Woensdag 19 oktoberPuerto Madryn - Punta Tombo

Vandaag een excursie naar Punta Tombo, een pinguïnkolonie, 100 kilometer ten zuiden van Trelew. We gaan met z'n twaalven in een klein busje over grotendeels gravelwegen. Het weer is totaal anders dan gisteren. Helemaal bewolkt en een warme wind. We hebben geen jas nodig. Vreemd. Het lijkt ook of het steeds warmer wordt naarmate de dag vordert.
MagelhaenpinguïnsDuizenden Magelhaenpinguïns zijn hier vanaf september aan het broeden. Vorig jaar en ook dit jaar zijn er te weinig vrouwtjes. Men weet niet hoe dat komt. Allemaal hebben ze een holletje of nestje. Het mannetje en het vrouwtje broeden om beurten. Ze hebben allemaal twee eieren. Omdat er zoveel pinguïns zijn, hebben sommige hun nest een heel eind het land in. In deze tijd gebeurt er niet zo heel veel. In november komen de eieren uit. Sommige zijn uitgebreid aan het poedelen in de branding. Ze hobbelen rustig over de paden en we komen zo dichtbij dat we ze kunnen aanraken. Ze trekken zich niets van ons aan. Het blijven vreemde, grappige dieren om te zien. De magelhaen is echter niet de mooiste soort.
MagelhaenpinguïnDaarna gaan we naar Gaiman, een stadje dat in de negentiende eeuw is gesticht door een groep Welshmen. Die hebben de 'high tea' in ere gehouden en wij gaan dat ook doen. Flinterdunne sandwiches, scones, jammen (marmelade en pruimen), brownies, appelpie en nog zeven andere cakes en pies. En natuurlijk onbeperkt thee. Martijn drinkt zelfs twee kopjes! En dat alles voor 20 pesos. We eten ons er helemaal klem aan.
Vervolgens gaan we naar Trelew voor het Palemologisch museum. Hier staan/hangen allerlei skeletten van dinosaurussen die men hier in de buurt heeft gevonden. We drinken een biertje in de wat aparte bar van het Touring Club Hotel. Laten ze nou net live AC Milan-PSV uitzenden. We zien de eerste twintig minuten van de tweede helft. Ons wordt gevraagd of we een andere voetbalwedstrijd willen zien, maar als we uitleggen dat we uit Nederland komen, begrijpen ze dat we PSV willen zien. Het is een groot café, dat bij een hotel hoort. Wel gezellig. Erg oude en nieuwe spullen naast elkaar.
We eten 's avonds paella bij Cantina El Nautica. Erg lekker.

Donderdag 20 oktoberNaar Mendoza

De transfer naar het vliegveld staat voor vanmiddag gepland, terwijl we een ochtendvlucht hebben. Het wordt allemaal geregeld. We vliegen via Buenos Aires naar Mendoza en krijgen gelijk alle instapkaarten. De reis verloopt volgens plan. In de buurt van Mendoza zien we de besneeuwde Andes prachtig liggen.
Het is hier bloedje heet: 35º. Een droge warmte, wel even wennen. Het is een lage stad; men heeft rekening gehouden met aardbevingen. Er zijn veel pleinen en bomen langs de straten waardoor het minder warm lijkt. De kamer in hotel Crillon voelt redelijk koel. We hebben een fan en airco. We wandelen wat door het centrum en overal zien we terrassen. Dat wordt straks een moeilijke keuze. 's Middags houdt men siësta en is de stad zowat uitgestorven. We halen de auto op de we gereserveerd hebben.
Later dwalen we door het centrum als de winkels open zijn . Het is erg vreemd om overal skiartikelen en verhuur van sneeuwkettingen te zien als het 30 graden is. Maar we zitten natuurlijk vlakbij de Andes waar altijd sneeuw ligt. De bomen staan in diepe goten, lager dan de straat, zodat ze makkelijk bevloeid kunnen worden.

Vrijdag 21 oktoberMendoza

Andes bij Mendoza´s Nachts is het aardig afgekoeld, maar het wordt snel weer warm. Dan is de airco in de auto wel lekker. Na het ontbijt rijden we naar de bergen. Eerst naar de Villavicencio waar het bronwater vandaan komt. Een weg met honderden bochten. Na een poosje hebben we mooi uitzicht over grote weiden vol met gele bloemen met daarachter besneeuwde bergen en daar weer achter blauwe lucht. Zonder een enkel wolkje. We gaan steeds hoger en hoger en genieten van het uitzicht op o.a. de weg die we zojuist gereden hebben. Langs de kant van de weg ligt een beetje sneeuw op de plaatsen waar weinig zon komt. Tot aan de top komen we twee auto´s tegen. En een guanaco. Het beest staat pal aan de weg en blijft lang staan. GuanacoPas als de auto op vijftig meter afstand is, verdwijnt hij of zij. De weg wordt slechter en we komen op een stuk onverharde weg. Op ruim 2900 meter is de top, Cruz de Paramillo. Als we daar aankomen, slaken we allebei een ´wauw´ bij het zien van Zuid-Amerika´s hoogste bergen: de Aconcagua (6959 meter), de Topungato (6800 meter) en de Mercedario (6770 meter). Prachtig. Dan gaan we aan de andere kant naar beneden en de weg wordt veel beter en ook veel drukker. Via Patrerillos en Cachenta rijden we terug. Daar liggen enorme wijngaarden met druivenstokken die nu nog erg klein zijn. Zij brengen de beroemde Mendozawijn voort. Omdat er op dit moment op de bodega´s niets te beleven is, laten we deze links liggen. Prachtig gezicht die groene struiken tegen de besneeuwde Andes.

Zaterdag 22 oktoberNaar San Augustin

Vandaag rijden we naar het noordoosten naar San Augustin de Valle Fertil in de provincie San Juan. Het is bewolkt, maar al snel komt de zon weer door. De airco is toch wel lekker.
De bergen in de Andes laten zich zo langzamerhand ook weer zien. Het landschap is vrij kaal. Soms wijngaarden, soms vruchtenbomen. Vaak alleen maar lage struikjes en zand. Het is zo wit dat het wel zout lijkt, maar het is stof. Dorre, droge vlakten.
We zien kraampjes langs de kant van de weg waar wijn verkocht wordt: vijf liter voor vier pesos (€ 1,10). Doordat we aan de linkerkant van de weg tanken, missen we aan de rechterkant een bord met onze afslag. De benzine kost € 0,50 per liter. Wij denken dat de weg nog wat verder is en slaan even verderop een harde zandweg is. Volgens de kaart zou het een slechte weg zijn. Een paar kilometer verderop wordt het wel heel rul, smal en erg wit. We draaien weer om en vinden alsnog de goede weg. Langzaam verandert het landschap. De enorme wijngaarden verdwijnen, het wordt licht heuvelachtig met veel gele bloemen en struiken langs de kant van de weg. De weg staat niet overal aangegeven en wij zijn blij met de GPS. Het is een vrij saaie weg. Soms een dorpje. Hoewel, dorpje, een paar vervallen huisjes. Veel is het allemaal niet. San Augustin is een wat 'groter' plaatsje met een echte plaza. We logeren in hostería Valle Fertil, dat aan de rand van het dorp ligt, wat hoger, en dat uitkijkt over een stuwmeer. Het ligt mooi. Het weer is vandaag zonnig met sluierbewolking. Niet echt warm. We hebben vandaag vierhonderd kilometer gereden en we zitten nu op 875 meter hoogte.
Na de siësta wandelen we het dorp door. Alles is dicht van 13:00 uur tot 18:00 uur. Het informatiecentrum is echter wel open. We willen wat meer weten over de twee nationale parken hier in de buurt. De mevrouw spreekt alleen maar Spaans, maar wij begrijpen het wel. Aan het eind van het gesprek noteert ze wat gegevens van ons. Grappig.
In een pand waarin een winkel zit, een café, je kunt telefoneren en internetten gaan we internetten. In Mendoza kregen we geen verbinding met ons e-mailadres. Hier lukt dat wel, hoewel het erg, erg langzaam is. De vroege bus van El Chalten naar El Calafate is geregeld en we mailen alle gegevens over Puerto Madryn naar Wilma en Jan.
Later drinken we een biertje (1 liter voor 2,75 pesos = € 0,80). Eerst buiten, later binnen, want het wordt hier toch fris ´s avonds.

Zondag 23 oktoberSan Augustin - Valle de la Luna N.P.

We vertrekken vroeg naar het N.P. Ischigualasto oftewel Valle de La Luna, de Maanvallei. Het ligt vijfenzeventig kilometer ten noorden van San Augustin. Je hebt een auto nodig, want openbaar vervoer is hier niet. Het is bewolkt, maar tijdens het rijden wordt het al snel weer blauw. We zijn zo vroeg vanwege het beste licht 's morgens en de warmte die tegen 11:00 uur te erg wordt. 's Middags gaat het altijd waaien. Het landschap is weer wat groener, planten met witte bloemen en veel gele struiken, die erg mooi kleuren tegen de donkere bergen.
'Optocht van de ballen' in Valle de la LunaDe toegang kost 25 pesos p.p. en hoewel de mevrouw van het infocentrum gisteren zei, dat we op eigen houtje rond zouden mogen rijden, blijkt nu dat we toch een gids moeten nemen. Er zijn nog vier auto's met allemaal mensen uit ons hotel. En er zijn geen gidsen, want het is vandaag verkiezingsdag. We moeten wachten terwijl er iemand wordt opgetrommeld die wel dienst kan doen als gids. Wij zijn de enige Engelstaligen. Dat valt trouwens erg op in Argentinië. Er zijn niet veel toeristen en degene die er zijn, zijn meestal Argentijnen zelf. Weinig Europeanen. Zelfs geen Nederlanders!
Na een uurtje kunnen we vertrekken en iedereen rijdt in zijn eigen auto achter de gids aan. Het is een park waar we miljoenen jaren teruggaan in de tijd. Hier zijn fossielen gevonden van meer dan dertigmiljoen jaar oud. De oudste skeletten van dinosaurussen zijn in dit park opgegraven. In deze hele droge woestijn zien we bizarre rotsvormen, zandblokken. Af en toe groeit er een struik of een cactus, die metershoog is. Er heeft hier nooit iemand gewoond. We maken een vijfenveertig kilometer lange tocht. Er werd gewaarschuwd voor extreme hitte, maar het is eerder fris door de wind die er staat. Door de speciale vormen hebben de rotsblokken namen gekregen: de sfinx, de optocht van de ballen, de onderzeeër. Vooral de ballen zijn heel apart. Ze zijn niet van steen maar van organisch materiaal en ze hebben iets magnetisch in zich waardoor ze rond zijn geworden. 'Schoorsteen' in TalampayaDoor het blazen van de wind komen er nog steeds, heel, heel erg langzaam, ballen boven uit het zand. Een vos die duidelijk gewend is aan mensen, zit pal naast de auto's.
Zodra we een paar kilometer terug rijden, wordt het weer bewolkt. We gaan weer naar 'de winkel'. Hier hangt nu (zondagmiddag) aan een paar tafels de plaatselijke jeugd. Telkens haalt iemand een of twee grote flessen bier die gedeeld worden. De iets jongeren zitten massaal achter de internetpc's. Een van de jongens blijkt jarig en een paar meisjes halen een taart. Of wij ook een stukje willen. In ruil daarvoor geven wij ze een fles bier die dankbaar wordt aanvaard.
Het is bewolkt en het miezert een klein beetje, maar je wordt er niet echt nat van.

Maandag 24 oktoberSan Augustin - Talampaya N.P.

Het weer is gelukkig opgeklaard. Vandaag rijden we naar het N.P. Talampaya, dat net in de provincie La Rioja ligt. Eerst gaan we naar De Verloren Stad (Cuidad Perdida), wat in het zuiden van het park ligt. De laatste gasten zijn drie dagen geleden geweest, zien we in het inschrijfboek. Met een vierwiel aangedreven auto laten we ons het park in rijden. Na zo'n drie kwartier gaan we wandelen door de 70 meter diepe kloof met verbazende rotsformaties in allerlei kleuren en doorgangen. Erg mooi. Het kost 100 pesos per auto. We wandelen 1,5 uur en zien veel mooie kleuren, vooral rode rotsen. In veel rotsen kun je iets voorstellen: de lamp van Aladin, een poot, een konijntje, een eend.
Daarna gaan we door naar de eigenlijke ingang. Hier kunnen we kiezen uit twee routes, een korte en een lange. Omdat we tijd genoeg hebben, kiezen we de lange van 3,5 uur (35 pesos p.p.) De lange is hetzelfde als de korte maar daar zit ook de Canyon Las Cajones in. De korte gaat alleen naar de Canyon De Talampaya. We rijden in een soort vrachtwagentje waar bovenop zes mensen kunnen zitten. Binnen kunnen er ook nog een paar. Het eerste stuk delen we de auto met wat Brazilianen. Het laatste stuk zijn we nog maar alleen. De gids spreekt geen Engels, de chauffeur wel. Onderweg zien we verschillende guanaco's, papegaaitjes en rhea's.
We rijden door de droge rivierbedding. Het is hier verrassend groen. Vele rotsformaties hebben ook hier een naam zoals de kathedraal, de schoorsteen. Veel wanden gaan steil omhoog, sommige honderdtachtig meter hoog. Ook hier veel rood. We zien ook petroglieven die tussen de 1600 en 1500 jaar oud zijn.
De tweede kloof is veel smaller en nog groener. We zien water stromen, waarin duizenden dikkopjes zwemmen. Het is erg warm vandaag.
Tijdens het eten kijken we, zoals elke avond, nog steeds verbaasd naar de Argentijnen die een hele lading zout over de salade strooien en water en ijs bij de rode wijn gieten.