Dinsdag 29 januariNaar Oistins (Barbados)
Er klinkt harde muziek uit het dorp ’s morgens om vijf uur. Waar is dat nou voor nodig? ’s Zondags overdag, oké voor al die gelovige mensen, maar nu, op dit tijdstip?
Het is weer tijd om Saint Lucia te verlaten. We nemen afscheid van Peter en Trevor brengt ons naar het vliegveld. We wisselen onze Oost-Caribische dollars om voor Barbadiaanse dollars, BBD. We krijgen wat munten terug kopen daar een paar snoepjes voor. Het is even wennen aan weer een nieuwe munteenheid en bijbehorende koers. 100 BBD = € 44.
We vliegen via Saint Vincent naar Barbados. Dat is een heel ander eiland dan de andere die we bezocht hebben. Het is vlak, geen vulkanen, druk met auto's, veel toeristen die met grote vliegtuigen rechtstreeks uit Londen, Canada en New York hier landen.
We hebben een auto gehuurd bij Rentalcargroup. We moeten bijbetalen, omdat ergens in de kleine lettertjes staat dat het getoonde aanbod zonder taks is. Erg geniepig en dus nooit meer Rentalcargroup voor ons. We hoeven maar een klein stukje te rijden. We hebben een straat en huisnummer, maar op de huizen staan geen nummers. Beetje lastig. Een taxichauffeuse ziet ons zoeken en helpt ons. Ze belt de host en het blijkt dat we pal voor het huis staan. De sleutel ligt in de bbq. In het huis hebben we een slaapkamer en eigen badkamer. De huiskamer en keuken delen we met de eigenaren, die boven slapen. Het is oké. Ook hebben we een eigen buitenplaats waar geen muggen zitten. Lekker.
We gaan naar de supermarkt en vinden die heel erg goed voorzien. In die andere landen kon je lang niet alles krijgen. Hier wel. Veel zal wel uit Groot-Brittannië komen waar nog nauwe banden mee zijn.
Bij de grote vismarkt drinken we Deputy, het plaatselijke bier. Vier bier voor 10 BBD, iets meer dan € 1 het flesje. In het water bij de pier zien we een paar grote schildpadden zwemmen.
De zonsondergang geeft geen green flash. We zitten dicht bij de pier en we zien daarna een hele mooie oranje lucht met mooie wolkjes. De boten, de pier en de mensen er op steken er zwart tegen af.
We eten op de markt en bestellen zwaardvis en tonijn. Nou lijken die stukken vis wel verrekte veel op elkaar: zelfde vorm, zelfde kleur, zelfde smaak. De serverster roept na ons geklaag meteen haar bazin. Die zit tien meter verderop te bellen. Vijf minuten later nog net zo. We vragen haar te komen en ze loopt naar ons toe met opgestoken vinger, zo van 'ik ben nog even bezig'. Wij zeggen dat als ze nu niet meteen met ons, haar klanten, praat, we weggaan zonder te betalen. Dan legt ze eindelijk de telefoon neer. Wij klagen en zij zegt dat we zwaardvis en tonijn hebben besteld. Dat klopt, maar ‘waar is de tonijn’ vragen wij. Na meerdere malen vragen, hebben we nog steeds geen antwoord. Denken ze nou echt dat wij gek zijn of zo? We betalen alleen het bier, waar ze 8 BBD voor wil hebben. Zojuist kostten ze 2,5 BBD en dus krijgt ze 5 BBD en wij zijn blij dat toevallig zo’n biljet hebben. Welcome to Barbados!
Bij het Surfcafé drinken we cocktails. Ze zien er prachtig uit en smaken lekker.
Bij het huis ontmoeten we de eigenaren, zij zitten ook buiten, maar op een terras om de hoek.

Woensdag 30 januariOistins
De eigenaar zei gisteren dat hij vroeg vertrokken zou zijn. Vroeg vindt hij blijkbaar 10:00 uur. ’ s Lands wijs, ’s lands eer.
Na het ontbijt wandelen we eerst naar de hotelkant op zoek naar restaurantjes. Daar is niet veel. Alleen hotels met een eigen bar en restaurant. We denken dat de meeste gasten daar eten. Oversteken is op de drukke wegen geen probleem. De auto’s stoppen en wuiven dat we door mogen.
Ruzie in de tentGroene aapDaarna rijden we naar het Barbados Wildlife Reserve en het Grenada Hall Forest. Het eiland is klein, maar in het zuidwesten is het een groot ‘stedelijk’ gebied en erg druk met auto's. Afslaan en invoegen gaat makkelijk. Iedereen geeft elkaar voorrang. In beide parken zitten veel groene apen, die niet groen zijn, maar bruin met wit en gele baardflappen. Ze zien er mooi uit. We zien verder veel verschillende landschildpadden, herten, een mara, pauwen, kaaimannen met waterschildpadden op de rug, leguanen, kalkoenen, parelhoenders. Om 14:00 uur worden ze gevoerd met allerlei fruit. Veel dieren komen aan lopen en vooral de apen zijn kieskeurig en vissen als eerste de bananen er uit. Leuk om te zien. We wandelen er een hele tijd rond.
Als we naar Bathsheba rijden, loopt er een gossum over de weg. Bathsheba zelf is een authentiek dorp met houten huizen en ligt aan de oostkust, aan de Atlantische Oceaan. Ook hier liggen de stranden vol met bruin wier. Er zijn verschillende surfers, die lekker door de branding surfen. Leuk.
Vandaag viel er af en toe een buitje.
Op de vismarkt drinken we weer wat Deputy, daarna gaan we eten bij de Chinees. Er zijn een paar tafeltjes bezet. Ook hier halen de meeste mensen een takeaway.

Donderdag 31 januariOistins
Animal Flower CaveWe maken een tour over het eiland. Langs de Caribische kust rijden we naar het noorden. Bij Bridgetown zien we maar liefst vier grote cruiseboten in de haven liggen. Brrrr.
Bij Animal Flower Cave stappen we uit. Hier zijn grotten met wat anemonen en zwemplekken. Wij willen niet zwemmen en vinden daarom de toegang van 25 BBD voor een uitzicht en een paar anemonen te veel. Zoals we op het eiland andere plaatsen veel te duur vinden. Een rondgang met een trammetje van een uur langs stalactieten voor 60 BBD, € 27, of een rumstokerijmuseum voor 48 BBD, € 22. Vooral ook omdat we het idee hebben niet veel te missen. Zo’n rumstokerij kostte in Grenada € 5 en daar kreeg je nog wat te proeven.
Maar goed, het uitzicht is mooi. De zee beukt op de rotsen en er zijn verschillende blowholes te zien.
Het uitzicht bij River Cave wordt een beetje verpest door de vele bruine algen in het water. Ook hier.
Langzaam rijden we terug. Ook vandaag af en toe een buitje regen.
We borrelen bij Bar1 en eten bij het Surfers café. Allebei prima.

Vrijdag 1 februariOistins
BridgetownOp de laatste dag op Barbados bezoeken we Bridgetown, de hoofdstad. Wat we gisteren gezien hadden, was veelbelovend. Maar al snel merken we dat dat ook alles is wat er te zien is. De toegangspoort, de Trafalgar Street en het parlementsgebouw. De mensen uit de cruiseboten vinden dat blijkbaar ook, want zij zitten met z'n allen in de cafés en terrassen. Overal elders hebben we ze dat niet zien doen, want op de boot is alles inclusief en wordt er in een aanleghaven nauwelijks iets uitgegeven. Wat dan ook een veelgehoorde klacht is van al die aanleghavens.
Als we ’s middags buiten zitten, horen we honden aanslaan. We denken dat een paar apen, die we zien lopen, er de aanleiding van zijn.
Op vrijdag en zaterdag is de vismarkt erg druk. Waarom komen die mensen de andere dagen niet? Eten en borrelen ze dan altijd in het hotel? We zitten bij het ons bekende tentje. Een andere serveerster zegt ons uiterst vriendelijk gedag. Het is heel erg druk. Gezellig.
Als we de rekening vragen, probeert de serveerster het met 95 BBD, maar na onze vragende blik wordt het juiste bedrag genoemd, 75 BBD. 10 % fooi is gebruikelijk als dat niet op de rekening staat. Ze proberen overal de toeristen te belazeren.
Vismarkt OistinsAlleen de eerste dag hadden we een mooie zonsondergang.

Zaterdag 2 februariNaar Saint Helena (Trinidad & Tobago)
Inpakken, afscheid nemen en naar het vliegveld voor de vlucht naar Trinidad. We vliegen via Grenada. We blijven hier maar een nachtje en dat doen we om dat de vlucht naar Curaçao morgenvroeg vertrekt. Aansluitende vluchten zijn niet mogelijk.
We hebben nog 35 BBD over en omdat het wisselkantoor gesloten is, kopen we een drankje, een broodje, een pakje servetten en wat pinda's.
Ook nu vliegen we met Liat en we vertrekken op tijd en we hebben onze bagage. De door andere mensen geuite bezorgde verhalen over Liat hebben wij niet ondervonden.
We zitten in Grand Diamond Hotel in Saint Helena, niet ver van het vliegveld. Ze hebben een pick-up-service. Alleen hebben ze er niet bij verteld dat die USD 10 p.p. kost, wat op de balie van het hotel staat. Maar uiteindelijk betalen we niks. Zij beginnen er niet over en wij natuurlijk ook niet.
Bij de Hard Rock Pub drinken we een Carib. Het is er erg rustig, er is turnen op tv en de muziek vinden we maar niks. Lia krijgt haar bierflesje met een servet er om gewikkeld en een rietje. Het moet niet gekker worden. We denken er even aan om te blijven eten, want ze hebben een zeer uitgebreide kaart. Alleen hebben ze geen menukaart met prijzen. Je moet maar wat uitkiezen en dan vertellen zij de prijs. We gaan naar de Chinees. Altijd lekker. De meeste tentjes zijn ook hier afhaaltentjes. We nemen nog een afzakkertje en zitten buiten op een platje met een hek. Er passen twee stoelen op en het nodigt andere mensen uit om aan de voorkant er tegenaan te hangen en een praatje te maken. Dat gebeurt regelmatig: een meisje met kennissen in het Amsterdamse redlight district en een doofstomme man die goed verzorgd wordt. Van de een krijgt hij een broodje, van de ander een sigaret en weer iemand geeft hem een biertje. Dat vraagt hij ook aan ons, maar volgens ons heeft hij al genoeg gedronken. Dan volgen er nog drie mannen, twee onverstaanbaar, zowel door de drank als gewoonweg niet te verstaan. Ze stappen met hun dronken kop gewoon de auto in.