Dinsdag 29 novemberNaar Puerto Natales (Chili)
Met de bus gaan we naar Puerto Natales in Chili. De bus vertrekt om 8:30 uur en zit vol. Het grootste deel van de weg is geasfalteerd. Het landschap is kaal, wat heuvels, wat polletjes. Dat is het. Verschillende nandu's en guanaco's zien we wel. Soms wat regen, soms wat zon. Wel een mooie rit.
De grens duurt zo'n anderhalf uur voor beide kanten. De grote bagage wordt helemaal niet gecontroleerd.
Om 14:00 uur zijn we in Puerto Natales waar we in hotel Glaciares, net buiten het centrum en vlak bij de haven zitten. We wandelen wat door het dorp, maar het is siësta en weinig te beleven dus. We maken wat foto's van de vele zwartnekganzen in het water en houden ook siësta.
's Avonds eerst op zoek naar een kroegje. Is er niet echt. Bij een restaurant staat ook een bordje bar en ze hebben schop (tapbier) en men vindt het prima. De anderen zitten wel allemaal te eten, maar zolang het niet vol zit, zijn ze waarschijnlijk blij met elke gevulde tafel. Dat trekt tenslotte andere toeristen.
We gaan even bij het reisbureau langs, want we weten nog niet hoe laat we morgen weggaan. Eten doen we bij Don Carlito, een soort snackbar lijkt het, maar er staat dat ze ook vis hebben. En dat is er. Wat een hoeveelheid krijgen we. Martijn een groot stuk zalm overgoten met schelpdieren en Lia een grote bak met alleen maar schelpdieren. En het smaakt heerlijk. We drinken er rode wijn. We kunnen kiezen uit kleine en grote glazen. We nemen de grote: een limonadeglas helemaal vol en dat kost maar 800 pesos (€ 1,25). Totaal zijn we 13.000 pesos kwijt. Erg goedkoop voor Chili. Meestal zitten we rond de 20.000 pesos.
Woensdag 30 novemberNaar Torres del Paine
Goed half acht worden we opgehaald voor de transfer naar het N.P. Torres del Paine, zo'n tweehonderdveertig kilometer. Wij denken dan dat we er om een uur of elf wel zullen zijn, maar er zijn weer verrassingen. Het is zowat een privé-tour met een klein busje samen met een stel Fransen. Eerst gaan we naar de grot van Milodon, een tweehonderd meter diepe grot, die beroemd is vanwege de vondst van huid en botten van een milodon, een gigantisch prehistorisch zoogdier, dat acht à tienduizend jaar geleden is uitgestorven. Er is niet veel te zien, alleen een replica van de milodon die nu in het Brits Museum staat.
Vervolgens stoppen we in Cerro Castillo, het dorpje op de grens met Argentinië. Er is niet veel te doen we gaan koffie drinken. Dan sightseeing over de mooiste wegen van het park. We stoppen op verschillende uitzichtpunten. Het is zonnig, geen helderblauwe lucht, maar alle toppen zijn helder te zien. Wij zijn er allang blij mee. Onderweg voor het park zien we hele kuddes koeien en schapen. Bij de ingang van het park zit een vos heel dichtbij en we zien een stuk of twintig nandu's en honderden guanaco's in allerlei houdingen en met kleintjes. Sommige zitten vlak langs de weg en lopen amper weg. De entree van het park is inclusief, terwijl dat volgens onze informatie niet zo zou zijn. We maken een kleine wandeling naar een waterval en zien ons hotel in het meer in de verte al liggen. Het ligt er prachtig tegen de donkere bergen.
Hotel Pehoé ligt op een eiland met een brug, waar de auto's niet over heen kunnen en de bagage gaat op kruiwagens. De rit eindigt met een lunch. Ook dat wisten we niet. We waren al van plan geweest om te gaan eten, we zaten aan tafel, maar kregen geen kaart. En opeens komt er allerlei eten: soep, iets wat het meeste lijkt op hutspot met klapstuk en ijs toe. Flesje water erbij. Alles inclusief. We vinden het wel grappig.
We maken een korte wandeling naar een uitzichtpunt, waarvoor we tweehonderdzeventig meter moeten klimmen. Het is erg de moeite waard, want boven op de top hebben we prachtig uitzicht over het meer met daarin het eiland met ons hotel en de besneeuwde bergen op de achtergrond. Zelfs de lucht is nu grotendeels blauw. We blijven maar kort op de top, want we worden er zowat afgeblazen. We hebben moeite om overeind te blijven. We gaan iets lager wat foto's maken in de luwte van de berg, zodat we tenminste onbewogen foto's krijgen.
In de lounge van het restaurant drinken we een biertje. Net als beneden hebben we hier schitterend uitzicht over het meer en de bergen. Daar krijg je niet snel genoeg van. Buiten is een schilder bezig. Hij bouwt op een hele gammele steiger, die steunt op een paar plankjes in het water. Een ladder die er schuin tegen aan gebonden staan, moet de boel in evenwicht houden. Die schilder staat goed te wiebelen op dat wankele geval, maar hij heeft er blijkbaar geen moeite mee en zal het wel gewend zijn.
Het is hier zo verlaten, dat je wel in het hotel moet eten. Iets anders is er niet in de buurt. Ze hebben alle tafels genummerd en zo plaats voor je gereserveerd en je moet op zoek naar jouw tafel. Ze hebben zoveel tafels als er kamers zijn en zo voorkom je dat iedereen om 20:00 uur staat te dringen voor een plaatsje aan het raam of dat er twee personen aan een vierpersoonstafeltje gaan zitten. Vele keus is er niet: twee voor-, twee hoofd- en twee nagerechten. We nemen elk een ander hoofdgerecht: steak en vis. Smaakt prima. Wijntje erbij.
Donderdag 1 decemberTorres del Paine
We willen gaan wandelen en daarvoor moeten we eerst met een boot het Pehoé-meer over en dan naar de Grey-gletsjer. De boot vaart 's morgens om 9:30 uur vanaf ... 1 december. Treffen wij dat even.
Na het ontbijt lopen we naar de boot, iets meer dan vijf kilometer. De boot zit vol met backpackers die hier rond gaan trekken. Een half uur varen we met de boot over het meer en dan wandelen we naar het uitzichtpunt over de Grey-gletsjer, twaalf kilometer lopen en ook twaalf kilometer weer terug. Het is bewolkt en er staat op sommige stukken een harde wind. Op de heenweg hebben we die tegen. Het is een goed pad dat lichtelijk op en neer gaat, nooit hoger dan 300 meter. We lopen een stukje door een canyon, soms een bosje, meestal open gebied. Het is niet koud, ook geen koude wind, maar wel een harde. In het Lago Grey liggen verschillende ijsschotsen. Soms zijn er uitzichtpunten. Welke kant je ook op kijkt, overal om ons heen zien we besneeuwde bergen. Het voordeel van de lente is, dat er zoveel bloemen bloeien. Erg mooi.
De gletsjer zien we vanaf een afstandje. Vlakbij is een refugio waar we een cola drinken voordat we aan de terugtocht beginnen. We moeten de tijd in de gaten houden, want de enige boot terug gaat om 18:30 uur. Die halen we makkelijk en ook hier is een refugio. Nu halen we een biertje. Dat hebben we wel verdiend na dertig kilometer lopen. Als we vanaf de boot teruglopen naar het hotel, gebeurt wat we stiekem hadden gehoopt: we krijgen een lift (van een Frans stel). Lekker.
Vrijdag 2 decemberNaar Punta Arenas
We gaan naar Punta Arenas, de meest zuidelijke stad van Chili. We rijden driehonderdvijftig kilometer naar het zuidoosten. We zien weer volop guanaco's, nandu's en ook een paar flamingo's. We komen door de steppe waar slechts af en toe een eenzame estancia te zien is. In Punta Arenas zitten we in hotel Tiera del Fuego, midden in de stad. We eten een broodje, slenteren door de straten, overal hangen en staan verkiezingsborden voor de verkiezingen van volgende week. Daarna houden we siësta.
De meeste bars gaan pas om 19:00 uur open, maar gelukkig vinden we Café Irlandés. We nemen een pincher en bekijken en bespreken de overige gasten. We eten bij Asturias. We tellen eerst ons Chileense geld en bestellen dan. Omdat we nog genoeg pesos hebben, nemen we ook een voorgerecht: zeer rijk gevuld vissoep en Griekse salade met Spaanse ham. Daarna pasta met vis en aal met (heel erg veel) knoflook. Fles wijn erbij. We nemen altijd de goedkoopste, want die vinden we altijd lekker. Dus waarom zouden we een dure nemen. Tot op de laatste 'cent' zijn de pesos op. Men krijgt eigenlijk iets te weinig fooi, maar we hebben niet meer.
Zaterdag 3 decemberNaar Ushuaia (Argentinië)
's Morgens kuieren we door de stad en lopen een enorme supermarkt binnen. Het doet Amerikaans aan met al die grote hoeveelheden. Daarna nemen we een kijkje op het kerkhof. Ook hier allemaal huisjes en praalgraven. Erg goed verzorgd met veel bloemen, vaak van plastic. Het ziet er erg kleurig uit.
We vliegen naar Ushuaia in Argentinië, de zuidelijkste stad op aarde, 3200 kilometer ten zuiden van Buenos Aires. Wij vliegen met Lan. Bij mensen voor ons bij het inchecken was een vlucht naar Ushuaia geannuleerd vanwege een staking. Zal wel met Austral zijn geweest. Die hadden vorige week ook al problemen. Er worden daar mensen ontslagen en men houdt acties. De vlucht gaat volgens plan. Als we Ushuaia in rijden, zien we in de baai de bark Europa al liggen, waar we de komende weken mee naar Antarctica zullen gaan. Die is gelukkig binnen. Net als wij.
We zitten in hosteria Linares, aan de rand van het centrum. Een 2* hotel, maar vergeleken met het 4* hotel van gisteren, kunnen we alleen constateren, dat de kamer een stuk kleiner is, maar nog steeds ruim. Het ziet er allemaal goed verzorgd en erg gezellig uit. Meer een familiehotelletje. Heel vriendelijke mensen.
We wandelen het centrum in. Veel winkeltjes, wel gezellig. Wat cafés. Bij de Ierse Pub drinken we bier. Bij Tia Elvira gaan we eten. Goed half negen zit het al helemaal vol met toeristen. We bestellen o.a. centolla, de enorme koningskrab. Valt, zeker gezien de prijs, tegen. De zalm met roquefortsaus is overheerlijk. Hier staat ineens 'cubierto' op de rekening en ook de fooi van 8% hebben ze er al opgezet. Met de 'cubierto' (€ 2) zijn we het helemaal niet eens. Dat gebeurt nergens in Argentinië. Pure geldklopperij. Wel staat op de kaart dat je evt. de fooi mag wegstrepen, als je het er niet mee eens bent. En dat doen we dus. Zo krijgen ze minder, dan dat ze eigenlijk gekregen zouden hebben. Het is er ook te commercieel. Het eten komt veel te snel. Tijdens het eten begint het sneeuwen. Een paar dames is helemaal in extase en gaat voor de ramen staan kijken. Waarschijnlijk hun eerste keer dat ze sneeuw zien.
Zondag 4 decemberUshuaia - N.P. Tiera del Fuego
Het is zonnig en op de bergen is goed te zien dat het gisteren gesneeuwd heeft. We worden opgehaald voor een tocht door het N.P. Tierra del Fuego. Na een half uur stoppen we bij de trein, een kopie zoals die vroeger door de gevangenen is gebruikt. Die trein word je eigenlijk door de strot geduwd. Hij is niet inbegrepen in de prijs, maar je kunt ook niet anders. Ja, anderhalf uur in de bus gaan zitten. En hij is te duur: 50 pesos (€ 14) p.p. En hij is nep, hij komt niet eens op eigen kracht het heuveltje op. We stoppen bij een waterval waar we even mogen wandelen. Bij het eindstation gaan we weer verder met de bus. Het weer is heel wisselend, dan weer zonnig en warm, dan weer een sneeuw- of hagelbui en koude wind. We stoppen onderweg regelmatig bij o.a. paddestoelen (ook wel indianenbrood genoemd), bij Upland-ganzen, bij bloemen, bij het Roca-meer. Bevers hebben een enorme dam gemaakt waar ze slechts een week over doen. Mooi uitzicht over een stukje van het Beagle-kanaal. Hier staat een bord: einde van de weg van Buenos Aires naar het zuiden. Ook hebben ze hier eenden die niet kunnen vliegen en die peddelen als een soort radarboot door het water. Het ziet er niet uit.
Terug in Ushuaia laten we ons in het centrum afzetten, maar veel winkels zijn gesloten op zondag. Dan maar siësta. Eerst wandelen we nog even de weg op om een beter uitzicht te hebben op de bark. Er zitten veel vogels: kelpmeeuw, zuidpoolstern en de reuzenstormvogels. Op weg naar de pub lopen we door een gigantische hagelbui, die later overgaat in sneeuw. Vinden we niet erg. Stukken beter dan regen. Tegen half elf wordt het donker.