Cuba
31 maart t/m 18 april 2005
CUBA is het grootste eiland van het Caribische gebied.
Sigaren, Fidel Castro en Che Guevara, oude Amerikaanse sleeën, rum, prachtige stranden, swingende muziek en koloniale steden. Daar denk je aan bij Cuba. Het is beroemd en berucht, het is maar net hoe je het bekijkt. Het is een van de laatste plekken op aarde waar het oude communisme nog vaste voet aan de grond heeft. De jarenlange isolatie is de laatste jaren geleidelijk minder geworden.
Donderdag 31 maartNaar Havana
We gaan naar Cuba met SNP met een groep van zeventien man. In de trein naar Schiphol komen we Janny en Eelco tegen die naar Sicilië gaan. Wat toevallig! We kletsen wat en op Schiphol gaan we ieder ons weegs.
Het inchecken gaat erg snel, al is het wel vervelend dat je tegenwoordig al drie uur van tevoren aanwezig moet zijn. We zijn wat te laat en missen de kennismaking met de groep. We beginnen te wachten, lezen uitgebreid de krant en drinken koffie.
We vertrekken drie kwartier te laat, maar komen toch op tijd aan. We vliegen tien uur en er is zes uur tijdsverschil. Onderweg zien we de Bahamas heel mooi liggen.
Het duurt meer dan twee uur voordat iedereen zijn bagage heeft en er geld is gewisseld. We wisselen euro's tegen peso's convertibles (CUC), die de waarde hebben van de Amerikaanse dollar, die de Cubaanse regering in de ban heeft gedaan.
Het is er lekker warm, zo'n 25º.We worden opgewacht door reisleider Marcel. Met een grote bus (30 personen) rijden we in een half uur naar Havana. Er zijn twee chauffeurs en een plaatselijke gids. Of die gids de hele tijd met ons mee zal gaan, zoals de regering dat wil, is nog niet zeker. Er wordt morgen over vergaderd en besloten.
We zitten in het 4* hotel Santander in Habana Vieja. Met bijna de hele groep gaan we eten. Het is voor ons al wel laat (thuis is het 2:00 uur), maar we willen zo snel mogelijk in het plaatselijke ritme komen. We lopen naar Plaza Vieja, waar we in een staatsrestaurant gaan eten. Ze bieden ons een menu aan voor 15 CUC. We kunnen kiezen uit kip of vis met rijst, brood met boter, een mojito cocktail, een biertje en koffie. Er speelt een strijkje dat geen fooi wil aannemen.
Vrijdag 1 aprilHavana
Om 9:00 uur gaan we met Marcel een wandeling maken. We gaan eerst met een pontje naar de overkant waar op een heuvel een Christusbeeld staat. We moeten ons zakmes thuislaten in verband met vluchtpogingen naar de Verenigde Staten
Van hieruit hebben we een mooi uitzicht over de stad. Boven ons vliegen kalkoengieren. We wandelen door de oude stad en zien veel oude auto's, kamelen- en gewone bussen, waarin heel veel mensen zitten c.q. staan. Het is zonnig weer. Op veel plaatsen klinkt muziek en spelen er bandjes. We gaan oude huizen binnen waar men aan het restaureren is. Daar zijn ze volop mee bezig (als er geld is). De oude stad doet erg Spaans aan met z'n huizen met balkonnetjes. Op het Plaza de Armes staan veel boekenstalletjes op het plein. Veel boeken over Che, politiek en geschiedenis. We zien o.a. het torentje van Bacardi, waar die familie woonde, voordat men Cuba verliet. Het 61 meter hoge Capitolia Nacional (1920-1929) is een exacte kopie van het Capitool in Washington.
We eten in een paladare, een privé eethuis, met omelet, salade en fruit. Samen 11,50 CUC.
Daarna dwalen we rond door het oude deel van de stad. We houden een korte siësta en gaan op het Plaza Vieja een biertje drinken. We zitten bij een bierbrouwerij dat tapbier verkoopt in grote glazen. Ook kun je een eigen tap op je tafel krijgen waar een glas of acht uit kan. Een gevaarte waar een glazen pijp een meter de lucht insteekt waarin in het midden ijs zit, zodat het bier koel blijft.
We eten hier 's avonds met de groep. Er is veel uitverkocht en ze hebben nog een beetje kip en verder alleen maar vis. Het meeste komt in sateetjes die op een rekje hangen. Het ziet er wel grappig uit.
Zaterdag 2 aprilNaar Soroa
In de ontbijtzaal staat 's morgensvroeg al een violist, die enigszins vals speelt. Dat bevalt ons niet echt. Zo kunnen we niet op ons gemak wakker worden.
De plaatselijke gids gaat niet mee met ons. Op hoog niveau heeft men niet kunnen besluiten. SNP heeft een bijzondere reis en ze weten eigenlijk niet wat ze hiermee aan moeten. De meeste reizen gaan van stad naar stad, terwijl wij ook buiten zullen slapen. Ook mogen we eigenlijk niet meer in casas particulares slapen. Die zijn indertijd ingesteld omdat er een gebrek aan hotels was. Maar nu dat niet meer zo is, wil men van de particuliere huizen af. Er staat op onze papieren dat we ergens anders slapen.
Om 9:00 uur vertrekken we naar Soroa. We rijden dwars door Havana en zien weer heel veel oude auto's in allerlei verschillende staten van onderhoud. We moeten een stukje omrijden vanwege een marathon.
Eenmaal buiten Havana rijden we op de snelweg: een vierbaans betonnen weg zonder al te veel kuilen. Het verkeer wordt snel minder. Het is bewolkt. Langs de kant zien we koffie en suikerriet op de velden staan.Alle Cubanen hebben cadeautjes van de overheid gekregen: een snelkookpan en een elektrisch kookplaatje. Alleen jammer dat niet iedereen stroom heeft
Men werkt hier met een bonnensysteem: mensen kunnen bonnen kopen voor rijst, bonen, kleding, schoenen. Men heeft recht op een halve kilo rijst en een halve kilo bonen per persoon per maand. Heeft men meer nodig, dan moet men dit op de markt kopen. Daar is het duurder en niet altijd voorhanden. Op het platteland is genoeg te eten, maar daar zijn luxe artikelen een probleem. Veel goederen zijn alleen te koop in dollarwinkels en de gewone mensen hebben geen dollars.
We zien nog maar af en toe een auto. Onderweg willen we een niet-toeristische sigarenfabriek bezoeken, maar het is zaterdag en dus is hij gesloten.
Soroa ligt zo'n 100 kilometer van Havana in zuidwestelijke richting en ligt in de bergen. Het staat bekend om zijn hevige regens. En dat merken we dan ook. We zijn er net of het begint te druppen. Later tijdens het eten regent het en als we willen gaan wandelen, plenst het.
We gaan eten in een restaurant wat erg lang over de bereiding doet. Men is hier erg blij met de regen. Tot nu toe is het het droogste seizoen ooit. We stellen het wandelen wat uit. Het heet dan wel een avontuurlijke vakantie, maar het moet wel leuk blijven. Het is druk in het restaurant, want iedereen is aan het schuilen. Er speelt een bandje. Het wordt snel lichter en we besluiten te gaan wandelen. Onderweg zal de regen mee vallen, af en toe een bui, meest droog. Het pad is wel erg glibberig op sommige plaatsen. Alberto is de gids van het hotel en lijkt wat op Che Guevara. Hij weet veel van de planten en legt veel uit. Ook vertelt hij over de politiek in Cuba. We lopen een stuk omhoog naar de Mirador, maar het uitzicht is niet geweldig. Het is te mistig. Weer terug lopen we nog een tien minuten naar de waterval, waar je kunt zwemmen. Terug bij het hotel drinken we een biertje op het terras (1 CUC) en gaan daarna douchen en lekker buiten zitten op onze overdekte veranda. De huisjes liggen in een park om een groot zwembad heen.
De paus is dood. We zagen het op de televisie en er wordt drie dagen minder muziek gemaakt.
We eten in het enige restaurant dat er is. Omdat er zoveel mensen zijn (het is weekend), is er een buffet. Er is een saladebar en een warme kant. Samen met Marjan en Henriëtte zitten we aan een tafel en we nemen allerlei dingen die we niet kennen, proeven van elkaar en proberen te raden wat we eten, wat meestal niet lukt. Het smaakt prima. Ook hier speelt weer een bandje.
Zondag 3 aprilWandeling Soroa
We maken met Alberto een dagwandeling. Dat gaat op z'n Cubaans: stukje lopen, poosje stil staan, stukje lopen, poosje stilstaan. Totaal zijn we acht uur onderweg waarvan we drie uur echt hebben gelopen en dertien kilometer hebben afgelegd. Onderweg laat Alberto veel planten zien en laat ons besjes, vruchten en bloemen proeven. Heel verrassend. We zien koffie- en bananenplantages. Er liggen oude ronde cirkels waar vroeger koffie gedroogd werd. De plantages worden door iedereen gezamenlijk onderhouden, een soort coöperatie. Het is vandaag zonnig en een graad of 25. Lekker wandelweer, niet te warm. Het terrein gaat licht op en neer. Wel moeten we een keer of 10/15 de rivier oversteken. Maar het is laag water en er liggen stenen. Bovendien is het ondiep. We maken een koffiestop bij een dorpje. Groot woord, dorpje. Meer een afgelegen huis. De koffie wordt eerst boven het houtvuur gekookt en dan in een soort zeef gefilterd. Hele kleine kopjes koffie met een enorme stoot cafeïne.
We lunchen bij een boer. Af en toe komt die per paard naar Soroa om te vragen of er nog groepen zijn, die komen eten. Het eten is er voortreffelijk: rijst, wortelprutje, ei, gebakken banaan en een sausje. Iedereen is onder de indruk en wil de kok meenemen voor de rest van de reis. Ze hebben hele zure sinaasappels (een speciaal ras), dat geperst en met suiker en water prima te drinken is en naar mandarijntjes smaakt. De boer gaat gember steken en komt met een enorme zak terug. Ook groeien er kalebassen. De sinaasappels worden met een netje aan een lange stok uit de boom gehaald. Alberto is erg enthousiast over de natuur en vertelt ook veel over Cuba zelf. Hij is erg fanatiek in het uitdragen van zijn ideeën. Hij hoort bij het hotel en wordt 's morgens en 's avonds het personeel met een bus gebracht en opgehaald. Om 17:00 uur vertrekt de bus en we zijn net op tijd terug. In plaats van de naar de bus te hollen, wil hij eerst van iedereen afscheid nemen. Iedereen zit onder de jeukende bulten. Er is geen malaria hier.
's Avonds eten we in hetzelfde restaurant, waar weer een buffet is en een bandje.
Maandag 4 aprilNaar Viñales
's Nachts is het vrij fris, wat erg ongewoon is voor de tijd van het jaar. We worden wakker van de zingende vogels en fluitende boomkikkers.Na het ontbijt vertrekken we naar Viñales, 115 kilometer verderop en dé tabaksstreek van Cuba. Hier komt de beste tabak ter wereld vandaan. Eerst bezoeken we de sigarenfabriek in Candallares, die nu wel open is. De mensen die er sigaren draaien, meest vrouwen, moeten per dag een minimum halen. Als ze meer maken, krijgen ze een bonus. Alle sigaren worden streng gecontroleerd op gewicht, dikte, lengte en de luchtdoorlating via een speciaal apparaat. Later wordt alles op kleur geselecteerd (er zijn zo'n 65 kleuren te onderscheiden) en van een bandje voorzien. Allemaal handwerk. De afgekeurde sigaren gaan in eerste instantie terug naar de roller. Bij de laatste test mogen de afgekeurde door de mensen mee naar huis genomen worden. Maximaal twee per dag per persoon. Die mogen ze eventueel verkopen. In de fabriek worden verschillende merken gemaakt, afhankelijk van de vraag. We kopen een paar Romeo en Juliettes.
We rijden naar een uitzichtpunt waar we een koraalrotsenlandschap zien. Het is te vergelijken met de karstgebergten in Halong Baai in Vietnam en Yangshuo in China. Doordat de rotsen voor een groot deel uit kalksteen bestaan, is er veel erosie geweest. Ze noemen ze hier mojotes.
In Viñales worden we per twee in een casa particular ondergebracht, een particulier huis dat kamers verhuurt. Die huizen zijn officieel aangemeld en goedgekeurd. Het mag eigenlijk niet meer. In de officiële papieren staat, dat wij 'ergens op het platteland verdwijnen' voor een paar dagen. En dat vindt men wel goed
In onze kamer staan twee grote tweepersoonsbedden en we hebben een eigen badkamer. Men spreekt alleen Spaans. We redden ons met ons woordenboekje. We wandelen wat door het dorpje, dat niet erg groot is. Veel huizen hebben een veranda en daar staat altijd een aantal schommelstoelen op. Er zijn een paar winkels waar we water kopen. Ook hier weer oude auto's. Sommige zien er niet goed uit, maar ze rijden allemaal. We krijgen een uitstekende lunch met rijst met bruine bonen, een grote lap gerookt varkensvlees, aardappels, salade, brood, fruit en koffie. Erg sterke koffie, maar wel lekker.
We gaan op onze veranda in de schommelstoelen zitten. We zitten aan de straatkant aan de hoofdstraat. We willen wat lezen, maar daar komt niets van. Er is zoveel te zien. Knetterende brommers, rokende auto's, paard en wagens, veel mensen, veel toeristen, mensen met taart. Geen muziek.
De Cubanen zijn of slank of hebben een dikke kont, waar ze volop mee draaien. De huidskleur is in allerlei tinten bruin. Sommige hebben hele blauwe ogen. Veel vrouwen, vooral de dikke, dragen hele strakke, hele korte rokjes of broekjes. Er zijn veel dikke kinderen. Ze dragen schooluniformen.
We zitten tegenover een kleine drankwinkel, waar het de hele middag druk is. Het is vrij warm vandaag.
'Onze' mevrouw zien we regelmatig met boodschappen: een paar flesjes bier, een bord met kip.
Alle bulten jeuken nog steeds. Naast ons gaat een Cubaans winkeltje open met de allereerste levensbehoefte. Te betalen in echte peso's, dat daardoor veel goedkoper is dan de goederen in 'dollarwinkels'. De plaatselijke bevolking heeft alleen peso's. In de andere winkels kunnen ze niets kopen. In de Cubaanse winkels is echter niet veel te koop.
Aan de kleur van de nummerborden van de auto's kun je zien of het particulier bezit is, of een taxi, of het leger, of buitenlandse bedrijven, of huurauto's. Er zijn veel fietsers, veel paraplu's die als parasols worden gebruikt. Kippen lopen op straat. De mensen zijn erg aardig, erg open, erg direct. Sommige komen ons openlijk bekijken. Ze zeggen allemaal vriendelijk gedag. Af en toe zien we een paar paarden, een trekker en een oude gammele bus. Er kunnen veel mensen in een auto. De straten zijn schoon, de stoepen geveegd. Zowel moeder als dochter gaan de hele tijd boodschappen doen. Na twee uur hebben we nog geen letter gelezen en we halen aan de overkant een paar Bucanero's (0,80 CUC) en kijken verder en genieten. Af en toe komen er wat groepsleden langs en sommige belanden aan de overkant op het terras van de kroeg. Het is ondertussen bewolkt geworden, maar het is nog steeds warm. Verschillende mensen komen van de bakker: ze hebben allemaal een fel gekleurd nettasje met broodjes. Nog maar een biertje gehaald. We raken niet uitgekeken. Totaal zitten we er vijf uur en we hebben ons geen moment verveeld.
Het eten 's avonds is weer prima en staat al klaar op de afgesproken tijd. We pakken zovast onze spullen voor de tweedaagse wandeltrek. De rest kunnen we achterlaten in het huis.
Dinsdag 5 aprilTrek Valle de Viñales
Om 8:00 uur verzamelen we bij de kerk, een paar minuten lopen. Eerst bezoeken we een sigarenwarenhuis. Hier worden bladeren gedroogd en verpakt. Vooral de droogruimte ruikt erg naar ammoniak, wat erg op onze longen slaat. Het is echt veel werk zo'n sigaar maken, geen wonder dat ze duur zijn.
Er moet weer veel vergaderd worden en uiteindelijk krijgen we toestemming om in de tabaksschuur te overnachten, wat eigenlijk ook niet meer mag. Ook krijgen we de mogelijkheid om morgen aan het eind van de dag door grotten te lopen (twee á drie uur) in plaats van over een mojote te wandelen. Het lijkt ons wel wat. In de bus krijgen we een lunchpakket. We rijden een klein stukje en gaan dan lopen onder begeleiding van gids Martin. Ook hij legt veel uit over bomen en planten en we eten weer bloemen. Het is een vrij vlak terrein over goede paden. We lopen wat meer dan van de week. Het weer is goed: zonnig met af en toe wat wolken en altijd een windje. Het loopt lekker.
In een dorpje stappen we een huis binnen en drinken we koffie en krijgen we grapefruits. Ze smaken beter dan bij ons. Maar ja, ze zijn dan ook aan de bomen gerijpt. De mensen hebben een watersteen, die ook ooit een cadeau van Fidel is geweest, waar water uit de bron mee gezuiverd wordt. Hij is hard aan vervanging toe, maar een nieuwe moeten ze zelf betalen. Er zitten een paar oudere mannen met hoed en sigaar.
Onderweg zien we op een paar plaatsen tabak te drogen hangen. Dat is laat in het seizoen.
We worden nog meer gestoken.
We lunchen onderweg met de broodjes kaas en tonijn. We hebben uitzicht op de mojotes, de bizar gevormde bergen, soms erg rode grond. Af en toe zien we boeren met ossen die de ploeg voorttrekken. De gids is bang van de ossen en nog banger van de koeien. We zien een grote graffititekening uit 1960 tegen de bergen. Af en toe zien we een man op een paard, soms een huis, een tabaksschuur. Geen geluid te horen, alleen de wind, soms geloei van dieren. Dat is het. Heerlijk. We komen in een andere vallei zonder mojotes. Deze is groener en er zijn af en toe meertjes. We gaan ergens zwemmen. Dat wil zeggen: een aantal van de groep gaat, wij blijven achter met vijf anderen en drinken hele kleine kopjes met hele sterke koffie. De boer rolt ter plekke sigaren en verkoopt ze. We krijgen grapefruits, dun geschild met het kapje eraf. Je moet ze inknijpen en het sap eruit zuigen. Lekker. We kijken in de tabaksschuur die barstensvol hangt met bladeren. Volgens de boer heeft die een waarde van omgerekend € 200.
Onze tabaksschuur is nog een stukje verder en we komen hier om een uur of zes aan. We hebben vandaag twintig kilometer gelopen. De schuur is erg warm en er hangen achttien hangmatten in twee rijen. Vagelijk ruik je de tabakslucht. We krijgen verse ananas die zo uit de kleine plantage gesneden wordt. Verser kan niet. Het eten wordt gebracht en ook bier en water. Het bier wordt gekoeld in de put, maar dat werkt niet echt. Evengoed kunnen we het waarderen. We eten prima met veel kip, omdat veel groepsleden ineens vegetariër geworden zijn.
De schuur is gelukkig 's avonds een stuk afgekoeld. Als je gaat liggen of omdraait, voelt de hele rij dat. Het is rustig 's nachts en we slapen vrij redelijk. De sterrenhemel is prachtig.
Woensdag 6 aprilTrek Valle de Viñales
Het ontbijt is met worst, kaas en guavejam. Het is erg vochtig vandaag, vannacht trouwens ook. Half zonnig, half bewolkt. We zien lipstickplanten: noten met daarin kleine pitjes die door te wrijven rood kleuren. Men gaat een mojote beklimmen. Wij gaan niet mee. André zit na afloop onder de cactusstekeltjes.We lopen in een redelijk rustig tempo en we lopen vandaag twaalf kilometer. We hebben gezelschap van een paar schurfterige, manke honden. Bijna raken we ze kwijt aan een groep Engelsen, maar ze komen weer terug. De beste hond pikken ze bij de koffiestop in. We zuigen weer grapefruits uit en drinken koffie. Het laatste stuk lopen we door een grot. De honden moeten worden opgetild als wij met een touw naar boven klimmen. De honden paren vanwege de stress en blijven aan elkaar vast zitten. Stomme beesten. Water helpt niet en na een kwartier trekken we de honden gewoon uit elkaar, wat vrij makkelijk gaat. Bij de uitgang is een lange trap naar beneden onder een overhangende rots. We eindigen bij een resort met zwembad voor een koud drankje. Wij gaan voor de Bucanero, de andere bierdrinkers nemen Cristal. Weer terug bij onze casa bestellen we vis voor het avondeten, gaan douchen en weer op de veranda zitten schommelen. En aan de overkant halen we bier. Er lopen vandaag veel mensen met taart, geel, rose, groen of blauwe. Ze zien er allemaal even zoet uit. Ze dragen ze op een karton, niet afgedekt. Een man draagt een taart op een eierkarton in een zijspan van een motor. Onze gastvrouw vindt hem 'loco'. We genieten van het heerlijke gezapige tempo. Erg relaxed. De straat doet ons een beetje aan Bangkok denken, waar we aan de overkant steeds eten en hapjes gingen halen.
Voor het eten in de casa betalen gemiddeld 18 CUC voor twee personen inclusief een flesje bier.
Donderdag 7 aprilNaar Trinidad
We rijden vandaag naar Trinidad, een lange rijdag van 560 kilometer. Het weer is mooi. De brede snelweg kan tevens dienst doen als landingsplaats voor vliegtuigen. Je moet wel de weg weten, er staan geen borden. Op de snelwegen staan veel mensen met geld te wapperen in de hoop dat ze een lift krijgen. Sommige staan wel twee of drie dagen te wachten voordat ze met iemand mee kunnen.Bij Varkensbaai hebben we een lunch. Het laatste stuk van de weg ligt bezaaid met krabbenlijkjes. En ze stinken! We bestellen eerst de lunch bij het staatsrestaurant (duurt langer, is duurder en de porties zijn kleiner) en gaan dan in zee snorkelen. Het water is vrij zout, erg helder, erg blauw en er zitten veel kleine vissen. Bij het restaurant is een grot met zoet water, waar we het zout af kunnen spoelen. Hier is het niet zo helder, maar er zitten veel grotere vissen. Ook zitten er veel krabben in verschillende kleuren. Met een beetje geduld, zie je ze tevoorschijn komen uit hun holletje. Ze zijn giftig en dus niet te eten en daarom zijn er zoveel. Ook zien we een kleine groene kolibrie die bijna niet opvalt tussen de groene bladeren.
Om 18:00 uur komen we in hotel La Ronda, waar we worden verwelkomd met een cuba libre. We nemen nog een paar mojito's en bier. Daarna gaan we kreeft eten bij een illegale paladare.
Kreeft mag alleen in de staatsrestaurants gegeten worden en kost dan 30 CUC. In de paladares mag het eigenlijk niet. Dit is een illegale paladare en hier kost de kreeft maar 12 CUC. De resten worden meteen verwijderd in verband met mogelijke inspecteurs. Men betaalt de buren een soort zwijggeld.
Lia bestelt een andere typische Cubaanse cocktail, een canchanchara, een laag honing met limoen, rum, water, ijs en een geheim plantenextract. Zoet, maar wel lekker. Als we teruglopen is er overal muziek. Allerlei bandjes spelen op straat en in restaurants.
Er is geen water in het hotel. Dat ligt niet aan het hotel, maar aan de stad. Soms is er een klein straaltje, dan laten we de stortbak van de wc en een emmer vollopen, zodat we altijd water hebben om de wc door te spoelen.
Vrijdag 8 aprilTrinidad
Het ontbijt nemen we in het restaurant. We krijgen eerst niet de goede drankjes, fruit in plaats van een sapje. Het duurt erg lang, ondanks het vele personeel, maar de broodjes zijn lekker.
We dwalen de hele dag door het 'dorp' Trinidad. Het is inderdaad niet groot. De oude stad ligt vol met stenen uit Europa, die vroeger dienden als stabilisatoren voor de schepen. Hier zijn de huizen mooi opgeknapt en in veel verschillende kleuren geverfd. Bij veel huizen kun je naar binnen kijken. Dan zie je mensen zitten schommelen, een kinderschooltje, mooi ingerichte huizen, iemand op een gitaar spelen. Er is overal muziek. Er is een markt met veel kant, sambaballen en auto's. Ergens achteraf kopen we een paar sambaballen voor 1 CUC, een auto van papier-maché, een T-shirt en een ketting. Overal hoor je pst, pst, pst van mensen die proberen, om welke reden dan ook, je aandacht te trekken.
We dwalen heerlijk rond. Het is half bewolkt, half zonnig, wel goed om te verbranden. Tussen 10:30 uur en 14:00 uur zijn er veel toeristen die vanuit de noordkust een dagexcursie maken naar Trinidad. Daarvoor en daarna is het rustig.
We halen een paar keer wat blikjes fris en gaan daarmee in een park zitten en kijken om ons heen. Bij de ruïne vraagt een mevrouw of we vanavond bij haar willen eten. Ze heeft een schrift met referenties in verschillende talen. Het ziet er veel belovend uit en we reserveren. Ze heet Isabel. We zullen wel zien.
Tussen de middag eten we in een straat waar de plaatselijke bevolking op straat pizza en broodjes ham eet. Tussen een paar tralies voor het raam verkopen ze ze. Ze kosten 10 echte peso's en wij moeten 3 CUC betalen. Eigenlijk teveel en we zien de man die het geld gaat wisselen wat in zijn eigen zak steken. We lachen er om. De pizza wordt een paar stukjes papier gelegd en men laat ze eerst uitlekken. Het is erg populair bij de plaatselijke bevolking. De drankjes kosten in dit deel van de stad de helft van die in het drukkere toeristendeel.'s Middags is er water en gaan we douchen.
Trinidad is een gezellige plaats, heel ontspannen. Later drinken we op een terrasjes bier (1,50 CUC) en daiquiri (2 CUC), die lekker en erg fris is. Lia krijgt bij het bier een glas, Martijn niet.
Wilma gaat 's avonds mee naar Isabel. We zitten in de huiskamer. Er zitten al wat Duitsers die weggestuurd worden. Eentje is er nog niet klaar en eet door. Er komen nog twee gasten die doorgestuurd worden naar de buren. We bestellen kreeft en camarones, maar die laatste blijken bij nader inzien toch op. Af en toe komt er iemand binnen en krijgen we allemaal een kusje. We eten kreeft met rijst, tomatensalade, fruit en mierzoete cake. De zus van Isabel is een beetje gek en komt af en toe dansen op de muziek. Het bier wordt ergens gehaald en we halen het later zelf uit de koelkast. In de keuken is het erg druk; er zijn veel mensen aanwezig. De kreeft kost slechts 8 CUC p.p.
Later luisteren en kijken we nog even op het plein naar de muziek.
Zaterdag 9 aprilWandeling Sierra Escambray
Met twee kleine busjes rijden we naar het Escambray-gebergte. Deze streek is het regenachtigste van Cuba. Vandaag is het grotendeels zonnig, maar wel erg vochtig. Een 18 kilometer lange weg met haarspeldbochten en steile hellingen. We gaan naar Topes de Collantes dat op 800 meter ligt. We wandelen met gids Alex door het nevelwoud. We worden gewezen op veel verschillende bomen, lianen, epifyten, korstmossen, boom- en reuzenvarens en (uitgebloeide) orchideeën. Er groeien veel bromelia's en heel veel 'Susanna's met de mooie ogen'. Mevrouw Batista heeft heel veel planten uit de hele wereld hier verzameld. We lopen naar Haciënda Codina (uit 1910) waar we logeren. Na de lunch gaat iedereen wandelen, behalve Lia. De groep ziet veel orchideeën en een tocororo, Cuba's nationale vogel. Lia blijft achter en ziet veel kolibries en hagedissen. Een kleine zwarte kolibrie blijft lang op een plaats zitten en wast zichzelf. Ondertussen wordt een varken aan het spit gebraden. Iedereen zit met een drankje te schommelen op de veranda. Het is prachtig weer, zeker voor deze streek. Geen regen, veel zon.
Steeds meer mensen in de groep worden vegetariër. Het varken smaakt erg goed. Daarnaast zijn er aardappels, rijst en fruit: ananas, grapefruit en meloen. Het bier is erg koud.
We slapen met z'n allen buiten op de overdekte veranda. Als de laatste naar bed gaat, gaat het licht uit. Dan zien we een schitterende sterrenhemel.
Zondag 10 aprilNaar Trinidad
Om 6:00 uur moeten we al op om op tijd in de haven van Trinidad te zijn voor de tocht met de catamaran naar het onbewoonde eiland Cayo Macho. De vrachtwagen komt een half uur te laat. In dat halve uur zien we wel een tocororo die heel dichtbij op een kale tak zit. Hij zit mooi met z'n rode borst naar ons toe.
Alle bagage en mensen gaan in de open laadbak. Busjes kunnen hier niet komen, het is te steil. We moeten ons goed vasthouden.
Alweer stralend weer, zodat we mooi uitzicht hebben over Trinidad en de baai. Halverwege draaien we weer om, omdat het tweede busje pech heeft. Alle bagage gaat in het achter te laten busje en alle mensen in het andere.
Bij de haven blijkt de catamaran stuk en deze zal zeker niet vandaag gemaakt zijn. Een andere boot is er niet. Onze eigen bus is er om de bagage op te pikken, maar die zit in het pechbusje en is er dus niet. We gaan een paar uur aan het strand liggen en zwemmen. Marcel heeft een vrachtwagen voor de tocht naar het hotel geregeld, want de bus is al weer weg. Net als we wegrijden in de vrachtwagen, zien we onze bus weer. Die heeft ondertussen alle bagage bij zich die ze eigenlijk naar het hotel hadden moeten brengen. Maar daar hoorden ze dat er de hele dag geen water zou zijn. We zouden naar een hotel buiten de stad kunnen gaan, maar dat willen we niet, dan maar geen water. Blijkt in het hotel, dat er toch water is. We vullen meteen de emmer in de wc en gaan douchen om het zoute zeewater af te spoelen. Daarna gaan we een pizza eten 'uit de muur'. Veel huizen zijn gesloten en het is rustig op straat. We betalen nu minder dan 1 CUC voor twee pizza's en krijgen ook nog 14 peso's terug. We kopen water en wat fris en gaan in het park zitten. Bij de pizzaboer komt een klant met een bordje ham en die laat dat op een paar pizza's bakken. Overal lopen mannen met heupflesjes met (zelfgestookte?) rum.
Terug in het hotel staan op de binnenplaats twee televisies: het is de Spaanse wedstrijd Real Madrid-Barcelona. De toeschouwers zijn erg fanatiek. Real wint met 4-2.Met Marjan en Wilma gaan we op het terras van een café zitten. Het is het enige terras dat we hebben ontdekt. Het is rustig op straat met mensen. Verderop is een muziektempel die veel mensen trekt. Veel vrouwen met weinig, erg hippe kleding, waarvan wij vinden dat het soms erg ver gaat. Ze lopen heerlijk te paraderen. De mannen gaan nonchalant gekleed. Veel oudere mannen die langs komen, al dan niet met een fles rum, zijn in min of meerdere mate dronken. Maar de bewaker van het terras stuurt iedereen weg die vervelend tegen ons wordt. Hij brengt ons de rekening en steekt de fooi in zijn eigen zak. Met z'n vieren gaan we ergens eten, maar de door ons uitgezochte paladare is vandaag dicht. Wij laten ons door een mevrouw ergens heen brengen. Zij wil daar graag voor betaald worden en wij beloven haar de volgende ochtend een stuk zeep te geven.
Het restaurant is een binnenplaatsje met twee tafels, die keurig netjes en goed verzorgd gedekt zijn. We eten er o.a. garnalen die we heel lekker vinden. Af en toe wordt er op de houten deur geklopt en we denken dan telkens aan inspecteurs, maar dat is niet zo.
Als we teruglopen naar het hotel, gluren we door een open deur een huis binnen en zien daar een oude auto staan. We kijken nog eens goed en zien geen andere opening dan die ene smalle deur. De eigenaar heeft de muur naast de deur uitgebroken en weer dichtgemetseld en knapt nu de auto op. Die zal zo in ieder geval niet gestolen worden.
Maandag 11 aprilNaar Sierra Maestra, Villa Santo Domingo
Voor het ontbijt staan de sapjes al klaar. Ze leren het nog wel eens. Maar erg efficiënt gaat het nog steeds niet. De mevrouw van gisteren is er voor haar zeepje, waar ze blij mee is.
Vlak buiten Trinidad is een grote haciënda waar vroeger slaven werkten op de suikerrietplantage. We beklimmen de toren waar de slaven in de gaten werden gehouden. De slaven kregen de naam van de eigenaar, in dit geval Iznoga. Vanaf de toren hebben we mooi uitzicht over de velden. Met een machine wordt suikerriet geperst. Twee mensen moeten de pers met de hand laten draaien.
Onderweg zien we boeren de laatste suikerrietvelden oogsten. De fles rum gaat van mond tot mond hoewel het nog geen 10:00 uur is.
Het is warm vandaag.
De chauffeurs krijgen een staatslunch in Camagüey, dus lunchen wij daar ook. Hier lopen de straten niet rechtlijnig, zoals dat in andere plaatsen wel het geval is. Het is zo aangelegd om de piraten te misleiden en hen zo te laten verdwalen. Onze chauffeurs verdwalen ook prompt.
Het is een lange reisdag. Het laatste stuk naar Villa Santo Domingo is onbekend voor de chauffeurs en ze moeten regelmatig de weg vragen. We nemen een vrouw mee die de weg zou kennen, maar dat werkt ook niet echt. We komen pas in het donker aan. We krijgen aardige huisjes en we bestellen meteen het avondeten. De service is prima, het eten is heerlijk en het gaat allemaal lekker snel.
Dinsdag 12 aprilWandeling Comandancia, naar Santiago de Cuba
Mooie natuur. Er lopen varkens op straat. De vangrail wordt gewit. Er lopen heel wat mannen die hier mee bezig zijn. Het verschil voor en na de behandeling is niet te zien.
We gaan wandelen, maar eerst moeten we een stukje met de jeep. Die zijn er niet genoeg en we gaan met vier man tegelijk. Na 100 meter (!) stoppen we en moeten we een permit halen. De jeep draait om, om de anderen te halen. Hadden we veel beter kunnen lopen. We snappen het niet helemaal en doen daar ook maar geen poging toe. Met de jeeps rijden we vervolgens vijf kilometer 600 meter omhoog. We wandelen naar het voormalig hoofdkwartier van Fidel Castro dat in de tijd van de revolutie dienst deed als geheim commandocentrum: de Comandancia. Van hieruit is de revolutie begonnen. Bij de (inmiddels overleden) boer die Fidel als eerste steunde, moeten we de camera's achterlaten., voor we verder mogen lopen naar de plaats zelf.
Onderweg zien we een kameleon, hagedissen en twee tocororo's.
We lunchen in het restaurant bij de huisjes. Het is er vrij goedkoop. De kamers hebben we tot 14:00 uur, zodat we eerst nog kunnen douchen. En dat is hard nodig. Je zweet hier heel wat af, want het is erg vochtig vandaag.
Om een uur of zes zijn we in Santiago, de tweede stad van het land. Bij Jezus worden we over de kamers verdeeld. Sommige met meerderen in een huis. Wij gaan met z'n tweeën met een meneer mee, twee straten verderop. Hij spreekt aardig Engels voor een Cubaan. Hij brengt ons bij zijn moeder die alleen Spaans spreekt. We krijgen een hele grote kamer met twee tweepersoonsbedden, een kleine, elektrische douche, maar we hebben nog wel eens een kleinere gehad. Het is er erg warm, maar dat is het buiten ook. Er is airco en ook een fan. We krijgen geen huissleutel, alleen een kamersleutel. De hele kleine mevrouw vertelt dat we moeten gaan dansen en dat het niet uitmaakt hoe laat we thuis komen.
We lopen voor het eten het centrum in. Dat is niet zo groot. Op het Plaza Céspedes gaan we tussen de Cubanen op de bankjes in de schaduw zitten. We worden nogal lastig gevallen, maar na een poosje reageren we niet meer op ze en gaan ze vanzelf weg. Veel erg donkere mensen. Eigenlijk in alle tinten bruin. Veel verschil in postuur en uiterlijk.
Om 20:00 uur verzamelen we bij Jezus voor een gezamenlijk diner. Boven op het dakterras is het best uit te houden. Wel moeten ze nog een tafel verstevigen en er eentje bij zetten. Maar het bier en de mojito's (met papieren rietjes) zijn koud en het eten lekker. Een groot stuk vis, salade, gebakken koekjes en sapota's, de duurste vrucht van Cuba.
's Nachts zetten we alleen de fan aan, want de airco maakt erg veel herrie. Een echte, warme Cubaanse nacht. Je went er aan.
We horen veel lawaai op straat. Het blijkt dat de play-offs van het honkbal tussen Havana en Santiago gespeeld wordt. Santiago wordt landskampioen voor de 52e keer, wat gevierd wordt met veel vuurwerk.
Woensdag 13 aprilSantiago de Cuba
We krijgen een uitgebreid ontbijt met omelet met ham en kaas en sapota's. Koffie is altijd erg, heel erg sterk en wordt vaak opgewarmd in de magnetron. We hebben nog nooit zoveel koffie gedronken in een vakantie.
We dwalen door de stad. Veel enorme volle vrachtwagens die dienst doen als bussen. Overal muzikanten op straat. Het Plaza Dolores is voller dan Plaza Céspedes, wellicht omdat hier meer schaduw is. Erg weinig toeristen hier. Hoe meer we naar het oosten lopen, hoe minder we lastig gevallen worden. Aardige mensen, veel ijswinkels, schooltjes, wasserijen, kleine handeltjes op straat, koekstalletjes. In elk park, en dat zijn er nogal wat, gaan we zitten en mensen kijken. Er rijden een paar Nederlandse bussen, volle auto's en oude auto's. Veel oude auto's.
Het is erg warm vandaag, heel erg warm. Het is hier dan ook de warmste streek van Cuba.
We dachten dat we een eenvoudige lunch hadden besteld met omelet met ham en kaas, maar we krijgen ook bonensoep, rijst, salade en patatjes. Het smaakt prima.
Daarna houden we siësta.
Van Klaas Jan en Manon horen we dat de landstitel gevierd wordt. We gaan de opgegeven richting uit en de muziek achterna. Tegen vieren is het al druk. Iedereen loopt met een plastic waterfles van 1,5 liter rond, die je hier (leeg) kunt kopen. Maar er zit geen water is, maar bier. Andere hebben grote mokken. Kleine bekers zoals bij ons, zie je niet. Thermoskannen, grote potten, kleine emmers en pannen, een fles van drie liter. Overal waar bier in kan, zit bier in. Zelfs een emmer van tien liter komt voorbij. Wat kan men hier zuipen. Niet te geloven. Men drinkt vaak met een groepje waarbij de fles van mond tot mond gaat. Het wordt betaald in peso's en kost waarschijnlijk niets. Wij raken met een groepje jongens aan de praat die een grote tinnen kroes hebben. Wij krijgen deze ook aangeboden en maken daar graag gebruik van. Er zijn kleine kermissen voor de kinderen, karren met geiten, etenskraampjes met hele varkens, lollies en taarten. Er is geen verkeer, alleen de grote tankwagens met nieuwe ladingen bier mogen er door. We geven de jongens een CUC en eentje gaat er nieuw bier halen. Hij blijft erg lang weg en later zien we de reden. Bij de bierkraampjes is het zo druk, dat als iemand bier heeft bemachtigd, die door zijn maten uit de massa getrokken moet worden. Weer gaat de kan van mond tot mond. Ze spreken drie woorden Engels, net zoveel als wij Spaans. Maar we begrijpen elkaar. Er komt nog een man bij die wat Duits praat en weet, als wij vertellen dat we uit Nederland komen, dat wij hem zouden moeten kunnen verstaan. En dat lukt. Hoe langer hij blijft, hoe beter hij Duits gaat praten. Het wordt steeds drukker. Wij zijn, samen met Klaas Jan en Manon, de enige toeristen, de enige blanken. Iedereen swingt, overal dansen mensen en soms hebben we het idee dat we ineens over een dansvloer lopen. Iedereen heeft zijn kinderen meegenomen. Jong en oud, slank en dik, alles swingt, danst de salsa, zingt en drinkt. Veel pst, pst, pst, klapzoen in Lia's oor. Het is een groot feest. We blijven ons verbazen over de hoeveelheden bier. Waarschijnlijk is iedereen vanavond bezopen. Als het nog veel drukker wordt, gaan we maar weg. De wijk staat ook niet al te goed bekend, zeker 's avonds niet. We gaan naar het Casa Grande op het Plaza Céspedes voor een (voor de Cubanen duur) biertje. We zitten aan de kant en hebben mooi uitzicht op het plein met al z'n mensen en oude auto's. Er speelt een bandje en als je hen wat geeft, komen ze bij je tafel spelen. Het is nog steeds erg warm. Wat wil een mens nog meer!
Als we naar ons huis terug lopen, blijkt in onze wijk het licht uitgevallen te zijn. We eten bij kaarslicht heerlijke kip. Om het dagboek bij te kunnen schrijven, om nog een biertje te drinken, om naar muziek te luisteren, omdat de fan niet werkt, gaan we weer naar het plein, waar wel licht brandt. Na het eerste pilsje zitten we aan het 'raam' en speelt er weer live muziek. Men schenkt hier de cocktails uit de losse pols: geen maatjes en meestal flink veel rum. Het kost hier ook niets. Het zal nog steeds een graad of 30 zijn, geweldig
We krijgen veel sms-jes van André: de paus is dood, ook prins Reinier, Anton Heiboer en Walli Tax. PSV is door naar de halve finale van de Champions League. Het is druk op het plein met alleen zitters, geen drinkers. Heerlijk relaxed. Buiten komt een drumstel voorbij en een paar trommels. Het feest duurt de hele nacht.
Achter ons staat een goochelaar zijn kunsten te oefenen. Later gaat hij de tafels langs. We nemen nog een Bucanero. We zitten hier zo lekker. En het blijft warm, erg warm. Geen zuchtje wind.
Tegen halftwaalf zijn we terug in het huis en doet het licht en dus ook de fan het weer.
We moeten 30 CUC betalen voor vier maaltijden. Als presentje doen we er wat zeep bij.
Donderdag 14 aprilNaar Baracoa
Martijn is jarig en wordt door iedereen gefeliciteerd. Ook Jezus is op de hoogte.
Het is bewolkt en erg vochtig. De airco in de bus wordt vandaag erg gewaardeerd. Er wordt een grote doos de bus in geschoven.
Onderweg naar Baracoa komen we langs Guantánamo, bekend van het liedje Guantanamero en de Amerikaanse basis. Daar mag je zelfs niet in de buurt komen. Verderop langs het strand gaan we voor de laatste keer zwemmen in de Caribische Zee. Er ligt veel fossiel koraalrif op het strand. En veel hete steentjes, geen zandstrand. De doos gaat mee. Wij gaan zwemmen en zien iedereen om de doos staan. Al snel worden we gewenkt en Marcel heeft een grote taart geregeld. Vrij zoet, maar wel lekker. Wat er overblijft gaat naar een groep Cubanen even verderop aan het strand. Dat wordt met gejuich ontvangen en ze komen voor Martijn zingen. Later spelen en zingen ze nog een keer en een klein jongetje brengt Martijn een paar mooie steentjes als cadeau. De Cubanen hier ter plaatse hebben drie dagen vakantie gekregen.
Het is hier erg droog en er groeien veel grote cactussen. Als we doorsteken naar Baracoa gaan we omhoog en wordt het steeds groener. Hier regent het weer veel meer. Baracoa is een lang gerekt plaatsje en ligt aan de Atlantische oceaan. We krijgen een kamer die we even later ruilen met Wilma en Marjan, omdat die alleen een tweepersoonsbed hebben. We eten lekkere verse broodjes met ham en kaas.
We wandelen het centrum door en zien El Yunque liggen, een tafelberg, die we morgen gaan bewandelen. Het is knap warm en we gaan in een parkje zitten met een grote fles water en wat blikjes limoensap. Later gaan we naar een terras, lekker in de schaduw, en drinken een mojito en een daiquiri. En later een Bucanero samen met wat andere groepsleden. We krijgen een stukje chocolade aangeboden uit de plaatselijke fabriek, dat heel erg bitter is. Aan een klein stukje heb je genoeg.
Voor het avondeten hebben we weer kreeft besteld. Marcel had gezegd dat ze aan deze kant van het eiland kleiner zouden zijn dan aan de Caribische kust. We laten de rest (rijst, salade, bananen, fruit) allemaal staan en eten ons helemaal klem aan de kreeft. Hoezo klein
Kosten CUC 10 p.p. In het parkje gaan we uitbuiken.
Om 21:30 uur hebben we de groep uitgenodigd voor een borrel in verband met de verjaardag. Het duurt even voordat iedereen z'n drankje heeft, maar het is wel gezellig.
We zetten 's nachts het raam open, omdat de airco teveel herrie maakt en we geen fan hebben. Dan nog maar wat muggenbulten.
Vrijdag 15 aprilWandeling El Yunque
Lekker ontbijt met brood, ham, kaas, koffie, chocolademelk, fruit.
In twee vrachtauto's gaan we naar de voet van El Yunque. We komen langs de chocoladefabriek die je erg goed ruikt. Veel cacao-, kokos- en bananenbomen. Alles staat dwars door elkaar heen. Geen mooie plantages, meer een rommeltje. Heeft ook wel wat. Ideaal wandelweer vandaag: droog, bewolkt, maar wel erg warm. We doorwaden een rivier tot halverwege de knie. Er liggen veel stenen en sandalen zijn wel handig voor onze tere voetjes. We zijn ook niks gewend.We moeten 500 meter omhoog lopen. Zweet, zweet, nog meer zweet. De totale afstand is slechts 6,5 kilometer, heen en terug, waar we heen 2,5 uur en terug 2 uur over doen. Op de top hebben we mooi uitzicht op de baai beneden. Wel wat heiig. Boven op de top staat een hoofd, zoals we die overal al gezien hebben. Af en toe voelen we wat spettertjes regen. Als het maar droog blijft tot we beneden zijn, anders wordt het zo'n glibberpartij. Een kleine slang heeft een kameleon gevangen. De gids geeft ons kokosnoten en zoete citroenen.
Beneden bij de rivier gaan we zwemmen om af te koelen. Heerlijk water. We zitten lekker in de watervallen zodat onze ruggen een stevige massage krijgen.
Met de auto's gaan we bij een boer varken van het spit eten. Weer meer vegetariërs in de groep. Het varken is lekker. Ze hebben ook kokosnoten, grapefruits en koud bier. Het begint licht te spetteren.
Weer terug in Baracoa kopen we water en gaan we douchen. Na een half uur valt de elektriciteit uit. Samen met Wilma gaan we wat drinken. In een plaatselijk kroeg bij het fort bij het strand bestellen we bier, wat ons enige moeite kost om het te krijgen. Ze hebben tapbier waar men het schuim afhaalt. Eerst zitten we buiten onder een grote betonnen paraplu, maar al snel gaat het harder regenen. We gaan onder het afdak zitten, binnen ruikt het niet erg fris, en nemen nog een biertje. Ook hier valt nu de elektriciteit uit en kunnen we geen bier meer krijgen. Het giet ondertussen. Tussen de buien door gaan we op zoek naar een bar met flessen of blikjes. We vinden alleen het (open) terras van gisteren en slepen een tafel en een paar stoelen onder een afdak en bestellen Bucanero. Een paar Cubanen hebben vier grote flessen rum op tafel staan. Af en toe een plensbui. Als het weer even droog is, lopen we terug, want wij hebben ons eten voor 20:30 uur besteld. De straten zijn in halve riviertjes veranderd en we lopen te soppen.
We krijgen dezelfde bijgerechten als gisteren en nu met heerlijke vis in een tomaten/kokossaus. Het giet bij tijd en wijlen. We hopen dat alle regen nu valt en dat het morgen weer droog is als we weer gaan wandelen.
Zaterdag 16 aprilWandeling Baracoa
Het is een heel stuk afgekoeld.
De geplande wandeling langs de Rio Toa gaat niet door vanwege de regen die vannacht is gevallen. De steile stukken zouden te glad zijn en men denkt dat het straks weer gaat regenen. Als alternatief gaan we met de twee wagentjes naar het Humboldt N.P., ruim een uur rijden. De weg wordt steeds slechter. De omgeving is erg groen en erg mooi.We gaan zeven kilometer wandelen en zullen hier vier uur over doen. Meest brede paden, langzaam omhoog, omlaag is soms glibberen. We zien een papegaai, een specht en een tocororo. Bij de lunch krijgen we weer kokosnoten en ook een cucurucho, een plaatselijke lekkernij, een hoorntje van palmbladeren gevuld met een mengsel van kokos, suiker, honing en vruchten. De mensen maken ze zelf en ze doen dat allemaal iets anders.
Vlak bij de waterval gaan we (met een paar man) zwemmen. Eerst een stukje lopen door het water over keien, dan zwemmen. Het water is heerlijk koel en de kracht van de waterval is enorm. Een gids klimt de rots op en duikt zo het water is. We frissen lekker op.
Het zou gaan regenen vandaag; eerst om 11:00 uur, dan om 14:00 uur, maar het blijft droog.
We moeten veel riviertjes doorwaden. In het begin zijn het er een paar en dan trekken we onze wandelschoenen uit. Bij de eerste kunnen we volgens Marcel met blote voeten door het water, want er ligt zand. Wij voelen alleen maar scherpe steentjes. Volgende keer toch maar de sandalen aan. Het laatste stuk zijn veel riviertjes achter elkaar. De een houdt z'n sandalen aan, maar niet iedereen heeft die. Sommige trekken telkens de schoenen uit, anderen banjeren met schoenen en al door het water.
Het laatste stukje gaan we met de boot: drie roeiboten met roeiers. Heerlijk rustgevend. Aan het eind staat er een fruitbuffet klaar.
Iedereen zamelt spullen in die afgegeven worden, waarna ze verdeeld worden onder de arme mensen.
's Avonds eten we met z'n allen ons laatste avondmaal. Zwaardvis van de gril en garnalen in kokossaus. Lekker. We drinken nog een afzakkertje op het buitenterras. Het is er afgeladen vol. De serveerster kent ons nog van vanmiddag en regelt heel snel plaats voor ons.
Zondag 17 aprilNaar Holguin, naar huis
We rekenen af in ons huis: kreeft en vis kost 10 CUC per persoon. Het smaakte geweldig.
Met de bus rijden we naar Holguin. Het eerste stuk is dezelfde slechte weg van gisteren. Er is bijna geen verkeer. Het is bewolkt en koel.
Marjan is jarig. We zingen in de bus en zij trakteert iedereen op een cucurucho.
We nemen een moeder met kleine baby en man mee, die gaan stemmen in een naburig dorp. Ze kunnen in deze streek kiezen uit twee mensen uit die ene partij, die een soort afgevaardigde wordt.
Het begint te regenen. Gisteren heeft het in Havana en Holguin ook al geregend en de mensen vierden feest op straat om dit te vieren. Het is zo lang erg droog geweest.
Onderweg maken we een fruitstop. Bij een familie krijgen we kokosballetjes, kaas, papaja, sinaasappel en kokosnoten. En natuurlijk koffie. Sterke koffie.
In Holguin horen we weer veel pst, pst, pst. Wij dwalen door de plaats waar erg veel pleinen zijn. Het is zondag, vrij stil op straat en de meeste winkels zijn dicht. Toch vinden we een kleine open zaak, waar we Havana Club Rum kunnen kopen: een literfles kost 5,20 CUC. Een fles moeten we op bestelling meenemen voor Gerda en Carlo. De man voor ons in de winkel neemt al een slok van zijn rum tijdens het afrekenen. Er zijn terrasjes op straat waar men enorme porties ijs eet. De mensen staan er voor in de rij. Om binnen te kunnen zitten, staat buiten een man of veertig te wachten. We gaan lekker in het park zitten kijken.
We moeten om 16:00 uur op het vliegveld zijn. De rechtstreekse vlucht naar Amsterdam vertrekt op tijd om 19:00 uur.
Maandag 18 aprilNaar huis
Om 10:00 uur 's morgens landen we op Schiphol.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.
Dit was een reis met SNP.