Caraïben: Curaçao - Trinidad & Tobago – Grenada – Saint Vincent & de Grenadines – Saint Lucia – Barbados – Curaçao
5 januari t/m 6 februari 2019
Deze eilanden zijn een eilandengroep in de Caribische Zee en ze maken deel uit van de Kleine Antillen. Ze worden zo genoemd naar de noordoostelijke passaatwinden.
TRINIDAD & TOBAGO was aanvankelijk een monarchie met de Britse koningin als staatshoofd. In 1976 werd de monarchie afgeschaft en de republiek uitgeroepen.
GRENADA is het op tien na kleinste land ter wereld. In 2004 werd het getroffen door orkaan Ivan. Negentig procent van de bebouwing op het eiland raakte beschadigd of werd verwoest.
SAINT VINCENT & DE GRENADINES bestaat uit het circa 20 kilometer lange Saint Vincent en een aantal kleine eilandjes, de Grenadines.
SAINT LUCIA is net als de meeste andere Bovenwindse Eilanden opgebouwd uit vulkanische rots. Aan de zuidwestkust van het eiland liggen twee vulkanische pluggen, de Pitons, die op de werelderfgoedlijst van de UNESCO staan.
BARBADOS is het meest oostelijk gelegen gebied van de Antillen en bestaat uit één eiland. Het bestaat voor het grootste gedeelte uit koraalkalksteen.
Al deze landen zijn onafhankelijke eilandstaten en behoren alle vier tot het Britse Gemenebest.
CURAÇAO is een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
Zaterdag 5 januari Naar Curaçao
’s Middags om één uur vliegen we eerst vanuit Amsterdam naar Curaçao met KLM. We hebben besloten om op lange vluchten businessclass te vliegen. Eerdere bevindingen zijn ons prima bevallen en dat doen we nu dus weer. Alle ruimte aan boord, lekker eten en drinken.
Omdat KLM alleen op de Nederlandse eilanden vliegt, moeten we eerst op Curaçao een nachtje doorbrengen. Er is vijf uur tijdsverschil en we komen om 18: 00 uur plaatselijke tijd aan. Op het vliegveld is het een chaos. Er landen meerdere vliegtuigen tegelijkertijd en de lopende band kan alle koffers niet aan. We wachten op één tas die maar niet komen wil. Aan het eind zien we dat een paar mannen alles op een hoop gooien. We vissen de onze er uit en lopen naar buiten. We zweten er meteen flink op los. Het is twintig graden warmer dan thuis. We hebben gekozen voor het Airport Hotel dat op loopafstand ligt. Voor het vliegveld is het een puinhoop met auto’s die allemaal tegelijkertijd het vliegveld willen verlaten.
Het is grappig dat we op het vliegveld en in het hotel gewoon Nederlands kunnen praten. Iedereen schakelt moeiteloos tussen Nederlands, Papiamento en Engels. De nationale munt is de Antilliaanse gulden, maar alles is geprijsd in Amerikaanse dollars. Als wisselgeld krijgen we wel ANG.
We zetten de airco in de kamer even aan en gaan op zoek naar de bar. We zijn al wel moe, maar we willen zo snel mogelijk in het plaatselijke ritme komen. Buiten naast het zwembad drinken we een paar flesjes President. De drank zit in een grote vriezer en de barman is niet groot. Bij precies de flesjes die wij willen, kan hij niet bij. Iemand anders moet ze er voor hem uithalen. We redden het tot negen uur en gaan dan slapen.
Zondag 6 januariNaar Crown Point - Tobago (Trinidad & Tobago)
We slapen zowaar tot 7:00 uur.
Vandaag reizen we verder naar Trinidad & Tobago. Eerst met Surinam Airways naar Port of Spain op Trinidad en dan met Caribbean Airlines naar Tobago waar we een paar dagen zullen blijven.
We lopen terug naar het vliegveld in een kleine tien minuten. Het is nog niet zo warm en daardoor goed te doen.
Het vliegtuig vertrekt iets te laat en komt dus ook wat te laat aan. Niet erg, want onze aansluitende vlucht naar Tobago vertrekt pas over drieënhalf uur. We hebben zo’n lange tijd er tussen zitten, omdat Surinam Airways zijn tijden een paar weken geleden twee uur heeft vervroegd. Maar als we bij de incheckbalie komen, kunnen we met een vroegere vlucht mee. Doen we natuurlijk. Het gebeurt niet vaak dat je met het openbaar vervoer ergens twee uur eerder aan komt.
We verwittigen het appartement van de gewijzigde tijd en vragen ons af of we opgehaald zullen worden. Het is een vluchtje van twintig minuten. Als het vliegtuig landt, blijft iedereen zitten tot de deur open is.
Bij de bagageband staan alleen bruine mensen te wachten.
We worden inderdaad opgehaald; op de Carib-tijd: een half uurtje te laat. We raken in gesprek met een paar mannen. Iedereen is even vriendelijk. Onze chauffeuse is een Tobago-mevrouw die heel wat tijd in Nederland woont/heeft gewoond. Ze spreekt prima Nederlands. Ze rijdt langzaam naar het appartement en wijst ondertussen van alles aan. Het plaatsje ziet er gezellig en levendig uit.
Het appartement is ruim, schoon en ligt aan een grote tuin die we mogen gebruiken, incl. de bbq.
Voor we er op uit trekken, wil Martijn eerst nog snel wat aanpassen voor een website van een vriend die hij gemaakt heeft. Snel gepiept.
We slenteren de straten door, pinnen geld: 100 Trinidad and Tobago dollar (TTD) = € 13. Het is even rekenen: euro's, Amerikaanse dollars, Antilliaanse guldens, Trinidad and Tobago dollars. Later op de reis komen er nog Oost-Caribische dollars en Barbadiaanse dollars bij.
We belanden in een restaurantje en bestellen allebei een Carib-biertje. Bier krijg je hier altijd in flesjes zonder glas. Om dat van Lia zit een papieren servetje gevouwen. We vragen ons af waarom dat is en waarom niet bij allebei. Heineken bier is ook hier erg populair; net als cocktails.
Overal wordt luide muziek gedraaid. Ook in auto’s staat de radio hard. Het is even wennen. Net als aan al die dikke mensen met dikke konten. De meeste kinderen zijn nog slank, maar we zien een meisje constant aan het eten, net als haar hele dikke moeder. Zo dik, dat kind.
We eten een klein hapje, inktvisringen en kippenvleugeltjes, en willen in de mini-markt nog wat bier kopen. Maar dat lukt niet. Dat verkopen ze niet.
We gaan weer vroeg slapen.
Maandag 7 januariCrown Point - Tobago
We gaan eerst ontbijt kopen. Er is wel wat brood, maar beleg is lastig. Geen kaas, fruit, worst. We moeten genoegen nemen met een blikje tonijn en een potje pindakaas.
Het is half bewolkt, half zonnig en een graad of 30.
Het strand ligt op 100 honderd meter en we wandelen langs de zee. We zien veel duikende bruine pelikanen, sternen, kiekendieven en meeuwen. Plevieren en strandlopers scharrelen langs de branding. Suikerdiefjes zitten in de bomen.
Op een kaart vinden we een grote supermarkt en daar lopen we in een half uur heen, flink zwetend ondanks het windje dat er staat. De winkel is goed voorzien en we slaan kaas, worst en bier in. Bij een stalletje langs de kant van de weg kopen we tomaten en een stuk watermeloen. Die eten we ‘thuis' meteen voor een deel op; de rest gaat in de koelkast.
Hierna is het tijd voor siësta.
We zoeken op internet naar een autoverhuurbedrijf. Er is een bedrijf waar je alleen zo kunt boeken, maar de site werkt niet goed. Hoe kan zo’n bedrijf dan bestaan, vragen wij ons af. We kiezen een ander, vullen alles in en horen vervolgens niets meer.
De bar bij het strand is gesloten. We zijn wel net op tijd voor de 6 zonsondergang.
Het is overal erg rustig. Zelfs bij het toeristenhotel aan het strand. Waar zijn die mensen?
Er zijn veel afhaalrestaurantjes waar het erg druk is. We eten bij Pasta Gallery. Heel erg lekkere saus over veel te veel pasta. Na afloop worden we geïnterviewd door een man met een videocamera. Het is voor de plaatselijke tv.
Bij het appartement drinken we nog wat buiten op terras, maar gaan snel naar binnen, omdat Martijn gestoken wordt.
Dinsdag 8 januariCrown Point - Tobago
Na het ontbijt lopen we naar het autoverhuurbedrijf. Onze aanvraag is wel aangekomen, maar nog niet gelezen. Ze hebben nog één auto, die we met iets korting krijgen, en vertrekken voor een tochtje over het eiland. Dat is niet groot: van noord naar zuid een kilometer of veertig. De wegen zijn redelijk, soms wat onverwachte gaten, het rijgedrag relaxed. Iedereen geeft iedereen voorrang en stopt om anderen te laten afslaan. Ook voor voetgangers stoppen ze. We rijden eerst naar Arnos Vale Adventure Park, een hele grote tuin, stuk bos, waar heel veel vogels zitten. Bij de voederbakjes vliegen wel zeven soorten kolibries, allemaal in prachtige kleuren. We zien motmots met een lange staart met een blauw veertje aan het eind, roodkruinspechten, tangares, mierklauwieren, suikerdiefjes, amazilia's, brillijsters, We zitten een hele tijd te kijken. Erg mooi.
We rijden nog een stuk verder langs de westkust omhoog naar Englishmans Bay. Een mooi strand, maar verder is er niets. Een klein stukje terug ligt Castara waar we op een terrasje aan zee wat drinken.
Overal hangt een relaxte sfeer. We zien veel kleurige huizen, veel groen, veel vruchten aan de bomen. Via Scarborough rijden we terug. Dit is de grootste plaats van het eiland, maar het blijft een dorp.
De strandtent is vandaag open en er is een tafeltje langs de zee vrij. Die is voor ons. We gaan aan het bier en leren de mevrouw achter de bar dat ze twee vingers naar ons op moet steken en vragend moet kijken als ze wil weten of we nog wat willen. De zonsondergang is redelijk. Veel plaatselijke bewoners komen hier nu een bad in zee nemen. Waarom thuis een badkamer aan laten leggen als je voor je deur een enorm bad hebt…
Als al de Carib van de bar op is, en dat is snel (ze zijn ook maar tot 20:00 uur open), gaan we eten bij de Windmill met lekkere buikspek en ribbetjes zonder ribbetjes. Zonder botjes bedoelen we.
Woensdag 9 januariCrown Point - Tobago
Vandaag rijden we naar het noorden van het eiland, naar Speyside. Waar kennen we die naam meer van?
Halverwege is de weg afgesloten en moeten we over smalle weggetjes omrijden. Voor ons geen probleem, maar de grotere vrachtwagens staan regelmatig vast. Al met al duurt het niet erg lang.
Speyside is een rustig dorp. Weinig te beleven. We rijden door naar Charlotteville aan de westkust. Dit is een klein vissersdorp. Een paar mannen is bezig vis schoon te maken, de rest van de bevolking hangt wat rond. We halen een cola bij de mini-markt en gaan ook hangen.
Dan rijden we terug via de weg door de heuvels. In het begin is die smal en vol met gaten. Later wordt het beter. Er ligt van alles op de weg: honden, geiten, koeien. Af en toe passeren we een dorpje. Veel gekleurde huizen, geen werkende mensen.
We leveren de auto in en houden siësta.
Tijdens de zonsondergang zitten we weer aan zee. Ook vandaag hangt er boven de einder een wolkenband, waardoor we de zon niet in het water zien zakken.
Donderdag 10 januariNaar Cunupia - Trinidad
Het is een korte vlucht terug naar Trinidad. Slechts twintig minuten doen we er over. We halen de gereserveerde auto op en rijden naar het appartement. Het is erg druk op de weg en volgens ons is lang niet iedereen voor het rijexamen geslaagd.
We krijgen een mailtje over onze, net voor de vakantie, uitgebrande auto. In een bijgesloten pdf zit een document wat we moeten ondertekenen. Na wat gehaspel maken we een jpg van de pagina op de telefoon; die sturen we met bluetooth naar het tablet. Hier kunnen het document bewerken en met de pen-functie ondertekenen. Weer terug met bluetooth en verzenden. Het heeft even wat in, maar het werkt wel.
We rijden naar het Caroni Bird Sanctuary. We willen hier morgen naar toe, maar vinden op internet alleen tours inclusief vervoer vanaf je accommodatie. Maar we hebben zelf een auto. We kunnen ons morgen gewoon melden. Er is altijd plek genoeg. In deze tijd van het jaar tenminste. Het scheelt wel USD 40 p.p. en zo hebben we de auto er al uit. Zeker ook met de USD40 voor de transfers van en naar het vliegveld die we anders hadden moeten betalen.
We lopen de plaats in. Er zijn geen andere blanken, geen toeristen. We gaan zitten bij een cafeetje waar buiten aan een tafeltje zes mannen zitten. Onder de tafel staan drie kratten met lege flessen. Ze stappen net zo makkelijk de auto in. Er is nog één ander tafeltje en daar gaan wij zitten. We blijken bij een gokcafé te zitten. Aan de ene kant zit de bar, aan de andere kant een klein loketje waar volop gegokt wordt. Auto’s rijden af en aan, worden dubbel geparkeerd, men doet een gokje en vertrekt weer. Sommige chauffeurs nemen nog een flesje bier mee voor tijdens de terugweg. Een stadsbusje stopt en de bestuurder vertrekt ook met een fles bier achter het stuur. Iedereen zegt ons uiterst vriendelijk gedag. We zitten alles vol verbazing aan te kijken. En dan worden er door de man van het naburig tafeltje twee flesje bier voor ons neergezet. Met de vriendelijke groeten. Het is een rastaman met twee meter lang gevlochten haar. Als hij staat, sliert het over de grond. Bizar. We aanvaarden het bier met een toost en laten het ons goed smaken. Het bier kost hier trouwens maar de helft van op Tobago, n.l. TTD 8, € 1 per fles.
We eten in het er naast gelegen Chinees restaurant. Ook hier zijn eigenlijk alleen maar afhaaltentjes en we zijn dan ook de enige binnen. Binnen een mum van tijd staat het eten op tafel. Het kost geen drol en het smaakt heerlijk.
Vrijdag 11 januariCunupia - Trinidad
We hebben gezocht naar bezienswaardigheden en komen uit bij de Piparo moddervulkaan. Hij heeft goede recensies op internet, maar het is helemaal niks. Een hoop opgedroogde modder van anderhalve meter hoog en wat vlaggen eromheen. Dat is het.
Een man in een auto maant ons tot stoppen en begint een praatje. Midden op de weg. Hij had ons zien rijden en vroeg zich af wat wij daar deden. Dat vragen wij ons ook af.
We besluiten om via de kustweg terug te rijden. Ook dat is niks. Geen zee te zien, alleen grote raffinaderijen en fabrieken.
Het is goed opletten met het rijden. In de weg kan zomaar ineens een groot gat zitten. Iedereen wurmt zich overal langs. Men parkeert de auto gewoon midden op straat om even een boodschap te doen. Verkeer uit zijstraten neemt voorrang. Men steekt een arm uit het raam en rijdt vervolgens door. We hebben geen ongelukken gezien.
Om 15:00 uur gaan we naar het Caroni Bird Sanctuary, want we willen de rode ibis zien. We zijn benieuwd. Er zijn twee kleine groepen die afgehuurde boten hebben. Allemaal met enorme camera's. Een Japanner spant de kroon met een camera van ongeveer een meter lang en lensdoorsnee van dertig centimeter. Het kleine manneke kan hem amper tillen. De rest, een man of vijftien, zit met z’n allen in een andere boot. Het is dus niet erg druk. Wij waren het eerst aanwezig en vinden daarom dat wij voorin mogen zitten. Op de Chinese manier krijgen we dat voor elkaar. We varen rustig door het swamp, het grootste mangrove wetland in Trinidad. We zien blauwe reigers, spinkrabben, een slang, een klein bolletje in een boom dat een luiaardje blijkt te zijn en zowaar een paar rode ibissen. We komen op wijder water en zien verschillende groepen flamingo's, die mooi in de zon staan. Er komen er regelmatig wat over vliegen. Altijd mooi.
Verderop is een eiland waar iedere dag (van december tot maart) om 17:30 uur de rode ibissen verzamelen om de nacht door te brengen. Je kunt er de klok op gelijk zetten. Van alle kanten komen ze aan vliegen. Duizenden en nog eens duizenden. In de zon kleuren ze prachtig rood en steken mooi af tegen de blauwe lucht en de groene bomen. De groene bomen zijn helemaal rood door al die ibissen die er in zitten. Roze flamingo’s en witte reigers staan op de voorgrond. Geweldig gezicht.
We drinken weer een biertje op hetzelfde terrasje als gisteren. Bij de bar krijgen we twee Caribs voor we wat kunnen zeggen. We zijn nu al bekend. We gaan buiten bij andere mensen zitten. Er zijn er maar twee tafeltjes en die zijn allebei bezet. We hebben nog een flinke bodem in de flesjes zitten als die mensen flesjes Presidente voor ons neer zetten. Die moeten we proberen, want die zijn goedkoper dan de Carib. En hetzelfde herhaalt zich. Het moet niet gekker worden. Wij willen een drankje teruggeven, maar dat is nog lastig. Zij drinken veel en veel sneller dan wij. Lia gaat toch wat voor hen halen als onze flesjes nog bijna vol zijn. De barkeeper grijpt al naar de Carib en vraagt of we de Presidente lekkerder vinden. Hij moet lachen als hij hoort dat ze niet voor ons zijn. We zwaaien naar de rastaman van gisteren. Om 21:00 uur gaat het café dicht.
We eten weer bij dezelfde Chinees. Ook deze herkent ons. Het wordt tijd om hier weg te gaan.