Colombia

10 februari t/m 6 maart 2024

In 1992 zijn we onbedoeld 24 uur in Bogotá geweest. Het was de tijd van de drugkartels en Pablo Escobar. Een tijd dat je daar niet moest zijn. We kwamen uit Ecuador en de terugvlucht werd gewijzigd met een stop in Colombia. We zijn toen wel de stad in gegaan en hebben het Goudmuseum bezocht. Sinds Pablo’s dood in 1993 zijn de tijden veranderd en nu is het redelijk veilig.
Er zijn mooie koloniale steden en het landschap varieert van het Andes-gebergte, woestijnen, strand en het Amazone-regenwoud.

Muurschildering in Bogotá

Zaterdag 10 februariNaar Bogotá
Het is ruim tien uur vliegen naar Bogotá, de hoofdstad van Colombia. De vlucht gaat voorspoedig en we landen om 15:00 uur plaatselijke tijd. Er is zes uur tijdsverschil. Het is er droog, half bewolkt en een graad of 20.
We worden naar ons hotel midden in de wijk La Candelaria gebracht, het historische centrum van de stad. Samen met een reisgenote lopen we nog even naar buiten. De drukke winkelstraat is afgesloten voor verkeer en overal staan mensen met kleine handeltjes. We vinden een barretje en gaan wat drinken. De reisleidster heeft ons gewaarschuwd niet ’s avonds na achten alleen de straat op te gaan. In een groepje kan het wel.
De mensen eten hier vroeg. Na 20:00 uur is alles dicht.

Zondag 11 februariBogotá
MonserrateVandaag struinen we rond in La Candelaria. Eerst willen we met het treintje naar de Monserrate, een berg die 500 meter boven de stad uitsteekt. Het is zondag, veel mensen zijn vrij en de prijs van het kaartje is lager dan op andere dagen. Mensen boven de 60 krijgen korting. Het is dan ook druk met voornamelijk plaatselijke mensen. Het duurt een half uur voor we een kaartje gekocht hebben en in het treintje kunnen plaatsnemen. Wij hebben toevallig de mooiste plaats: achteraan met vrij uitzicht over de grote stad. Het treintje gaat steil omhoog en het duurt niet lang. Op de top van de berg staat een grote kerk en een klooster. De naam is afgeleid van de berg Montserrat in de buurt van Barcelona in Spanje.
We hebben mooi uitzicht op de stad. Op de voorgrond staan veel bloeiende planten en we zien een kolibrie. In de kerk is een dienst bezig, er wordt gezongen en geklapt, maar niet gedanst. Het interieur valt wat tegen. We slenteren over de ernaast gelegen markt met souvenirs. Het erachter gelegen eetgedeelte is erg leuk. Er staan allemaal stalletjes met veel voor ons vreemde gerechtjes. De mensen zijn aardig en vriendelijk.
De rij voor het treintje terug is nog langer en we wachten meer dan een uur. Lopen naar beneden wordt afgeraden.
We wandelen door de wijk en, zoals het een goed rooms-katholiek land betaamt, zien we veel prachtige barokke kerken. De meeste zijn wit van buiten en goud van binnen waarmee de kerken rijkelijk versierd zijn.
Bogotá is bekend om zijn muurschilderingen en we zien er dan ook honderden met allerlei onderwerpen. In de Callejon del Embudo zijn er heel veel. We gaan naar het Plaza Bolivar, het centrale plein met verschillende belangrijke gebouwen. Erg jammer dat voor al die gebouwen zwarte doeken hangen, zodat we niets zien.
Overal en voornamelijk in de grotere straten staan allerlei kraampjes, staan mensenstandbeelden, wordt muziek gespeeld en gedanst. Het is gezellig druk.
We bezoeken het Goudmuseum dat op zondag gratis toegankelijk is. Erg de moeite waard, maar als je het goed wilt zien, heb je wel een paar weken nodig.

Maandag 12 februariNaar Villa de Leyva
Zoutkathedraal in ZipaquiráHet is druk de stad uit met veel lange bussen. Sinds men in 2000 gelede bussen gebruikt, is de luchtkwaliteit een stuk verbeterd.
Vandaag rijden we naar het noorden, naar Villa de Leyva.
In Zipaquirá stoppen we bij de Zoutkathedraal. Deze ligt 180 meter onder de grond en is uit de wanden van een zoutmijn gehouwen door de Muisca indianen, de vroegere bewoners. In 1954 is een nieuwe kathedraal uitgegraven, omdat de oude dreigde in te storten. In de ondergrondse gangen wordt de kruisweg getoond met veel kruizen en kleine altaren. Ze worden door veelkleurige lampen verlicht. De kathedraal is nog steeds in gebruik. Erg mooi om te zien.
In Zipaquirá gaat de groep lunchen en wij lopen naar een plein met een grote kerk. Er is net een dienst bezig. Op het plein gaan we onder een boom zitten en bekijken we het leven van alledag. Er zijn een hoop mensen met kleine karretjes die van alles verkopen. De huizen zijn zeer kleurrijk beschilderd en ook hier zijn prachtige muurschilderingen. Een mooie plaats.
We komen tegen het donker aan in Villa de Leyva. We hebben een mooi hotel vlakbij het plein en krijgen bij het inchecken een glaasje aguardiente (vuurwater) met een kaneelrandjje. Wij gaan meteen naar het plein om een biertje te drinken en daarna te eten. In het restaurant waar we terechtkomen, zitten meerdere groepsgenoten en later komen er nog meer bij, zodat bijna de hele groep er is. Alleen wij eten er, de rest komt alleen wat drinken en gaat elders eten of eet niet.

Dinsdag 13 februariNaar Barichara
Plaza Mayor in Villa de Leyva We vertrekken om 10:00 uur, zodat we eerst nog Villa de Leyva kunnen bekijken. Het is een mooie koloniale plaats met een van de grootste pleinen van het continent: Plaza Mayor. Het hele plein ligt, net als de rest van het centrum, vol met grote keien wat niet echt makkelijk loopt, maar er wel mooi uitziet. Kleine gekleurde huizen staan er omheen. Veel kleine winkeltjes, kerken, restaurants en een paar mooi beschilderde bussen. Overal zijn zeer vriendelijke mensen die je gedag zeggen. De laatste paar honderd jaar is hier weinig veranderd. Mooi.
TerracottahuisEenmaal op weg naar Barichara rijden we naar het Terracottahuis. Het is vrij nieuw en helemaal gemaakt van klei. Het ziet eruit als een kruising tussen een huis in Gaudi-stijl en een hobbitwoning. Het is helaas vandaag gesloten. We mogen zelfs niet dichtbij komen om foto’s van de buitenkant te maken. De mevrouw is zeer beslist en niet om te kopen (wat we wel proberen)! We maken een foto uit de verte en gaan dan op weg, verder naar het noorden, naar Barichara.
We maken een stop in Barbosa, een dorp met o.a. een soort lunchroom waar we koffie kunnen drinken en een koek of stuk cake kunnen eten. De mensen die gisteren geluncht hadden, geven hier de voorkeur aan. Het eten gisteren duurde veel te lang naar hun zin en het was er te lawaaierig. Wij vinden dat uiteraard zeer prettig. Het kost niks: een koffie, een cola en een flapje voor omgerekend € 2,50.
We arriveren even na 16:00 uur in ons hotel in Barichara. Het hotel ligt midden in het mooie oude stadje. Dit driehonderd jaar oude plaatsje staat bekend als een van de mooiste dorpen van Colombia. Barichara staat vol kerken, kathedralen en andere monumenten. Het is tot nationaal cultureel erfgoed verklaard.
De muren van de huizen zijn wit en elk huis heeft anders gekleurde deur – en raamposten en alle daken hebben rode pannen. Erg mooi.
We wandelen wat rond door de smalle straatjes, drinken een biertje op het plein naast de kerk en gaan daarna met z'n vieren eten bij een klein restaurantje met slechts vijf tafels. Twee vrouwen koken er en alles wordt vlakbij per tafel klaar gemaakt. Het is meer dan genoeg en heerlijk.
De kerk op het plein die helemaal gemaakt is van okerkleurige steen is mooi verlicht.

Woensdag 14 februariBarichara
BaricharaNa het ontbijt wandelen we naar Guane, een kleine tien kilometer verderop. Het pad, Camino Real, bestaat uit grote stenen wat niet altijd even makkelijk loopt. Het grootste deel loopt omlaag, Onderweg zien we prachtige uitzichten over de vallei en de Rio Suárez. Een mooie wandeling.
Het is erg warm vandaag. Zonnig en onbewolkt. We zitten net voor de regentijd. Een aantal bomen heeft jonge groene blaadjes, waarvan wij zouden zeggen dat het al geregend heeft, maar zij zijn juist de voorbode van de regen. De mensen hier weten dat het binnen een week zal gaan regenen. Handig.
Guane is een heel klein, authentiek koloniale dorpje dat maar uit een paar straten bestaat en zo’n honderd huizen. Natuurlijk is ook hier een centraal plein met een kerk. Er is ook een café met een mooi terras met uitzicht over de vallei. We drinken er een cola. Met de bus rijden we terug naar Barichara.
’s Middags gaan we naar de plaatselijke begraafplaats. Het is een wirwar van grafzerken die ons doen denken aan de Grafheuvel in Litouwen. Op veel zandstenen graven staan voorwerpen die het beroep van de overledene vertegenwoordigen. Zo zien we gitaren, boeken, dansschoentjes, hoeden.