Maandag 9 februariNaar Antigua & Barbuda
Op het vliegveld loopt zowaar een drugshond rond. Om hem alert te houden, is er ergens wat verstopt en dat wordt ook gevonden. We vliegen zowaar met een 'echt' vliegtuig waar wel 70 mensen in kunnen en die voor tweederde vol is. Met Liat-air reizen we naar Antigua & Barbuda in een klein half uur. Het is bewolkt onderweg, maar boven Antigua is het grotendeels helder.
Antigua & Barbuda bestaat uit de eilanden Antigua, Barbuda en het onbewoonde Redonda. Totaal hebben ze een oppervlakte van 440 km² en meer dan 80.000 inwoners.
Het is voor ons het 100ste land, dat wij bezoeken. Een mijlpaal!
We worden verwacht en een taxi brengt ons naar ons appartement in Falmouth Harbour, dicht bij English Harbour aan de zuidkant van het eiland. We zijn in het noorden geland en het is een half uurtje rijden. Het appartement is volgens afspraak open en de sleutels liggen op tafel.
Vanaf Saba zijn de eilanden die wij bezoeken steeds groter geworden en ook het aantal inwoners stijgt. Ze hebben hier zelfs een officiële busroute met echte bushaltes. En er zijn verkeerslichten op het eiland. Na die ene niet werkende op Sint Maarten hebben we er geen meer gezien.
Het appartement is het kleinste tot nu toe, maar nog altijd ruim vijf bij vijf meter. Wel is er een ruim balkon met het mooiste uitzicht tot nu toe. We kijken uit op de haven waar heel veel boten liggen. De een nog groter dan de ander. Enorme grote luxe schepen. Wat moet je daar mee, behalve een ander de ogen uitsteken. Hoeveel ruimte heb je nodig.
We verkennen de omgeving en op afstand van twee minuten lopen zitten een supermarkt, cafés en een tiental restaurants. En op tien minuten lopen ligt een mooi rustig strand. Genoeg dus om ons komende dagen bezig te houden.
We strijken neer op een terras bij de Marina en bestellen bier. Op Sint Maarten, Saba en Sint Eustatius was het plaatselijke bier Presidente, op Saint Kitts & Nevis Carib, hier is het Wadadli. Nooit van gehoord, maar het smaakt prima. Straks op Dominica gaan we aan de Kubuli en op Martinique wordt het Lorraine. Allemaal bier dus.
De prijs van de drankjes is hier wat hoger, dan we gewend zijn, het eten is ongeveer hetzelfde.
Ze kunnen hier niet rekenen: 55 plus 35 tellen ze verkeerd op en we krijgen teveel wisselgeld terug.
Dinsdag 10 februariAntigua
Bij de supermarkt doen we eerst wat boodschappen voor het ontbijt. Ze hebben lekkere Franse stokbroden. Heerlijk met kaas, ham, tomaat en ui. Kleine vogeltjes, zwarte met rode bef, geelzwarte en bruine vinkjes zitten op de reling te wachten tot we klaar zijn, zodat zij de broodkruimpjes op kunnen eten.
Daarna zoeken we in een winkeltje Choy, eigenaresse van het appartement, die we nog niet ontmoet hadden.
We wandelen een stukje over het schiereiland bij English Harbour en komen terecht bij Nelson's Dockyard. Er staan talloze busjes met grote groepen toeristen. Allemaal afkomstig uit die grote cruiseboten en die een tocht over het eiland maken. Per ongeluk lopen wij via de uitgang naar binnen en worden staande gehouden. Ze vragen waar wij logeren en als dat niet op zo'n boot blijkt te zijn, mogen we gratis naar binnen. Er staan natuurlijk overal stalletjes met souvenirs en er is ook een ATM waar wij meteen maar gebruik van maken. Ook hier gebruikt men de Oost-Caribische dollar, maar kun je overal betalen met de Amerikaanse.
We lopen er een poosje rond en drinken een cola op een terras. Niet de goedkoopste, maar ja, wat wil je anders met al die Amerikanen.
Bij Titi regelen we een auto voor de komende drie dagen. We moeten voor de bestuurder een rijbewijs kopen, dat alleen hier geldig is en € 20 kost. De auto kost incl. de rijbewijs € 135 voor drie dagen en we kunnen hem bij het vliegveld achterlaten. Dat scheelt een taxi van € 30.
Bij de Mad Mongoose gaan we borrelen. Buiten staan grote picknicktafels en wij schuiven bij een paar Canadezen aan. Van vijf tot zeven is het bier goedkoper en betalen we voor een flesje Presidente 8 XCD in plaats van 10. Net voor zevenen halen we er nog maar een paar, terwijl de anderen pas half leeg zijn. De Canadezen zijn nog erger en bestellen twee cocktails per persoon. We eten bij Club Sushi met een loveboat vol met sushi's, tempura vis en garnalen, zalm en tonijn. Het is best veel, maar alles gaat natuurlijk schoon op.
Woensdag 11 februariAntigua
Na het ontbijt halen we de auto op. We krijgen een Suzuki Swift, een grotere dan we besteld hebben (voor de prijs van een kleinere). Een pittig zwart autootje. Op elke (ei)land hier in de Caraïben hebben ze eigen rijbewijzen, die elke buitenlandse bestuurder aan moet schaffen. Een leuk melkkoetje: iedereen betaalt hier geld voor, waar je eigenlijk niets voor terug krijgt.
Hier moeten we, in tegenstelling tot de Nederlandse en Franse Antillen, links rijden. Weer even wennen.
We pakken zwem- en snorkelspullen in en rijden, naar de noordkant van het eiland. Denken we. Niet dus. Er is een controlepost die ons aanhoudt en vraagt waar wij verblijven. Ook hier mogen wij gratis door, terwijl de cruisepassagiers moeten betalen. Die moeten werkelijk overal voor betalen. De man vertelt, dat we bij Shirley Heights zijn, ten zuidoosten van ons appartement. Ergens hebben we de verkeerde afslag genomen. Nou is het eiland niet groot, 25 bij 30 km, dus veel extra kilometers zijn we niet kwijt. Omdat we nu toch hier zijn, gaan we maar van het uitzicht genieten. Er staan een heleboel busjes met cruisemensen te kijken naar Indian Creek Point en Standfast Point. Er is nog een andere weg en daar zien we de English en Falmouth Harbour in hun volle glorie liggen. Prachtig gezicht dat blauwgroene water, de fjorden, de (zeil)boten. We vangen een blik op van een mangoest die de weg over schiet.
Daarna rijden we echt naar het noorden. Een stuk goede witte weg op de kaart blijkt niet geschikt voor onze auto en we draaien om om een kleine zwarte weg te nemen. Die blijkt prima. Beetje vreemd. De wegen zijn sowieso niet zo best. Ze zitten vol gaten en kuilen waardoor je erg uit moet kijken. De mensen rijden wel netjes en niet zo hard.
Na een half uurtje komen we bij Seaton, een plaatsje waar je met roggen zou moeten kunnen snorkelen. Het is er druk, want spoedig zullen de bootjes vertrekken. We reserveren voor vrijdagochtend negen uur. Volgens de mevrouw de rustigste dag. Dan is er maar één cruiseboot, terwijl er morgen maar liefst vijf verwacht worden. We rijden door naar Devil's Point waar een natuurlijke brug ligt, waardoor een blowhole is ontstaan. Door de golven wordt het water in dat gat gestuwd, dat daardoor meters omhoog spettert. Mooi.
Bij Long Bay gaan we snorkelen. We hadden een leeg strand verwacht, maar het is vrij druk. Er blijken hier wat resorts in de buurt te staan en iedereen ligt op het strand in van die strandstoelen. Wij gooien onze spullen neer en gaan het water in. De bewoners vinden het water op dit moment te koud. 's Zomers is het een stuk warmer; de luchttemperatuur is dan ook hoger en bovendien waait het dan niet. Wij vinden het water heerlijk. Vissen in allerlei kleuren zitten er. Soms fel gekleurd, soms zo geschubd, dat je ze amper ziet. Een paar vissen van een kleine meter hebben een ruitpatroon in de kleur van de omgeving en ook zij zijn moeilijk te onderscheiden. De een is banger voor ons, dan de ander. Geelzwart-witte zijn niet zo schuw en kleine zwarte komen zelfs nieuwsgierig naar ons toe zwemmen. Het water is erg helder en met de zon erop, lijkt het een groot aquarium. Prachtig.
We gaan terug naar 'huis', zien onderweg een leguaan de weg oversteken, douchen en wassen het zout van de snorkel- en zwemspullen. We zitten lekker op ons terras en kijken naar het reilen en zeilen op het water in de haven. Een grote boot komt aanvaren en die wil aanleggen tussen andere grote boten. En dat is niet zomaar gebeurt; ze zijn er een hele tijd mee bezig. Het gaat langzaam en voorzichtig om maar niets te beschadigen.
Op het ons ondertussen welbekende terras van de Mad Mongoose schuiven we weer op de banken van de picknicktafels. Er zijn zoals altijd andere toeristen, maar na Sint Eustatius hebben we geen Nederlanders meer gezien. Die andere vinden onze manier van reizen en de lengte van de reis maar erg vreemd. Of men komt per (zeil)boot of per cruiseboot. Die cruisers doen een tripje van tien dagen, waarbij ze er vijf kwijt zijn aan de oversteek van Amerika en terug, en de overige vijf dagen liggen ze voor anker op drie of vier eilanden. Sommige mensen weten alleen de naam van het land waar ze zijn, maar hebben geen idee waar dat ergens in de Caraïben ligt. Er zijn hier opvallend veel Britse toeristen, wat natuurlijk met hun verleden te maken heeft.
Tegen de avond rijden we terug naar Shirley Heights voor de zonsondergang. Valt tegen. De zon zakt wel mooi in het water, maar de lucht kleurt niet.
Ook hier op het eiland krijgen we geen glazen bij het bier en drinken we uit de flesjes. Van het wadadli-bier zijn we overgestapt op Presidente, omdat die flesjes groter zijn. Veel smaakverschil is er niet tussen die twee soorten. We eten ribbetjes en een plaatselijke, stevige witvis, waarvan we de naam vergeten zijn. De mevrouw van de bediening spreekt ons alleen aan met 'darlings'. Maar dat zijn wij natuurlijk ook.
Donderdag 12 februariAntigua
Na een broodje met lekkere tonijnsalade op ons terras van het appartement stappen we in de auto en rijden naar St. John's, de hoofdstad van Antigua. Gisteren is ons verteld, dat er vandaag vijf cruiseboten zouden liggen en daar gaan we naar kijken. Het is druk in de stad (of is het een dorp?) en het is lastig om een parkeerplaatsje te vinden. We rijden wat verder van het centrum weg en parkeren daar. De plaats is niet groot en binnen een paar minuten wandelen, staan we al aan de haven. De boten zijn enorm. Echt reusachtig. Vier liggen er pal aan de kade, de vijfde ligt iets verder weg. Het is er, uiteraard, hartstikke druk met mensen. Een speciale boulevard met allerlei winkels is voor hen aangelegd. Veel zitten er te eten en te drinken en ook de juwelierszaken zijn aardig bezet. Ook het casino wordt druk bezocht. Zouden die mensen nou helemaal niks anders doen? Een enkeling vraagt de weg naar het strand, maar dat is drie kwartier lopen. Een taxi brengt voor hen uitkomst. Als wij later bij het strand komen, zitten de meesten daar in de bar. Daarnaast kunnen ze nog een tocht over het eiland maken in een soort open busje.
We bekijken de markt, maar dat is niet zoveel. Er zijn wat kraampjes met groente en fruit; het grootste deel staat leeg.
Het is vandaag overwegend bewolkt. Dat is voor het eerst. Meestal is het overwegend zonnig. Er hangt een best donkere lucht en het regent zelfs even. Vijf druppels weliswaar, maar toch. We rijden hele stukken langs de kust en zien een aantal stranden. De een drukker dan de ander. Vooraf thuis hadden we bij Jolly Harbour ook naar een appartement zitten kijken en daarom gaan we daar een cola drinken. We zijn blij, dat het daar niets geworden is. Een heel groot resort, waar helemaal niets te beleven is. Je kunt beter in Falmouth Harbour zitten. Dat is, tot nu toe, de gezelligste plek volgens ons.
We willen Monks Hill bekijken, dat zo te zien op een plek ligt waar je mooi uitzicht over Falmouth Harbour zou kunnen hebben. Volgens de kaart zou dat een goede weg moeten zijn, maar als wij daar aankomen, draaien we meteen weer om. Hier hebt je een echte terreinwagen voor nodig. Jammer.
Bij de Mad Mongoose proberen we allebei een cocktail uit die er beter uitzien dan ze smaken. Nou zijn ze ook niet duur en aan de hoeveelheid alcohol ligt het ook niet, maar ze zijn niet helemaal onze smaak. Kan gebeuren natuurlijk. Na die ene stappen we over op het bier.
Op de grote boten in de haven brandt veel licht en je kunt zo binnen kijken in de verlichte salons. Er is helemaal niemand te zien.
Vrijdag 13 februariAntigua
Vandaag gaan we snorkelen tussen de roggen bij Seaton. Op de folder ziet het er mooi uit, maar je moet altijd weer afwachten. Toen we eergisteren reserveerden, stond er een man of vijftig te wachten. Nu zijn het er maar acht. Gelukkig is het weer overwegend zonnig (dit in tegenstelling tot de weersverwachting, die alleen bewolking voorzag). Op de wal staat een aantal kooien met tropische vogels en leguanen. Daartussen zitten hele kleine hagedissen waarvan de oranjekleur erg opvalt. Mooi.
Het is een paar minuten varen, de open zee op, naar een platform waar de boot aanlegt. Er is een soortement zandbank waar het water ongeveer een meter diep is, zodat je overal kunt staan. Overal in het water zien we grote donkere plekken: de roggen. Ze zijn een stuk groter dan we verwacht hadden. Inclusief staart zijn ze ongeveer twee meter lang en anderhalve meter breed. Ze zwemmen erg dichtbij, soms tegen je aan of gewoon over je heen. Dat is even schrikken, maar ze bijten niet. Het zijn geen agressieve dieren. Erg indrukwekkend. We mogen ze even vasthouden, kleine inktvisjes voeren en ze knuffelen. Een uur lang blijven we in het water en we verbazen ons over de hoeveelheid roggen die er zit. Wij vinden het erg imponerend.
Na afloop kunnen we douchen en een glas fruit- of rumpunch krijgen.
Betty's Hope is een oude suikerplantage waar een museumpje is ingericht. Een molen is gerestaureerd en staat er mooi bij.
Dan rijden we naar de kust naar Half Moon Bay, een van de mooiste stranden volgens de folders. We nemen een liftster mee, die in Freetown moet zijn. We rijden een paar honderd meter om om haar voor haar deur af te zetten. Half Moon Bay is prachtig. Mooi blauwgroen water in allerlei tinten en een wit strand met palmbomen. Barretje er bij waar we een cola drinken. Je moet hier wel zonnig weer hebben, anders kleurt het water niet en is er niks te zien.
Het links rijden gaat Martijn heel gemakkelijk af. Als je dat blijkbaar maar regelmatig doet, geeft dat geen problemen. De wegen in Antigua zijn slecht. Er zitten veel verkeersdrempels die aangegeven worden met witte strepen op de weg, maar de vele, soms diepe gaten zijn niet altijd even goed zichtbaar. Van richting aangeven hebben ze hier blijkbaar nog niet gehoord en velen zouden hun remlichten wel eens mogen controleren. Toch gebeuren er, zo te zien, weinig ongelukken.
Er is een mooie zonsondergang. De zeilschepen liggen op de voorgrond voor een kleurige lucht. Dat duurt weliswaar niet lang, maar toch. Het is mooi.
Bij het eten drinken we een witte wijn, een Chileense Sauvignon blanc. Die staat in een koeler op onze tafel en omdat de bediening de vrij grote glazen heel erg vol schenkt, is de wijn snel warm. Uit de koeler vissen we klontjes ijs die we bij de wijn doen. Onder het genot van muziek van de Doors en de Rolling Stones genieten we van ribs en nachos.
Overdag is het rond de 30° en 's nachts is het nooit koeler dan 25°. Lekker dat je altijd naar buiten kunt zonder aan een jas of trui te hoeven denken. Ook prettig, dat er overal wifi is.