Costa Rica
1 t/m 27 november 1995
COSTA RICA is de enige goed functionerende democratie in Centraal-Amerika. Het is politiek stabiel, heeft een relatief hoge levensstandaard en een redelijk goede infrastructuur. Het heeft een zeer vooruitstrevend natuurbeschermingsbeleid met een uitgebreid net van nationale parken. Daarnaast heeft Costa Rica een positief imago vanwege de afschaffing van het leger. De export van bananen en koffie, het toerisme en de (goed bestede) ontwikkelingshulp zorgen voor een redelijk welvaartsniveau. Dit land kent niet de enorme tegenstellingen tussen rijk en arm, die kenmerkend zijn voor andere landen in Latijns-Amerika.
Costa Rica is qua oppervlakte iets groter dan Nederland en telt ongeveer drie miljoen inwoners. De bevolking bestaat uit blanken (95%), negers en mulatten (2%), indianen en mestiezen (1%).
Woensdag 1 novemberNaar San José
We hebben lekker lang vakantie en maakten hiervoor een rondreis door de Verenigde Staten. Beide reizen zijn door Baobab georganiseerd. Vlucht: zie Verenigde Staten.
Na de landing zoeken we onze koffers op (hoera, ze zijn er), wisselen wat dollars tegen colones ($ 100 = C 18.000 = ƒ 180). Met de taxi (pingelen) rijden we naar het hotel El Doral, waar we Jan Centen, de reisleider, ontmoeten. Na een korte kennismaking maken we een afspraak voor morgen en gaan we op onze kamer naar voetballen kijken. Dat hebben we in de Verenigde Staten wel gemist. Daar hoor je helemaal geen nieuws van buiten de VS.
Donderdag 2 novemberSan José
Na het ontbijt spreken we even met Jan. We hebben niet veel vragen; hij zegt alleen, dat we eigenlijk een muskietennet nodig hebben. We gaan daarom maar op zoek naar zo'n ding, want dat hebben we natuurlijk niet. We krijgen het adres van een tropenzaak, maar die verkopen ze niet. In heel de stad trouwens niet. Dat maken ze ons duidelijk bij het Informatiecentrum. Daarom kopen we 's middags een extra pakje muskietenkooltjes en hopen maar dat dat afdoende zal zijn.
We slenteren de stad wat rond. Het is even wennen aan het verkeer: de voetganger is hier vogelvrij, dus goed opletten met oversteken. Je moet ook dringen om ergens bij te komen; beleefd is anders.
Het begint om een uur of twaalf echter te regenen, steeds harder, zodat we besluiten om met een lekker warm broodje terug te gaan naar het hotel. Hier schrijven we alle nog te versturen kaarten en maken een pak van alle spullen die we achter kunnen laten. Later wordt het weer droog en gaan we de kaarten posten, kopen we een paar cerveza's en lezen een boekje in het hotel in afwachting van de groep die gaat komen.
Om 19:15 uur is beneden afgesproken en maken we kennis met zes anderen (een vrouw, vijf mannen); een man zou pas morgen komen, zodat we totaal met negen zullen zijn. Met z'n allen gaan we naar een cafeetje aan de overkant een paar biertjes drinken. Goed negen uur houdt iedereen het voor gezien.
Vrijdag 3 novemberVulkaan Poás
Ontbijt om 7:30 uur en goed 8:00 uur vertrekken we met de bus naar de vulkaan Poás, ten noorden van San José. anderhalf uur doen we er over. Het is een actieve vulkaan op 2.700 meter hoogte. Men verwacht dat hij deze eeuw nog uit zal barsten (een cyclus van veertig jaar en het waterpeil van het meer zakt). Het is het oudste nationale park van Costa Rica.Er is geringe activiteit van gas dat ontsnapt. We hebben mooi helder weer, maar soms zien we helemaal niets vanwege de laaghangende wolken. We maken een wandelingetje naar een tweede krater, die alweer begroeid is en ook een meer bevat. Er zitten veel eekhoorns en met wat moeite zie je enige kolibries. Op de terugweg stoppen we bij een waterval, waar mooie bloemen en koffieplanten staan. Er vliegen vrij grote vlinders rond.
Terug in San José gaan we naar de bank om cheques te wisselen. We redden het net binnen het uur, wat vrij snel is, horen we later. Het gaat er allemaal langzaam en bewerkelijk aan toe.
Na een broodje gaan we op zoek naar een volgend adres voor muskietennetten. Dat vinden we vrij snel (we hebben zowaar keus) en voor ƒ 22,50 kopen we een tweepersoons. We zijn trouwens de enige niet: nog drie anderen van de groep hebben er ook geen.
Ondertussen begint het weer te regenen en we hebben niets bij ons. Stom natuurlijk. We zijn dicht bij de overdekte markt en kijken daar wat rond. Later op de middag kopen we met veel moeite een zakmes. Terug op de hotelkamer pakken we alles weer uit- en in, want we nemen maar spullen voor drie dagen mee. De rest gaat met de chauffeur mee naar huis.
's Avonds eten we met z'n allen in een restaurant waar je tegen betaling muzikanten bij je tafel kunt laten spelen. Ze komen het vijf keer vragen (verschillende mensen).
Zaterdag 4 novemberNaar Tortuguero N.P.
We maken kennis met het laatste lid van de groep, dat de vorige avond laat is aangekomen.
Om 7:00 uur vertrekken we met de bus naar het oosten. Onderweg drinken we een keer koffie (thee is er niet). Na zo'n drieënhalf uur komen we in Limón aan, een havenplaats aan de Caribische kust. Hier kijken we even rond en rijden dan door naar Moín, waar de boot al ligt te wachten. Daarmee varen we door de kanalen naar Tortuguero N.P. toe. Vanuit de boot hebben we mooi uitzicht op het dierenleven in de bomen langs de oevers. We zien erg veel vogels (mooie gele en rode), een aalscholver, een krokodil die snel het water inschiet, een luiaard ondersteboven in een boom (die komen slechts eenmaal per week naar beneden voor de ontlasting die ze bij dezelfde boom deponeren), vier kleine vleermuizen onder elkaar aan een boom, brulapen, slingerapen, grote blauwe vlinders, veel verschillende kleurige bloemen. Onderweg stoppen we om een hapje te eten (vlees met rijst, bonen, salade en banaan, lekker). Om 16:00 uur precies komen we bij Tropicale Lodge in de buurt van Tortuguero. We slapen in eenvoudige cabina's, die op palen staan. Voor we naar bed gaan, moeten we eerst kijken of er geen schorpioenen of spinnen in ons bed zitten. We hangen het muskietennet op, Lia gaat douchen en Martijn ligt ondertussen in een hangmat een koud biertje te drinken. Het ziet er allemaal leuk uit.
's Avonds doen we niet veel. We eten goed en slapen onder het muskietennet.
Zondag 5 novemberTortuguero N.P.
De hele nacht heeft het geregend, soms zacht, soms hard. We willen om 8:30 uur weg om de Cerro Tortuguero, een oude vulkaankegel, te gaan beklimmen. Een tocht van zo'n half uurtje omhoog. Het is droog. Er is ons verteld, dat we het beste een korte broek aan kunnen doen, want we zullen vies worden. En dat worden we ook! Het is een smal pad, vrij steil omhoog en erg glibberig. Bij iedere stap zak je in de modder weg: baodrab! Het is vaak zoeken naar een plek om je voet neer te zetten. Martijn is een keer uitgegleden en is verschrikkelijk vies. Op de top (een goeie honderd meter) heb je uitzicht over de zee en het kustgebied. Je ziet zo mooi hoe de kanalen door het land kruisen. Wegen zijn er niet. Halverwege de terugweg begint het te plenzen. Het maakt eigenlijk niet uit. We zijn al doorweekt van de vochtige lucht en de inspanning. Het wordt slechts een beetje erger door de regen. Iedereen wordt doodgestoken door de muskieten. Die steken gewoon door je kleren heen. We gaan eerst naar het hotel om te douchen en droge kleren aan te trekken en vervolgens kijken we wat in het dorp Tortuguero wat rond: eigenlijk niets te beleven.Na de lunch regent het niet meer en het zal de hele middag droog blijven.
Met de boot maken we een tocht van twee uur naar Caño Palma, een van de mooiste smalle kanalen in dit gebied. Tijdens deze tocht zien we veel vogels: reigers, witte en een bonte soort, een grote toekan, gieren, gele 'kanaries', grote, dunne spinnen en verschillende schildpadden, een groene leguaan (een Jezus Christ, zo genoemd vanwege het feit dat hij over water kan lopen) en een paar kaaimannen. Een is enorm groot. Bijna zo'n twee meter, wat wel het maximale is voor een kaaiman.
We stoppen nog even bij een ecologisch centrum. We zien ook veel mooie bloemen; bloemen die bij ons niet voorkomen of alleen veel kleiner in de vensterbank. Al bij al een mooie dag en veel vogels en beesten gezien. Terug bij de lodge zien we een vrij grote vogel met een witte buik, oranje poten, ogen en snavel. Mooi.
's Avonds (19:30 uur) maken we een nachttoer, maar die valt tegen. We zien slechts enkele vogels en ogen van kaaimannen.
Maandag 6 novemberTortuguero N.P.
Om 6:45 uur vertrekken we voor een kanotocht. In Tortuguero stappen we over in twee kano's en beginnen we te peddelen. Het begint gelijk te plenzen. Af en toe zou het droog worden, af en toe gieten. We zien veel jacana's, blauwe reigers, zwarte en groene ibissen, veel toekans (er zitten hier drie soorten die we allemaal gezien hebben), een aap en rode gifkikkers. Dat zijn hele kleine kikkertjes die als je ze oppakt in je hand moet schudden, omdat ze dan niet bijten. Daar zijn ze dan te misselijk voor. Grappig.
We lopen nog een stuk door het regenwoud, waar we worden doodgestoken door de muskieten. Tegen halftwaalf zijn we terug bij de logde. Daar zien we vier zeldzame grote groene ara's overvliegen. Er schijnen nog maar dertig paren over te zijn in Costa Rica. 's Middags luieren we in de tuin van de lodge. Er staat een soort vlinderboom, waar de vlinders vrij eenvoudig blijven zitten. Bij een boom gaan we allemaal op een rijtje zitten, omdat dat daar enorm veel toekans in zitten. Die komen allemaal op de bessen af. Prachtig gezicht. Soms zie je er wel vijf tegelijk. 's Middags schijnt de zon, zodat de was van gisteren kan drogen.
's Avonds spelen we een aantal potjes hartenjagen.
Dinsdag 7 novemberNaar La Fortuna
We zitten om 7:00 uur alweer in de boot die ons terug naar de bus zal brengen. Het weer ziet er goed uit, maar zoals dat hier kan gebeuren, slaat het snel om en worden we verrast op een ware hoosbui. Iedereen neemt een bootcape en is na afloop toch goed nat. Lia is zo verstandig haar eigen regencape te nemen en blijft droog.
Onderweg zien we verscheidene apen en bij de koffiestop een neusbeertje (tam) en een slingeraapbaby, waarvan de moeder doodgeschoten is.
Om 11:00 uur vertrekken we met een andere, ruimere bus naar La Fortuna, waar we om 16:30 uur aan komen. Een rit van tweehonderd kilometer. Gelukkig regent het niet, anders had het veel langer geduurd. Onderweg hebben we uitzicht op de vulkaan Poás, waar we eerder geweest zijn.
In het hotel Las Colinas zit een elektrische douche. 's Avonds eten we in een mooi restaurant met een groot rieten puntdak.
Woensdag 8 novemberLa Fortuna
We rijden eerst naar de waterval. Daar klimmen en klauteren we het hele stuk naar beneden. Een stuk moeten we langs een touw omlaag, omdat je er anders niet af kunt.
Beneden bij de waterval is het heerlijk zwemmen. Erg dicht kom je daar niet bij vanwege de kracht van het water. Lekker in de zon opgedroogd. Dan het stuk weer naar boven, zodat we weer helemaal nat van het zweet worden. We kunnen eigenlijk wel weer een bad gebruiken.
Op de terugweg zien we de vulkaan Arenal wolkenvrij liggen. Dat is een van de meest actieve vulkanen ter wereld. Hij krijgt regelmatig een eruptie.
Tussen de middag eten we wat broodjes met hampaté en bellen even naar huis (C 2.000 = ƒ 20). We willen Jacqueline bellen voor haar verjaardag, maar die is niet thuis en proberen dan maar ons pa en ma. Geen nieuws eigenlijk.'s Middags gaan we met de bus naar het observatiecentrum van de vulkaan. Daar zitten we in stoelen te kijken naar een in de wolken liggende top. Tussen die wolken door zien we op een gegeven moment wel een uitbarsting. Een enorme wolk stijgt uit de vulkaan op. Later horen we hem pas rommelen.
Daarna trekt het helemaal dicht en rijden we terug naar Tabocón. Dat is een groot zwembadcomplex, met verschillende baden. Het water wordt verwarmd door de vulkaan, doordat het over de gloeiende stenen loopt, waardoor het erg warm is. Ik schat zo'n 33º. Net een groot bad. Er is o.a. een watervalbad waar het water hard op je schouders en rug neerkomt. In het grootste bad is een bar aanwezig, waar we een paar biertjes drinken.
Daarna eten we hier met uitzicht op de (in de wolken liggende) vulkaan. Op een gegeven moment wordt het wat helderder en kunnen we zowaar een rode top en een stroom rode lava zien. Krijgen we tenminste een beeld hoe het er met echt helder weer uit kan zien. We zijn blij, dat we tenminste iets gezien hebben, al is het niet veel.
Donderdag 9 novemberNaar Rincón de la Vieja N.P.
Vandaag rijden we naar Rincón de la Vieja N.P. Dat zou spannend worden, want die is drie dagen geleden uitgebarsten. We moeten maar afwachten of we er bij kunnen komen. We rijden eerst langs het Arenal-stuwmeer. We zien de Arenal niet, want die ligt weer helemaal in de wolken. Daarna wordt het weer beter en begint de zon te schijnen. Het wordt dan ook meteen warm.
Om 13:00 uur zijn we in Liberia en gaan we lunchen met o.a. een heerlijk vers ananassapje. Lekker. Het laatste stuk weg naar Rincón de la Vieja is erg slecht. We mogen blij zijn, dat het droog is, anders zie je de gaten in de weg niet. Met vooral het laatste stuk heeft de bus veel moeite, maar we komen er.
Een Hollandse man heeft hier zo'n beetje toezicht en we krijgen te horen dat het park grotendeels dicht is door de vulkaanuitbarsting. Die is wel helemaal aan de andere kant en is vanaf hier niet eens te zien.
Op het alternatieve programma dat Jan ons hierdoor kan bieden, kunnen we flinke korting krijgen. We hebben eigenlijk geen keus en iedereen gaat akkoord.
's Avonds zitten we lang te hartenjagen.
Vrijdag 10 novemberRincón de la Vieja N.P.
's Morgens gaan we naar dat deel van het nationale park, dat nog open is. We lopen daar in ongeveer drie kwartier naar toe door de blubber. Bij de ingang van het park loopt een neusbeertje rond. Mooie beest met een lange staart.
Niet lang daarna begint het te regenen. Soms zacht, soms wat harder. Het houdt eigenlijk de hele wandeling niet meer op. De paden worden er erg glibberig door en we moeten goed uitkijken. Al snel moeten we een rivier oversteken en we gaan tot onze knieën door het water. Daarna splitst de groep zich in tweeën; de ene helft gaat linksom; de andere rechtsom. Op aanwijzing van een aantal borden kun je van het gewone pad afwandelen. Daar zijn telkens modderpotjes te zien. De een wat groter dan de ander. De een stinkt ook meer dan de ander. Onderweg moeten we regelmatig rivieren oversteken. Het is jammer, dat het zo regent.
We zien ook een gordeldier (een negenbands), een jonkie. Dat zijn mooie beesten met een geschubde huid en ze kunnen zich helemaal oprollen ter bescherming. In een boom zit een motmot: een vogel met een blauwe kop en gele borst. Terug op de lodge begint het harder te regenen, zodat we niet veel hoop hebben, dat we wat kunnen drogen. Volgens Jan hebben we nog mazzel. De vorige groep heeft alleen maar regen gehad. Het is in Costa Rica een erg slecht jaar. Het is vijftig jaar geleden, dat het zoveel geregend heeft.
's Middags zouden we de platformtoer gaan doen, maar omdat het zo ontzettend giet, besluiten we dat te verschuiven naar overmorgen. Daarom luieren, kaarten en lezen we de hele middag.
Zaterdag 11 novemberRincón de la Vieja N.P.
Het park is weer open en we besluiten om 's morgens te gaan paardrijden en 's middags te gaan wandelen naar het blauwe meer. We krijgen aardige paarden die ook nog willen luisteren en vrij eenvoudig te besturen zijn. Meestal lopen ze gewoon, soms op een sukkeldrafje.
Het begint goed: erg drassig en de weg is eigenlijk alleen nog maar water met daaronder onzichtbare kuilen. Het paard van Aart, dat net voor Lia loopt, zakt tot z'n middel in de modder en Aart moet eraf. Die zakt dus ook vrij diep in de modder en Lia ziet het helemaal niet meer zitten, want haar paard gaat ook de modder in. Gelukkig blijft die overeind en met een paar smerige broekspijpen komt ze eruit. Het paard van Aart komt er met heel veel moeite uit en de rest besluit om maar een ommetje door de struiken te maken. De paarden houden helemaal niet zo van water en modder. Telkens proberen ze door het struikgewas te gaan. Daarbij zit Lia een keer zo vast, dat ze een striem in haar hals en een plek in haar gezicht krijgt.We zijn allang blij, dat die paarden over die modderige paden overeind blijven. Soms moeten we door een riviertje. We komen uit bij bronnen, waarvan de ene warm en de andere koud water bevat. Er is eigenlijk niet zoveel te zien. We zijn blij, dat het droog blijft; het dreigt wel weer. Er zitten geen bloedzuigers. De paarden hebben echter wel teken, die een paar dagen aan je blijven zitten en er met alcohol afgehaald kunnen worden. Wij hebben ze gelukkig niet.
Daarna rijden we verder naar de ingang van Rincón de la Vieja om van daaruit verder te wandelen naar het blauwe meer. Het wordt een vrij stevige wandeling: twee uur heen, twee uur terug en een uur naar de lodge. Ondertussen begint het te regenen. We moeten een rivier oversteken, die grijs is van de vulkaanuitbarsting. Normaal is die helemaal helder, zodat je kunt zien waar je loopt, want we moeten er tot onze knieën in. Het pad is erg modderig en dus zwaar om te lopen.
De waterval komt uit in een meertje, dat als de zon schijnt, ijsblauw is. Nu is het een beetje vaag van kleur. Op de terugweg is het water van de rivier al een stuk gestegen door de regen en moeten we nog dieper door het water. Alles gaat goed. Het laatste stuk kunnen we meerijden met de auto van het hotel, waarmee een nieuwe voorraad bier voor ons is gehaald. Doorweekt komen we in de lodge aan.
's Avonds klaverjassen we. Martin en Lia verslaan Ton en Martijn verpletterend.
Martijn gaat op de grond slapen, vanwege de enorme slechte bedden en de pijn in z'n rug. Daar had hij al last van, maar het is erger geworden.
Zondag 12 novemberRincón de la Vieja N.P., naar Liberia
Martijn heeft vreselijke last van zijn rug en kan zich niet eens zelf aankleden. Daarom gaat hij ook niet mee met de canapytour, de platformtocht. Martin gaat ook niet mee. Die durft niet. In het hotel worden we allemaal helemaal ingesnoerd en vooral de mannen vinden het niet zo prettig zitten. Met de auto worden we tot bijna het beginpunt gebracht. Martijn gaat mee om te video'en.
Bij een hoge boom begint het. Het eerste platform is in beslag genomen door Afrikaanse killerbees (een agressief soort bijen) en daarom beginnen we bij de tweede. Daar moet iedereen aan een lier en moet je jezelf vijftien meter omhoog trappen. Voor sommigen levert dat wel wat problemen op. Lia gaat als een speer omhoog. 't Gaat makkelijker dan ze gedacht had.
Bovenaan heb je een mooi overzicht over de kabel waar we van af moeten naar het volgende platform. René is erg bang en durft haast niet. De eerste keer moet je even uit proberen hoe goed je kunt remmen. Het gaat allemaal simpel. Op het eind moet je er op letten om je benen omhoog te doen om je niet tegen het platform te stoten. Zo gaan we van platform naar platform. In totaal zeven stuks. Twee keer moeten we met een ladder hoger de boom in klimmen. De ene ladder zit niet helemaal vast en sommige platforms wiebelen. Maar het kan allemaal geen kwaad. Je zit zo goed vast iedere keer, dat er helemaal niets kan gebeuren. Het geheel is een belevenis die we niet hadden willen missen. De paarden kosten $ 10 p.p. in plaats van $ 35 en de canapytour $ 15 in plaats van $ 30. Dat voordeel krijgen we, omdat het park deels gesloten is.
Tegen tweeën komt de bus zowaar helemaal tot het hotel, ondanks de modderige wegen. Alles wordt ingeladen en vol goede moed vertrekken we. We komen echter niet ver. Binnen de kortste keren zit hij vast in de blubber. Met duwen krijgen we 'm er niet uit. Gelukkig is de lodge nog dichtbij en daar is een auto met vierwielaandrijving aanwezig, die ons eruit kan trekken. Die blijft bij ons en dat is nodig ook, want het gebeurt nog een paar keer. Eenmaal op de weg naar het dorp gaat het beter en komen we aan in ons hotel in Liberia: een hotel met een warme douche en een zwembad! Heerlijk. Dat hebben we wel nodig, want we zijn allemaal zo verschrikkelijk smerig. Vooral van je knieën naar beneden. Niemand ziet eruit en iedereen stinkt.
's Avonds eten we in het hotel: voorgerecht, hoofdgerecht, nagerecht, koffie, biertje, ananassapje: ƒ 25 p.p.
Maandag 13 novemberPalo Verde N.P.
De excursie naar Santa Rosa N.P. gaat niet door. We zouden daar ongeveer twintig kilometer bergafwaarts naar zee gaan lopen en dan opgepikt worden door taxi's. Maar door het slechte weer van de laatste tijd kunnen die daar niet komen. Als alternatief gaan we naar Palo Verde N.P., een minder bekend park bij de toeristen, die we dan ook helemaal niet tegen komen. Wij hebben er in ieder geval geen spijt van. We maken een boottocht door de lagune richting vogeleiland. We hebben nog nooit zoveel beesten gezien: veel rode, enorm grote leguanen (incl. staart zo'n vier meter lang), krokodillen, een pecari (een soort everzwijn), een caracara (een roofvogel), ooievaars, ibissen, reigers, aalscholvers, roze lepelaars, een wasbeer. Het hele eiland zit vol met vogels. Het is een soort broedkolonie. Vooral de roze lepelaars zijn erg mooi. We horen later ook wat ara's, maar zien ze niet. Het is de eerste (en enige) droge dag. De hele dag schijnt de zon en we verbranden een beetje. Goed dat we een ondergrondje hebben.
Dinsdag 14 novemberNaar Monteverde
Vanuit Liberia rijden we naar Monteverde. Het hotel ligt op 1.400 meter. Het weer wordt daardoor weer slechter en 's middags regent het weer wat. Om 14:15 uur rijden we met de bus naar de vlindertuin. Een paar onderzoekers hebben verschillende overdekte tuinen aangelegd waar telkens andere vlinders zitten. We krijgen een hele uitleg over het vlinderleven en lopen dan de tuinen in. We zien er veel verschillende soorten. Vooral de uilvlinders 'met het oog' en de grote vlinders met blauwe vleugels zijn erg mooi. De blauwe zijn alleen blauw aan de binnenkant en aangezien ze bijna altijd met ingeklapte vleugels zitten, is het moeilijk ze te fotograferen.
In de kleine supermarkt kopen we wat cola (bij gebrek aan bier) en een stuk cheddarkaas. Die kaas wordt in de zuivelfabriek in het dorp gemaakt (ook Gouda-kaas). We zitten in huisjes om een mooie tuin heen. We hebben samen vijf bedden. Het is wel gehorig. Je kunt de buren letterlijk verstaan.
Na het eten klaverjassen we weer: nu winnen Martijn en Ton. Aan de andere tafel zitten er nog vijf te kaarten. En dat alles vergezeld van lekkere gouwe ouwe muziek. Een gezellige avond.
Woensdag 15 novemberMonteverde
We maken een drie uur durende wandeling door Monteverde. Dit is geen nationaal park maar privé-gebied. Ze hebben een bepaling dat er maximaal honderd personen tegelijk in het park mogen.
Dat is een echt nevelwoud, waar o.a. de quetzal voorkomt. Wij zien, afgezien van een paar kleine vogels, niets. Maar dat is meestal in een nevelwoud. Het is wel een mooie wandeling. Allemaal groen.
's Middags luieren we lekker, liggen in de zon en lezen wat. Als we terug komen van de wandeling, bezoeken we nog een kolibriereservaat. Daar hangen lokdingen op, waar veel kolibries op af komen. Er zijn verschillende soorten. Het mooist zijn de blauwpaarsen, iets groter dan de rest. Prachtig, zoals die vogeltjes in de lucht stil kunnen blijven hangen.
's Avonds alweer klaverjassen. Martijn en Ton winnen alles. Om 22:00 uur gaat de kroeg dicht. Jammer.
Donderdag 16 novemberNaar San Gerardo de Rivas
Een lange rit van Monteverde naar San Gerardo de Rivas. Het eerste stuk (anderhalf uur) is onverhard en hobbelt dan ook flink. Daarna alleen asfaltweg; dat gaat beter alhoewel het niet te vergelijken is met de Europese wegen.
In San José gaan we boodschappen doen voor morgen als we de Chirripó gaan beklimmen. We kopen een heel bruin brood, kaas, tonijn, water en later nog wat yoghurt. We rijden verder naar het Talamanca-gebergte over de Carretera Panamericana. We komen over de 3.000 meter hoge Cerro de la Muerte en we kunnen hier al merken, dat het goed kouder is. In de verte zien we de Chirripó liggen. Een unicum volgens Jan, want normaal ligt die altijd in de wolken.
Vrijdag 17 novemberBeklimming Chirripó
De tweedaagse beklimming van de Chirripó, een barre tocht. De Chirripó is de hoogste berg van Costa Rica met een top van 3.820 meter en heeft het kouderecord ( 9º) van het land.
Wij zouden van 1.300 meter naar 3.400 meter lopen. En dat over een afstand van veertien kilometer. Om aan het beginpunt te komen, moeten we eerst drie kilometer een beetje omhoog lopen.
We vertrekken om 6:15 uur en voor we bij het beginpunt aankomen, ziet Lia het al niet meer zitten. Haar benen willen helemaal niet. We besluiten om het nog een stukje te proberen en dan zullen we wel zien. We kunnen desnoods omdraaien.
Het eerste stuk gaat hartstikke steil omhoog en Lia komt haast niet vooruit. We sukkelen maar door, want echt lust om nu al terug te gaan, hebben we eigenlijk ook niet. We stoppen regelmatig en de anderen zien we helemaal niet meer. Na een uur of drie gaat het wat beter met de benen en om 10:15 uur komen we bij het huisje aan. Dat wil zeggen, dat we op de helft zijn. Omdat we toch de rest van de dag de tijd hebben, besluiten we om maar door te lopen en toch de tocht uit te lopen.
De vegetatie verandert snel en het bos wordt steeds dunner en lager. We zien een kleine vogelspin lopen met half gele poten. Ook twee groepjes groene parkieten. Het pad is redelijk. Wel vrij steil, maar goed te lopen, soms wat modder, soms wat stenen.Bovenaan komen we bij de 'vallei zonder hoop'. Een goede naam: het eerste stuk is een vrij lange, langzame afdaling, daarna nog anderhalve kilometer omhoog. Dat is een ramp. Je zit dan ook al boven de 3.000 meter en krijgt dan wat minder zuurstof. Het lopen gaat bijna niet meer. Heb je even gerust, dan gaan de eerste twee stappen weer goed, ben je vol goede moed, maar meteen daarna is het weer afgelopen. Later blijkt, dat iedereen dat stuk heel lastig vond en dat wij het nog vrij snel doen.
De laatste honderdvijftig meter begint het te regenen en we komen om 14:45 uur bij de hutten aan, slechts een half uur na de voorlaatste. Dus dat valt eigenlijk nog mee.
De regen houdt niet meer op tot ergens 's nachts en het gaat ook nog flink waaien.
De anderen hebben net de thee klaar. Lekker. Het wordt vrij fris en iedereen trekt alles aan wat hij bij zich heeft. We hebben wat soep meegenomen en een brandertje. Het duurt lang voordat hij warm is, het wordt een enorm geklieder, maar het smaakt erg goed.
Omdat er daarna niets meer te doen is, de twee kleine flesjes brandy leeg zijn en het koud is, gaan we maar naar bed. De hut heeft vijf grote plaatsen om te slapen. Martijn ligt boven met Aart en René, Lia ligt beneden met Martin en Ton en Monique en Jaap liggen aan de andere kant beneden. Om 18:00 uur(!) liggen we al in bed (en we zijn niet eens ziek). We liggen nog een tijdje te kletsen en ook de andere mensen in de hut praten nog wat. Toch is het vrij vroeg stil en slapen we redelijk goed.
Zaterdag 18 novemberBeklimming Chirripó, naar Golfito
Goed 5:00 uur wordt het licht en worden de eerste mensen wakker. Na een ontbijt van brood, tonijn, tonijnpaté en ham vertrekken we om 6:15 uur voor de tocht naar beneden.
Het is droog en tot halverwege (de hut) gaat het goed. We doen er tweeënhalf uur over. Daarna wordt het een stuk minder. Het pad wordt erg slecht. Hele lange stukken zijn enkel modder en blubber. Elke pas die je zet glibbert je voet alle kanten uit. En het gaat ook nog naar beneden, zodat je erg op moet passen om niet uit te glijden.
Onderweg zien we een ander soort toekan: een groene met een korte snavel. Een soort die niet zoveel voorkomt.
We doen erg lang over het laatste stuk en ondertussen krijgen we goed last van tenen, rug en knieën. Om 12:30 uur zijn we pas terug in het hotel (een uur na de voorlaatste). Gelukkig kunnen we hier een warme douche nemen, waar we erg van opknappen. Het is een zware tocht geweest, afzien, maar het was de moeite waard.
Na de lunch gaan we met de bus naar Golfito, zo'n vijf uur rijden. De chauffeur heeft er goed de sokken in. Tegen het eind van de middag begint het enorm hard en lang te regenen en te onweren. Het is een noodweer, zoals de chauffeur nog nooit meegemaakt heeft. Gelukkig bereiken we heelhuids Golfito (een andere bus onderweg zien we weggegleden in de berm staan).
's Avonds gaan we met z'n allen met de bus (het regent nog steeds) naar een Italiaans restaurant.
Slechte bedden hebben ze in het hotel. Lia gaat 's nachts op de grond liggen.
Zondag 19 novemberNaar Jiménez
Iedereen is stijf, loopt kreupel of mank. Wij ook, maar als je even op gang bent, gaat het wel weer.
Om 11:00 uur vertrekken we met de boot van Golfito naar Jiménez. Daarvoor moeten we de baai oversteken. We varen eerst langs mangrovebossen, waar verder niets te zien is. Daarna wordt het wat wilder, als we op zee gaan. Iedereen aan de linkerkant van de boot wordt goed nat.We zijn om 13:00 uur aan de overkant en we lopen naar ons hotel. Onderweg komen we het 'vliegveld' tegen. Een groot woord voor een landingsstrip. Het vliegveld grenst aan het kerkhof...
Terwijl we zitten te eten vliegen er twee macaws, rode ara's, in een boom voor de lodge. De ara's leven in paartjes voor het leven. Je ziet ze dan ook altijd met z'n tweeën. Ze blijven er ongeveer een uur zitten, zodat we ze goed kunnen zien. Prachtig rood met gele en blauwe veren. Schitterend gewoon. De mooiste dieren die we ooit gezien hebben.
Om het restaurant vliegt ook een toekan die rustig blijft zitten, veel kleine vogeltjes, die op voer afkwamen: blauwe, gele, oranje en zwart met rode. Als de bazin met banaan aan komt lopen, komen er drie wasbeertjes te voorschijn. Erg schuw zijn ze.
Daarna gaan we een stukje wandelen, waarbij we een hele boom nestelende koereigers zien. We horen een krokodil wegschieten. Terug bij de lodge zitten er twee groene slangen van een à anderhalve meter en twee groene Amazonepapegaaien. Verder veel kleine vogels. Eigenlijk hoeven we helemaal niet meer naar Corcovado N.P.; er is hier al zoveel te zien.
We horen 's middags, dat de wandeling van morgen van negen uur niet door kan gaan. Het heeft veel te lang en te hard geregend. Het zou wel kunnen, maar men weet niet hoe dichtbij men ons bij het beginpunt af kan zetten. Het water van de rivieren, die we zo'n twintig keer over zouden moeten steken, zou te hoog kunnen staan en de laatste zes kilometer zouden we tot onze kuiten door de modder moeten banjeren. Geen doen dus.
En bloc besluiten we dan ook maar te gaan vliegen: een tocht van een kwartiertje. Jan gaat het regelen en bespreekt het vliegtuig voor 9:00 uur en 9:30 uur. Zo eenvoudig gaat dat hier: je kunt zelf een tijd uitzoeken en als het de piloot schikt, dan wordt er gevlogen.
Maandag 20 novemberNaar Corcovado N.P.
's Morgens zitten er alweer twee rode ara's in de bomen. Wat zijn ze toch mooi.
We lopen naar het vliegveld, waar één loket is: om kaartjes te kopen, om in te checken, om te wachten. Verder is er niets. Het is even wachten, maar om 9:30 uur is de eerste groep aan de beurt. Wij vliegen om 10:00 uur. We gaan er met z'n vieren in + piloot + leerling piloot. Het is een prachtige vlucht. Heel laag over de bomen vliegen we. Gelukkig is het helder, zodat we mooi zicht hebben. Pas op het allerlaatste moment zien we de landingsbaan: een grasstrook midden in het oerwoud. Bij het landen soppen we lekker in het gras. Als het regent, wordt er dan ook niet gevlogen, want dan zakt het vliegtuig te diep in de modder en kan het nooit meer opstijgen.
In het huis slapen we op de eerste verdieping: een grote open ruimte die aan de zijkanten gewoon open is. Door de vele regen wordt alles vochtig, vies en begint alles te stinken. Iedereen zoekt een plekje om z'n muskietennet op te hangen. Leuk gezicht.
Daarna gaan we wandelen. Er zijn verschillende trails uitgezet. Wij lopen eerst richting strand. Onderweg zien we een paar apen, heel dichtbij. Op het strand wandelen we naar de rivier. In de monding zwemmen een paar grote haaien rond. Je kunt telkens die zwarte vinnen door het water zien schieten. Prachtig.
Daarna begint het te regenen (hier valt tussen de zes en acht meter(!) per jaar en heet dus niet voor niets regenwoud), soms erg hard. Jammer, want daardoor zie je bijna geen dieren. We moeten regelmatig door de rivier waden. We hebben wel laarzen aan, maar die zijn niet helemaal droog. We krijgen allebei een natte voet. Om 14:30 uur zijn we alweer terug. De rest trouwens ook. Iedereen is doorweekt. Vlak bij de lodge loopt een agouti, wat kapucijn-apen en er vliegt een aantal gieren rond. Later zien we een paar ara's hoog in de boom.
Om 20:00 uur gaat het licht uit en is het verplicht slapen. Er liggen ± twintig mensen en een vleermuis boven.
's Nachts worden we regelmatig wakker en altijd regent het.
Dinsdag 21 novemberCorcovado N.P.
Het regent nog steeds. We besluiten onze wandeling dan ook maar uit te stellen tot het droog zou worden. Dat gebeurt snel en we gaan lopen voor zo'n drie uur. Het eerste stuk gaat vrij steil omhoog: zweten is dat. We horen op een gegeven moment weer ara's, maar we zien ze niet. Het begint weer te regenen. Deze keer hebben we onze regencapes bij ons en blijven we enigszins droog. Door de regen zien we weer geen dieren en we zijn dan ook blij, dat we terug zijn. De rest van de dag een beetje gelummeld en gelezen. 's Middags schijnt de zon even, waardoor we al onze natte spullen kunnen drogen. Ze blijven echter wel stinken en goed ook.
Vlak voor het terras lopen een paar huis-tuin-en-keukengieren rond. Mooi om te zien. Verder is er weinig te beleven.
Tegen de avond begint het weer enorm te hozen en te onweren en wij besluiten in ieder geval om niet mee te gaan op kikkertocht die om 19:00 uur gepland is. Geen zin om door de modder en de regen te baggeren. We gaan lekker in ons muskietennet liggen, want beneden worden we lek gestoken, dwars door onze kleren heen.
Woensdag 22 novemberNaar Jiménez
Vandaag gaan we terug naar Jiménez. Eerst twintig kilometer langs het strand wandelen; daarna zouden we opgepikt worden.
Het is ideaal weer om te lopen: het is droog en de zon schijnt niet. Soms lopen we in het rulle zand, dan moeten we een rivier door, af en toe een stukje oerwoud, soms rotsen.
Het eerste stuk moeten we opschieten, want er is een stuk, dat je alleen kan passeren als het eb is. Het tij zit ons ook mee, zodat we om 6:30 uur kunnen vertrekken. Voor hetzelfde geld heb je pech en moet je midden in de nacht weg om op tijd op dat punt te zijn.
Het is een erg snelle groep die wederom erg hard loopt. Lia kan het amper bijhouden. We zouden het in vijf uur lopen: de snelste tijd die Jan meegemaakt heeft (normaal doet men er zeven uur over). Het nadeel daarvan is echter, dat we in Carate twee uur op de pick-ups moeten wachten. Die komt echter pas om 13:45 uur en dan slechts eentje. De ander heeft panne gekregen en daardoor komen we wat krap te zitten.
We krijgen wel enorm veel vogels te zien: veel ara's, toekans, amazone papegaaien (een vlucht van een stuk of tien), kalkoengieren. Het mooiste zijn de ara's. In een boom langs de kant van de weg zitten er een stuk of vijftien: een prachtig gezicht al die kleuren tegen de groene bomen. Schitterend.
We moeten ongeveer drie uur rijden en het laatste uur begint het (alweer) te regenen. Nog mazzel dat we het zo lang droog hebben gehouden.
's Avonds eten we met z'n allen in het restaurant. Bijna iedereen heeft pizza besteld. Die gaan alleen niet door als de stroom uitvalt. Nadeel daarvan is dat ook de tv het niet doet, zodat we het sportjournaal missen. Gelukkig weet een aantal mensen te vertellen dat Ajax in Madrid met 2 0 heeft gewonnen van Real.
De rest van de avond zitten zuipen.
Donderdag 23 novemberNaar Quepos
Alle natte en vooral stinkende spullen worden ingepakt en we gaan op weg naar de haven voor de terugtocht naar Golfito.
Vlak langs de weg, heel laag in de bomen zitten weer ara's. Heel dichtbij deze keer. Even later vliegen er vier andere weg. Prachtig.
In een uurtje zijn we aan de overkant en dan volgt de lange rit naar Quepos. Het is mooi weer, alleen hoog in de bergen mottert het even. Tot nu toe pas een hele droge dag gehad.
Bij het restaurant tussen de middag zit heel dichtbij een schitterende toekan een banaan leeg te lepelen. Prachtig, zo dichtbij.
Tegen vieren zijn we in ons hotel bij het Manuel Antonio Park. Heerlijk luxe; het ziet er allemaal prachtig uit. Na een biertje aan de bar duiken we met z'n allen het zwembad in. Lekker. 's Avonds eten we in het restaurant van het hotel met cognac en sangria.
Vrijdag 24 novemberManuel Antonio N.P.
Vandaag naar het laatste en kleinste en drukste park: Manuel Antonio. Jan heeft in de voorverkoop al kaartjes gekocht, zodat we slechts $ 7,25 i.p.v. $ 15 hoeven te betalen.
Om in het park te komen, moeten we eerst honderdzevenentwintig treden af, dan een steile weg naar beneden en tenslotte een rivier door.
't Is jammer dat de zon niet schijnt, want dan krijgt het water zo'n mooie kleur. We lopen eerst naar Punta Catedral. Dat deel was vroeger een eiland, maar is in de loop van de jaren aan de vaste wal vastgegroeid. Deze natuurlijke landbrug word tombolo genoemd. We zien verschillende kapucijn-apen en een kolibrie die nectar uit de bloemen haalt. Mooi.
Na een goed uur gaan we (ondanks de bewolking) op het strand liggen. Het is er warm genoeg voor en Martijn z'n buik verbrandt. Als we hier weg lopen, zien we een zwarte leguaan.
's Middags hebben we wat geluierd. Veel meer kun je ook niet doen. Het heeft ook weer enorm geregend. Het is hier blijkbaar nooit droog. Maar ja, het heet niet voor niets regenwoud. Het doet zijn naam wel eer aan.
's Avonds genieten we van het afscheidsdiner, omdat Minne hier achter blijft. Daarna drinken we nog wat biertjes, omdat er verder niets te beleven is.
's Nachts krijgt Lia last van hevige diarree. Ze zit op de wc tot ze helemaal leeg is. Daarna is het gelukkig ook meteen over.
Zaterdag 25 novemberNaar San José
De laatste busrit: van Quepos naar San José. In de regen natuurlijk, al houdt die snel op. Onderweg stoppen we bij een restaurantje vlak na een brug. Bij de brug zien we een kaaiman (die heeft een veel smallere bek dan een krokodil) met een schoen naast zich. We vragen ons af...
In San José eten we een broodje kaasburger en gaan dan op zoek naar een cd. In de bus draait nl steeds hetzelfde bandje en hier is een cd van te krijgen. Gelukkig hebben we de naam en de titel anders was het nooit gelukt. Nu wel: kosten ƒ 30.
Ook kopen we nog een 'hoofd'. Dat is een kopje gemaakt van gebruikt steen met wat veren (ƒ 40). Verder slaan we nog wat biertjes en chips in en kijken op de hotelkamer naar Spaans voetballen.
Zondag 26 novemberSan José
De hele dag hangen we zo'n beetje in het centrum rond. 's Morgens kijken we nog even tv en daarna de stad in. Alleen wat schoenenwinkels zijn open en het goudmuseum dat we willen bezoeken is te duur voor het geld dat we nog over hebben. Er treden wel wat groepen op: een evangelische en een groepje indianen uit Ecuador zoals je die bij ons ook ziet.
Vlak voor we naar het vliegveld zouden gaan, drinken we aan de overkant koffie.
Om 17:30 uur komt de bus voorrijden en vertrekken we voor de terugvlucht. Het verkeer is lichtelijk ontregeld omdat alle verkeerslichten op een kleur blijven staan. Is hij eenmaal rood dan blijft hij ook rood. Om 20:30 uur vertrekt het vliegtuig op tijd richting Panama waar we een tussenlanding maken. Dat duurt wat langer dan verwacht, maar ...
Maandag 27 novemberNaar huis
... we komen toch op tijd in Amsterdam aan: 16:00 uur.
Dit was een reis met Baobab (tegenwoordig Sawadee).
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.