is het. Later trekt over de markt een processie: een aantal mannen hebben een heiligenbeeld op een baar geladen en met kaarsen trekken ze de markt over.
's Middags gaan we met de bus naar Panajachel, alwaar we de boot nemen naar San Pedro, anderhalf uur varen in het zonnetje. Een eenvoudig hotelletje en alles is waanzinnig goedkoop. We worden in de openluchtbar heel vriendelijk ontvangen door Juanito. Als Martijn door een bank zakt, moeten ze vreselijk lachen: een emergency.
Maandag 15 oktoberAtitlán-meer
Een vrije dag aan het Atitlán-meer. We maken een wandeling van San Pedro via San Juan naar San Pablo. Over de heenweg doen we er circa drie uur. Een stuk lopen we dwars door de velden over hele smalle paadjes. Overal zijn mensen aan het werk. Iedereen is bijzonder vriendelijk en zegt al zwaaiend dag. Veel bloemen langs de kant van de weg, veel padden, hagedissen, mooi gekleurde vlinders en kleine vogeltjes. 't Is knap warm. Hier heb je vooral 'berg op' last van. In San Juan drinken we in een klein winkeltje cola: ƒ 0,25 per flesje. In San Pablo zijn de mensen iets minder vriendelijk. Misschien omdat het meer toeristen trekt vanwege hun werk: touwslaan. Werkelijk het hele dorp is er mee bezig. Volgens ons moeten de kinderen al mee helpen als ze amper kunnen lopen.
We slenteren een poosje rond en willen met de boot samen met Wout en Ria en Machiel terug te gaan. Als we echter op het kruispunt staan om naar de aanlegsteiger te gaan, zien we de boot net vertrekken. We besluiten om toch maar terug te lopen. Intussen is het bewolkt en de weg loopt iets meer naar beneden. Daardoor zijn we in anderhalf uur al weer terug. Na een verkwikkende, koude douche lezen we de rest van de middag wat.
's Avonds eten we met z'n allen in het bij het hotel behorende restaurant. Lekker.
Dinsdag 16 oktoberNaar Antigua
Om 7:15 uur zitten we aan de omelet, pannenkoek met banaan, yoghurt met vruchten en sinaasappelsap.
De boot vaart, nagezwaaid door de familie van het restaurant, terug naar Panajachel. Hier staat de bus al gereed om ons naar Antigua te brengen. Dit is de vroegere hoofdstad van Guatemala en volgens iedereen is Antigua pittoresker en heeft het meer monumentale gebouwen dan Guatemala-stad, de huidige hoofdstad. We gaan bij een oud huis in koloniale stijl (van Popenoe) naar binnen. Die familie heeft het hele huis gerestaureerd en vervolgens allerlei meubelen verzameld. Dat is begin deze eeuw gebeurd.
We wandelen via de kathedraal naar de San Fransisco-kerk, het Santa Clara klooster, El Carmen en La Merced. Alle grote gebouwen zijn bij de laatste zware aardbeving van 1773 verwoest (op de kerk van La Merced na). Lange tijd is er een opbouwverbod geweest, vanwege de vele aardbevingen achter elkaar. Later is men toch begonnen met restaureren. Antigua staat nu helemaal onder 'monumentenzorg'.
's Avonds komen we met het eten, net als 's middags, Wout en Ria tegen. Da's nou al zo vaak gebeurd. Wel gezellig trouwens.
Woensdag 17 oktoberAntigua, Pacaya-vulkaan
Alweer vroeg op. Om 6:00 uur zitten we al in een chique tearoom verschillende broodjes met koffie te eten.
Daarna rijden we naar de vulkaan Pacaya via allerlei onverharde weggetjes. Deze vulkaan ligt ten zuiden van het Amatitlán-meer en is 2.550 meter hoog. Vanaf zo'n 1.700 meter gaan we lopen. Gelukkig zit het weer ons erg mee: droog en geen zon. De weg naar het eerste niveau, tot bijna boven, valt niet mee. Het gaat vrij steil naar boven, waar we twee uur over doen. Vier mensen van de groep zijn helemaal niet meegegaan. Bij het niveau vallen er nog eens acht af, zodat we slechts met z'n achten naar boven gaan. Twintig meter onder de top vallen Rein en Tiny uit. Zij durft niet verder, zodat Wil, Wim, Huib, Machiel, Wout, Ria en wij de top bereiken. Hartstikke steil omhoog door lavavelden en veel los gruis. Af en toe hoor en zie je de vulkaan rommelen en een krater spuwt stenen en rook. Eenmaal boven staan we slechts honderd meter van de krater vandaan. Hier kun je pas goed zien dat al die uitgebraakte stenen rood van de hitte zijn. Het is wel een beetje eng, je weet tenslotte niet, hoe groot de uitbarsting zal worden. Vooral als de mist ervoor trekt en je hoort de vulkaan rommelen, kijken we elkaar benauwd aan. Naar beneden gaat niet zo soepel. Door het losse gruis glijdt je telkens uit. Later gaat het beter, omdat we er nu tot onze enkels inzakken. Dan blijf je tenminste overeind.
De rest naar beneden naar de bus toe gaat uitstekend, hoewel we blij zijn, dat we die weer zien. We hebben ruim vierenhalf uur gelopen.
Met de bus rijden we naar een biotopo-park. Dat is een natuurreservaat, waar de quetzal beschermd wordt. De quetzal is het nationale symbool van Guatemala. Al bij de Maya's was dit zo, wat te zien is op allerlei oude tekeningen en inscripties. Om 18:30 uur komen we aan. We krijgen er een luxe bungalow voor vier personen toegewezen. Compleet met badkamer, twee grote slaapkamers, huiskamer met open haard!
Gezellig 's avonds na het heerlijke bord met spaghetti (Lia en Ria) nog even zitten kletsen. Om 21:30 uur gaan we slapen, want morgen wordt het vroeg weer dag (5:30 uur).
Donderdag 18 oktoberNaar Puerto Barrios
We zijn tot onze verwondering niet stijf van de beklimming van de vulkaan. Dat valt ons mee. Daarom kan een ochtendwandeling er wel van af. In het nevelwoud gaan we op zoek naar de quetzal. We zijn van te voren gewaarschuwd, dat Wil er in vijf reizen pas een keer een gezien heeft. Wij zelf krijgen maar liefst twee quetzals te zien. We zijn amper op pad of we zien er een in een boom zitten en even later vliegt er een voor ons het pad over, waarbij je z'n lange staart goed kan zien. Wat een mazzel.
Na de wandeling een douche en een ontbijt en vervolgens op weg naar Puerto Barrios aan de Caribische kust. Onderweg hier naar toe slaan we af om de ruïnes van Quiriguá te bezichtigen. We komen door bananenplantages waar bananen fabrieksmatig van de boom (in het plastic) in de doos komen. De bananen worden in grote kammen gehakt en in baden gedesinfecteerd, kleine kammen gaan in een aparte wagen (waarschijnlijk voor de lokale markt). Etiketten worden erop geplakt en vervolgens wordt alles in dozen verpakt.
In Quiriguá zijn vooral de stenen, bewerkte kolommen, het aanzien waard. Dit is overigens onze eerste Maya-tempel. Het bezoek gaat gepaard met een tropische regenbui.
De weg naar Puerto Barrios is vreselijk slecht, vol met gaten, zodat sommige stukken heel lang duren. Het hotel is een schitterend oud houten gebouw, waarin geen trap of deur recht is. Het ligt pal aan de Caribische Zee.
Vrijdag 19 oktoberNaar Livingstone
Bijna de hele dag varen we met de boot. 'Trek luchtige kleding aan en neem zonnebrand mee' zei Wil. En regenen dat het doet. Niet te geloven. Na het eerste uur is iedereen doorweekt. Nadat iedereen zich in Livingstone een paraplu heeft aangeschaft, blijft het droog (afkopen noemen ze dat). Op het water, vooral de Caribische Zee, zijn heel veel witte reigers en pelikanen die laag over het water scheren en er vervolgens in duiken om vissen te vangen.
In Livingstone, dat alleen te bereiken is via het water, woont een negroïde bevolking. Deze mensen zijn de nazaten van vroegere gevluchte negerslaven. Ze hebben meer feeling met Belize dan met Guatemala. Daar woont veel familie en naast het plaatselijk dialect spreken ze heel behoorlijk Engels (in Belize de tweede taal), beter dan in de rest van het land.
Als het eindelijk droog wordt, wandelen we heel prettig door het plaatsje. Een leuk stadje. Weer heel anders dan we tot nu toe gezien hebben.
Na heerlijk vis gegeten te hebben, stappen we op de boot (het blijft droog) en zakken we de Rio Dulce af. Vreselijk vochtig weer, maar tijdens het varen is dat niet te merken.
Onderweg leggen we aan bij het zeekoeien-biotopo. Die zeekoeien zijn dus helemaal niet te zien, maar we maken een mooie wandeling in de jungle. Hierna bekijken we even het Castillo de Filippo en lopen verder naar het luxe hotel.
We krijgen een grote kamer samen met Wout en Ria. Een heerlijk zwembad. Het water is warmer dan de douche. Later zitten we lekker aan de (openlucht)bar en drinken verrukkelijke piña colada's. Het personeel van de bar bedient ons swingend op het ritme van reggae-muziek!
Zaterdag 20 oktoberNaar Flores
Om 8:00 uur staat iedereen klaar voor de busrit naar Flores. De bus niet. Die komt pas drie kwartier later. De bus is die nacht vanuit Flores komen rijden en heeft wat obstakels gehad, zoals vastzittende vrachtwagens. De totale rit is tweehonderdvijfentwintig kilometer, waarvan ongeveer honderdzeventig over onverharde, slechte weg. Dat is de hoofd-, tevens enige weg.
Vertrek om 9:00 uur 's ochtends, aankomst om circa 19:00 uur 's avonds. Onderweg stoppen we ongeveer anderhalf uur om te eten e.d. Veel kapotte vrachtwagens langs de kant van de weg en diverse vrachtwagens in de afgrond. Een auto met benzine stinkt zo, dat het nooit lang geleden kan zijn geweest, dat hij is gestrand. Martijn rijdt ongeveer een half uur op het dak van de bus mee. Het schudt echter zo, dat je je goed moet vasthouden, anders val je eraf. Hij is blij, dat hij er af kan.
Zondag 21 oktoberTikal
Met twee kleine minibusjes rijden we naar Tikal, zo'n zeventig kilometer verderop. Dit stuk is de enige goede asfaltweg in de omgeving. Toch moet je wel uitkijken, want alles loopt los: paarden, koeien, varkens, kippen, kinderen.
Tikal is de grootste tot nu toe opgegraven Maya-plaats. Veel grote tempels. Toch is lang niet alles uitgegraven. Men wijst de plaatsen aan: hier is nog wat en daar ook.
Het is erg indrukwekkend als je bovenop zo'n grote trap van een stempel staat en over het oerwoud uitkijkt: zover als je kunt kijken alleen maar oerwoud. Dan besef je pas wat de Maya's vroeger voor prestaties geleverd hebben! Hoe ze het trouwens voor elkaar gekregen hebben, is nog steeds een raadsel.
Veel dieren gezien: vossen, vlinders, kalkoenen, gekleurde vogels in allerlei maten en zelfs een toekan. Helaas geen grote papegaaien.
Alles bij elkaar een bijzondere dag.
Maandag 22 oktoberBoot grensrivier
We gaan om 5:00 uur naar de markt, waar de openbare bus vertrekt naar Sayadue: drie uur hobbelen. Hier liggen twee bootjes op ons te wachten: een kookboot en een passagiersboot. De kookboot vaart meteen naar de kampeerplaats voor 's avonds. De andere gaat met ons naar Ceibal, een Maya-ruïne. Na anderhalf uur varen beginnen we aan een moeilijke klim naar goed bewaarde stielen. We treffen het: op een van de afbeeldingen staat slechts een kwartier per dag de zon. Precies als wij er zijn! Wilde paradijsbloemen gezien. Plus ettelijke duizenden muggen!
Na drie uur varen komen we bij de camping. Lekker luxe: de tenten zijn reeds opgezet. Allemaal bij elkaar onder een dakje. De eetzaal en de keuken zien er verzorgd uit en het eten staat al klaar. Super.
Dinsdag 23 oktoberBoot grensrivier
De hele dag varen richting Mexico. Onderweg komen we vijf boten tegen. We zien veel vogels en een grote, oranje leguaan. Ook zwemmen we even in de rivier. Niet iedereen durft dat, want er zouden (kleine) krokodillen zitten.
Woensdag 24 oktoberBoot naar Ceibal
De vorige avond is er laat een groep Fransen aangekomen. Die gaat vandaag naar dezelfde locatie als wij. Om het beste plekje voor het opzetten van de tenten te hebben, besluiten we in de boot te ontbijten. Dit plan lukt en we zijn als eerste onderweg. We hebben ons ontbijt nog niet op of we worden door militairen naar de kant gewenkt. Dit blijken geen regeringsgetrouwe militairen te zijn, maar rebellen. We horen een preek aan in het Spaans in de boot en de bemanning krijgt boven in het schooltje van de bezette coöperatie samen met de rest van het dorp bijles gedurende anderhalf uur. De inmiddels aangehouden Fransen krijgen net als wij een verhaal te horen. Na dit oponthoud maken we een stop voor een normale militaire controle, waarna de etensboot vooruit wordt gestuurd naar Yaxchilán om de beste plek in te pikken voor de tenten. Wij moeten onze paspoorten laten afstempelen (evenals de Fransen, maar die laten hun paspoorten achter, zodat die als eerste vertrekken). Zij zijn erg verbaasd dat ons tentenkamp al staat wanneer zij arriveren.
's Middags doen we eerst lekker niets en later bezoeken we de ruïnes van Yaxchilán.
Donderdag 25 oktoberNaar Palenque {Mexico}
In plaats van door hanen (zoals voorafgaande dagen) worden we deze morgen gewekt door brulapen. Nou, die doen hun naam wel eer aan. We zitten rechtop in bed. En dat om 5:00 uur 's nachts. Wij hebben liever hanen.
Met de boot varen we terug naar de 'grensplaats': een nauwelijks te zien bordje hoog in een boom met 'Mexico' erop en een keetje. Dat is circa anderhalf uur varen. Bloedheet. Hier wacht een pick-up ons op: een veredelde veewagen. We moeten er met z'n twintigen en bagage in. Het valt allemaal wel mee. 's Ochtends kun je lekker op de banken gaan staan om naar buiten te hangen. 's Middags krijgen we echter een heuse tropische regenbui, zodat het zeil erover heen moet. Nu wordt het wel wat benauwd. Ook wordt er niet zo zacht gereden over de (vol kuilen) onverharde weg. De laatste kilometers krijgen we nog drie Mexicaanse lifters mee.
Vreselijk stoffig komen we in ons hotel in Palenque aan. Veel water, maar op het warme moeten we een uurtje wachten. Maar dat is het ons wel waard na drie nachten kamperen.
Vrijdag 26 oktoberPalenque
Uitgeslapen tot 7:00 uur. Na het ontbijt vertrekken we met de bus naar de ruïnes van Palenque. Deze zijn vrij goed bewaard gebleven en gerestaureerd. Wat er tenminste is uitgegraven. Het grootste deel ligt nog onder de grond. Er worden filmopnamen gemaakt over een ontdekkingsreiziger met indianen. 's Middags rijden we naar Aqua Azul. Een fraaie blauwe waterval. Alleen door de vele regenval van de laatste tijd, staat het water erg hoog, is het wild en daardoor bruin van al het zand dat er doorheen zit. Bovendien begint het ook nog te regenen, waardoor het allemaal wat tegen valt. In Palenque-stad doen we wat inkopen voor morgen (een lange busrit) en hierna eten we heerlijk en luxueus met Wout en Ria.
Zaterdag 27 oktoberNaar Tulum
De bus naar Tulum gaat om 4:30 uur weg. Die heeft goede en minder goede plaatsen. Daarom wordt er om de twee uur van plaats gewisseld. Tijdens het rijden. Dertien uur later zijn we zevenhonderd kilometer verder. Direct aan het strand van de Caribische Zee liggen onze cabañas (hutjes). Voorzien van twee grote hangbedden met muskietennet en een olielamp. Het enige wat ontbreekt, is het zand op de vloer. Vanuit het 'raam' van onze hut zit je meteen aan het strand. De zee is vijf meter weg.
Zondag 28 oktoberTulum
Om 7:30 uur liggen we al lekker in de Caribische Zee te dobberen. Hij is vrij zout, zodat we makkelijk blijven drijven. Een aantal van de groep krijgt de eerste snorkelles. Dat is wel nodig, omdat we om 11:00 uur met een bootje de zee opgaan om boven het koraal te snorkelen. Het waait vrij hard, waardoor het niet helemaal helder is. Het is er erg mooi: vrij veel vis, veel gekleurde maar op best wel verre afstand. Alles bij elkaar toch de moeite waard. 's Middags lekker luieren, zonnen, beetje wandelen (naar een pelikaneneilandje), wat lezen.
Tegen de avond komt er iemand met een kano aanvaren, die op het strand wordt getrokken. Wil wil dat ook wel eens doen en vraagt Lia of ze mee wil. Ja natuurlijk. Dat is weer eens wat anders. Ze hebben geen van beiden ooit echt gekanood, laat staan op zee. Daar gaan ze dan. Op weg naar Jamaica! Helaas komen ze niet ver. Al na tweehonderd meter slaat de boot om. Ze hebben van alles meegenomen: slippers, peddels, reddingsvest, handdoek, horloge, sleutels, zonnebril. Na die tweehonderd meter komen ze er achter, dat ze de snorkels vergeten hebben en willen ze omkeren. Ze liggen net dwars op de golven als er juist op dat moment een grote golf aankomt. Plons is water. Alles grabbelen ze bij elkaar, ze duiken naar de handdoek, zonnebril kwijt, sleutels verroest. Alles wat ze hebben, wordt vastgebonden en de boot wordt gekeerd. Die zit echter vol met water, zodat je er helemaal niets meer kan doen. En een hoosblikje hebben ze natuurlijk niet. Ze hebben net besloten om maar terug te zwemmen en de boot te duwen, als er hulp op komt dagen. Twee mensen van het park met een surfplank. De boot wordt op z'n kop op de plank gehesen, zodat die leeg loopt, ze keren hem om en Lia en Wil worden de boot in geholpen. Terug kanoën gaat prima. Maar bijna de hele groep heeft op het strand de verrichtingen gevolgd, zodat het commentaar niet van de lucht is.
Maandag 29 oktoberNaar Chitzén Itzá
Met de bus vertrekken we naar een snorkelreservaat. Rond de steiger is het erg druk met toeristen, maar als je wat verder het water ingaat, heb je hier geen last meer van.
Martijn heeft geen goede duikbril en heeft daarom alleen maar wat gezwommen. Hartstikke jammer, want tussen de rotsen is het schitterend. Heel helder water, de vissen zwommen dicht langs je heen. Prachtige kleuren hebben ze. Het lijkt wel een groot aquarium.
's Middags hebben we een vier uur durende busrit naar Chitzén Itzá. Althans, een hotelletje dicht in de buurt, zodat we morgen voor de grote stroom toeristen uit Mérida en Cancun komt, bij de piramide zullen zijn. In het hotel moeten we van Wil inspecteren of er geen schorpioenen in de kamer en met name in de bedden zitten!
Onderweg stoppen we bij een grot. Het water is van een hele mooie kleur blauw, dat je erg goed kan zien, doordat er een opening in het 'dak' zit.
Dinsdag 30 oktoberChitzén Itzá, naar Mérida
's Morgens vroeg rijden we naar de ruïnes van Chitzén Itzá. Het is een groot complex met veel gebouwen, maar de afstand tussen de tempels is klein. Toch sjouwen we er drie uur rond. Indrukwekkend is de 'tempel van de krijgers' waar de bekende Chac-Mool en de duizend pilaren staan. En natuurlijk 'El Castillo', gebouwd voor 800 voor Chr. en is zo'n vijfentwintig meter hoog. De Maya's gebruiken deze als kalender: vier x eenennegentig treden + platform = driehonderdvijfenzestig dagen. Deze Maya-cultuur heet de kukulcán.
Later vinden we een gang, die aangeeft dat de huidige Maya-tempel over een Tolteken-tempel is gebouwd (Quetzalcóatl). Aan het eind van de gang is een Chac-Mool gevonden, rood beschilderd, met drieënzeventig jade stenen. Die is duizend jaar oud.
Daarna met de bus (voor de laatste keer) naar Mérida, het einddoel in Yucatán. Een druk stadje met een gezellige markt, waarover we de hele middag slenteren. We treffen er veel toeristen en veel Engels sprekende Mexicanen aan. Een enkeling kan zelfs een woordje Nederlands. Cruyff, van Basten en Gullit zijn hier ook bekend. Dat is de eerste keer deze reis, dat we dat horen.
's Middags krijgen we na het eten van het restaurant gratis een tequila. Citroen op de rug van je hand, dan zout erop, likken en een slok nemen. Proost!
's Avonds gaan we uit eten met Wout, Ria en Machiel. Chic. 'Echte' Mexicanen met grote sombrero's. Lia heeft spareribs besteld en er wordt een klein oventje neergezet bij onze tafel waarop ze liggen te sudderen. Wout en Ria nemen geflambeerde banaan toe wat helemaal aan tafel wordt klaar gemaakt. Leuk om te zien. De piña colada is ook weer lekker: veel kokos erin. Alles bij elkaar wel duur (voor Mexico tenminste): 80.000 peso's (€ 50) met z'n tweeën.
Woensdag 31 oktoberMérida
Van Wil krijgen we een plattegrond van Mérida met hierop een wandelroute aangegeven, die we lopen. Veel kerken bezichtigen we van binnen. De kathedraal is niet open, omdat er een dienst bezig is. In het Government-paleis hangen veel mooie schilderingen die verhalen van Maya's moeten voorstellen. Ook het Grand Hotel bekijken we van binnen. Een prachtig oud koloniaal gebouw.
's Middags luieren we bij het zwembad. Geen zon helaas, maar we zijn al blij, dat het niet regent, wat het 's morgens wel heeft gedaan.'s Avonds gaan we met z'n allen uit eten, want het is de laatste avond, dat we compleet zouden zijn. Rein en Tiny gaan niet mee naar Mexico-stad, maar plakken er een week aan vast. Lekker eten, speech van Joop en Wil en aan Wil overhandigen we een afscheidscadeau.
Daarna gaan we met z'n elven naar de nachtclub, waar we de dag ervoor hebben gegeten, om wat te drinken. Om 0:30 uur vallen er nog vier af en blijven Wil, Wim, Marjan, Mieke, Jenny en wij over. Wim heeft iets gehoord over een bandje bij een disco. Wij met de taxi er naar toe: helemaal buiten Mérida. En warempel, ergens in de middle of nowhere veel auto's en een disco. Hartstikke druk met allemaal Mexicanen. Wij zijn de enige toeristen. Bij binnenkomst moet je een donkere gang door en dan kom je in een hypermoderne disco voor gegoede, kleine Mexicanen. Goede band, lekker gedanst. Veel mensen zijn verkleed, waarschijnlijk in verband met Halloween. Ze kennen een soort vogeltjes-/boerendans en op het eind hebben ze een 'André Hazes'zanger. Het lied wordt zeer hartstochtelijk meegezongen door alle aanwezigen. Prachtig.
Op de terugweg rijden we met een busje en twee Mexicanen (nou ja, een Guatemaal en een Dominicaan) mee. Onderweg komen we een soort eettentje tegen. Wij het busje uit, pilsje gedronken, verder met de taxi naar de zócalo. 't Is intussen 4:30 uur. Drie man staan in een bandje te spelen. Zomaar midden op straat, voor niemand! Op de hoek is al (nog?) een tentje open en drinken we koffie bij gebrek aan bier. Een dronken delletje vindt Wim bijzonder interessant. Gelachen!
We lopen terug naar het hotel waar we om 5:25 arriveren, net als de rest van de groep opstaat om zich klaar te maken voor het vertrek naar het vliegveld. Ze weten niet wat ze horen, als we ze vertellen, dat wij de hele nacht doorgegaan zijn.
Donderdag 1 novemberNaar Mexico-stad
Naar het vliegtuig dus. Om 7:30 uur vertrekken we naar Mexico-stad, nadat we van Rein en Tiny afscheid hebben genomen.
Hier begint het gekkenhuis pas goed. De grote, doorgaande wegen zijn allemaal afgezet. Wij gaan met een taxi naar ons hotel, maar het verkeer is door de afzetting een grote puinhoop. Ruim drie kwartier doen we er over (in plaats van een) en we moeten (met onze koffers) de laatste vijftien minuten lopen, want de taxi mag niet dichter bij het hotel komen. Later horen we dat de president ergens een toespraak hield. We 'volgen' het op de tv . Eenmaal aan de wandel zien we reuze spandoeken, overal confetti, rode lopers en een hele grote opruimploeg.
Na een bezoek aan de tearoom slenteren we rond, bekijken de kathedraal Metropolitana, de oude Tolteken-ruïnes en verschillende kerken. Overal worden voorbereidingen getroffen voor Allerheiligen/Allerzielen. Het ziet er veelbelovend uit. 's Avonds onderweg naar het restaurant de Opera komen we Wout, Ria en Nel tegen. Er speelt een driemans-orkest. Heel gezellig.
Met z'n vijven slenteren we naar Place Garibaldi en de Alameda. Onderweg komen we vreselijk veel verklede kinderen tegen met oranje doodshoofdjes en lampionnetjes met echte kaarsjes. Aan iedereen vragen ze iets. Omdat we al snel door onze munten heen zijn, kopen we allemaal grote zakken met snoepjes. Als je ziet hoe blij de kinderen hier mee zijn. Schitterend. En hoe sommigen er uitzien. Niet te geloven.
Bij terugkomst in het hotel drinken we met Nel, Joop en Machiel een biertje en wisselen we de ervaringen van de dag uit.
Vrijdag 2 novemberMexcio-stad, Teotíhuacán
Om 8:30 uur rijden we met een busje met z'n negenen naar de ruïnes van Teotíhuacán. De Azteken dachten dat dit de plaats was, waar mannen Goden werden. De zonpiramide is maar liefst vijfenzestig meter hoog en is zelfs hoger dan de piramide van Cheops in Egypte. De maanpiramide is lager, nl zesenveertig meter, maar door de hogere ligging zijn de beide toppen op gelijke hoogte. Ze liggen allebei aan de 'Dodenweg' (vier kilometer lang). In het Quetzalpapalotlpaleis zijn mooie reliëfs te bewonderen. Dicht in de buurt ligt Tetitla, een tempelruïne, met de mooist gekleurde reliëfs/tekeningen. Op de terugweg doen we de Guadeloupekerk aan. De oude kerk zit vol met levensgrote scheuren. De nieuwe is een soort bedevaartplaats voor de Mexicanen, zoals Rome voor de Europeanen. Er is een muurafbeelding, die je alleen maar goed kunt zien als je op de lopende band gaat staan. Een belachelijk gezicht in een kerk. Veel mensen schijnen op hun knieën vanaf de plaats naar de hoger gelegen kerk te gaan (allemaal trappen). Wij doen dat niet. Het is er wel druk, want ook 2 november is alles dicht en hebben de Mexicanen een vrije dag.
Na een broodje gegeten te hebben, gaan we richting kathedraal op de zócalo om te kijken of er nog wat te beleven valt. Al snel horen we trommelgeroffel. Een groep indianen is prachtig uitgedost en danst onvermoeibaar allerlei exotische dansen. Een prachtig gezicht. Je blijft er naar kijken. Later komen we meer van dit soort groepjes tegen.
Daarna slenteren we over de markt. Van alles wordt er verkocht: van naaimachineonderdelen tot onderbroeken, van kerstboomlampjes tot de meest kitscherige speeltjes.
's Avonds eten we bij een Spanjaard aan de Alameda. Samen voor een ton! We betaald met de creditcard, want wat we nog aan geld hebben, zullen we 's avonds en 's morgens nodig hebben. We kunnen niet wisselen, want de banken zijn dicht.
In het restaurant van Latin American Tower (de hoogste toren van Latijns-Amerika) houden we een afscheidsborrel. Zo ver als je kunt kijken, iedere kant op, zie je allemaal lichtjes van Mexico-stad. Prachtig. Een gezellige avond (Wout, Ria, Theo en Karin ontbreken), maar wel duur. Bier kost 8.000 peso's (ƒ 8) tegenover normaal 3.000 à 4.000.
Zaterdag 3 novemberMexico-stad, naar huis
De laatste dag. We willen uitslapen, maar we zitten zo in het ritme van vroeg opstaan, dat we om 7:15 uur alweer uit bed zijn.
Na een ontbijt gaan we terug naar de zoo. Wout, Ria en Nel zijn geweest en toen waren de panda's buiten. Dat willen wij ook graag zien. Met de metro een fluitje van een cent. En jawel, maar liefst vier beren zijn buiten, lopen heen en weer, liggen lekker te zonnen en eten bamboe. Prachtig gezicht. De rest van de beesten wordt gevoederd en dat is leuk om te zien. Na enige tijd rondgedwaald te hebben, gaan we terug naar de Alameda voor de laatste zonnestraaltjes. Veel andere reisgenoten denken er ook zo over en treffen we hier dus.
Iets na 12:00 uur rijden we met de hele bups naar het vliegveld, checken in, nemen afscheid van Wil en gaan het vliegtuig in. Na een tussenlanding in Montreal vliegen we via Madrid naar Amsterdam. We vertrekken op tijd en in Madrid zouden we anderhalf uur tijd hebben om over te stappen. We komen echter anderhalf uur te laat aan, zodat we moeten rennen om ons vliegtuig te halen. Het gevolg is wel, dat onze koffers niet in hetzelfde vliegtuig zitten en pas 's middags mee zouden komen. We zullen ze morgen ophalen als we toch naar Driehuis zouden gaan. Op Schiphol worden we opgewacht door Herman, Gabriëlle, Thomas en Simone.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.
Dit was een reis met Baobab (tegenwoordig Sawadee).