Ecuador - Galapagos-eilanden
15 oktober t/m 15 november 1992
ECUADOR is het kleinste land in de Andes; het is acht keer zo groot als Nederland. Er wonen 11 miljoen mensen: 40% indianen, 40% mestiezen, 10% blanken en 10% negers en Aziaten.
Het is een afwisselend land met hoge bergkammen, Indiaanse cultuur, besneeuwde bergen van meer dan 6.000 meter hoog, Amazone regenwoud en brandende stranden.
Tot het moment dat de Spanjaarden binnenvielen (zestiende eeuw) was het Inca-rijk een enorm complex en uitgebreid sociaal systeem, dat zich van het noorden van Ecuador tot het zuiden van Peru uitstrekte.
De GALAPAGOS-EILANDEN liggen ongeveer duizend kilometer ten westen van Ecuador en zijn bekend om hun unieke planten- en dierenleven. Na het ontstaan van deze vulkanische eilanden, circa vier tot vijf miljoen jaar geleden, hebben de planten- en diersoorten zich door langzame veranderingen aangepast aan hun geïsoleerde omgeving. Door de afwezigheid van grote roofdieren hebben de meeste dieren absoluut geen angst voor elkaar en ze zien ook de mens niet als vijand, zodat je er erg dichtbij kunt komen. Je mag ze niet aanraken, omdat ze daardoor een mensengeur krijgen en worden verstoten door hun soortgenoten.
Elk eiland heeft z'n eigen dier- en plantensoorten. Soorten die op meerdere eilanden voorkomen, vertonen soms een ander gedrag/gewoonte.
De eilanden zijn door de geïsoleerdheid erg gevoelig voor externe invloeden; daarom wordt er streng gecontroleerd, dat er niets van het ene eiland naar een ander overgebracht wordt. Als je een eiland verlaat, moet je zelfs je voeten en schoenen afspoelen.
De walvisvaarders hebben vroeger op de eilanden geiten uitgezet en met hen zijn ratten ongemerkt meegekomen. Die beesten hebben zich enorm vermenigvuldigd en veroorzaken veel last en verstoren de natuurlijke gang van zaken. Heden ten dage probeert men deze beesten uit te roeien.
Donderdag 15 oktober/Vrijdag 16 oktoberNaar Quito
Op Schiphol ontmoeten we alle achttien andere deelnemers van de rondreis met Baobab naar Ecuador en de Galapagos-eilanden. Slechts twee alleen reizende mensen zijn er, verder twee vriendinnen, de rest stelletjes.
We vertrekken op tijd (19:00 uur) naar Parijs met Air France. Hier stappen we over in een Avianca-toestel van een Colombiaanse maatschappij. Om 22:30 uur vertrekken we richting Zuid-Amerika.
We hebben twee tussenlandingen in Madrid en Carthagena (Colombia) voor we in Bogotá nogmaals moeten overstappen. Gelukkig gaat alles redelijk op tijd en komen we uitgeput in Quito, de hoofdstad van Ecuador, aan om 10:45 uur de volgende dag. Het is er zes uur vroeger dan in Nederland (wintertijd).
Hier blijkt dat twee stelletjes ieder een koffer mist. Dat heeft wat voeten in de aarde (ze krijgen ze pas een kleine twee weken later terug), maar korte tijd later rijden we dan toch richting hotel. We zitten midden in het oude centrum, in hotel Real Audiencia, een oud koloniaal hotel.
Door de reisleidster Mariek van Diemen, wordt meteen gewaarschuwd dat we niet Le Panecillo op mogen lopen. Dit is een berg, dichtbij het hotel, met bovenop een maagdenbeeld. Vanaf dat punt schijn je een mooi uitzicht over de stad te hebben. Maar blijkbaar wordt iedere toerist daar overvallen, vaak met geweld. We nemen de melding dan ook ter harte en gaan de andere kant op. Eerst zitten we op het plein van de Independencia op een bankje in de zon en kijken we om ons heen. Doordat Quito hoog (2.800 meter) en op de evenaar ligt, is er een heerlijke temperatuur van ongeveer 27º. Daarna slenteren we richting El Belen, een kerk, helaas gesloten. Op de terugweg wandelen we door diverse marktstraatjes waar het ontzettend druk en gezellig is. Iedereen heeft wel wat te koop: pennen, batterijen, onderbroeken, enz. Na twee uurtjes gaan we alweer terug naar het hotel. Doodmoe van de slechte nachtrust en ook van de hoogte, waaraan je even moet wennen. In het hotel drinken we een lekker pilsje.
's Avonds eten we hier. Dat duurt wel lang, omdat de hele groep er zit. Na het eten gaan we meteen slapen. Als een blok vallen we in slaap. Alleen om 1:00 uur (7:00 uur Nederlandse tijd) worden we even wakker.
Zaterdag 17 oktoberQuito, Otavalo
Om 6:00 uur worden we gewekt, omdat we om 6:30 uur met de bus naar Otavalo zullen vertrekken. We doen twee uur en een kwartier over de honderd kilometer die we naar het noorden gaan.
Eerst stoppen we op de beestenmarkt. Veel mensen zie je hier met biggetjes aan touwen; verderop zijn de koeien. Een mooi gezicht. Daarna gaan we naar de andere markt. Die is heel groot en er is werkelijk van alles te koop. We wandelen hier circa drie uur, kijken onze ogen uit en fotograferen/filmen uitgebreid. Prachtig is het. Wat een kleuren, wat een mooie mensen, vooral de kinderen. Veel indianen zijn in traditionele klederdracht. Niet zo kleurrijk als in Guatemala, maar toch erg mooi. Vooral die lange vlechten, ook van de mannen.
Weer terug in Quito kopen we de lunch voor morgen en een rugtasje, zodat we wat spulletjes in het hotel kunnen achterlaten. Verder slenteren en kijken we wat rond (een motor staat in brand) en hierna drinken we weer een pilsje in het hotel.
's Avonds eten we bij een Chinees. Als we klaar zijn, komt er een zwerver om ons restje te vragen. Hij gooit dat op de achterkant van een tijdschrift en eet dat buiten met een maat op.
Om 20:30 uur vallen we uitgeput in slaap.
Zondag 18 oktoberNaar Cotopaxi
Goed 9:30 uur vertrekken we met de bus naar Latacunca in de buurt van het Cotopaxi-park. Met de bus rijden we het park in tot 4.250 meter hoogte. De Cotopaxi zelf ligt bijna helemaal in de wolken. Jammer. Later zal het wel mooi worden. Niet helemaal helder, maar vooral als de zon op de sneeuw schijnt, is het een prachtig gezicht. We lopen een heel stuk naar beneden, waar we erg lang over doen. Overal blijven we staan om naar de vegetatie te kijken. Vrij arm lijkt die, maar er groeien wel een heleboel hele kleine bloemetjes en plantjes. Erg apart en mooi om te zien.
Daarna gaan we naar de mooiste haciënda van het continent, La Cienega. Een prachtig oud gebouw, dat vierhonderd jaar geleden een echte haciënda van een rijke Spanjaard was. Nu is het een hotel. Het dorpje dat erbij ligt, is naar deze familie genoemd: Lasso. Heel mooi gelegen, met een prachtige oprijlaan en verschillende mooie tuinen erbij waar kolibries zitten. We hebben een grote, luxe kamer met een brede dubbele deur, drie bedden en twee balkons.
Maandag 19 oktoberNaar Cuenca
Vroeg staan we op om nog even door de tuinen te wandelen, waar we verschillende kolibries zien. We vertrekken voor een lange rit naar Cuenca. Onderweg wandelen we ongeveer anderhalf uur door een typisch indianendorpje. Erg leuk. Later zien we langs de kant van de weg Colta-indianen, die bekend staan om het wassen van wortelen met de voeten.
Pas om 20:00 uur komen we in Cuenca aan. Met een paar man gaan we Ecuadoraans eten: een belevenis. Eerst krijgen we tuinbonen, geitenkaas en een heet sausje (aylo). De bonen moet je uitknijpen en alleen het binnenste opeten. Daarna aardappelsoep met varkenshuid en heerlijke gegrilde varkenslapjes met een soort maïs gebakken in eieren. We krijgen er een roze gekleurd sterk drankje bij (niet lekker). Het toetje is, echt Ecuadoraans, op. Alles bij elkaar erg gezellig en lekker.
Dinsdag 20 oktoberCuenca
Een vrije dag in Cuenca. We banjeren lekker door de stad. We kopen een landkaart van Ecuador uit 1981, die met de hand is bijgewerkt. Heel grappig (ƒ 3). Ook kopen we ansichtkaarten en schrijven ze meteen bij een kopje koffie met taart en yoghurt (lekker). Overal in de steden vind je bakkers met veel lekkere broodjes.
De Rio Tomebamba valt wel tegen, vrij smal en er is ook niet veel te zien. Er is nog een opgraving, die de drie culturen liet zien: de Pañares, de Inca's en de Spanjaarden.
De rest van de dag sjouwen we door Cuenca. Wel een leuke plaats.
's Avonds eten we bij de pizzeria La Tuna. Erg goed!
Woensdag 21 oktoberCuenca, Las Cajas N.P.
's Morgens om 6:15 uur ontbijten we heel uitgebreid en erg lekker bij El Dorado. Om 7:00 uur vertrekken we naar het natuurpark Las Cajas, dat ten westen van Cuenca ligt. Hier aangekomen, blijkt het erg koud, winderig en mistig. Jammer, anders heb je een mooi uitzicht over de bergen met zo'n tweehonderdvijftig à driehonderd meertjes/meren. Later trekt de mist wat op, zodat we dat kunnen zien.
We lopen dwars door de vegetatie, paden zijn er niet. We hebben wel een gids bij ons, die de weg goed kent. Het is er erg mooi, er is veel te zien: ontzettend veel kleine bloemen in allerlei kleuren, ook veel mossen en bodembedekkers. Op veel plaatsen zakt je bij elke stap een stuk naar beneden in de drassige bodem. Leuk om te zien hoe snel dat weer omhoog komt. Eerst wordt er veel gerust en bijna niet gelopen, maar na de lunch (13:00 uur) blijven er tien wandellustigen over en gaat het tempo wat omhoog. De weg ook trouwens, maar dat is zeker de moeite waard. Alles bij elkaar hebben we hier zo'n zes uur (incl. pauzes) rond gewandeld.
's Avonds gaan we luxe uit eten. Heerlijke vissoep, meer vis dan soep, gegratineerde vis, cordon bleu en een goede entrecote: ƒ 15 p.p.
Donderdag 22 oktoberNaar Ingapirca, Riobamba
Eerst zitten we twee uur in de bus op weg naar Ingapirca, de belangrijkste en grootste Inca-ruïne in Ecuador. Deze is gebouwd in de zestiende eeuw onder de laatste Inca-koning Atahualpa en staat bekend als tempel voor de zon. De oorspronkelijke betekenis is niet bekend. Hij staat op 3.500 meter hoogte.
In de omgeving wandelen we zo'n anderhalf uur. In een rots is een indianengezicht te zien. Hoogst waarschijnlijk is die natuurlijk ontstaan; zeker weten doet men het niet. In de dorpjes zijn veel mooie mensen. De meeste willen echter niet gefotografeerd worden in verband met hun geloof. Gelukkig zijn enkele kinderen en een spinnend vrouwtje wel bereid. Prachtig. Er volgt een lange tocht naar Riobamba, waar we om 18:00 uur aankomen. Onderweg hebben we prachtig uitzicht op de besneeuwde toppen van o.a. de Chimborazo, de hoogste vulkaan van Ecuador (6.310 meter).
Vrijdag 23 oktoberRiobamba, Chimborazo
Om 8:00 uur vertrekken we met de bus naar de Chimborazo, zo'n twee uur rijden naar 4.800 meter hoogte. De laatste tweehonderd zouden we zelf lopen. Het is geen moeilijke klim, maar omdat de lucht op die hoogte zo ijl is, kun je maar heel langzaam stijgen.
Het valt ons gelukkig mee en we zijn in een half uur boven. Enkele doen er bijna een uur langer over. Er liggen hier alleen kleine plukjes sneeuw, voor meer moet je nog hoger, maar dat doen we niet. Af en toe sneeuwt het een beetje. Jammer, dat het best bewolkt is, je hebt daardoor niet zo'n mooi uitzicht op de berg en ook andere besneeuwde toppen zie je niet. Lia koopt er een T-shirt (ƒ 10).
Weer terug in de bus, rijden we naar een tapijtknoperij, waar men (ook veel kinderen) bezig is met verschillende onderdelen: verven, bollen maken, knippen en weven zelf.
In het hotel Real Montecarlo maken we enkele foto's. Het is zo'n mooi oud koloniaal hotel, waar wij samen in een blauw zaaltje slapen. Heel mooi.
's Avonds gaan we naar een soort disco waar een groep en een zanger optreden. We drinken veel cuba libres, eten popcorn en dansen. Wij zijn de enige buitenlanders. Elke tien minuten wordt iedereen opnieuw welkom geheten.
Zaterdag 24 oktoberNaar Baños
Een vrije ochtend in Riobamba. We slapen uit tot 9:00 uur en bezoeken daarna de straatmarkt. Martijn steekt erg boven al die kleine mensen uit. Grappig. Heel kleurrijk en gezellig. Er is werkelijk van alles te koop. Wel goed op je spullen letten. Bij een bakker kopen we lekkere broodjes, die we in de bus naar Baños opeten.
Na circa een uur komen we daar aan. Eerst gaan we even naar een kleine dierentuin waar ze dieren uit de Amazone hebben: papegaaien, condors, poema, jaguar, toekans en andere vogels, grote schildpadden, tapirs en beren.
We wandelen drie uur door een soortement kloof. Eerst een half uur klimmen, de rest is vrij vlak. Een mooie tocht, die, omdat we net onder de 2.000 meter zitten, veel groener is, dan we tot die tijd gezien hebben. We zien hier tal van vruchten, waaronder passievruchten, granaatappels, bananen en boomtomaten.
's Nachts slapen we goed, ondanks de feestende Ecuadoranen op het centrale plein voor het hotel. Het hotel heeft een elektrische douche. Best eng.
Zondag 25 oktoberBaños
's Morgens wandelen we eerst door het plaatsje, waarbij we een hele tijd bij de markt staan te kijken, zo mooi gaat dat er aan toe. Er hangen tzantza's, ook wel krimphoofden genoemd. Dit zijn hoofden van de vijand, gedroogd en geprepareerd. Je kunt er hamsters eten.In de richting van de kerk en van ons hotel horen we de hele dag door fanfares spelen en ook knallen. Soms is er alleen een bandje, soms zien we een optocht erbij met bloemen of met als geesten verkleedde kinderen. Heel apart om te horen en te zien. Voorop loopt meestal een man die regelmatig een knallende vuurpijl afschiet.
's Middags maken we met slechts zeven mensen van de groep een mooie wandeling. Eerst vrij pittig de berg op, de rest gaat het wel. Een mooie wandeling van zo'n vier uur. Daarna drinken we met z'n allen een pilsje.
's Avonds eten we bij een Zweed. Als we terug komen, zien we weer een processie voorbij komen. Deze keer wordt er, naast de muziek, ook gezongen en een Mariabeeld wordt verlicht meegedragen. Onderwijl zien we om de vijf minuten rode, verlichte dingen in de lucht omhoog gaan. Bij navraag blijken het een klein soort hete luchtballons te zijn, die worden opgelaten ter ere van de maagd Maria (oktober is de Mariamaand). Daarom zijn er ook al die processies.
Maandag 26 oktoberNaar Amazone
Goed 7:00 uur vertrekken voor de lange rit naar de jungle. Een mooie tocht door de Andes en later door de jungle van het laagland.
In Puerto Misahuallí stappen we met z'n allen in een kano en varen we over de Rio Napo. Dit is het begin van het grootste junglegebied ter wereld: het Amazonebekken. Na zo'n anderhalf uur komen we bij ons hotel, alleen te bereiken over het water.
Er zitten papegaaien, toekans, een tapir, een jaguar en vlinders. Na een snelle rondloop, nemen we een koele duik in de rivier. Daarna gaan we naar boven om laarzen voor Martijn te zoeken. Die hebben we nl beslist nodig voor de tweedaagse jungletocht en ons is verteld, dat dit niet echt nodig zou zijn en we hebben ze daarom niet meegenomen. Gelukkig hebben ze een maat zesenveertig die aardig past. Kunnen we toch mee.
Even laten zitten we op de veranda van het hotel met een pilsje. Prachtig uitzicht over de rivier met een bijna wolkeloze hemel. Lekker temperatuurtje en de vochtigheid valt mee.
Dinsdag 27 oktoberWandeling Amazone
Een stralende, blauwe dag. Een goed begin van onze tweedaagse junglewandeltocht. Deze zou zwaar kunnen worden en daardoor gaan er slechts negen van de twintig mee. Wel heel leuk eigenlijk, want gelukkig blijven de grootste zeuren weg. Alleen Marianne en Philip, Hans, Eveline, Marja, Greetje en Eric (en wij) gaan mee. De rest doet een alternatief programma. Wij gaan zo'n beetje allemaal gelijk op, dus dat loopt erg fijn. Gelukkig wandelen we voornamelijk door het bos, want de zon schijnt ongenadig. Daardoor is het erg vochtig en hebben we veel water nodig. Omdat we een nacht weg zullen blijven, hebben we een rugzak meegenomen. Zwaar sjouwen, dus. Vooral in die hitte.
't Is een mooie tocht, dwars door de jungle. We hebben allen laarzen aan en dat is geen overbodige luxe. We moeten vaak door water en modder plenzen. 's Middags om 15:45 uur komen we bij een klein dorpje aan waar we in het schooltje zullen slapen. De gidsen koken voor ons, terwijl wij ons verpozen met de plaatselijke kinderen in de rivier. Heerlijk. Hierna voetballen we nog even (Martijn), waarna hij weer erg begint te zweten.
Na het eten is er een kleine opvoering van de bevolking, wat dansjes, wat liedjes. Wel aardig. Daarna proberen we van 20:00 uur tot 6:00 uur te slapen op de houten vloer. Erg hard, maar toch slapen we zeven uur.
Woensdag 28 oktoberWandeling Amazone
Na het ontbijt, weer terug richting hotel. 's Nachts heeft het enorm geplensd en ook tijdens het lopen is het niet de hele tijd droog. Heel ander weer dan gisteren! Qua vochtigheid maakt het eigenlijk niet uit: beide dagen zijn we doorweekt.
Onderweg zien we twee toekans. Mooi. Het laatste stukje leggen we weer met de kano af. Het weer is ondertussen opgeklaard en in het hotel aangekomen, duiken we meteen de rivier in met zeep en de vieze kleren. Heerlijk.
's Middags houden we een middagslaapje.
Donderdag 29 oktoberNaar Ibarra
's Morgensvroeg varen we met de boot terug naar Puerto Misahuallí: een uur en veertig minuten.
We rijden met de bus naar Ibarra, een lange tocht, zodat we pas 's avonds om 6:30 uur aankomen. Eerst snel douchen en daarna een welkomstdrankje drinken in de bar (rum-cola). We eten met Jaap, Janke en Hans.
Vrijdag 30 oktoberNaar San Pablo
's Morgens vrij in Ibarra. We wandelen wat rond, doen inkopen, kopen postzegels. 's Middags bezoeken we met z'n allen Cotacachi, een leerdorpje. Vervolgens gaan we naar het meer van Cuicocha in San Pablo. We wandelen hier twee uur (naar beneden). Helaas begint het te regenen. We gaan door naar een restaurant waar een Nederlandse woont, die met een Ecuadoraan is getrouwd. Leuke muziek en heerlijk eten (Mexicaans op z'n Nederlands bereid). We kopen er twee sjaals en een muziekinstrument.
Zaterdag 31 oktoberNaar San Lorenzo
Met de trein gaan we van Ibarra naar San Lorenzo. Nou ja, trein. Het is een bus die op het onderstel van een trein is geplaatst. We moeten er 's morgens al om 6:45 uur zijn. We hebben nl de hele bus afgehuurd, zodat je verzekerd bent van een zitplaats, als je tenminste op tijd bent. Wij hebben hele mooie plaatsen voorin. Daarna mogen er ook andere reizigers in. Je kunt het nl niet maken om die niet mee te nemen, want die trein is de enige verbinding met San Lorenzo. En de laatste dagen is er niet gereden door aardverschuivingen. Voor ons was het ook nog de vraag of het door zou gaan. Gelukkig wel!
We gaan met een sukkelgangetje van zo'n veertig kilometer per uur. De verwachte reistijd ligt tussen de zeven en de vijftien uur, afhankelijk van het aantal tegenliggers (het is enkelspoor), het aantal ontsporingen, aardverschuivingen en andere onverwachte hindernissen.
Wij zullen we er achtenhalf uur over doen. Dus dat valt mee. In het begin mooie uitzichten over de (besneeuwde) bergen in de buurt van Ibarra. Later wordt het wat vlakker en groener.
Tegen het einde van de reis is de trein helemaal volgepropt met mensen.
San Lorenzo is totaal verschillend van de rest van het land. Het is een dorpje met negerbevolking net als Livingstone in Guatemala. Alles heel rustig en kalm. We logeren in een hotel met een klein smal terrasje met mooi uitzicht op het centrale plein.
Zondag 1 novemberNaar Atacames
's Morgens regent het een beetje. We varen met de boot door mangrovebossen, waar we veel pelikanen en fregatvogels zien. Bijna op het eind (in La Tola) zien we honderden aalscholvers laag over het water scheren. Een prachtig gezicht.
We stappen over in een soort tot bus omgebouwde truck met kleine plaatsjes met weinig beenruimte. Niet berekend op lange Europeanen. Er komen steeds meer mensen bij en op een gegeven moment zitten er beneden zo'n vijftig en boven op het dak nog eens dertig. Hij kraakt af en toe verdacht, maar alles gaat goed.
In Atacames hebben we mooie huisjes voor vier personen, net buiten het (lawaaierige) centrum en toch pal aan zee. Lekkere hangmatten en ligstoelen. Heerlijk.
Maandag 2 novemberAtacames
Een dagje luieren, klein stukje wandelen, aan het strand liggen, lezen. Lekker. Ondanks dat er bijna geen zon is, toch verbrand.
Hans moet naar het ziekenhuis, want hij heeft in de zee op een visje getrapt met grote stekels. Die wordt eerst door de beheerder van het terrein met een brandende kokosnoot bewerkt, daarna in de kliniek gedesinfecteerd.
's Avonds drinken we lekker piña colada (ƒ 3 voor een vers klaar gemaakte).
Dinsdag 3 novemberAtacames
Nog meer luieren: in de hangmat liggen lezen, wat wandelen over het strand en piña colada drinken.
Woensdag 4 novemberNaar Quito
Met een gecharterde lijnbus rijden we van Atacames naar Quito, een rit van vijf uur. Als we hier aankomen, zitten we midden in een tropische stortbui, zoals we nog nooit hebben meegemaakt. Compleet met een fikse hagelbui, omdat we zo hoog zitten. Drie stappen de bus uit en je bent doorweekt. Koud! De volgende ochtend staan er nog sneeuwpoppen die men van de hagel heeft gemaakt. De hagelbui staat zelfs op de voorpagina in de krant compleet met grote foto.
We zitten weer in hetzelfde hotel als de vorige keer. Een mooie kamer, gelukkig weer aan de achterkant.
Donderdag 5 novemberQuito, Saquisilí
Samen met de nieuwe groep, die de vorige dag aangekomen is, gaan we naar de markt in Saquisilí. We komen misschien iets te laat aan, er zijn wat meer toeristen dan in Otavalo, maar het is toch zeker de moeite waard.
De Cotopaxi ligt er vandaag helder bij. Prachtig gezicht. Over het kerkhof van Saquisilí zien we veel bloemen en versieringen die van Allerzielen over zijn gebleven.
's Avonds genieten we in een chique restaurant in een hoge toren (met mooi uitzicht over Quito) met de hele groep van het afscheidsdiner. Heel lekker en gezellig.
Vrijdag 6 novemberNaar Galapagos-eilanden (Baltra, Santa Cruz)
Met het vliegtuig van Quito gaan we naar Quayaquil met ruim een uur vertraging. Het vliegtuig naar de Galapagos-eilanden staat al op ons te wachten en we vertrekken dan ook meteen.
De Galapagos-eilanden zijn een nationaal park, toegang US$ 40 plus 3.200 sucres.
Eerst wachten we een uur op de bus. Daarna rijden we over de landingsbaan naar het zuidpunt van Baltra, waar we de boot nemen naar Santa Cruz. Hier stappen we in een bus die ons dwars over het eiland rijdt. Onderweg stoppen we nog even bij twee kraters. Het is knap warm. In Puerto Ayora, de hoofdstad met zo'n 7.000 inwoners, lunchen we eerst. Dan lopen we naar het Darwin-station, een kweekstation voor zeeschildpadden. De dieren die we hier zien, leven in gevangenschap en zijn enorm groot (ruim een meter). Het is snel donker en we krijgen een mooie zonsondergang te zien.
Terug in het dorp kopen we een paar T-shirts en wat pilsjes.
Na het diner vertrekken we naar de boot. Wij hebben van te voren al een indeling gemaakt: Marianne en Philip, Hans, Hilda, Josje en Dick en wij. De andere boot heeft dus alle zeuren bij elkaar. Die gaan eerst naar de boot, die een klein stukje verder ligt als de onze. De boot is erg eenvoudig en valt sommigen erg tegen. Vooral voor het bedrag dat je ervoor betaald hebt. Wij hadden wel zoiets verwacht. Wij zitten met z'n achten op een tienpersoonsboot. Even later krijgen we er twee Spaanse passagiers erbij. Dat is, volgens de rest van de groep, tegen de afspraak, dus die sturen we weer weg.
Ondertussen komen de mensen van de andere boot langs. Die accepteren het allemaal niet. Later blijkt dat ze een hotel in het dorp gingen zoeken en een andere boot zouden eisen. Wij vinden het voorlopig wel zo rustig en we hebben eigenlijk veel leedvermaak.
's Nachts slapen we aardig goed in onze vierpersoonshut (met Marianne en Philip), ondanks de herrie van de varende boot en het gewiebel.
Zaterdag 7 novemberGalapagos-eilanden (Floreana)
Om 6:30 uur staan we al op. 't Zal helaas een frisse, wat miezerige dag worden. Ondertussen zijn we bijna bij het eiland Floreana. We zijn 's nachts om 3:30 uur vertrokken. Na het ontbijt gaan we met een klein bootje de kant op op weg naar het postkantoor. Dit is een ton waar je je post (zonder postzegel) kunt deponeren. Als je hier komt, dan kijk je even of er iets ligt voor iemand bij jou uit de buurt en dat neem je dan mee en bezorg je. Dit systeem dateert van eeuwen terug en is door de walvisvaarders geïntroduceerd.
Daarna lopen we nog even verder naar een lavabron op Cormorant Point. Bij terugkomst op het strand spelen er twee zeeleeuwen in het water (onze eersten, er zouden er nog duizenden volgen) die naar ons toe komen. Ze lijken ons uit te nodigen om mee te spelen. We kijken er ruim twintig minuten naar.We varen met de boot dicht langs de kust. We zien grote bullen die de boel bewaken en er zijn ook kleintjes. Erg lief.
We zien ook blauwvoet jan-van-genten, leguanen, een reiger, pelikanen, een rode vliegenvanger, een schorpioen, een grote zeeschildpad in het water en er drijft ook een parend stelletje schildpadden langs. Die heb je alle tijd om goed te bekijken, want zoiets duurt bij schildpadden ùren.
Na de siësta gaan we snorkelen. De eerste keer, dat een zeeleeuw langs komt zwemmen, schrikken we wel even. Daarna zijn we er aangewend. Je moet goed uitkijken om niet door de stroming tegen een rots te komen.
We gaan weer aan land en lopen naar de flamingo-baai. Heel mooi, al die roze beesten.
's Middags komt zowaar de andere groep opduiken. Ze zitten nog in dezelfde boot en het enige wat ze bereikt hebben, is bijna een dag verlies.
Zondag 8 novemberGalapagos-eilanden (Española, San Cristobal)
's Nachts varen we van Floreana naar Española, waar we om 6:00 uur aankomen. 's Morgens is het lekker zonnig. Na het ontbijt maken we een wandeling van drie uur en drie kwartier. Veel spotvogels, die water uit je hand drinken. Daarna zien we een hele kolonie blauwvoet jan-van-genten die aan het balsen en broeden is. Een prachtig gezicht van zo dichtbij. Je kan ze tot op een meter naderen. Niet te geloven! Even verderop zitten de gemaskerde jan-van-genten met kleine donzige kindertjes. Onderweg zien we roodsnavelkeerkringvogels vliegen met lange staarten (ook paradijsvogels genaamd), mooi gekleurde Sally-lightfoot-krabben, veel zeeleguanen en zwalustaartmeeuwen. Aan het eind van de punt zitten albatrossen die met z'n vijf kilo en een spanwijdte van meer dan twee meter, de grootste vogel van de archipel is. Ze komen op de Galapagos-eilanden alleen op Española voor, omdat die een gunstige kustlijn heeft voor het stijgen en landen van die zware beesten. Ze hebben hoge rotsen nodig om op te kunnen stijgen en een lange open baan om te kunnen landen.
Terug op de boot zwemmen we nog even. 's Middags varen we met de boot naar San Cristobal. Hier zijn we even aan land geweest, maar er valt niet zoveel te beleven.
Maandag 9 novemberGalapagos-eilanden (Sante Fe, Plaza Sur, Santa Cruz)
We vertrekken om 3:00 uur naar Sante Fe. Hier wandelen we tussen de zeeleeuwen. Een enorme bul ligt er en ook een kleintje van twee dagen. De cactusbomen hier groeien op een stam en hebben zich zo ontwikkeld, doordat de schildpadden en leguanen cactussen eten. Omdat de schijven en vruchten nu te hoog zitten, kunnen die er niet meer bij en moeten ze wachten toe ze op de grond vallen. Er zitten ook landleguanen, en een muis en een vogel die samen om een cactusvrucht vechten.Het weer zal verder mooi worden: zonnig, soms zelfs erg warm.
Later snorkelen we bij de boot: verschrikkelijk mooi. Verschillende zeeleeuwen die om je heen zwemmen, een haai van twee meter (die gelukkig erg snel weg zwemt) en een grote rog van een meter doorsnee ligt op de bodem.
Om 10:00 uur vertrekken we naar Plaza Sur. De zee is best wild en we zitten behoorlijk te schommelen. Gelukkig wordt op onze boot niemand ziek.
Plaza Sur is een klein eiland, slechts 0,13 km² groot. Er groeit veel mooi gekleurd vesuvius (in deze tijd van het jaar) en cactussen. We zien veel vogels (o.a. de Galapagos-duif met jongen) en landleguanen. Hierna varen we door naar de noordkust van Santa Cruz. Hier is een zeeschildpaddenlagune. Grote beesten zitten er van circa een meter doorsnee. Telkens zie je een kopje boven water uitkomen. Later zien we nog verschillende witte haaien rondzwemmen.
Dinsdag 10 novemberGalapagos-eilanden (Rábida, Santiago, Bartelomé)
Om 3:00 uur vertrekken we weer en we zitten bijna meteen op een rots. Het schijnt allemaal wel mee te vallen en we varen gewoon verder onder begeleiding van een paar dolfijnen. Op Rábida zien we rood strand, jonge pelikanen en flamingo's. Tijdens het snorkelen blijft een zeeleeuw vlak bij ons spelen. Erg leuk. Daarna gaan we door naar Santiago. Weer veel hoge golven, waardoor zelfs de zware bank een meter opzij vliegt.
Op Santiago zitten pelsrobben. Die lijken heel veel op zeeleeuwen, maar zijn kleiner en hebben hele andere ogen. Bij rotsen op het strand zwemmen we met ze. De eerste keer schrikt een pelsrob van het flitslicht van de camera, maar hij komt toch telkens terug. Heel leuk. Ook zitten er veel fel gekleurde krabben, die steken erg mooi af tegen de zwarte lava.
Met de boot gaan we verder naar Bartelomé, een klein eiland ten oosten van Santiago. Op zee zien we heel veel vogels op zee die naar tonijn vissen. De kustlijn is ook mooi om te zien. Onderweg zien de bootsmannen op de kust een paar geiten lopen en met de kleine boot gaan ze snel de kant op. Binnen tien minuten hebben ze zowaar twee van die beesten gevangen en ze nemen ze mee terug naar de boot. Het zijn wilde, niet endemische geiten, die uitgeroeid zouden moeten worden. Ze worden 's nachts in het bootje gelaten. Als we de volgende dag terug komen zijn ze weg.
Woensdag 11 novemberGalapagos-eilanden (Bartelomé, Santiago, Baltra)
's Morgens beklimmen we eerst de berg (114 meter) van Bartelomé. Er zijn trappen gemaakt om de erosie tegen te gaan. Er groeien een aantal lavacactussen die weer verschillen van wat we tot nu toe gezien hebben.
Bovenaan de top heb je een werkelijk schitterend uitzicht over Bartelomé met de Pinnacle Rock en op de achtergrond Sullivan's Bay van Santiago. De zon en een heldere blauwe hemel en zee maken het uitzicht fabuleus. We zien hier een vogel die men Galapagos-havik noemt, maar in feite een buizerd is.
We snorkelen beneden aan de baai met zowaar, jawel, midden op de evenaar, pinguïns! Een paar zitten er op de kant en eentje duikt in het water. Als ze zwemmen zijn het net eenden. Heel grappig. 's Middags varen we naar Sullivan's Bay op Santiago. We wandelen we hier over de pahoehoe-lava [pahoihoi-lava]. Een vulkaan is hier honderd jaar geleden uitgebarsten en heeft het eiland met lava vergroot. Een hele baai is toen verdwenen. Een groot gebied vol met zwarte lava en alleen maar lava. Er groeit helemaal niets.
's Nachts voor de kust van Baltra liggen we voor anker.
Donderdag 12 novemberGalapagos-eilanden (North Seymour, Baltra), naar Quito
's Morgensvroeg gaan we naar North Seymour. Om 6:30 uur zijn we al op zoek naar fregatvogels. Vooral naar mannetjes met opgeblazen keelzakken kijken we uit. Ze doen dat om vrouwtjes te lokken, vergezeld van veel geschreeuw. Na een paar honderd meter zien we er verschillende op slechts een paar meter afstand. Heel erg mooi.
Ook veel balsembomen met fregatvogels. We zien zelfs een roodvoet jan-van-gent die eigenlijk helemaal niet op dit eiland voorkomt. Zeker verdwaald. Aan de kust hoge golven met hele trossen zeeleguanen ervoor.
Daarna varen we naar Baltra waar de boot wordt schoongemaakt en voorzien van nieuwe voorraden. We wachten op het vliegtuig, dat ons weer naar Quito zal brengen. Hier komen we om 18:30 uur aan. De ene achtergelaten koffer halen we op en proppen alles er verder in.
Vrijdag 13 novemberNaar Bogotá (Colombia)
Dick komt er in de bus achter, dat hij zijn geldbuidel in het hotel heeft laten liggen. Hij gaat meteen terug met een taxi, maar alles is al weg (US$ 500). Sneu.
Op het vliegveld betalen we de taks (à US$ 25) en wisselen we US$ 5 om wat te eten. Van wat we overhouden, kopen we chocolade.
Om 12:30 uur (plaatselijke tijd, een uur tijdverschil met Ecuador) komen we in Bogotá, de hoofdstad van Colombia, aan. Hier moeten we overnachten in verband met een vluchtwijziging door Avianca. Alles wordt door hen betaald. Op het vliegveld wisselen we US$ 20 in peso's , zodat we wat geld bij de hand hebben.
We zitten in een luxe hotel, midden in het centrum. Met Marianne en Philip wandelen we naar het Goudmuseum. Toch een stad die er beter uitziet dan Quito, wat meer luxe. Het verkeer is een puinhoop. Veel hoge gebouwen.
Het Goudmuseum is erg mooi. Op de terugweg wordt Martijn beroofd van een doosje lucifers uit zijn broekzak. Hij heeft het meteen door en loopt over de uitgestoken voeten van een handlanger heen. De dief gooit het doosje terug en de voetzetter krijgt een pak op z'n donder van ons.
's Avonds eten we in het hotel echt Colombiaans. Jammer, dat er weer zoveel koriander in het eten zit.
Zaterdag 14 november/Zondag 15 novemberNaar huis
In de ochtend op de hotelkamer lezen we rustig wat. We hebben Bogotá wel gezien.
's Middags naar het vliegveld. Gelukkig een rechtstreekse vlucht naar Parijs en een voor driekwart leeg vliegtuig. Om 12:15 uur aankomst op Schiphol, Amsterdam.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.
Dit was een reis met Baobab (tegenwoordig Sawadee).