Woensdag 8 novemberLa Fortuna
We rijden eerst naar de waterval. Daar klimmen en klauteren we het hele stuk naar beneden. Een stuk moeten we langs een touw omlaag, omdat je er anders niet af kunt.
Beneden bij de waterval is het heerlijk zwemmen. Erg dicht kom je daar niet bij vanwege de kracht van het water. Lekker in de zon opgedroogd. Dan het stuk weer naar boven, zodat we weer helemaal nat van het zweet worden. We kunnen eigenlijk wel weer een bad gebruiken.
Op de terugweg zien we de vulkaan Arenal wolkenvrij liggen. Dat is een van de meest actieve vulkanen ter wereld. Hij krijgt regelmatig een eruptie.
Tussen de middag eten we wat broodjes met hampaté en bellen even naar huis (C 2.000 = ƒ 20). We willen Jacqueline bellen voor haar verjaardag, maar die is niet thuis en proberen dan maar ons pa en ma. Geen nieuws eigenlijk.'s Middags gaan we met de bus naar het observatiecentrum van de vulkaan. Daar zitten we in stoelen te kijken naar een in de wolken liggende top. Tussen die wolken door zien we op een gegeven moment wel een uitbarsting. Een enorme wolk stijgt uit de vulkaan op. Later horen we hem pas rommelen.
Daarna trekt het helemaal dicht en rijden we terug naar Tabocón. Dat is een groot zwembadcomplex, met verschillende baden. Het water wordt verwarmd door de vulkaan, doordat het over de gloeiende stenen loopt, waardoor het erg warm is. Ik schat zo'n 33º. Net een groot bad. Er is o.a. een watervalbad waar het water hard op je schouders en rug neerkomt. In het grootste bad is een bar aanwezig, waar we een paar biertjes drinken.
Daarna eten we hier met uitzicht op de (in de wolken liggende) vulkaan. Op een gegeven moment wordt het wat helderder en kunnen we zowaar een rode top en een stroom rode lava zien. Krijgen we tenminste een beeld hoe het er met echt helder weer uit kan zien. We zijn blij, dat we tenminste iets gezien hebben, al is het niet veel.
Donderdag 9 novemberNaar Rincón de la Vieja N.P.
Vandaag rijden we naar Rincón de la Vieja N.P. Dat zou spannend worden, want die is drie dagen geleden uitgebarsten. We moeten maar afwachten of we er bij kunnen komen. We rijden eerst langs het Arenal-stuwmeer. We zien de Arenal niet, want die ligt weer helemaal in de wolken. Daarna wordt het weer beter en begint de zon te schijnen. Het wordt dan ook meteen warm.
Om 13:00 uur zijn we in Liberia en gaan we lunchen met o.a. een heerlijk vers ananassapje. Lekker. Het laatste stuk weg naar Rincón de la Vieja is erg slecht. We mogen blij zijn, dat het droog is, anders zie je de gaten in de weg niet. Met vooral het laatste stuk heeft de bus veel moeite, maar we komen er.
Een Hollandse man heeft hier zo'n beetje toezicht en we krijgen te horen dat het park grotendeels dicht is door de vulkaanuitbarsting. Die is wel helemaal aan de andere kant en is vanaf hier niet eens te zien.
Op het alternatieve programma dat Jan ons hierdoor kan bieden, kunnen we flinke korting krijgen. We hebben eigenlijk geen keus en iedereen gaat akkoord.
's Avonds zitten we lang te hartenjagen.
Vrijdag 10 novemberRincón de la Vieja N.P.
's Morgens gaan we naar dat deel van het nationale park, dat nog open is. We lopen daar in ongeveer drie kwartier naar toe door de blubber. Bij de ingang van het park loopt een neusbeertje rond. Mooie beest met een lange staart.
Niet lang daarna begint het te regenen. Soms zacht, soms wat harder. Het houdt eigenlijk de hele wandeling niet meer op. De paden worden er erg glibberig door en we moeten goed uitkijken. Al snel moeten we een rivier oversteken en we gaan tot onze knieën door het water. Daarna splitst de groep zich in tweeën; de ene helft gaat linksom; de andere rechtsom. Op aanwijzing van een aantal borden kun je van het gewone pad afwandelen. Daar zijn telkens modderpotjes te zien. De een wat groter dan de ander. De een stinkt ook meer dan de ander. Onderweg moeten we regelmatig rivieren oversteken. Het is jammer, dat het zo regent.
We zien ook een gordeldier (een negenbands), een jonkie. Dat zijn mooie beesten met een geschubde huid en ze kunnen zich helemaal oprollen ter bescherming. In een boom zit een motmot: een vogel met een blauwe kop en gele borst. Terug op de lodge begint het harder te regenen, zodat we niet veel hoop hebben, dat we wat kunnen drogen. Volgens Jan hebben we nog mazzel. De vorige groep heeft alleen maar regen gehad. Het is in Costa Rica een erg slecht jaar. Het is vijftig jaar geleden, dat het zoveel geregend heeft.
's Middags zouden we de platformtoer gaan doen, maar omdat het zo ontzettend giet, besluiten we dat te verschuiven naar overmorgen. Daarom luieren, kaarten en lezen we de hele middag.
Zaterdag 11 novemberRincón de la Vieja N.P.
Het park is weer open en we besluiten om 's morgens te gaan paardrijden en 's middags te gaan wandelen naar het blauwe meer. We krijgen aardige paarden die ook nog willen luisteren en vrij eenvoudig te besturen zijn. Meestal lopen ze gewoon, soms op een sukkeldrafje.
Het begint goed: erg drassig en de weg is eigenlijk alleen nog maar water met daaronder onzichtbare kuilen. Het paard van Aart, dat net voor Lia loopt, zakt tot z'n middel in de modder en Aart moet eraf. Die zakt dus ook vrij diep in de modder en Lia ziet het helemaal niet meer zitten, want haar paard gaat ook de modder in. Gelukkig blijft die overeind en met een paar smerige broekspijpen komt ze eruit. Het paard van Aart komt er met heel veel moeite uit en de rest besluit om maar een ommetje door de struiken te maken. De paarden houden helemaal niet zo van water en modder. Telkens proberen ze door het struikgewas te gaan. Daarbij zit Lia een keer zo vast, dat ze een striem in haar hals en een plek in haar gezicht krijgt.We zijn allang blij, dat die paarden over die modderige paden overeind blijven. Soms moeten we door een riviertje. We komen uit bij bronnen, waarvan de ene warm en de andere koud water bevat. Er is eigenlijk niet zoveel te zien. We zijn blij, dat het droog blijft; het dreigt wel weer. Er zitten geen bloedzuigers. De paarden hebben echter wel teken, die een paar dagen aan je blijven zitten en er met alcohol afgehaald kunnen worden. Wij hebben ze gelukkig niet.
Daarna rijden we verder naar de ingang van Rincón de la Vieja om van daaruit verder te wandelen naar het blauwe meer. Het wordt een vrij stevige wandeling: twee uur heen, twee uur terug en een uur naar de lodge. Ondertussen begint het te regenen. We moeten een rivier oversteken, die grijs is van de vulkaanuitbarsting. Normaal is die helemaal helder, zodat je kunt zien waar je loopt, want we moeten er tot onze knieën in. Het pad is erg modderig en dus zwaar om te lopen.
De waterval komt uit in een meertje, dat als de zon schijnt, ijsblauw is. Nu is het een beetje vaag van kleur. Op de terugweg is het water van de rivier al een stuk gestegen door de regen en moeten we nog dieper door het water. Alles gaat goed. Het laatste stuk kunnen we meerijden met de auto van het hotel, waarmee een nieuwe voorraad bier voor ons is gehaald. Doorweekt komen we in de lodge aan.
's Avonds klaverjassen we. Martin en Lia verslaan Ton en Martijn verpletterend.
Martijn gaat op de grond slapen, vanwege de enorme slechte bedden en de pijn in z'n rug. Daar had hij al last van, maar het is erger geworden.
Zondag 12 novemberRincón de la Vieja N.P., naar Liberia
Martijn heeft vreselijke last van zijn rug en kan zich niet eens zelf aankleden. Daarom gaat hij ook niet mee met de canapytour, de platformtocht. Martin gaat ook niet mee. Die durft niet. In het hotel worden we allemaal helemaal ingesnoerd en vooral de mannen vinden het niet zo prettig zitten. Met de auto worden we tot bijna het beginpunt gebracht. Martijn gaat mee om te video'en.
Bij een hoge boom begint het. Het eerste platform is in beslag genomen door Afrikaanse killerbees (een agressief soort bijen) en daarom beginnen we bij de tweede. Daar moet iedereen aan een lier en moet je jezelf vijftien meter omhoog trappen. Voor sommigen levert dat wel wat problemen op. Lia gaat als een speer omhoog. 't Gaat makkelijker dan ze gedacht had.
Bovenaan heb je een mooi overzicht over de kabel waar we van af moeten naar het volgende platform. René is erg bang en durft haast niet. De eerste keer moet je even uit proberen hoe goed je kunt remmen. Het gaat allemaal simpel. Op het eind moet je er op letten om je benen omhoog te doen om je niet tegen het platform te stoten. Zo gaan we van platform naar platform. In totaal zeven stuks. Twee keer moeten we met een ladder hoger de boom in klimmen. De ene ladder zit niet helemaal vast en sommige platforms wiebelen. Maar het kan allemaal geen kwaad. Je zit zo goed vast iedere keer, dat er helemaal niets kan gebeuren. Het geheel is een belevenis die we niet hadden willen missen. De paarden kosten $ 10 p.p. in plaats van $ 35 en de canapytour $ 15 in plaats van $ 30. Dat voordeel krijgen we, omdat het park deels gesloten is.
Tegen tweeën komt de bus zowaar helemaal tot het hotel, ondanks de modderige wegen. Alles wordt ingeladen en vol goede moed vertrekken we. We komen echter niet ver. Binnen de kortste keren zit hij vast in de blubber. Met duwen krijgen we 'm er niet uit. Gelukkig is de lodge nog dichtbij en daar is een auto met vierwielaandrijving aanwezig, die ons eruit kan trekken. Die blijft bij ons en dat is nodig ook, want het gebeurt nog een paar keer. Eenmaal op de weg naar het dorp gaat het beter en komen we aan in ons hotel in Liberia: een hotel met een warme douche en een zwembad! Heerlijk. Dat hebben we wel nodig, want we zijn allemaal zo verschrikkelijk smerig. Vooral van je knieën naar beneden. Niemand ziet eruit en iedereen stinkt.
's Avonds eten we in het hotel: voorgerecht, hoofdgerecht, nagerecht, koffie, biertje, ananassapje: ƒ 25 p.p.
Maandag 13 novemberPalo Verde N.P.
De excursie naar Santa Rosa N.P. gaat niet door. We zouden daar ongeveer twintig kilometer bergafwaarts naar zee gaan lopen en dan opgepikt worden door taxi's. Maar door het slechte weer van de laatste tijd kunnen die daar niet komen. Als alternatief gaan we naar Palo Verde N.P., een minder bekend park bij de toeristen, die we dan ook helemaal niet tegen komen. Wij hebben er in ieder geval geen spijt van. We maken een boottocht door de lagune richting vogeleiland. We hebben nog nooit zoveel beesten gezien: veel rode, enorm grote leguanen (incl. staart zo'n vier meter lang), krokodillen, een pecari (een soort everzwijn), een caracara (een roofvogel), ooievaars, ibissen, reigers, aalscholvers, roze lepelaars, een wasbeer. Het hele eiland zit vol met vogels. Het is een soort broedkolonie. Vooral de roze lepelaars zijn erg mooi. We horen later ook wat ara's, maar zien ze niet. Het is de eerste (en enige) droge dag. De hele dag schijnt de zon en we verbranden een beetje. Goed dat we een ondergrondje hebben.