Brazilië - Paraguay - Uruguay - Argentinië - Chili
1 oktober 2005 t/m 5 januari 2006
BRAZILIË is een federale republiek. De totale oppervlakte van het land bedraagt 8.511.965 km² en is daarmee 240 keer zo groot als Nederland. Qua grootte is Brazilië het vijfde land van de wereld en beslaat 47% van het Zuid-Amerikaanse continent. Het land bezit buiten het continentale gebied geen territoria, afgezien van enkele eilandjes in de Atlantische Oceaan en enkele kusteilanden. De langste afstand over de weg bedraagt ongeveer 5600 kilometer, tussen Natal in het noordoosten en Rio Branco in het westen.
PARAGUAY is een republiek met een oppervlakte van 406.752 km². Paraguay is daarmee ongeveer tien maal zo groot als Nederland en een van de kleinste Zuid-Amerikaanse staten. De ontbossing heeft, net als in bijna alle Zuid-Amerikaanse landen, hard toegeslagen. Tussen 1958 en 1985 werd ongeveer 2 miljoen hectares bos en oerwoud gekapt.
De republiek URUGUAY is een van de kleinste staten van Zuid-Amerika. Uruguay heeft een totale landoppervlakte van 176.215 km² en is daarmee toch nog groter als Engeland en Wales samen en ook ca. 4,5 keer zo groot als Nederland. In Uruguay heerst een mild gelijkmatig klimaat waar het zelfs in de winter bijna nooit vriest.
ARGENTINIË is een republiek in het zuiden van Zuid-Amerika. De totale oppervlakte van het land bedraagt 2.766.889 km², en daarmee is Argentinië na Brazilië het grootste land van Zuid-Amerika en grofweg 65 keer zo groot als Nederland. Het land is verder ruim 3500 kilometer lang en maximaal 1400 kilometer breed. Buiten het continentale gebied bezit Argentinië geen territoria, maar doet wel aanspraken gelden op de Falklandeilanden, Zuid-Georgië, de Zuid-Orkneyeilanden, alsmede op een sector van het Antarctisch continent, in totaal ca. 1,23 miljoen km². Bovendien meent het recht te hebben op het voor de oostkust liggende continentaal plat, Mar Argentino.
CHILI is een republiek, ingeklemd tussen het Andesgebergte in het oosten en de Stille Oceaan in het westen. De totale oppervlakte van Chili bedraagt 756.626 km², en het land is daarmee ca. 19 keer zo groot als Nederland. Chili is na Brazilië, Argentinië en Peru het vierde grootste land van Zuid-Amerika. Chili strekt zich hemelsbreed meer dan 4200 km lang uit langs de Grote Oceaan en is minimaal 64 km breed en maximaal 350 km. Twee grote eilanden in de Grote Oceaan behoren tot Chili: de Juan Fernández-eilanden ('Robinson Crusoe-eiland' 185 km²) op 670 km uit de kust, en Paaseiland of Rapa Nui (163 km²) op 3000 km van de Chileense kust. Tot Chili behoren verder nog de Desventurados-eilanden (3,3 km²), Sala y Gomez (0,12 km²), en de Diego Ramírez-eilanden. Vuurland is een eiland aan de zuidkust en behoort tot Chili en Argentinië. Het zuidelijk deel van Chili bestaat uit een archipel met de doorvaart Estrade de Magellanes en in het uiterste zuiden ligt het eilandje Kaap Hoorn. Chili claimt ook nog een gebied van ca. 1.250.000 km² van Antarctica. Sommige gedeeltes worden tevens geclaimd door Argentinië en Groot-Brittannië.
Zaterdag 1 oktoberNaar Rio de Janeiro (Brazilië)
Na een jaar voorbereiding is het eindelijk zover. We vertrekken voor drie maanden naar de zuidelijke helft van Zuid-Amerika en Antarctica. Samen met TerraMundo hebben we een reis uitgestippeld die ons vooraf ideaal lijkt. We zijn benieuwd of dat ook echt zo zal zijn.
We rijden om 4:00 uur naar Karen die ons weg zal brengen en onze auto zal bewaren in onze vakantietijd. Het inchecken gaat erg snel en we gaan op zoek naar Janny, die tien minuten vóór ons naar Milaan vliegt. We vinden elkaar snel en drinken gezellig een bakje koffie.
Het is 2,5 uur vliegen naar Lissabon met TAP, waar we over moeten stappen naar Rio de Janeiro. We hebben hiervoor slechts drie kwartier (we komen een kwartier te laat aan) en we krijgen een Vip-behandeling. Onderaan de vliegtuigtrap staat een man van de transferdienst mensen op te wachten die naar Brazilië gaan. Met een klein busje rijden we naar een apart kantoortje voor de pascontrole en we worden voor de trap van het vliegtuig naar Rio weer afgezet. Een uitstekende service. Op deze manier hebben we er alle vertrouwen in dat onze bagage er straks ook is (en dat is ook zo). Het is hier een uur vroeger dan bij ons.
Naar Rio de Janeiro vliegen we ook met TAP en die heeft gelukkig genoeg beenruimte voor Martijn. In het vliegtuig wordt veel gedronken hoewel het nog overdag is. Onze buurman (Portugees of Braziliaan) bestelt wat en krijgt een glas met een langwerpig zakje, een soort mayonaise/dressingzakje. Er blijkt whisky in te zitten.
De vlucht verloopt voorspoedig en 9,5 uur later landen we in Brazilië. We zetten de klok vier uur terug, zodat het vijf uur vroeger is dan in Nederland. De pascontrole duurt een half uur, de bagage is er dan al en we kunnen meteen geld pinnen. 100 Braziliaanse real = € 35.
We worden opgewacht en naar het hotel gebracht. We nemen niet de snelste route, maar de sightseeing tour, zodat we meteen wat van de stad zien. Het is ongeveer 25º en licht bewolkt. De mevrouw van de reisorganisatie zegt dat we boffen, want de vorige week heeft het de hele week geregend. Het Christusbeeld laat zich meteen zien en ook alle bergen in de omgeving. Het hotel ligt in een straat evenwijdig aan het beroemde Copacabanastrand. Het is hier vroeg donker, al om 18:00 uur, en we gaan wat wandelen. We zijn gewaarschuwd om goed uit te kijken en in het donker niet naar het strand te gaan. Het is overal erg rustig, want het is geen vakantieseizoen, niet voor de Brazilianen en niet voor de buitenlanders. Op de terrassen van de restaurants aan het strand is het vrij leeg. Het is nog wel vroeg, maar later wordt het amper drukker. We eten er vis en frijoada, tegenwoordig het zaterdagse maal en nationale maaltijd. Vroeger aten de slaven dit: alles wat overbleef werd gemengd met bonen en gekookt. Nu zitten er allerlei soorten vlees in, bonen met ui, knoflook en laurier met rijst, spekjes, maniokmeel en een soort spinazie. We lopen terug over de kunstenaars- en souvenirmarkt die 's avonds langs het strand staat opgesteld.
Zondag 2 oktoberNaar Búzios
Na een zeer uitgebreid ontbijt gaan we op het Copacabanastrand wandelen. Het is 22º en bewolkt. 's Zondags is de brede avenue met de copacabanagolfjes, die langs het strand loopt, afgesloten voor auto's en loopt iedereen er te flaneren. Voornamelijk Brazilianen. Als je ziet hoe druk het al om negen uur 's morgens is. Daar kunnen ze in Nederland jaloers op zijn. Er wordt veel gesport: joggen, volleyballen, voetballen. Veel tentjes op het strand verkopen kokosnoten en ander tropisch fruit. Veel verkopers met het gebruikelijke spul. Er zijn verschillende optochten/protestacties van o.a. oude mensen en doven. We wandelen door het rulle zand naar het begin van het strand dicht bij de Suikerberg. Ons hotel staat aan de andere kant niet ver van het Ipanemastrand.Om 12:00 uur worden we opgehaald door een auto met chauffeur en de mevrouw van de reisorganisatie. We rijden naar Búzios, 180 kilometer naar het noordoosten. Dit is een karakteristieke badplaats met veel Portugese invloeden. Af en toe valt er een spatje regen. We zitten in poussada Lestada bij het Praia João Fernandes, een kilometer buiten het centrum. We hebben een kleine bungalow met een terrasje en we kijken uit op de palmbomen op het grasveld ervoor. We hebben een televisie en een kluisje. Leuk. Er staan veel bomen en bloemen. Er is een zwembad, een sauna en gratis internet. We installeren ons en wandelen daarna naar het centrum via het strand. Overal zien we terrasjes en restaurants. Het ziet er gezellig uit. We dwalen rustig door de straatjes. Het is er niet druk. Wat er is, is voornamelijk Braziliaans (of Portugees). We drinken een biertje in een soort pannenkoekenrestaurant waar je alleen buiten kunt zitten. Men spreekt er bijna uitsluitend Portugees. Weinig Engels. Een biertje kost 3 real (€ 1), anderhalve liter water 1,80 real en benzine 2,30 real. Bij de tankstations staan dames waar je gratis minidrankjes kunt krijgen. De koffie is mierzoet.
We eten 's avonds bij een tentje dicht in de buurt van onze poussada. Ze vragen of wij een caiprinha willen drinken en als wij zeggen dat wij dat niet kennen, krijgen we een gratis glaasje. Het is een cocktail met citroentjes, ijs en cachaça (rietsuikerlikeur). Het smaakt erg fris. We eten moqueca (garnalenprutje met rijst). Daarbij hoort vatapá (vispasta), waarbij we olie en een klein bakje peper met een rietje krijgen. Erg heet dus en alleen maar druppelen. Een fles bier (Antarctica pilsen) wordt in een rubberen koeler op tafel gezet.
Daarna wandelen we nog even naar het centrum waar het overal erg rustig is. Op ons terras voor de bungalow drinken we nog een biertje uit de koelkast.
Maandag 3 oktoberBúzios
Het is zonnig. Gelukkig. Veel blauwe lucht met hier en daar een wolkje.
Ze hebben meer dan goede ontbijten in Brazilië met veel vers tropisch fruit. Op het terras buiten waar we ontbijten hebben we mooi uitzicht over het zwembad, de huisjes, het plaatsje en daarachter de zee. Er zijn talloze strandjes hier in de buurt en we gaan vandaag naar Praia João Fernandes. Al die strandjes zijn bereikbaar in een kwartiertje lopen. We willen elke keer naar een ander strandje gaan.
Om 9:00 uur liggen we al aan het strand. Dan is het er nog rustig. Een breed strand omdat het eb is. Gaandeweg worden er steeds meer stoelen en parasols neergezet die gretig aftrek vinden. Er komen ook steeds meer verkopers van bikini's, nootjes, tatoeages, massages, strandlakens, petjes en hoeden, tassen, oorbellen, slippers, brillen. Je kunt het zo gek niet verzinnen of het komt langs. Later komt er ook eten bij: broodjes, garnalen, oesters, maïskolven, karretjes die dingen barbecuen. En er wordt veel verkocht. Men is ook erg vriendelijk en niet opdringerig. Het water komst steeds hoger en het strand dus kleiner. Sommige mensen worden verrast door het water. Gelukkig was de maand september warm en zonnig in Nederland, zodat we al een bruin kleurtje hebben. We besluiten dan ook dat we het wel drie uur kunnen uithouden op het strand zonder te verbranden. Daarna gaan we op een terrasje zitten, pal aan het strand maar een paar meter hoger. Onder een parasol drinken we Antarctica pilsen uit een koeler. We hebben mooi zicht over de parasols en de mensen. Een licht briesje staat er, wat voor lekkere verkoeling zorgt. We houden het hier wel een paar dagen vol! In ieder geval een lekker ontspannen begin van de vakantie, zoals dat ook de bedoeling was.
Daarna houden we siësta en slapen we een uurtje. We wandelen weer naar het centrum en gaan op zoek naar een paar ansichtkaarten. Dat valt niet mee. Hele winkels vol met slippers, bikini's of T-shirts, maar geen kaarten. Eindelijk vinden we er een paar en het volgende 'probleem' is de postzegels. Ze leggen het ons wel uit, maar ons Portugees is niet om over naar huis te schrijven en hun Engels is nog minder. Dan maar een terrasje vóór het avondeten. Dat wordt een overheerlijke paella op de eerste verdieping van een restaurant. Dat is open en we zitten lekker aan de kant met uitzicht op de baai.
Dinsdag 4 oktoberBúzios
Stralend blauw. Wel meer wind.
Vandaag wandelen we het hele schiereiland over. De afstanden zijn maar klein. Van gisteren hebben we een paar kleine aangebakken randjes overgehouden, dus vandaag maar minder zonnen. De weg gaat een beetje op en neer en op de hoogste punten hebben we mooie gezichten op de kustlijn en de strandjes. Ook mooi uitzicht op 'ons' strand van gisteren. Uiteindelijk komen we weer in het centrum terecht en we gaan vragen waar het postkantoor is. We vinden het snel, maar er staat zo'n rij, dat we meteen weer omdraaien. Terug bij het hotel gaan we internetten, zwemmen, zonnen, lezen, biertje drinken.
Tegen vijven is de rij bij het postkantoor aanzienlijk geslonken en we kopen postzegels. We hebben 'The Netherlands' op de kaarten geschreven, maar ze weten niet eens dat dat 'Olanda' is. Zo goed is hun Engels. We krijgen een rekening die wel dertig centimeter lang is. We vragen ons af wat er allemaal op staat.
De wind wordt steeds sterker en voelt daardoor fris aan. We gaan weer bij Chez Mijon (het pannenkoekenrestaurant) wat drinken, omdat we daar uit de wind zitten. Er staat, zoals overal trouwens, meer personeel achter de bar dan dat er klanten zijn. We tellen zo zestien man. Wellicht dat het later op de avond drukker wordt? We kunnen het ons niet voorstellen. We eten bij hetzelfde restaurant als eergisteren. Nu niet aan het raam, omdat het daar teveel waait. Martijn eet weer vlees en Lia neemt pasta met zeevruchten. Heerlijk allebei. We krijgen nu een ander merk bier dat Indiaans klinkt: Itaipava. Smaakt ook goed.
Woensdag 5 oktoberBúzios
Weer rustig aan vandaag. Het waait minder, maar er is ook minder zon. Wel lijkt het warmer.
Na het ontbijt gaan we weer wandelen. Eerst naar het bekendste strand Praia dos Ossos, een klein strandje. Dan lopen we door naar een heel groot strand, Praia da Ferraduro. Het is zowat driekwart rond met een smalle opening naar zee. Het is er heel erg rustig. Hier is wat schaduw en die zoeken we dan ook op. We luieren lekker en binnen de kortste keren zitten we onder het zand. We lezen wat. Terug bij de poussada gaan we zwemmen.
's Avonds eten we bij een lokaal restaurantje mosselen en sardientjes. Hier wordt niet standaard 10% bij de prijs opgeteld, dus dat doen we zelf maar. We zijn samen 35 real kwijt incl. bier (€ 12,50).
Donderdag 6 oktoberNaar Foz do Iguaçu
Om 6:30 uur worden we opgehaald bij de poussada voor de rit naar het vliegveld van Rio de Janeiro. We vliegen via Sao Paulo naar Foz do Iguaçu. Op het vliegveld pinnen we nog wat geld en gaan we uitgebreid ontbijten. Het is bewolkt vandaag, maar wel warm.
De vlucht gaat voorspoedig en het vliegtuig zit niet helemaal vol. We krijgen een pastasalade te eten met warm kaasbrood.
In Foz wandelen we wat rond en we vinden er niets aan. Alle straten rechttoe rechtaan. De stad is indertijd gebouwd voor de arbeiders van de Itaipu-dam.
We eten 's avonds bij Búfalo Branco. Voor 40 real kun je je hier helemaal klem eten aan onbeperkte salades en vlees. Er zijn verschillende obers die constant met grote pennen vlees rondlopen en bij iedere tafel naar believen wat afsnijden. We hebben de stierentestikels gemist, hoewel we alles hebben gegeten en niets hebben afgeslagen. Wij zijn hier wel heel duidelijk toeristen en ze hebben ons dat vast expres onthouden. De salades en desserts staan in het midden opgesteld. Tot nu toe is dit het drukst bezochte restaurant. Er komt een klein, erg dik, Japans, Portugees sprekend, kind binnen. Gevolgd door zijn grotere broer, twee druppels water, en even later zien we dat ze sprekend op hun vader lijken. Alleen is die nog veel dikker. Ze zijn hier duidelijk meer geweest en het personeel weet wat ze lekker vinden en bedient hen in rap tempo. Wat daar naar binnen gaat...
Vrijdag 7 oktoberFoz do Iguaçu
Om 8:00 uur vertrekken we naar de Braziliaanse kant van de watervallen. We krijgen een privé-rondleiding met een eigen busje. Andere mensen gaan in grote bussen die vertrekken als ze vol zijn. Het is bewolkt en bij de watervallen blijkt laaghangende bewolking te zijn. Weinig te zien dus. We besluiten eerst de boottocht te gaan maken. Eerst een stukje met een treintje, daarna een stukje wandelen, dan de boot en terug met de jeep. We zien toekans en andere mooi gekleurde vogels, vlinders, van de grote blauwe, en coatí's, een soort beertje met een lange spitse neus. Het is de eerste wandeling deze morgen en we moeten op het wandelpad veel spinnenwebben wegmaaien. We zitten als enigen in de boot. We hebben thuis van die wegwerpregenjassen gekocht die we aantrekken onder de zwemvesten. En die hebben we nodig! Met de speedboot varen we langs de verschillende watervallen en eindigen bij Garganta del Diablo. Hier varen we tot twee keer toe zo dicht langs de watervallen dat een gewone douche er niets bij is. Het water is woest. Er is ook erg veel water vandaag. Het heeft veel geregend de laatste dagen, hoewel het geen regentijd is. Het is ook niet erg warm: 20º.
Dan gaan we weer terug naar het uitzichtpunt, maar er is nog steeds niet veel te zien. Af en toe duikt een waterval op uit de mist. Het zicht is het ene moment wat beter dan het andere. Nooit echt goed. We trekken de regenjassen weer aan voor de wandeling over de loopplanken. Ook nu soms mooie watervallen. Veel geraas. Op het eind gaan we met de lift naar de Salto Floriano, waar we een mooi overzicht van de watervallen zouden moeten hebben. Ondertussen giet het en onweert het. Weinig zicht. Omdat het weer zo slecht is, besluiten we de Argentijnse kant voor morgen te bewaren. Nu zijn er hele stukken afgesloten.
En ja hoor, als we om 14:00 uur terug zijn in het hotel, gaat de zon schijnen. Als we nu naar de Argentijnse kant waren gegaan, hadden we nog een uurtje zon gehad. Maar we vertrouwen erop, dat hij morgen ook nog schijnt. We gaan lekker zwemmen en zonnen en lezen bij het zwembad van het hotel. De zon maakt het gelijk een stuk warmer. Het is hier veel vochtiger dan aan de kust.
Ze hebben in de stad grappige verkeerslichten. Alleen voor de auto's, niet voor de voetgangers. Links zitten er vijf rode lampen boven elkaar, in het midden twee oranje en rechts vijf groene. Als een licht op groen/rood springt, gaan de bovenste en onderste groene/rode aan. Als er nog vier seconden te gaan zijn voor het oranje wordt, zakt de bovenste groene/rode een plaats naar beneden. Elke seconde verspringt hij zo. Dan weet je wanneer hij van kleur verandert. Als voetganger kun je zo zien hoeveel tijd je hebt om over te steken. We praten over hele rode of een beetje rode stoplichten.
's Avonds eten we bij Hollai, een Japanner. Het is hier vrij druk en wij zijn een van de weinige niet-Japanners. Ze hebben een grote, uitgebreide kaart in het Japans, het Portugees en het Spaans. We bestellen een 'bootje' met sushi's en rauwe vis. Erg lekker en Bangkokse prijzen! (75 real, € 25, voor twee personen inclusief bier.)
Zaterdag 8 oktoberFoz do Iguaçu
Vandaag gaan we naar de Argentijnse kant van de watervallen. Het is bewolkt en 22º. De man van onze gids was gisterenmiddag nog naar de Braziliaanse kant gegaan toen de zon scheen, maar er was ook niets te zien. Doordat het hele oerwoud er omheen stond te dampen, was het alleen maar mist. We hebben dus niets gemist.
De grens over gaat snel, we worden niet afgestempeld. Dat kost waarschijnlijk te veel tijd met al die bussen. We zien kolibries, caracara's, bonte spechten. De 'duivelskeel' is nog steeds afgesloten vanwege het hoge en vele water. Onze gids heeft nog nooit zoveel water gezien en gisteren stond er zelfs een foto op de voorpagina van de plaatselijke krant. Er is heel veel water, dat bruin is gekleurd door de modder.
We lopen door het benedendeel en zien de watervallen van alle kanten. Hier ben je dichterbij het water dan aan de Braziliaanse kant. Op sommige plaatsen spat het zo erg op, dat we onze regenjassen maar weer aantrekken. Die hadden we eigenlijk meegenomen voor het opspattende water, maar tegen de regen helpt hij ook. Als het even later begint te regenen, zeker geen overbodige luxe. Maar bij de regen blijft het niet. Het wordt een complete tropische bui met onweer met harde knallen. Tijdens de hardste regen staan we met z'n drieën onder een paraplu. Er zijn geen plaatsen om te schuilen. De handel in plastic jassen doet goede zaken vandaag. Toch hebben we op de meeste plekken goed uitzicht op de watervallen. Als je een bootje er bij ziet, zie je pas goed hoe groot de vallen zijn.
's Middags blijft het regenen, soms hard, soms zacht. We maken er een rustige middag van en bereiden ons voor op Paraguay.
Tegen 15:30 uur krijgen we van Gerda en Carlo een sms of we de wedstrijd Tsjechië-Nederland willen volgen. Daar zeggen we geen nee op en ze sms-en ons de hoogte- en doelpunten. Zelf kijken we naar België-Spanje. Af en toe komen de andere standen in beeld van de andere Europese landen, maar soms weten we niet eens om welk land het gaat. Ook André sms-t. Nederland is geplaatst voor het WK volgend jaar in Duitsland. Het is heel wat jaren geleden, dat dat in zo'n vroeg stadium is gebeurd.
We gaan vroeg eten en deze keer wordt het pizza. De pizzeria is hier erg populair en er zijn talloze restaurants, inclusief de Pizzahut.
Hoewel dit toch echt een toeristenplaats is, spreekt men amper Engels. Portugees is de eerste taal, Spaans de tweede en verder wat dialecten.
Daarna proberen we een paar uur te slapen en we zijn erg blij dat we de hotelkamer hebben aangehouden.
Zondag 9 oktoberNaar Asunción (Paraguay)
Met een taxi laten we ons naar het internationale busstation brengen voor de rit naar Asunción, de hoofdstad van Paraguay. We hadden voor de luxe nachtbus gekozen, maar zo luxe hadden we hem toch niet verwacht. In plaats van de gewone zestig stoelen, staan er maar de helft. De stoelen kunnen bijna horizontaal achterover en samen met het voetenbankje heeft iedereen een bed. De chauffeur controleert de stempels in de paspoorten om problemen bij de grens te voorkomen.
We zitten er maar met z'n drieën in. De grens aan de Braziliaanse kant gaat erg snel. Ze kijken alleen maar of het stempel in het paspoort overeenkomt met het briefje. Omdat het 00:30 uur is, wordt er afgestempeld op 9 oktober. Even verderop is de Paraguaanse grens. Hier wordt erg druk overlegd, er komen steeds meer mensen bij en wij begrijpen niet wat er aan de hand is. Uiteindelijk wordt er aan de datumstempel gedraaid en wordt er gestempeld. Later realiseren we ons dat het op dat moment hier een uur vroeger is en dus op het moment van stempelen pas 8 oktober 23:30 uur.
Er volgen wat stops onderweg en er stapt een man of tien in. De winkels aan de Braziliaanse kant zijn allemaal dicht, er staan we twee kille geldautomaten.
Om 4:30 uur zijn we in Asunción, waar we naar hotel Parana worden gebracht. We kunnen meteen onze kamer in en gaan nog een paar uur slapen.
We pinnen geld: 700.000 guarani voor een kleine € 100. De meeste winkels en eettentjes zijn dicht. Het is zondag. Wel komen er steeds meer kraampjes met vooral voetbalartikelen en tijdschriften. Een heeft er zelfs een tapijtje met een voetbalveld, dat even later wordt verkocht. Indianen proberen sieraden aan de man te brengen. We vinden ergens een grote open supermarkt en kopen water en lemon. We krijgen muntjes terug van 50 en 100 guarani, respectievelijk € 0,0065 en € 0,013 waard. En daar kun je ook nog wat mee doen! In een van de parken gaan we op een bankje zitten om te drinken en om ons heen te kijken. Het is zonnig en we gaan in de schaduw zitten. In de hele stad is geen (westerse) toerist te zien. Niet alleen de winkels zijn dicht, ook de terrasjes en de restaurants. 's Avonds hebben we moeite om een open restaurant te vinden. We lopen in de oriëntaalse wijk, maar ook hier is het meeste dicht. Uiteindelijk belanden we bij een Japanner of een Koreaan. We weten het gewoon niet. We bestellen een dagmenu en een skiyaki, zonder te weten wat we nu eigenlijk bestellen. We zien wel. We krijgen een heleboel schaaltjes op tafel met veel groente en (rauwe) vis. Ook een brander met een soort soep waarin een ei wordt gebroken. Omdat alles in het midden wordt gezet, zoals gebruikelijk is in Azië, hebben we geen idee wat nou wat is. Maar alles is lekker en we eten het schoon op. Op de tafel achter ons laat de plaatselijke bevolking zowat alles staan. Kosten 66.000 guarani (€ 9) samen. Inclusief bier. Maar dat kost hier ook niets.
Daarna lopen we langs de Brittania pub, die nu open is ('s middags was hij dicht). Het is er heel groot, maar verdeeld in allerlei verschillende ruimtes, waardoor het heel klein lijkt. Bij het bier krijgen we een bonnetje, een soort loterijbriefje met een nummer. We hebben geen idee wat we er mee moeten doen. Ze draaien goede muziek. Sommige mensen zitten er alleen maar, zonder wat te drinken. Hun telefoons liggen uitgebreid op tafel. Die lijken belangrijker dan een drankje. Gezellig.
Is er de hele dag niets te doen in de stad, 's nachts worden ze wakker en gaat men uitgebreid en hard karaoke zingen. Dat gaat tot diep in de nacht door.
Een uur internetten kost 5000 guarani, € 0,65.
Maandag 10 oktoberAsunción
Vandaag is de stad veel levendiger. Veel auto's en volk op straat. We slenteren langs winkeltjes en stalletjes en kopen een paar kaarten en zoeken het postkantoor. We gaan op zoek naar T-shirts maar dat is moeilijk. Wel overal voetbalshirts, maar geen 'toeristenshirts'. Nou zijn wij zo te zien ook de enige toeristen, dus veel vraag zal er niet zijn. Uiteindelijk lopen we op de 'indianenmarkt' er tegenaan, waar ze er wel tien op voorraad hebben. Ze zijn vrij dun, maar kosten dan ook niets: € 3 per stuk.
Met een fles cola gaan we in het park zitten. Alle bankjes zijn bezet en overal zitten en lopen mensen met kleine bekers en grote kannen. Iedereen zit aan de 'mate', een kruidendrank. Er zijn stalletjes waar je de kruiden uit kunt zoeken en die worden dan gestampt en gaan de beker in. Afhankelijk van het weer wordt er koud of warm water bij geschonken. Met een bombilla, een metalen rietje met onderaan een kleine zeef wordt dat opgeslurpt. Het is een sociale bezigheid en iedereen deelt een beker met anderen. Soms komt er een bekende langs en die mag dan ook even slurpen. Sommige jongens geven hun rugzak in onderpand om bij een kraampje een beker en kan te lenen. Wij kopen een houten beker met een rietje voor € 2. In het park zijn veel schoenenpoetsers en drankjesverkopers. Sigaretten gaan per stuk. Hele waslijnen met voetbalshirtjes.
We gaan nog maar internetten en kijken op onze rekening naar de koers van de guarani. Die hadden we gelukkig goed geschat. Het is toch wel verschrikkelijk handig dat je aan de andere kant van de wereld je bankzaken kunt regelen. Wat een verschil met een aantal jaren geleden, toen je met reischeques zat te rommelen.
Er wordt zowat geen Engels gesproken. Spaans in de eerste taal en een indianendialect als tweede. En daarna houdt het op.
Het is veel meer bewolkt dan gisteren, maar nog wel warm.
Tegen half zes gaan we op zoek naar een bar of terras. Maar dat valt erg tegen. Er zijn hier maar weinig van die zaken of ze zijn dicht. Maar we geven niet op en vinden toch een terrasje, ook weer met koelers voor het bier. We eten bij La Prefirita, wat helemaal leeg is. Zoals alle restaurants trouwens en we vragen ons af hoe men hier van kan leven. Het restaurant ziet er uit alsof men in de jaren vijftig is blijven hangen. Dat soort inrichting. Wel ziet het er allemaal piekfijn uit en is het uitstekend verzorgd. We eten steak en cordonbleu.
Dinsdag 11 oktoberNaar Montevideo (Uruguay)
Om 4:15 uur worden we opgehaald en naar het vliegveld gebracht voor de vlucht naar Montevideo in Uruguay. We maken een tussenstop in Buenos Aires. Alles gaat vlotjes. Er hangt aangeplakt dat we US$ 25 of 153.500 guaranies tax p.p. moeten betalen. Maar dat wordt verhoogd naar 154.000 waar we bij staan. We vragen ons af of die mevrouw 1000 guaranies in haar eigen zak steekt. We hadden het vooraf zo'n beetje uitgerekend. Overal hoorde je $ 25, maar nooit het bedrag in guaranies. We hadden goed gerekend en houden slechts 3000 guaranies over (€ 0,40). Die zijn voor het plakboek. Op het vliegveld zijn al veel winkeltjes open. Van degene die dicht zijn, staan de spullen buiten, slechts afgedekt met wat kleden. Dan kan hier blijkbaar nog.
We zetten de klok twee uur vooruit, zodat er vier uur verschil is met Nederland.
We zitten in een chique 4* hotel aan het Plaza Cagancha, hotel Balmoral. We wandelen het centrum in. Het is lente. Normaal gesproken een graad of vijftien en veel kans op regen en wind. Maar het is niet normaal: een strak blauwe lucht en 25º. Je hoort ons niet klagen
Het is er gezellig druk. Het ziet er veel en veel welvarender uit als Asunción. Na vijf minuten hebben we al meer terrasjes gezien dan daar in twee dagen. Ook wat meer toeristen, maar niet veel. Slechts een paar. We pinnen geld (3000 pesos is € 100). Ook hier weer geen probleem. We slenteren rond en genieten. We zien een markt met veel fruit en kaas en wandelen even langs de zee. Het valt ons op dat de vrouwen geen rokken dragen. Alleen een paar oudere. Allemaal lange broeken. Het kan bijna niet anders dan dat we op een terrasje belanden met een pul bier. Een halve liter tapbier kost 26 pesos (€ 0,85). Het is ook wel lekker dat het hier later donker wordt, namelijk om 20:00 uur. Men gaat hier laat eten. Om 21:00 uur komen de eerste gasten de restaurants pas binnen. Dat is even wennen. Het is drukker dan in de plaatsen waar we tot nu toe geweest zijn.
In Brazilië en Paraguay werd standaard aan de rekening 10% service toegevoegd. Hier doen ze dat niet, maar geven we ze dat ook maar. Ze zetten hier wel 'cubierto' op de rekening: het gebruik van het bestek, broodjes, e.d. Maar zolang dat bedrag niet hoger is dan een of twee kwartjes, vinden wij het wel best.
Woensdag 12 oktoberMontevideo
Het is een nationale feestdag: de ontdekking van Amerika. De meeste winkels zijn gewoon open en de mensen gaan gewoon naar hun werk. We lopen uitgebreid door allerlei straten en pleinen en gaan regelmatig op bankjes zitten om om ons heen te kijken. Het is nog steeds zonnig en lekker warm. Er zijn veel gebouwen met torentjes. Er wordt van alles gerestaureerd. Er staan veel kraampjes met sieraden, frutsels en we zien de tango op straat dansen. In een souvenirwinkeltje kopen we een T-shirt en ansichtkaarten. Postzegels hebben ze niet. Daarvoor verwijzen ze ons naar de drogist. Natuurlijk, dat we daar zelf niet opgekomen zijn. Bij de drogist gluren we naar binnen en zien nergens iets dat op een postkantoor lijkt. Toch stappen we naar binnen. Ja natuurlijk, geen probleem. Ze halen een grote map tevoorschijn met tarieven en postzegels. We komen ook bij de 'havenmarkt', de gerenoveerde oude markt, waar veel parrillades zitten. Allemaal eettentjes met enorme vuren en grote grillplaten vol met vlees. We internetten (gratis) in het hotel. We wandelen nog wat verder naar een stukje strand. Ondanks het (voor ons) mooie weer, ligt er bijna niemand. Om 15:30 uur wordt 'gewoon' de voetbalwedstrijd Nederland-Macedonië live uitgezonden. We snappen het niet helemaal. Er zijn wedstrijden die veel spannender zijn en waar het nog ergens om gaat. Maar nogmaals, wij klagen niet. We hebben bier ingeslagen en kijken op onze hotelkamer naar de wedstrijd. Nieuw Spaans woord: pitbull; dat wordt gebruikt als Davids warm gaat lopen.
's Avonds eten we bij een parrillade en bestellen een traditionele schotel vol met vlees. Uruguanen eten vier maal zoveel vlees als wij. Niet alles is even lekker, maar er is zoveel dat dat niet uit maakt.
Uruguay wint met voetballen van Argentinië wat gepaard gaat met vuurwerk, gejuich en getoeter.
Donderdag 13 oktoberNaar Colonia
Met een taxi gaan we naar het busstation Tres Cruces. Er zijn dertig terminals met allemaal bussen alle richtingen op. Wij gaan naar Colonia. Het is vandaag meer bewolkt, maar niet koud genoeg voor een trui of jas. De bevolking hier denkt er anders over en heeft meestal wel wat aan. Ook de afgelopen dagen toen het warm was. En men drinkt hier dan ook warme 'mate'. Dat drinken ze veel, maar lang niet zo veel als in Asunción.
Colonia ligt honderdtachtig kilometer ten westen van Montevideo. De bus raakt vol als we onderweg regelmatig stoppen. Soms moeten er mensen staan. Buiten is er niet veel te zien. Saai landschap.
Hotel Bahia Playa ligt aan het strand en heeft een mooi zwembad. Het is een half uurtje lopen naar het centrum. Wel een aardig plaatsje. Oude, keien straatjes, verveloze huisjes en wat oude auto's. Veel restaurantjes en souvenirwinkels. Wat verdwaalde toeristen op straat. Onze boot naar Buenos Aires gaat pas morgenavond en dat zouden we eigenlijk wel willen vervroegen, maar er gaat er een om 5:30 uur en wij hebben de volgende. Weinig keus dus. We slaan wat bier en yoghurt in en gaan terug naar het hotel. Vanaf ons balkon kijken we uit op de zee. Het is jammer genoeg bewolkt. Wel nog steeds warm. De jeugd rijdt hier op brommers. Er zijn er veel, maar veel keus is er blijkbaar niet. In het centrum staan langs beide kanten van de weg platanen, die breed uitgroeien, waardoor je overal gefilterd licht hebt.
We eten 's avonds bij El Asador, een tent voor de plaatselijke mensen. Het is een huiskameridee. We gaan aan de wijn en breken meteen het 'laagste prijs in restaurant' record. Dat stond op € 2 voor een fles (in Portugal) en nu betalen we slechts € 1,80 voor een hele liter. En hij is nog te drinken ook.
Vrijdag 14 oktoberNaar Buenos Aires (Argentinië)
In het hotel hebben ze een soort aanbieding: of uitchecken om 10:30 uur, de spullen achterlaten en later oppikken, of de kamer blijven gebruiken tot 18:00 uur en verplicht lunchen in het hotel.
We willen toch eten, want vanavond om etenstijd zitten we op de boot, dus de keus is niet moeilijk.
We wandelen het centrum weer in en zien nog een paar andere oude auto's. Sommige zullen nooit meer rijden. Een aantal ziet er echt goed uit, maar de meeste zijn gammel. Het is een stralende dag, alleen maar blauwe lucht, maar wel een aardig windje. In de wind is het fris, een beetje wind is lekker, zonder wind eigenlijk weer te warm. We dwalen door de straatjes waarvan de stenen in een paar wel heel grof gelegd zijn. Het is alles bij elkaar wel een aardige plaats. Weinig toeristen nog. Men is duidelijk bezig om alles gereed te maken voor de komende zomer. Het is nu lente: de bomen lopen uit, de brem en de blauwe regen staan in bloei, veel pollen in de licht, waardoor we veel meer niezen dan gebruikelijk.
Na de lunch maken we het ons gemakkelijk bij het zwembad en gaan zonnen, zwemmen en lezen. We zijn ruim op tijd in de haven voor de boottocht naar Buenos Aires waar we 40 pesos tax moeten betalen. Waarom verrekenen ze dat nou niet gewoon in de prijs?
In Argentinië is het weer een uur vroeger en hebben we nu vijf uur tijdsverschil met Nederland.
Zowel de grens voor Uruguay als voor Argentinië is aan de Uruguaanse kant. We krijgen een paar onleesbare stempels en dat is het. Geen papiertjes, niks. Lekker makkelijk. We horen voor het eerst in twee weken twee mannen Nederlands praten.
Aan de Argentijnse kant (de boottocht duurt drie uur) pinnen we meteen geld. Voor het wisselkantoor staat een grote rij, zodat onze overgebleven Uruguaanse pesos even moeten wachten. De rest van de reis kunnen we ze echter niet meer inwisselen en dus blijven we er mee zitten. Maar het is slechts € 6, dus dat valt mee.
Zaterdag 15 oktoberBuenos Aires
Zoals altijd hebben we een ontbijtbuffet. En ook nu eten er mensen weer een hoop dingen die ze opgeschept hebben, niet op. Maar deze kwamen dan ook om 8:00 uur 's morgens met een zonnebril op binnen.
Het is wederom blauw en lekker warm. Niet té. We wandelen eerst door de grote winkelstraat, de Florida, maar die ligt nog in de schaduw en dat is wat fris. Daarom gaan we eerst naar de 9 de Julio, de breedste straat ter wereld (140 meter breed). De obelisk is 67 meter hoog en een kopie van die van de Place de la Concorde in Parijs. Aan de straat staat het beroemde Teatro Colón uit 1882 en daar achter ligt Plaza Lavalle. Hier proberen ze onze zakken te rollen, maar daar trappen we niet in. In het park ligt het paleis van Justitie. Daarna wandelen we uitgebreid door de Avenida de Mayo. Veel mooie gebouwen met torentjes en tierlantijntjes. Een mooie straat. We gaan koffie drinken bij Tortoni, een beroemd café uit 1856. Een café vol met oude glorie. Hier kwamen schrijvers en intellectuelen uit de hele wereld. Heel leuk en lekkere koffie. Daarna gaan we naar de Plaza del Congreso, een enorm plein met fontein en pompeuze beelden, waaronder een replica van de Denker van Rodin. In het enorme parlementsgebouw Congreso National (zestig meter hoog) zetelt de senaat en de Tweede Kamer. Het bekendste plein in de stad is het Plaza de Mayo met veel palmbomen, vijvers en lantaarnpalen. En het Casa Rosada uit 1870, nu het officiële presidentsgebouw (van oorsprong het hoofdpostkantoor). Op het presidentieel balkon links heeft Evita Perón staan zwaaien voor honderdduizenden Argentijnen.
's Middags is er sluierbewolking en op het eind van de middag wordt het weer blauw. Dan lopen we helemaal naar de wijk Recoleta. Hier wonen de welgestelden in de meest prestigieuze herenhuizen. Wij komen voor de Cementerio de la Recoleta, een groot en beroemd kerkhof. Hier staan graftombes en kapelletjes die soms de omvang hebben van een huisje. Het is te vergelijken met Père Lachaise in Parijs. Er liggen beroemdheden als Evita Perón en Mitre. Aan het begin is een plattegrond en zoeken we naar Evita. Buiten staan er in het weekend allerlei kraampjes en de mensen liggen in het gras.
's Middags zijn veel winkels dicht. In het centrum blijven ze wel open tot 21:00 uur. Maar ook alle cafeetjes zijn dicht. Dat merken we als we om een uur of vijf wat willen gaan drinken. Uiteindelijk zien we een pub, maar dat is meer een cocktailbar met harde muziek en duur bier. We gaan verder en zien een soort bruin café. Binnen zien we alleen maar dames en allemaal hebben ze een glaasje water voor zich. Het is er doodstil en het ziet er vreemd uit. We staan erg snel weer buiten en gaan aan de overkant bij La Barra zitten. Dat is meer een snackbar, fel verlicht, maar we zitten voor het raam, zodat we aan de overkant alles goed kunnen bekijken. Veel gebeurt er niet. Er komen drie winkelende mannen die naar binnen gaan en ook zij staan meteen weer buiten.
's Avonds eten we bij een Japanner vlak bij het hotel. We wilden eigenlijk eten bij Avilar Bar op de Avenue de Mayo, maar daar is alles gereserveerd.
Zondag 16 oktoberBuenos Aires
We gaan naar San Telmo, een van de oudste wijken van de stad. 's Zondags is er een antiek/rommelmarkt rond de Plaza Dorrego. Erg gezellig. Overal hoor je tangomuziek. Er wordt ook veel op straat gedanst. Leuke buurt. We lopen door naar de havenwijk La Boca, een van de bekendste en oudste volksbuurten van Buenos Aires. We zien het grote voetbalstadion van Boca Juniors, één van de beste clubs van het land en dé club van Diego Maradonna.
Verder is het enige interessante één straatje: El Caminito. Een bekende Argentijnse schilder kreeg rond 1920 het idee om de huizen in de buurt op te knappen en op te vrolijken. Het grauwe straatje veranderde in één van de meest kleurrijke straten van Argentinië. Het is er wel erg commercieel met allemaal kraampjes. Onderweg zien we regelmatig oude, opgedirkte dametjes, de gegoede burgerij.Na de siësta drinken we weer een biertje in La Barra en zien aan de overkant weer mensen uit de bruine kroeg vluchten.
We lunchen in een typisch lokaal tentje en gelukkig kennen we ondertussen genoeg Spaans om ons te redden. Er zijn verder geen toeristen en het is er erg goedkoop: voor een kipschotel met aardappels en heel veel knoflookboter, spaghetti met roquefortsaus en een liter bier betalen we slechts € 5. Het is er erg druk en gezellig.
We eten 's avonds aan de overkant van het hotel bij een parrillade. We bestellen een steak sirloin, lomo en spareribs. De biefstuk is de beste tot nu toe. De ribbetjes snijden ze hier anders dan bij ons, namelijk overdwars, zodat je tegen het merg aankijkt. Een andere gast krijgt me een partij vlees, waarvan Martijn zegt dat hij het niet op zou krijgen. Dat zegt genoeg. Volgens ons is het wel een kilo. Die man zelf moet er ook om lachen.
Maandag 17 oktoberNaar Puerto Madryn
Om 7:05 uur vertrekt ons vliegtuig naar Trelew. We zijn voor zessen op het vliegveld. En de vertrekhal is helemaal, maar dan ook helemaal afgeladen met mensen. Volgens de bordeninfo moeten wij rij 9 hebben, zowat de kortste. Maar het schiet voor geen meter op en tegen de tijd dat wij aan de beurt zijn, is de vlucht gesloten. Men zegt dat we ergens anders hadden moeten gaan staan, maar dat had ook niets uitgemaakt, want alle rijen zijn lang. 's Middags gaat er ook nog vluchten en hopelijk kunnen we dan mee: we komen op de wachtlijst. Uiteindelijk komen we tot de conclusie dat we door de reisorganisatie gewoon te laat zijn afgezet bij het vliegveld. Overdag valt een uur te doen, maar 's morgens met het zakenverkeer kunnen ze het gewoon niet aan. We hadden weinig plannen voor vandaag, de vlucht, internetten en het stadje verkennen. We gaan internetten (we willen de late bus uit El Chalten om laten zetten naar een vroege) en gaan uitgebreid in de zon liggen. De vlucht van 16:10 uur zit vol en daar kunnen we niet mee mee. Dan snel naar de volgende (en laatste van vandaag) om 17:10 uur. Er is ook nog een Argentijn die mee wil en een hogere prioriteit heeft. Uiteindelijk, vlak voor tijd, als iedereen al is ingestapt, komt het verlossende woorden en blijken er twee plaatsen over, die wij krijgen toebedeeld. Uiteindelijk landen we om 19:30 uur en tot onze verbazing is de bagage er en ook staat er een bus op ons te wachten (die meer mensen meeneemt). Alles blijkt toch geregeld.
Het is een echte reisdag geworden en dat hadden we niet op deze manier ingepland. Gelukkig hebben we niet bij hoeven te betalen.
Dinsdag 18 oktoberPuerto Madryn - Peninsula Valdés
Tegen achten worden we opgehaald voor een excursie naar het schiereiland Valdés. Hier leven grote aantallen zeehonden, zeeleeuwen en zeeolifanten. Dit schiereiland heeft kilometers lange ongerepte natuur en stilte. Er woont bijna niemand. Van juni tot november zijn er walvissen in de baai, waar Puerto Pirámide ligt. En in de zomer komen er ook pinguïns langs.
Wij zitten in een Engelstalige bus met negentien mensen terwijl in de Spaanssprekende bus vierenveertig mensen zitten. Omdat het walvisseizoen is, kunnen we een boottocht in de baai maken om ze van dichtbij te bewonderen. Voor het geld hoef je het niet te laten: € 14 p.p. En dan doen we dus ook niet. We moeten even wachten, want er mogen maar vijf boten tegelijkertijd in het water zijn. De eerste walvissen zien we vanaf de kant in de verte al blazen. De boten worden op een trailer met een tractor in en uit het water geduwd/getrokken. We zijn nog maar net aan het varen of we zien een walvis hoog het water uitspringen. Het is wel een eind weg, maar het is een erg indrukwekkend gezicht. We zien veel walvissen. Sommige heel dichtbij, zodat je de pokken goed kunt onderscheiden. Veel spuiters, een paar hele mooie staarten. Lia zet de camera op de repeteerstand, zodat er oneindig foto's gemaakt kunnen worden. Hierdoor krijgen we o.a. een hele mooie foto van een druipende staart. De jonge franca's (de walvissoort die hier zit) zijn zwartwit en hebben daardoor wel wat weg van orka's. Maar die zitten hier nu niet.
Na de boottocht rijden we verder dwars over het schiereiland. De vegetatie is vrij saai, wat lage struikjes, wat helmgras. Veel schapen. Ook zien we verschillende guanaco's (lama-achtig), rhea's (nandu-achtig) en mara's (Patagonische pampahaas) en wat uiltjes. Het weer is zonnig, een strakblauwe lucht, maar er staat een frisse wind. Uit de wind en in de zon is het knap warm, maar in de wind heb je een jack nodig. Bij de lunch bestelt Lia mosselen. Men komt speciaal terug om te zeggen dat ze dan schelpen krijgt en of dat goed is. Ze krijgt zeven hele grote schelpen met een ander soort mossel als bij ons. Erg lekker.
Aan de oostkant van het schiereiland zitten wat Magelhaenpinguïns. Sommige heel dichtbij. Zij hebben een lekker plekje uit de wind gezocht. Wat meer naar het zuiden zitten zeeolifanten. De mannetjes bestaan uit 4000 kilo blubbervet. En dan die neuzen! Wat een lelijkerds. Het is laag water en ze liggen op het strand te liggen. Soms is er een hoop herrie, gerommel, geboer, gegrom en het kletsen van het spek als ze gaan verliggen. Ze zijn er in alle maten, van heel groot tot heel klein.
Om 19:00 uur zijn we weer in het hotel. Snel douchen en dan zoeken we een kroegje op om een biertje te drinken. We eten bij La Estrele, een beetje rare tent. Ze sturen veel mensen weg, terwijl er volop vierpersoons tafels beschikbaar zijn (en die de hele avond niet worden gebruikt). Martijn bestelt een parrillade, maar krijgt hem niet. Deze is voor twee personen, wordt netjes verteld, en hij kan beter losse stukken vlees bestellen.
Woensdag 19 oktoberPuerto Madryn - Punta Tombo
Vandaag een excursie naar Punta Tombo, een pinguïnkolonie, 100 kilometer ten zuiden van Trelew. We gaan met z'n twaalven in een klein busje over grotendeels gravelwegen. Het weer is totaal anders dan gisteren. Helemaal bewolkt en een warme wind. We hebben geen jas nodig. Vreemd. Het lijkt ook of het steeds warmer wordt naarmate de dag vordert.
Duizenden Magelhaenpinguïns zijn hier vanaf september aan het broeden. Vorig jaar en ook dit jaar zijn er te weinig vrouwtjes. Men weet niet hoe dat komt. Allemaal hebben ze een holletje of nestje. Het mannetje en het vrouwtje broeden om beurten. Ze hebben allemaal twee eieren. Omdat er zoveel pinguïns zijn, hebben sommige hun nest een heel eind het land in. In deze tijd gebeurt er niet zo heel veel. In november komen de eieren uit. Sommige zijn uitgebreid aan het poedelen in de branding. Ze hobbelen rustig over de paden en we komen zo dichtbij dat we ze kunnen aanraken. Ze trekken zich niets van ons aan. Het blijven vreemde, grappige dieren om te zien. De magelhaen is echter niet de mooiste soort.
Daarna gaan we naar Gaiman, een stadje dat in de negentiende eeuw is gesticht door een groep Welshmen. Die hebben de 'high tea' in ere gehouden en wij gaan dat ook doen. Flinterdunne sandwiches, scones, jammen (marmelade en pruimen), brownies, appelpie en nog zeven andere cakes en pies. En natuurlijk onbeperkt thee. Martijn drinkt zelfs twee kopjes! En dat alles voor 20 pesos. We eten ons er helemaal klem aan.
Vervolgens gaan we naar Trelew voor het Palemologisch museum. Hier staan/hangen allerlei skeletten van dinosaurussen die men hier in de buurt heeft gevonden. We drinken een biertje in de wat aparte bar van het Touring Club Hotel. Laten ze nou net live AC Milan-PSV uitzenden. We zien de eerste twintig minuten van de tweede helft. Ons wordt gevraagd of we een andere voetbalwedstrijd willen zien, maar als we uitleggen dat we uit Nederland komen, begrijpen ze dat we PSV willen zien. Het is een groot café, dat bij een hotel hoort. Wel gezellig. Erg oude en nieuwe spullen naast elkaar.
We eten 's avonds paella bij Cantina El Nautica. Erg lekker.
Donderdag 20 oktoberNaar Mendoza
De transfer naar het vliegveld staat voor vanmiddag gepland, terwijl we een ochtendvlucht hebben. Het wordt allemaal geregeld. We vliegen via Buenos Aires naar Mendoza en krijgen gelijk alle instapkaarten. De reis verloopt volgens plan. In de buurt van Mendoza zien we de besneeuwde Andes prachtig liggen.
Het is hier bloedje heet: 35º. Een droge warmte, wel even wennen. Het is een lage stad; men heeft rekening gehouden met aardbevingen. Er zijn veel pleinen en bomen langs de straten waardoor het minder warm lijkt. De kamer in hotel Crillon voelt redelijk koel. We hebben een fan en airco. We wandelen wat door het centrum en overal zien we terrassen. Dat wordt straks een moeilijke keuze. 's Middags houdt men siësta en is de stad zowat uitgestorven. We halen de auto op de we gereserveerd hebben.
Later dwalen we door het centrum als de winkels open zijn . Het is erg vreemd om overal skiartikelen en verhuur van sneeuwkettingen te zien als het 30 graden is. Maar we zitten natuurlijk vlakbij de Andes waar altijd sneeuw ligt. De bomen staan in diepe goten, lager dan de straat, zodat ze makkelijk bevloeid kunnen worden.
Vrijdag 21 oktoberMendoza
´s Nachts is het aardig afgekoeld, maar het wordt snel weer warm. Dan is de airco in de auto wel lekker. Na het ontbijt rijden we naar de bergen. Eerst naar de Villavicencio waar het bronwater vandaan komt. Een weg met honderden bochten. Na een poosje hebben we mooi uitzicht over grote weiden vol met gele bloemen met daarachter besneeuwde bergen en daar weer achter blauwe lucht. Zonder een enkel wolkje. We gaan steeds hoger en hoger en genieten van het uitzicht op o.a. de weg die we zojuist gereden hebben. Langs de kant van de weg ligt een beetje sneeuw op de plaatsen waar weinig zon komt. Tot aan de top komen we twee auto´s tegen. En een guanaco. Het beest staat pal aan de weg en blijft lang staan. Pas als de auto op vijftig meter afstand is, verdwijnt hij of zij. De weg wordt slechter en we komen op een stuk onverharde weg. Op ruim 2900 meter is de top, Cruz de Paramillo. Als we daar aankomen, slaken we allebei een ´wauw´ bij het zien van Zuid-Amerika´s hoogste bergen: de Aconcagua (6959 meter), de Topungato (6800 meter) en de Mercedario (6770 meter). Prachtig. Dan gaan we aan de andere kant naar beneden en de weg wordt veel beter en ook veel drukker. Via Patrerillos en Cachenta rijden we terug. Daar liggen enorme wijngaarden met druivenstokken die nu nog erg klein zijn. Zij brengen de beroemde Mendozawijn voort. Omdat er op dit moment op de bodega´s niets te beleven is, laten we deze links liggen. Prachtig gezicht die groene struiken tegen de besneeuwde Andes.
Zaterdag 22 oktoberNaar San Augustin
Vandaag rijden we naar het noordoosten naar San Augustin de Valle Fertil in de provincie San Juan. Het is bewolkt, maar al snel komt de zon weer door. De airco is toch wel lekker.
De bergen in de Andes laten zich zo langzamerhand ook weer zien. Het landschap is vrij kaal. Soms wijngaarden, soms vruchtenbomen. Vaak alleen maar lage struikjes en zand. Het is zo wit dat het wel zout lijkt, maar het is stof. Dorre, droge vlakten.
We zien kraampjes langs de kant van de weg waar wijn verkocht wordt: vijf liter voor vier pesos (€ 1,10). Doordat we aan de linkerkant van de weg tanken, missen we aan de rechterkant een bord met onze afslag. De benzine kost € 0,50 per liter. Wij denken dat de weg nog wat verder is en slaan even verderop een harde zandweg is. Volgens de kaart zou het een slechte weg zijn. Een paar kilometer verderop wordt het wel heel rul, smal en erg wit. We draaien weer om en vinden alsnog de goede weg. Langzaam verandert het landschap. De enorme wijngaarden verdwijnen, het wordt licht heuvelachtig met veel gele bloemen en struiken langs de kant van de weg. De weg staat niet overal aangegeven en wij zijn blij met de GPS. Het is een vrij saaie weg. Soms een dorpje. Hoewel, dorpje, een paar vervallen huisjes. Veel is het allemaal niet. San Augustin is een wat 'groter' plaatsje met een echte plaza. We logeren in hostería Valle Fertil, dat aan de rand van het dorp ligt, wat hoger, en dat uitkijkt over een stuwmeer. Het ligt mooi. Het weer is vandaag zonnig met sluierbewolking. Niet echt warm. We hebben vandaag vierhonderd kilometer gereden en we zitten nu op 875 meter hoogte.
Na de siësta wandelen we het dorp door. Alles is dicht van 13:00 uur tot 18:00 uur. Het informatiecentrum is echter wel open. We willen wat meer weten over de twee nationale parken hier in de buurt. De mevrouw spreekt alleen maar Spaans, maar wij begrijpen het wel. Aan het eind van het gesprek noteert ze wat gegevens van ons. Grappig.
In een pand waarin een winkel zit, een café, je kunt telefoneren en internetten gaan we internetten. In Mendoza kregen we geen verbinding met ons e-mailadres. Hier lukt dat wel, hoewel het erg, erg langzaam is. De vroege bus van El Chalten naar El Calafate is geregeld en we mailen alle gegevens over Puerto Madryn naar Wilma en Jan.
Later drinken we een biertje (1 liter voor 2,75 pesos = € 0,80). Eerst buiten, later binnen, want het wordt hier toch fris ´s avonds.
Zondag 23 oktoberSan Augustin - Valle de la Luna N.P.
We vertrekken vroeg naar het N.P. Ischigualasto oftewel Valle de La Luna, de Maanvallei. Het ligt vijfenzeventig kilometer ten noorden van San Augustin. Je hebt een auto nodig, want openbaar vervoer is hier niet. Het is bewolkt, maar tijdens het rijden wordt het al snel weer blauw. We zijn zo vroeg vanwege het beste licht 's morgens en de warmte die tegen 11:00 uur te erg wordt. 's Middags gaat het altijd waaien. Het landschap is weer wat groener, planten met witte bloemen en veel gele struiken, die erg mooi kleuren tegen de donkere bergen.
De toegang kost 25 pesos p.p. en hoewel de mevrouw van het infocentrum gisteren zei, dat we op eigen houtje rond zouden mogen rijden, blijkt nu dat we toch een gids moeten nemen. Er zijn nog vier auto's met allemaal mensen uit ons hotel. En er zijn geen gidsen, want het is vandaag verkiezingsdag. We moeten wachten terwijl er iemand wordt opgetrommeld die wel dienst kan doen als gids. Wij zijn de enige Engelstaligen. Dat valt trouwens erg op in Argentinië. Er zijn niet veel toeristen en degene die er zijn, zijn meestal Argentijnen zelf. Weinig Europeanen. Zelfs geen Nederlanders!
Na een uurtje kunnen we vertrekken en iedereen rijdt in zijn eigen auto achter de gids aan. Het is een park waar we miljoenen jaren teruggaan in de tijd. Hier zijn fossielen gevonden van meer dan dertigmiljoen jaar oud. De oudste skeletten van dinosaurussen zijn in dit park opgegraven. In deze hele droge woestijn zien we bizarre rotsvormen, zandblokken. Af en toe groeit er een struik of een cactus, die metershoog is. Er heeft hier nooit iemand gewoond. We maken een vijfenveertig kilometer lange tocht. Er werd gewaarschuwd voor extreme hitte, maar het is eerder fris door de wind die er staat. Door de speciale vormen hebben de rotsblokken namen gekregen: de sfinx, de optocht van de ballen, de onderzeeër. Vooral de ballen zijn heel apart. Ze zijn niet van steen maar van organisch materiaal en ze hebben iets magnetisch in zich waardoor ze rond zijn geworden. Door het blazen van de wind komen er nog steeds, heel, heel erg langzaam, ballen boven uit het zand. Een vos die duidelijk gewend is aan mensen, zit pal naast de auto's.
Zodra we een paar kilometer terug rijden, wordt het weer bewolkt. We gaan weer naar 'de winkel'. Hier hangt nu (zondagmiddag) aan een paar tafels de plaatselijke jeugd. Telkens haalt iemand een of twee grote flessen bier die gedeeld worden. De iets jongeren zitten massaal achter de internetpc's. Een van de jongens blijkt jarig en een paar meisjes halen een taart. Of wij ook een stukje willen. In ruil daarvoor geven wij ze een fles bier die dankbaar wordt aanvaard.
Het is bewolkt en het miezert een klein beetje, maar je wordt er niet echt nat van.
Maandag 24 oktoberSan Augustin - Talampaya N.P.
Het weer is gelukkig opgeklaard. Vandaag rijden we naar het N.P. Talampaya, dat net in de provincie La Rioja ligt. Eerst gaan we naar De Verloren Stad (Cuidad Perdida), wat in het zuiden van het park ligt. De laatste gasten zijn drie dagen geleden geweest, zien we in het inschrijfboek. Met een vierwiel aangedreven auto laten we ons het park in rijden. Na zo'n drie kwartier gaan we wandelen door de 70 meter diepe kloof met verbazende rotsformaties in allerlei kleuren en doorgangen. Erg mooi. Het kost 100 pesos per auto. We wandelen 1,5 uur en zien veel mooie kleuren, vooral rode rotsen. In veel rotsen kun je iets voorstellen: de lamp van Aladin, een poot, een konijntje, een eend.
Daarna gaan we door naar de eigenlijke ingang. Hier kunnen we kiezen uit twee routes, een korte en een lange. Omdat we tijd genoeg hebben, kiezen we de lange van 3,5 uur (35 pesos p.p.) De lange is hetzelfde als de korte maar daar zit ook de Canyon Las Cajones in. De korte gaat alleen naar de Canyon De Talampaya. We rijden in een soort vrachtwagentje waar bovenop zes mensen kunnen zitten. Binnen kunnen er ook nog een paar. Het eerste stuk delen we de auto met wat Brazilianen. Het laatste stuk zijn we nog maar alleen. De gids spreekt geen Engels, de chauffeur wel. Onderweg zien we verschillende guanaco's, papegaaitjes en rhea's.
We rijden door de droge rivierbedding. Het is hier verrassend groen. Vele rotsformaties hebben ook hier een naam zoals de kathedraal, de schoorsteen. Veel wanden gaan steil omhoog, sommige honderdtachtig meter hoog. Ook hier veel rood. We zien ook petroglieven die tussen de 1600 en 1500 jaar oud zijn.
De tweede kloof is veel smaller en nog groener. We zien water stromen, waarin duizenden dikkopjes zwemmen. Het is erg warm vandaag.
Tijdens het eten kijken we, zoals elke avond, nog steeds verbaasd naar de Argentijnen die een hele lading zout over de salade strooien en water en ijs bij de rode wijn gieten.
Dinsdag 25 oktoberNaar San Fernando del Valle de Catamarca
We rijden naar San Fernando del Valle de Catamarca. Door de inwoners San Fernando genoemd, door de rest van de wereld Catamarca. De eerste honderd kilometer gaan over een gravelweg en we komen geen enkele auto tegen. Wel steken er allerlei beesten de weg over. Dor en droog is het landschap met lage struikjes. Af en toe een dorpje met een paar huisjes en vee, dat er erg goed uitziet.
Het beloofd een hele warme dag te worden. Het is wolkeloos en er is geen wind.
Op de laatste meter van de gravelweg krijgen we een lekke band. Het meeste moeite kost het ons om de krik weer in de doos te krijgen. Langzaam verandert het landschap. De bergen komen dichterbij, de bomen worden hoger en we zien veel olijvenplantages. Het wordt bewolkt. Veel meer gele bosjes. Een mooie tweebaansasfaltweg. Als je je aan de maximale snelheid houdt, schiet het niet op. Je mag maar 60 kilometer per uur. En bij elk dorpje (twee huizen is een dorp, bij drie huizen staat zelfs een bordje met 'centrum' aangegeven) en elke afslag gaat het terug naar veertig kilometer. Niemand houdt zich daar dan ook aan.
Vandaag rijden we driehonderdvijftig kilometer.
Catamarca is een vrij grote plaats met, volgens het boek, het mooiste plein van het land. Nou staan daar veel verschillende bomen op het plein en er staat een kathedraal naast. Maar wat het nu mooier maakt dan andere pleinen, ontgaat ons.
In de hele stad zien we geen toeristen, zelfs 's avonds bij het eten niet. Er is dan ook niemand die Engels spreekt, zelfs in het hotel niet. En zeker de bandenplakker niet. We vinden een klein zaakje en de band blijkt op meerdere plaatsen lek. Met handen en voeten komen we er wel uit. De man beveelt ons een binnenband aan die hij niet op voorraad heeft. Hij kan er wel voor zorgen en een uur later kunnen we hem ophalen. Hij waarschuwt ons wel vooraf dat die band 20 pesos gaat kosten (€ 5,60) en we moeten ook nog 5 pesos arbeidsloon betalen.
Op het Plaza 25 de Mayo drinken we een biertje. Men is hier blijkbaar dol op knetterende brommertjes. Wat een klerenherrie. Het valt ons op dat op de brommertjes voornamelijk dikke mensen zitten. Als we later dikke mensen zien lopen, zeggen we 'kijk daar gaan weer een brommertje'. Tot 17:00 uur is het siësta. Tot die tijd zijn de meeste winkels dicht en is de voetgangersstraat uitgestorven. Dan gaat alles weer open en stromen de mensen meteen toe. We zien veel winkels met lokale producten zoals koekjes, kazen, ingemaakte vruchten, wijnen, noten. 's Avonds bij het eten krijgen we heel veel vlees. Martijn krijgt een grote biefstuk met een saus met o.a. spekjes er in. Lia krijgt varkensvlees met knoflook. In Nederland zou één stuk gewoon zijn, hier krijgt ze maar liefst drie grote stukken. Ze hebben lekkere witte wijn uit deze streek (€ 5 per fles).
In elke plaats hier in Zuid-Amerika zijn alle straten rechttoe rechtaan. Allemaal bestaan ze uit even grote vierkante blokken. De nummers lopen per 100 per blok.
Woensdag 26 oktoberNaar Tafi del Valle
Het begint weer zonnig. Nog meer gele struiken langs de kant van de weg en grote cactussen met bloemknoppen. Zowel lid- als staafcactussen. Vandaag rijden we verder naar het noorden naar Tafi del Valle, een klein dorpje met 2000 inwoners. Net als gisteren is er zowat geen verkeer op de weg. We gaan een bergje over van 1130 meter en die zit in de wolken. Beneden in het dal schijnt de zon weer. Bij de provincieovergangen staan altijd politiecontroles. De agenten zwaaien vriendelijk en wij zwaaien terug. We hoeven nooit te stoppen. We geloven dat het meer voor de vrachtwagens is.Het is hier veel groener, veel grote velden met graan en andere gewassen. Een heel landbouwgebied. De weg na de afslag naar Tafi del Valle is erg mooi. We rijden door een subtropisch bosgebied, waar lage wolken hangen. We komen langs beekjes, watervalletjes en een ondoordringbaar bos. Veel bloemen en vogels. Zelfs tijdens het autorijden horen we de vogels. We komen verschillende busjes tegen met vogelaars. De weg gaat hoger en hoger. En in één keer is het bos afgelopen en is het kaal. Wel groen, maar een enorme overgang (op 1800 meter). De lucht is ook in één keer weer helemaal blauw.
El Mollar is het dorpje van de menhirs. Toegang 2 pesos p.p. Wel aardig. Er staan 129 stenen variërend van een halve tot tweeënhalve meter. Op veel stenen zie je wat afbeeldingen. Het dateert van 1500 jaar geleden en waarschijnlijk hadden ze ooit een rituele functie.
Hotel Mirador del Tafi ligt mooi, een kilometer buiten het centrum. Mooi uitzicht op het dorpje en de bergen er omheen.
Het dorpje zelf is maar klein, eigenlijk een straat met winkels en restaurants. Het is er erg stil. Wel veel kinderen die met begeleiders op stap zijn. De mensen hier zijn duidelijk meer indiaans. Een heel ander uiterlijk. Verder is dit dé kaasstreek en dat gaan we zeker proeven. Het is fris geworden, allemaal laag hangende bewolking. Buiten bij een cafeetje kunnen we uit de wind zitten en is dat toch aangenaam genoeg. Zo hebben we het beste beeld wat er buiten allemaal gebeurt. Er rijden nogal wat oude wrakken waarvan wij ons verbazen dat ze nog rijden.
In het hotel eten we o.a. forel met roquefortsaus. Echte roquefortsaus; een vreemde combinatie maar wel verschrikkelijk lekker. We drinken de witte Etchart wijn van de torronté-druif uit Cafayate.
Donderdag 27 oktoberNaar Cafayate
We rijden naar Cafayate, dé witte wijnstreek van het land. Het is stralend blauw. We komen over de Abra del Infernillo, de Duivelsberg, een pas van 3040 meter. Het lijkt op een bergachtig maandlandschap. Erg droog en dor. Wat een enorm verschil met de andere kant van de berg. Hier groeien veel grote cactussen. Deze kunnen wel acht meter hoog en honderden jaren oud worden.
We bezoeken de ruines van Quilmes. We zien de fundamenten van een woongemeenschap. Vierhonderd jaar geleden woonden hier duizenden mensen. We lopen een stukje naar boven waar we mooi uitzicht hebben op de ruines en de omgeving. Het lijkt alsof het terrein in bezit is genomen door cactussen. Honderden hele grote cactussen, verschillende met bloemen en kleine vogeltjes hebben er nestjes in gemaakt. Langs de weg naar Cafayate liggen op zo´n 1700 meter wijngaarden.
Cafayate ligt op 1600 meter. Het centrale plein ziet er gezellig uit met veel terrasjes. Nog steeds erg weinig toeristen en al helemaal geen Europeanen. Het is duidelijk voorseizoen. Op een van die terrassen drinken we een fles Etchart Privado. Die kost slechts 15 pesos (€ 4,20) en is erg lekker. Als we met de auto zouden zijn geweest, hadden we de hele auto hier mee vol geladen.
We eten ´s avonds bij El Rancho grote lappen vlees. Goedkoper dan tot nu toe en de ober spreekt zowaar een paar woorden Engels. We hebben net besteld als er zo'n 60 kinderen binnenkomen. Heel gedisciplineerd, geen geren en geschreeuw. En ze luisteren naar de juffen en de meesters. Ze hebben zelf grote flessen cola en fanta bij zich.
Vrijdag 28 oktoberNaar San Lorenzo
Eerst rijden we een stukje route 40 richting Cachi. Na San Carlos houdt het asfalt op en gaat de weg over in een grindweg. Sommige stukken zijn echter net een wasbord en dat rijdt niet echt prettig. We willen de Quebrada de las Flechas zien, een gebied dat door eeuwenlange erosie, hevige regenval en wind, zo gevormd is, dat het lijkt op een 'bos van zandpijlen', zoals de indianen deze streek hebben genoemd. Het is zonnig, heet en stoffig. In drie uur zien we vijf auto's. Op de terugweg nemen we een lifter mee.
Dan rijden we via RN68 naar het noorden naar San Lorenzo bij Salta. Tot Alemania is dit een gebied met vreemd gevormde canyons in de meest uitlopende kleuren. Ook hier hebben de rotsformaties namen gekregen: de kastelen, de ramen, de obelisk, het amfitheater, de duivelskeel. Prachtig.
San Lorenzo ligt een goede tien kilometer ten noordwesten van Salta. Het ligt wat hoger in de bergen en het is er erg groen. De eigenaar spreekt vloeiend Duits. Is weer even wennen. Het is allemaal erg ruim opgezet en ligt er mooi onderhouden bij. Wij krijgen een betere kamer dan de standaard die we gereserveerd hebben, omdat we drie nachten blijven. Het heeft (nog) geen restaurant en we gaan eten bij Andrès, zeven minuten lopen. De Etchart Privado kost hier maar 9,50 pesos. Het is ook 'normaal' om een (anderhalve) liter fles cola of fanta te bestellen in plaats van een glas. Heel veel zout over de salade en ijs en water bij de rode wijn. Kinderen gaan 's avonds gewoon mee tot in de kleine uurtjes. Het is heel gewoon om rond middernacht nog te gaan eten.
Zaterdag 29 oktoberSan Lorenzo
Laag hangende bewolking. Volgens de eigenaar was het de afgelopen dagen 30º. Nu is het amper 20º en het druilt. Daar zitten we niet op te wachten. We gaan een stukje wandelen, maar echt leuk is dat niet in dit weer. Dus pakken we de auto en gaan een stuk toeren richting Chileense grens. Dat zou een hele mooie tocht moeten zijn langs de spoortrein. Eigenlijk hadden we voor vandaag de 'Tren a las Nubes' geboekt (die rijdt tot november elke zaterdag, werd er verteld), maar om de een of andere duistere reden vandaag niet. Wel zien we een goederentrein, dus aan het spoor kan het niet liggen. Het is een hele mooie tocht, een smalle weg langs de hele brede rivier waar maar weinig water in stroomt. Heel veel cactussen, prachtig gekleurde bergen. Na een uurtje komen we wat hoger en hier schijnt de zon. In het dal waar Salta ligt, zien we de bewolking hangen. We komen maar een paar auto's tegen. Twintig kilometer slechte weg, de rest is asfalt. Over een paar dagen komen we hier met de bus over heen, nu kunnen we foto's en video maken wanneer we willen. Als we de cactussen van dichtbij bekijken, stopt er nog een auto: jawel een Nederlander, een van de weinigen die we tot nu toe tegengekomen zijn. Hij komt zes weken naar Argentinië om cactussen te kijken en wij verwijzen hem naar het N.P. Los Cardones, een park met tienduizenden cactussen.
We rijden tot Tastil en keren dan om. We kijken nu anders tegen de bergen aan en het blijft mooi. De bewolking (en de motregen) heeft in San Lorenzo de hele dag geduurd. Volgens de Duitser hadden we mazzel met het mooie weer in de bergen.
's Avonds eten we weer bij Andrès. We proberen nu de rode Etchart Privado en die is ook erg lekker. Iets 'duurder': 13 pesos de fles (€ 3).
Zondag 30 oktoberSan Lorenzo
Nog steeds laag hangende bewolking, maar het is droog. En daarom besluiten we te gaan wandelen. Eerst het gehucht door en dan verder de weg af. Veel grote landhuizen van 'het rijk' van Salta. Heerlijk wandelweer. We hebben geen gedetailleerde kaart van de omgeving en hebben dan ook geen idee waar we uit zullen komen. Na twee uur willen we omdraaien, maar zien dan een plaatsje recht voor ons niet zo ver weg. Hoewel het zondag is, zijn er verschillende winkels open. Vooral groenteboeren. En het is er nog druk ook. We kopen wat cola en wandelen verder richting Salta. Als we na 25 kilometer een bushalte zien naar San Lorenzo vinden we het wel genoeg. Als we bij de halte aankomen, stopt er een auto. Het blijkt de mevrouw van het hotel en die biedt ons een lift aan. Daar zeggen we geen nee tegen.
Daarna douchen, siësta, biertje.
Maandag 31 oktoberNaar Humahuaca en Tilcara
We rijden naar het noorden. Tilcara is ons doel. Het is nog steeds bewolkt. Een hele mooie weg. Eerst heel veel groen loofbos, een subtropische woud met allerlei vreemde bomen. Daarna naaldwouden en daarna weer droger en dorder. De weg is goed. Tot Jujuy vrij smal, daarna breed. Goed asfalt. We willen de Quebrada de Humahuaca zien, de mooiste weg in het noorden met de meest gekleurde bergen van Argentinië. Precies op de plaats waar aangegeven staat dat de route begint, gaat de zon schijnen. We rijden naar Purmamarca, drie kilometer van de weg af. Een vlek met honderdvijftig inwoners dat aan de rand van de Cerro de los Siete Colores ligt, een berg van 2100 meter hoogte met zeven verschillende kleurlagen. De kleuren geven de ouderdom aan. Groen is 570 miljoen jaar oud, goud en oker zijn niet ouder dan 67 miljoen jaar.
In het dorpje staat een oud kapelletje, La Santa Rosa de Lima uit 1648. Al het hout in de kerk komt van cactussen, wat je goed ziet aan de honderden gaatjes van de naalden in het hout. Bij Maimará zijn prachtige gekleurde bergen die men het 'schilderspallet' noemt. Tilcara is een klein plaatsje met 3000 inwoners met, zoals overal, een centraal plein. Hier staat dat vol met stalletjes waar indianen hun zelfgemaakte producten proberen te slijten.
Even buiten de plaats ligt El Pucará, een oud indianenfort, gebouwd voordat de Inca's hier kwamen. Het is grotendeels gereconstrueerd.
Aan het plein is een bar waar we een biertje drinken. Een liter kost 3,5 pesos (€ 1). We bestellen er geitenkaas, olijven en empanadas bij. We eten 's avonds bij El Antigal. Lia neemt locro, een typisch gerecht uit het noorden van Argentinië en het blijkt een dikke soep van maïs, vlees, salami, bonen en erwten. 1 liter wijn kost 6 pesos (€ 1,70), een nieuw laagterecord. De totale rekening is 32 pesos.
Dinsdag 1 novemberNaar Salta
We gaan weer terug naar het zuiden, naar Salta. We rijden nog een keer naar Purmamarca, omdat de zon nu beter op de bergen staat. Prachtige kleuren.
Onderweg zijn regelmatig politiecontroles. Tot nu toe mochten we altijd zo doorrijden, nu moeten we twee keer stoppen. Als we vertellen dat we van Tilcara naar Salta gaan, mogen we meteen doorrijden. Anderen moeten wat invullen en krijgen briefjes mee. Misschien heeft de plaatselijke bevolking toestemming nodig om hier te komen. Na Jujuy rijden we het bos weer in. Eerst het droge, dorre stuk. Alles is kaal, soms wat groene epifyten, soms een hele boom met allemaal gele bloemetjes en een enkele groene boom ertussen.
Na de ´top´ wordt het ineens groen en staan er hele andere bomen. Ook veel meer vogels en het wordt weer bewolkt. We zien vlak langs de kant van de weg een caracara die op de rug van een koe zit om daar wat ongedierte uit te eten.In Salta is het half bewolkt en gelukkig een stuk warmer dan een paar dagen geleden. Het is er ook een stuk levendiger. We hebben een soort tuinhuisje bij het hotel Antiguo Convento. Pal aan het zwembad met aan twee kanten grote glazen ramen en deuren. Heel idyllisch. Toch hebben we volgens ons een standaard kamer geboekt en binnen in het hotel zien we eigenlijk kamers die meer aan die beschrijving voldoen. Maar wij klagen niet. Dan gaan we de auto inleveren op het vliegveld en komen met een taxi weer terug bij het hotel, dat midden in het centrum staat.
We gaan eerst wat empanadas eten bij El Corredor de las Empanadas. Ze zijn iets duurder dan gisteren (nu € 0,25 per stuk), maar wel een stuk lekkerder. We wandelen Salta door en zien dat de fietsers aan de linkerkant van de weg rijden.
We eten bij een restaurant waar voornamelijk plaatselijke mensen zitten. Nog goedkoper dan gisteren. Soms moeten we 'cubierto' betalen, maar zolang dat niet meer is dan € 0,45 vinden we het wel best.
Woensdag 2 novemberSalta
Een stralende zonnige en warme dag. Wat een verschil met een paar dagen gelden. We verbazen ons telkens aan het ontbijt over het brood. ´s Avonds hebben ze in elk restaurant erg lekker brood en bij de ontbijten croissantjes en sneetjes geroosterd brood. Wij willen dan ook dat lekkere brood. Vaak alleen maar boter en jam en zoete, bruine pasta. Soms kaas en ham en fruit. We lopen eerst naar de kabelbaan die naar de Bernardberg gaat. Om 10:00 uur gaat hij open en dan kunnen we meteen naar boven. In kleine vier- tot zespersoonsbakjes gaan we in acht minuten omhoog. Daar hebben we een prachtig uitzicht over de stad. Boven is ook nog een soort tuin met veel groene bomen en bloemen en gekleurde vogels. Als we weer naar beneden gaan, staat er een aardige rij voor de kabelbaan te wachten.
We gaan naar het postkantoor voor een paar postzegels, maar daar staat zo´n rij, dat we weer omdraaien. Daarna dwalen we door de stad en gaan naar de grote overdekte markt. Als je erg goedkoop wilt eten, moet je dat hier doen. De doeken die de indianen maken, zijn echt handgemaakt. Geen twee zijn hetzelfde al lijken ze erg veel op elkaar. ´s Middags is het zoals overal siësta. Veel winkels gaan dicht, maar het is niet uitgestorven. Tegen vijven komt iedereen weer tevoorschijn en tot 21:00 uur, als de winkels dichtgaan, is het erg druk op straat. Het valt ons op dat baby's altijd in de armen gedragen worden in plaats van in een wandel/ of kinderwagen. De schoolkinderen dragen een soort jasschort. De hele kleine donkerblauwe, de grote witte. Meisjes dragen een Schots rokje. De vrouwen dragen geen rokken, maar allemaal broeken.
Donderdag 3 novemberNaar San Pedro de Atacama (Chili)
Om 7:00 uur vertrekt de bus naar San Pedro de Atacama in Chili. Hij rijdt niet de weg die wij laatst een stuk hebben gereden, maar hij gaat via de snelweg over Jujuy (tolweg) en Purmamarca. Het is een nieuwe weg die niet op onze kaart staat, El Paso Jama, die helemaal geasfalteerd is. In de bus krijgen we ontbijt met een kopje thee. Later draait een film. We zien een bord met ´volgend tankstation over 275 kilometer´. Het is maar dat je het weet. Het is een goede asfaltweg die prachtig omhoog loopt en het berglandschap is erg mooi. Veel bochten. Op 4070 meter is de top en daarna dalen we weet wat af. We komen door een grote zoutvlakte. Af en toe zien we lama´s en guanaco´s.
Tegen half een krijgen we een lunch: een groot stuk brood met ham en kaas, zakje mayonaise, twee snoepjes, een chocoladekoekje en een glaasje cola.
De Argentijnse grens ligt op 4100 meter. Het gaat niet allemaal even efficiënt en we zijn blij dat de bus nog niet half vol is. Dat scheelt minstens een uur. Iedereen moet op volgorde van een lijst naar binnen en daar mag niet van afgeweken worden, want dan raken ze het spoor bijster. We hadden ons een beetje zorgen gemaakt, omdat we geen Argentijns briefje hebben gekregen bij binnenkomst van het land. Van iedereen hebben we gehoord, dat dat beslist nodig is. Hier niet dus. Ze kijken nergens naar. Het waait er stevig, maar het is niet koud. Nog steeds wolkeloos.
We steken nog een zoutvlakte over en zien een paar flamingo´s en later lama´s. We gaan steeds verder omhoog en de hoogste pas is op 4825 meter. Boven staan langs de kant van de weg prachtige ijssculpturen en overal zien we besneeuwde bergen.
De weg is heel erg stil. Een enkele vrachtauto met brugonderdelen. Dat is het. De Chileense grens is pas onderaan de berg bij het dorp en ligt op 2400 meter. Alle tassen moeten open en we moeten door een schoenenbadje. Je mag geen vlees en planten invoeren. De totale afstand vandaag is 600 kilometer waar we acht uur over hebben gereden. Anderhalf uur hebben we stil gestaan en gewacht bij de grenzen.In San Pedro zitten we net buiten het centrum. Leuk hotel: Casa Don Tomás. We gaan eerst op zoek naar een geldautomaat voor contante pesos (1000 pesos = € 1,50). Wordt weer even wennen. Daarna gaan we een biertje drinken. Het is een kleine plaats met allemaal onverharde wegen. Veel toeristen. Het is droog, stoffig, erg, erg warm. We hebben mooi zicht op de vulkaan Licancabur, die heilig is voor de indianen.
Veel mensen lopen met een jas. De restaurants hebben vaak een open binnenplaats en overal branden vuren. Er ligt ook een hele stapel dekens op ons bed, dus het zou wel eens koud kunnen worden. Vanavond valt het mee. We eten een parrillade. Men eet hier aanzienlijk vroeger dan we tot nu toe gewend waren. De toeristen moeten wel vaak vroeg op voor excursies, misschien komt het daardoor.
In Argentinië dronken we altijd water gewoon uit de kraan. Dat kan niet in San Pedro omdat er hier teveel mineralen in het water zitten. In het hotel krijgen we gratis flesjes water. In de rest van Chili kunnen we wel weer uit de kraan drinken.
Vrijdag 4 novemberSan Pedro de Atacama - Valle de la Luna
Eindelijk weer eens een goed en uitgebreid ontbijt met dikke plakken ham en kaas, eieren, yoghurt en heerlijk frambozensap.
We dwalen door de stoffige straten van de plaats. Het is maar klein en veel valt er niet te beleven. We gaan naar het antropologisch museum dat wel mooi is met veel voorwerpen en gebruiksartikelen tot 12.000 jaar terug. Ook staan er verschillende mummies die in het droge zand goed bewaard zijn gebleven.
Op de markt kopen we een petje zoals die in het hele Andesgebied gedragen worden, met van die zijflapjes. Voor aan de muur.
Om 16:00 uur worden we opgehaald voor een excursie naar de maanvallei, de Valle de la Luna. Het is de droogste woestijn ter wereld en men kan zich niet herinneren wanneer het hier voor het laatst geregend heeft. Vroeger, tijdens de vorming van het Andesgebergte, is een hele bergrug van zoutgesteente gevormd. Het zout is keihard en lijkt in de zon wel op ijs. Tegen zonsondergang beklimmen we een hoge zandheuvel waar we mooi uitzicht hebben op de ondergaande zon en de roodgekleurde bergen in de buurt.
Zaterdag 5 novemberSan Pedro de Atacama - Tatio-geisers
Om 5:15 uur worden we opgehaald voor een lange dagtocht. In het hotel konden we een ontbijtpakket bestellen en dat hebben we gedaan.
Eerst rijden we naar het noorden, omhoog naar 4300 meter waar de Tatio-geisers liggen. De meeste geisers zijn vrij klein en slechts één spuit water omhoog. Echter niet meer dan een meter. Wij vinden het niet zo koud, maar we zijn de enigen die daar zo over denken. De meeste zijn Spanjaarden en zijn deze temperatuur niet gewend. We krijgen ontbijt met brood, kaas, chocolade, koffie, thee en fruit. Onverwachts. Daarna rijden we naar het westen. Onderweg zien we flamingo's, veel vicuña's, een viscacha (soort konijn met een lange staart) en lama's. En ook nog wat guanaco's.
Vlak voor Caspana komen twee kinderen met een groepje lama's en geiten de weg op. Een mooi plaatje. Caspana is deels nog gebouwd in de incatijd met huizen met A-daken, die je hier verder niet ziet. Smalle straatjes, daken van paja (hoog en stug gras van de hoogvlakte). De plaats heeft een ommuurde 17-eeuwse kerk met klokkentoren. De bewoners zijn eigen rechter, politie hebben (en erkennen) ze niet.
Dan door naar Chiu Chiu waar een mooie kerk uit 1675 staat. Massief 120 centimeter dikke muren en een plafond van cactushout. Het is binnen dan ook lekker koel.
In Lasana krijgen we een lunch, ook onverwacht. Soep, kip met rijst en een drankje. Op de heuvel liggen de ruïnes van een gefortificeerd dorp, waarvan de bouw begon in de vierde eeuw . Later is het verwoest door de Spanjaarden. Om 17:30 uur zijn we weer terug in het hotel.
Na een lange, stoffige dag gaat een biertje makkelijk naar binnen. Vooral de eerste slok is erg lekker. Het is hier wat duurder dan in Argentinië, maar nog steeds goedkoop.
Zondag 6 novemberSan Pedro de Atacama - Zoutmeren
We gaan naar het zoutmeer Salar de Atacama. De hele vlakte is bedekt met een dikke zoutkorst. De oppervlakte is bruin van het woestijnstof. Bij Laguna Chaxos maken we een wandeling over aangelegde paden. We zien wat flamingo's, sommige heel dichtbij. Er zijn twee soorten, roze met een zwarte bek en meer zwarte veren met een geelzwarte bek. Bij een lagune een stukje verderop zitten ze heel dichtbij. Ook zitten er wat salamanders met een oranje tekening. Daarna rijden we naar het oosten en via Socaire gaat de weg omhoog naar twee meren, Miscanti en Miñiques, die op ruim 4000 meter liggen. De vulkanen zijn prachtig helder met mooie groene vlakten ervoor. Bij de ingang is een touw over de weg gespannen. Er staat een klein hokje waar je toegang moet betalen. Een mevrouw woont daar één week, heft toegang en telt de vogels. Daarna is ze een week vrij. De meren zijn helblauw en steken mooi af tegen de zoutvlakte. Er zitten en paar flamingo's en in het achterste meer worden op dit moment nestjes gemaakt door de zeldzame Tagua Cornuda (horned coot), die alleen hier voorkomt en in één ander meer. Daar mogen we niet dichtbij komen. We wandelen een stukje en krijgen koekjes, chocolade en frisdrank. We lunchen in Socaire, ook inbegrepen wat wij niet wisten. Soep, kip met aardappelen, kool, tomaat, worteltjes. Lekker. Er staat een oude kerk die we even bekijken.
Daarna maken we een wandeling door Toconao. Ook hier weer allerlei irrigatiekanaaltjes waarvan de waterloop bepaald wordt door schuifjes die naar believen open of dicht gezet kunnen worden. Het is een klein dorp met een kerk met een aparte toren. Het is een natuurlijke oase door het water dat uit de bergen naar beneden stroomt. Er wordt veel groenten en fruit verbouwd. De gids die we vandaag hebben spreekt Nederlands; hij heeft drie jaar in Nederland gewoond.
Maandag 7 novemberNaar Santiago
We vliegen van Calama naar Santiago. We worden hiervoor opgehaald met een privébus met gids en chauffeur. De Andes ligt er prachtig bij met zijn besneeuwde bergen.
In Santiago zitten we binnen een kwartier in het centrum van de stad, door een nieuwe tunnel die pas twee maanden af is. We slapen in een 5* hotel in de wijk Providencia. Een slaapzaal met twee enorme bedden. Erg luxe allemaal. Ook een badkamer waar je je kont kunt keren. Lekker. Het hotel staat ook een beetje in een luxe wijk wat te zien is aan de winkels in de buurt. We dwalen er heerlijk rond. Het is vrij warm en we belanden, uiteraard, op een terrasje. Die hebben ze hier genoeg. Ze hebben ook 'Schopdog', bierwinkels met terrasjes buiten. We bestellen een schop-bier (tapbier). In Argentinië noemen ze het chop. Grappig. Het is allemaal Spaans, maar er zijn wel meer verschillen in woorden.
Voor de verandering gaan we Chinezen. Tot nu toe hadden we keus uit parrillades waar je naast grote lappen vlees ook pizza en pasta kunt eten of uit pizzeria's waar je naast pizza en pasta ook grote lappen vlees kunt eten. Dus we gaan naar de Chinees. We nemen een menu en weten alleen dat we een soort loempia's vooraf krijgen en daarna 'iets' met kip en 'iets' met varkensvlees. Nu is het er niet druk, maar tussen de middag zat het helemaal vol met Chilenen. Wij zijn de enige die (ongevraagd) stokjes bij de kommetjes rijst krijgen. De anderen doen de rijst op de bordjes en eten met een lepel.
Dinsdag 8 novemberSantiago
Bij een luxe hotel verwachten we ook een luxe ontbijt . En we worden niet teleurgesteld. Het is heel uitgebreid. Met stip het beste tot nu toe, ondanks de wel heel botte messen (we zullen eens niets te klagen hebben). Het is bewolkt weer en lekker om door een stad te dwalen. We gaan het centrum verkennen, dat vrij klein is. Je kunt mee met een georganiseerde rondrit, maar daar hebben we geen zin in, zeker niet als we de prijs horen (€ 30 p.p. in een bus of € 45 p.p. in een taxi). We nemen de metro naar het centrum (340 pesos, € 0,50). Er rijden heel veel treinen, wel elke minuut gaat er eentje. In het centrum beginnen we op het Plaza de Armas, het hart van de stad, waar de kathedraal staat. We lopen door de winkelstraat/voetgangersgebied en 's morgens om 10:00 uur is het hier al hartstikke druk. Om de vijf meter staat een kraampje dat bladen, chips, koeken, snoepjes, e.d. verkoopt. En bij al die kraampjes is een hoop toeloop. Ze verkopen heel wat. De vele schoenenpoetsers hebben veel werk. De fietsers fietsen hier op de stoep; op de straat is waarschijnlijk te gevaarlijk.
Bij het presidentieel paleis mag je door de binnenplaats naar de andere kant lopen. Uitgebreide controles en het is niet echt spectaculair. Het is erg druk op staat, vooral met gele bussen. Ongelofelijk, zoveel als dat er zijn. Er hangt dan ook voortdurend een smogdeken over de stad. Over een jaar zouden er andere, schonere bussen moeten rijden. We lopen naar de St. Lucia-heuvel vanwaar we mooi uitzicht hebben over de stad. Dan naar de Mercado Central, een enorme markthal waar allerlei eetstalletjes zijn. Vooral met vis en vooral voor de toeristen. Het oude spoorwegstation is vlakbij, maar wordt niet meer als zodanig gebruikt. Wel mooi.
Via verschillende voetgangersstraten komen we weer bij de metro die ons terug naar het hotel brengt.
We gaan nu in de buurt achter ons hotel wat drinken. We bestellen een pitcher, een grote kan met anderhalve liter bier. Het is een heel stuk rustiger dan gisteren en net zo gezellig. Santiago vinden we sowieso een gezellige stad. Aan siësta doen ze in de binnenstad niet en dus is het er een stuk levendiger dan in de kleine plaatsen. 's Avonds eten we bij de Japanner heerlijke sushi's en rauwe vis. We bestellen een 'bootje' en omdat het zo lekker is, later nog één. De witte wijn die ze hier hebben, komt hier uit de streek. We hebben een andere dan gisteren, maar ze smaken beide uitstekend. Kosten € 22,50 met z'n tweeën.
Woensdag 9 novemberNaar Paaseiland
Na weer zo'n ontbijt leveren we de koffers in. Tot 14:30 uur hebben we tijd om de stad te verkennen. Met de metro gaan we weer naar het centrum naar de wijk Barra Bellavista. Hier zijn we overduidelijk veel te vroeg (10:00 uur) en er is nog helemaal niets open. We gaan naar de dichtbij gelegen dierentuin, waar ze veel verschillende dieren hebben. De staat van de kooien/verblijven valt ons mee. Weer naar Bellavista waar het nu iets drukker is met vooral meer eettentjes. Het is nog steeds bewolkt en de Andes is amper te zien. Met de kabeltrein gaan we omhoog naar de Cerro San Cristobal waar we mooi uitzicht hebben over de stad. De smog is goed te zien, hoewel het pas voorjaar is. Dat het voorjaar is, is ook goed te merken: alle bomen lopen uit, veel bloemen, pollen in de lucht (we moeten veel niezen), volop aardbeien. Daarna gaan we met de kabelbaan naar beneden en lopen we het laatste stukje terug naar het hotel.
Om 14:30 uur worden we opgehaald en naar het vliegveld gebracht. De vlucht staat bij de internationale vluchten en gaat na Paaseiland door naar Tahiti. Paaseiland wordt door de plaatselijke bewoners ook wel Te Pito o te Henua of Rapa Nui genoemd.
Het inchecken gaat bij sommige mensen heel langzaam en bij sommige heel snel. Na een half uur zijn wij aan de beurt. Om in het vliegtuig te komen, moeten we wel naar de nationale kant. Zal wel met de controles te maken hebben. Op het vliegveld drinken we een biertje en werken het dagboek bij. In het vliegtuig hangt een schermpje waarop je het verloop van de vlucht kunt zien. Nou, volgens dat schermpje hebben we het eiland mooi gemist. Op zich niet zo heel gek, want het is maar erg klein. Slecht 117 km². Het is een van de Polynesische eilanden samen met o.a. Hawaï, Samoa, Cook Eilanden, Tonga, New Zeeland en Tahiti. Het vaste land van Chili is het dichtstbijzijnde land op ruim 3600 kilometer. Het is het meest geïsoleerd gelegen eiland ter wereld en ligt midden in de Pacifische Oceaan. We logeren in hotel O'tai, midden in Hanga Roa City, de enige plaats op het eiland. Het is hier twee uur later dan op het vaste land van Chili. Bij aankomst krijgt iedereen een bloemenkrans omgehangen. We regelen snel wat excursies, lopen een rondje door het vrij donkere dorp en gaan vroeg slapen.
Donderdag 10 novemberPaaseiland
Met een klein groepje worden we rondgereden en een gids weet een heleboel te vertellen. Dat heeft toch wel veel voordeel ten opzichte van een auto huren. Nu komen we op de mooiste plaatsen op de beste tijd en er wordt ook nog van alles verteld.
Het is zonnig, soms wat wolken, maar erg warm. Zo warm, dat we besluiten tot een korte broek. We kleuren veel bij vandaag. Het ontbijt is eens een keer geen buffet, maar wel goed. Broodjes, kaas, jam, ei, jus, koffie, thee en fruit.
Eerst gaan we naar het zuidwesten. We beginnen met de 'mindere' plaatsen, maar dat geeft wel een goed beeld. Bij Vinapuo Tahiri liggen de beelden op de grond. Toen Roggeveen in de 18e eeuw als eerste vreemdeling aan wal kwam, stonden alle beelden overeind. Er waren verschillende groeperingen op het eiland en op een gegeven moment is er een oorlog ontstaan en zijn de beelden omgegooid. Ze zijn omver getrokken en liggen met hun gezichten voorover. Verschillende landen zijn bezig (geweest) met het overeind zetten. Een tsunami heeft in de zeventiger jaren van de vorige eeuw dat werk weer enigszins verwoest.
We gaan naar de vulkaan Rano Kau, waar we prachtig zicht hebben op de krater, en naar Orongo, een ceremonieel dorpje. Veel huisjes zijn gemaakt van op elkaar gestapelde stenen. Men woonde hier niet echt, maar verbleef lang genoeg om ceremonies uit te voeren. Hier staan mooie petroglieven en hebben we prachtig uitzicht op drie kleine eilandjes voor de kust in een heel erg blauwe zee: Mout Kao Kao, Motu Iti en Motu Nui. In Arakai Tangata zien we prachtige rotstekeningen (in een rots waar zwangere vrouwen niet mogen komen) en een wilde zee in een inham. De zee zelf is erg rustig.
Tussen de middag liggen we bij het zwembad van het hotel. De kleur vliegt er op.
's Middags gaan we naar Puna Pau, de heuvel waar de ´haardossen´ gemaakt werden. Ze zijn van een ander gesteente dan de lijven en enorm groot. De beelden en dus ook de haardossen werden steeds groter en de haardossen zijn wel drie meter hoog. Het gesteente ligt in een vallei en men heeft ze daar vroeger op de een of andere manier uitgekregen. Tot op de dag van vandaag is niet duidelijk hoe ze dat gedaan hebben. Men had eertijds wel een schrift, maar dat is nog steeds niet ontcijferd. Er is niet veel meer van overgebleven. Het meeste is destijds door de missionarissen verwoest. In het dalletje ligt een aantal onafgemaakt haardrachten.
Daarna gaan we door naar Ahu Akivi (Ahu Atio), dat gerestaureerd is in 1960. Er staan zeven moai, metershoge beelden, uitgehouwen in de vulkaanwand door de Orejas Largas (langoren). De beelden zijn getransporteerd naar beneden en langs de kust neergezet. De Orejas Larges zijn op een gegeven moment in gevecht geraakt met de Orejas Cortas (kortoren). Alleen deze beelden kijken naar de zee, sommige wetenschappers zeggen dat ze naar een ceremonieel gebied kijken en dat de oceaan daar toevallig ligt. Men heeft berekend dat dertig man acht uur per dag een jaar lang heeft gewerkt aan een moai en ´topknot´ en dat negentig man nodig waren om het beeld te transporteren in twee maanden en op te zetten in drie maanden. Maar dan nog vraagt men zich of hoe die ´topknot´, ook wel pukao genoemd, op de hoofden zijn gezet.
Vervolgens gaan we naar Cavenas te Pahu, enorme grotten die gebruikt zijn om te schuilen tijdens de burgeroorlog. Op het eiland lopen veel paarden en ook wat koeien. Allemaal veulentjes, kalfjes, kuikentjes. Alles loopt los. Alleen op plaatsen waar ze niet mogen komen, zoals groentetuinen, zijn stukken afgezet.
´s Avonds eten we bij Du Pecheur, de duurste tent tot nu toe. Op zich niet erg, ware het niet dat het één van de minste maaltijden is op deze reis. Geen Nederlanders hier trouwens. Die hebben we alleen in San Pedro de Atacama gezien. En ook hier weer niet.
Vrijdag 11 novemberPaaseiland
De hele dag gaan we langs de zuidkust de verschillende plaatsen bekijken. In het busje zitten een paar dezelfde mensen als gisteren. Leuk.
Eerst naar Hanga Vaihu waar acht grote moai met het gezicht naar beneden liggen. Hun haarknotten liggen dichtbij. Af en toe zien we een moai zomaar ergens liggen. Deze blijkt tijdens het transport gevallen te zijn. In dat geval mag deze niet meer gebruikt worden, ook al is hij niet beschadigd. Ze laten hem dan gewoon liggen. De moai worden in de groeven afgemaakt, dan getransporteerd en op de plek zelf worden de ogen pas uitgehouwen en bewerkt. De ogen zijn gericht op een dorpje en zijn om de mensen te beschermen, denkt men. Men is steeds grotere beelden gaan maken en men kreeg steeds grotere problemen met het transport. De grote wegen n.l. wel zo'n zeventig ton.
Akahanga is een grote ahu (platform) waar ook moai's liggen. Alle moai's zijn neergehaald. Degene die nu staan, zijn allemaal gerestaureerd. Dat gaat nog steeds door. Er zijn ook resten van een dorpje, funderingen, oventjes (van altijd vijf stenen).
Dan rijden we naar Rano Raraku, ook wel de 'fabriek' genoemd. Het is een vulkaan waar de lijven van de moai uit de harde steen werden gehouwen. Hier staan de meeste, in diverse mate van afwerking, rechtop. Wel zijn ze tot hun schouders of nekken in de aarde begraven, zodat alleen de gezichten zichtbaar zijn. Sommige zijn slechts half afgemaakt. De grootste moai is eenentwintig meter. In de krater staan ook nog zo'n twintig beelden en aan de voet ligt een aantal gevallen beelden. Toen hier het werk stopte, waren er driehonderdtwintig moai compleet, maar niet opgericht of werd er nog aan gewerkt.
Van hieruit hebben we zicht op Ahu Tongariki. Eind vorige eeuw hebben Japanners vijftien moai opnieuw opgericht. Het is het grootste platform en is in 1960 door een tsunami helemaal verwoest. De meeste haarknotten liggen ver landinwaarts. Slechts één is er teruggeplaatst. Het grootste beeld is negen meter hoog. Erg indrukwekkend.
Daarna gaan we naar Ahu te Pito Kuro, de grootste moai ooit getransporteerd en rechtop gezet. Deze is de volgende die gerestaureerd gaat worden. Er ligt een grote gladde ronde steen die de 'navel van de wereld' wordt genoemd. Op het Playa Anakena aan de noordkust is Ahu Nau Nau waar zeven moai, vier met haarknot, rechtop staan. Op de achtergrond fonkelt de saffierblauwe zee.
Het valt ons op dat men hier op het eiland een andere begroetingswijze heeft, n.l. een (slap) handje in plaats van een kus zoals in de rest van Chili.
Zaterdag 12 novemberNaar Santiago
's Morgens gaan we internetten, want thuis wil iedereen een mailtje vanaf Paaseiland. We versturen een paar kaarten, maar ze hebben geen postzegels, alleen stempelmachines.
Bij het inchecken krijgen we, ongevraagd, ook de instapkaart voor de vlucht van morgen naar Temuco. Deze vlucht duurt 4,5 uur, een uur korter dan de heenvlucht, in verband met de altijd aanwezige westenwind.
Onze koffers zijn er zo snel, dat we vijftig minuten na landing al in ons hotel in het centrum van de stad zitten. Wij vinden het er frisjes. Het is onbewolkt en dan koelt het hier aan de voet van de Andes snel af.
We pinnen wat geld en gaan weer naar de Japanner. Dat is ons vorige keer goed bevallen. We drinken weer een andere witte wijn (€ 5,50). Alle wijnen smaken hier erg lekker.
Zondag 13 novemberNaar Pucón
Om 7:10 uur worden we opgehaald voor de vlucht naar Temuco, dat ruim 600 kilometer naar het zuiden ligt. We kunnen nog net ontbijten in het hotel. Omdat we gisteren al de instapkaart hebben gekregen, hoeven we alleen de bagage in te checken. Daar zijn aparte balies voor die een stuk sneller gaan dan de gewone incheckbalie. Gisteren kregen we geen zitplaatsen naast elkaar, omdat het zo druk zou zijn. Het toestel is meer dan half leeg
Het gaat wel verder en misschien komt het dan voller.
Het is bewolkt in Santiago, maar het vliegtuig zit hier snel boven en we vliegen langs de Andes naar het zuiden. We zitten aan de goede kant van het vliegtuig en zitten een uur lang met onze neuzen tegen de raampjes gedrukt om de besneeuwde bergen te bekijken.
In Temuco halen we de auto op en rijden naar Pucón, zo'n honderd kilometer naar het oosten. Het is hier veel groener dan in het noorden. De brem staat in bloeit, boterbloemen en koeien in de weilanden, bloeiende rododendrons. Het is bewolkt, maar niet koud. Grote rivieren vol met water en vissers. Velden vol met knalgeel koolzaad.
Het 4* Gran Hotel Pucón is een groot, pompeus hotel. We krijgen een kamer op de tweede verdieping aan de voorkant met een enorme badkamer. Even later worden we gebeld en moeten we naar een andere kamer. Er gaan onderzoeken plaatsvinden en daarom moeten wij naar een andere verdieping. Omdat zij de last veroorzaken, krijgen we een betere kamer op de vierde verdieping. De kamer is groter, de badkamer een stuk kleiner, maar nog steeds erg ruim en we hebben meerzicht. We kijken prachtig uit over de tuinen, het zwembad en daarachter het meer. Nou moet het nog zonnig worden...
In Chili spreekt men veel beter Engels dan in Argentinië en we drinken weer water uit de kraan. Hier hebben ze meer visrestaurants en we eten 's avonds paella. Heerlijk. Zoals het een goede paella betaamt, duurt het wat langer, maar het is de moeite waard. Samen met een fles witte Missionares-wijn, smaakt het uitstekend.
Maandag 14 novemberPucón
We worden laat wakker (9:00 uur) wat waarschijnlijk door het tijdsverschil met Paaseiland komt. Een ontbijt hmmm. Van alles en nog wat. Je kunt eieren of pannenkoekjes laten bakken, verse broodjes, rijkelijk beleg, vers fruit.
Aan de plassen op de weg te zien, heeft het vannacht behoorlijk geregend. En tijdens het ontbijt doet het dat weer. We besluiten dan ook om niet te gaan wandelen, maar een stukje te gaan toeren richting Argentijnse grens. De asfaltweg is prachtig met aan beide kanten de bloeiende metershoge gele brem met af en toe een rode struik ertussen. Zo mooi.
Bij Curarrehue slaan we linksaf de onverharde weg naar Reigolil naar het noorden in langs de Argentijnse grens. Het begint echter steeds harder te regenen en we besluiten maar om om te draaien. We zien (en voelen) een wiebelende hangbrug naar de overkant van de rivier, een paar mooi gekleurde ibissen en veel roofvogels.
's Middags struinen we door het centrum van Pucón. Het is dan droog geworden en nog steeds niet koud. Men houdt hier geen siësta en het is druk op straat. Met het oog op Antarctica besluiten we om een sweater te kopen. We kopen een mooie zwarte met een afbeelding van Torres del Paine waar we later deze reis nog zullen komen.
Op een terras drinken we bier. Al snel wordt de parasol opengeklapt tegen de regen die zo nu en dan valt. De temperatuur is hoog genoeg om buiten te blijven zitten. Het weer wisselt erg snel. Af en toe trekt het helemaal open en denken we dat de rest van de dag prachtig wordt, maar vijf minuten later is het weer bewolkt. Ook hier treffen we geen Nederlanders. We blijven ons daarover verbazen.
's Avonds wordt het om 21:00 uur donker en rond die tijd gaan we eten. Er is heel raar licht en de zon komt net onder de wolken vandaan en staat heel laag. Een hele vreemde kleur die niet lang duurt. Martijn neemt biefstuk en 500 gram is een normale portie. De rode Missionares-wijn smaakt ook goed.
Dinsdag 15 novemberPucón - N.P. Huerquehue
Het is zowaar een stuk lichter buiten dan gisteren en er zijn veel meer bergen te zien. Het is niet helder, maar het lijkt ons uitstekend wandelweer. Daarom rijden we na het ontbijt naar N.P. Huerquehue, zo'n 35 kilometer verderop. Onderweg zien we nog veel meer knalgele brem. We ruiken hem zelfs in de auto met de ramen dicht. Het nationale park heeft zeventien lagunes en kleine meren. De ingang (2200 pesos p.p.) is bij het Tinquilco-meer op 750 meter. Om bij de meren Chico, Verde en Toro te komen, zullen we ruim zeven kilometer moeten lopen (en ook weer terug) en ruim vijfhonderdvijftig meter moeten klimmen.
Het pad is goed en alles staat prima aangegeven. We zien een enkele andere wandelaar. Eerst gaan we vierhonderd meter het pad af voor de waterval Nido de Águila waar water genoeg is voor een mooi gezicht. Het pad gaat gestaag omhoog en omdat het gisteren zo geregend heeft, zijn sommige stukken enorme modderpoelen. Het is erg groen. Veel kleine vogeltjes die veel geluid maken.
Eerst komen we bij Chico, dan gaan we door naar Verde en Toro is het laatste meer. Bij Chico mogen we niet de lange kant nemen, omdat daar teveel sneeuw ligt. Er ligt ook sneeuw op het pad tussen de meren Verde en Toro. Het weer wordt beter en soms zien we zelfs de zon. Bij de uitzichtpunten zien we op de terugweg zowaar de Villarica-vulkaan goed liggen. Er ligt wel een band bewolking om z'n middel maar de top is goed te zien. Er komt rook uit.
We zien prachtig gekleurde kevertjes, nog meer ibissen, de meren zijn erg helder. Veel araucarias, bomen die tussen de vijfhonderd en duizend jaar oud zijn.
Op de terugweg bekijken we waterval Trufulco. Nog meer water. Onderaan gekomen, blijken er ineens honderden campinggasten aangekomen te zijn met talloze tentjes. Bijna allemaal schoolkinderen. Totaal hebben we vijf uur gelopen.
In Pucón is de Villarica-vulkaan niet te zien door de wolken. Het is wel zonnig en meteen warm. Maar als we eenmaal op een terras zitten, trekt het snel weer dicht. We eten schelpdieren en zeepaling.
Alles bij elkaar een prachtige dag.
Woensdag 16 novemberNaar Puerto Varas
Het regent weer. Hadden wij gisteren even mazzel. Vandaag rijden we verder naar het zuiden, naar Puerto Varas, zo'n 320 kilometer. Het weer wordt beter.
Weer hebben we een 4* hotel en een kamer met meerzicht. Het is droog, maar de bergen aan het meer zien we niet door de wolken.
We kuieren het dorpje door, maar niet zo lang. We hebben morgen nog een hele dag. In het hotel drinken we een pisco sour die we aangeboden krijgen. We zitten mooi te kijk in de serre aan de straatkant waarbij we prachtig zicht hebben op het meer. Even later wordt onze huurauto opgepikt door iemand die moeilijk te verstaan Spaans spreekt. Het zal allemaal wel goed komen.
's Avonds eten we bij restaurant El Mercado. Het eten (vis) is prima, maar het is erg commercieel. Als je niet uitkijkt, sta je binnen twintig minuten weer buiten. Ze raden allerlei duurdere gerechten en drankjes aan dan wij gekozen hebben en die wij niet nemen. Bij het afrekenen zegt de mevrouw dat de service niet inclusief is en dat die 10% is. Bij meenemen van het geld, zegt ze het nogmaals en als ze het wisselgeld geeft nog een keer. We vinden de service niet meer goed en stoppen de tip (10% is normaal) die al klaar ligt, weer in onze portemonnee. We vragen ons af of ze dat tegen iedereen zegt of alleen tegen ons, de enige buitenlanders hier.
Donderdag 17 novemberPuerto Varas
Een rustige dag in Puerto Varas. Het weer is zo zo. Soms wat regen, soms wat zon, soms wind. Zo weet je echt niet wat je aan moet trekken. We wandelen uitgebreid het langgerekte dorp door en winkelen wat. Verder pakken we de koffers opnieuw in, doen een wasje, maken de schoenen schoon, internetten en laden batterijen op. Een klusjesdag.
's Avonds drinken bij pub Pim's bier tijdens happy hour. Maar dat geldt blijkbaar niet vandaag. Maakt niet uit. Het is er wel gezellig en we zien verschillenden mensen Mexicaans eten. Dat ziet er zo goed uit, dat wij dat ook doen. Heerlijk. Jammer, dat we hier gisteren ook al niet waren. Na 21:00 uur loopt het aardig vol met 'plaatselijken'.
Vrijdag 18 novemberNaar San Carlos de Bariloche (Argentinië)
Vandaag gaan we met een tour naar Bariloche in Argentinië. We worden in het hotel opgehaald en gaan eerst een stuk met de bus naar Petrohué. In het begin zien we de Osorno-vulkaan redelijk liggen. We zien de onderste sneeuwlaag, maar daarna wordt het grijs. Het is allemaal wel commercieel. Je moet 1500 pesos betalen om een stukje in het park te mogen lopen. We geloven het wel en doen dat niet. Ondertussen wordt de bagage naar de boot gebracht en varen we in bijna twee uur naar Peulla. Onderweg zien we een waterval. Niet veel meer, want er hangt laaghangende bewolking. Soms spettert het even. In Peulla moeten we ruim twee uur wachten. Je kunt er lunchen, maar dat willen we helemaal niet. Het regent en we nestelen ons in twee leunstoelen met een boek. Daarna rijden we met de bus naar de grens. Eerst wachten bij de Chileense kant en dan bij de Argentijnse. Het blijft regenen. Een klein stukje varen we weer met een boot en dan weer een stukje met de bus. Dan weer wachten (drie kwartier) op de laatste boot. Het laatste half uur in de bus is het al donker. Wel worden wij gelukkig als eersten bij het hotel afgezet (om 21:45 uur). Het regent nog steeds en het waait hard. In een halve dag is het herfst geworden. Al bij al viel het tegen. We hebben tussendoor lang moeten wachten en we zagen erg weinig door de regen. Het schijnt hier tweehonderdveertig dagen per jaar te regenen en is een dag als vandaag 'normaal'.
's Avonds eten we bij Jauja, een Beiers/Zwitsers uitziend restaurant, zoals die er hier veel zijn. De gerechten komen ook uit die landen en wij genieten er van. Het is weer eens wat anders.
Zaterdag 19 novemberSan Carlos de Bariloche
Het is zowaar helder en zonnig, zodat we alle sneeuwbergen aan de andere kant van het meer kunnen zien. Wel waait het erg hard. Veel witte schuimkoppen op het meer.
Hotel Tres Reyes ligt aan het meer en vanuit de ontbijtruimte kijken we mooi uit over het Nahuel Huapi-meer en de besneeuwde toppen. Het is 12º.
We wandelen uitgebreid de plaats door die vrij groot is. Er zijn veel, heel veel chocoladewinkels (en veel chocoladefondues in de restaurants), veel zoetigheden, veel huizen in chaletvorm, sint-bernardshonden op het plein. De zoete walmen van de chocolade komen uit de winkels en voor een foto van een sint-bernardshond moet je betalen. Ook hier zien we weer koffiebars waar je koffie drinkt al staande aan de bar. En nog steeds geen Nederlanders, die we normaal gesproken altijd en overal tegenkomen. Het is een gezellige plaats. Martijn kijkt voor een shirt, maar ze hebben overal dezelfde en allemaal zijn ze lelijk met van de rare honden en schapen er op. Dan maar niet.
We krijgen een gratis drankje in de hotelbar. Het barmeisje spreekt zo weinig Engels, dat ze ons kamer nummer 'one one one' vertaalt met 'dos dos dos'.
Zondag 20 novemberSan Carlos de Bariloche
Vandaag gaan we 'Circuito Chico' doen. Zestig kilometer langs het Nahuel Huapi-meer met een vrij volle bus met oude mensen. Eerst rijden we naar Cerro Camparario, waar we met een stoeltjeslift naar 1050 meter gaan in acht minuten. Het regent een beetje, maar we kunnen nog genoeg zien. Boven kijken we uit over de meren Nahuel Huapi en Perito Moreno. Het uitzicht is prachtig, veel water, sneeuwbergen en het voordeel van de regen is, dat er een zeer heldere, hele regenboog staat. Heel erg mooi. We zijn net op tijd, want met de minuut trekt het verder dicht. We zijn tevreden: we hebben genoeg gezien en het had veel slechter gekund (maar ook beter uiteraard). We stoppen bij een mooi uitzichtpunt (regen) en bij een kerk waar we uitzicht hebben over het beroemdste hotel van deze streek, Llao Llao. Met de besneeuwde bergen op de achtergrond en de bloeiende gele brem en gouden regen overal in het landschap, en het mooie hotel, is dit een mooi plaatje.
Goed 12:00 uur zijn we weer terug bij het hotel.
Volgens het weerbericht zou het vandaag regenen, dus het valt nog mee. Echt nat zijn we niet geworden.
's Middags regent het wel hard en aan een stuk door. Op deze manier kan het in het voorjaar (mei) weken achter elkaar regenen.
Bij El Pilgrim drinken we een biertje. Een gezellige Ierse pub met verschillende soorten tapbier. We krijgen er een schaaltje pinda's bij en we bestellen een portie nachos met kaas. Erg lekker.
's Avonds eten we bij Familie Weiss, een Zwitsers restaurant. Het eten komt al als we net het eerste slokje van de wijn drinken. Maar dat is het enige minpuntje. We eten overheerlijk met plaatselijke streekgerechten als goulash met pasta en wildzwijn met paddestoelensaus. Erg lekker.
Maandag 21 novemberBariloche
Een lange tocht naar het noorden met een klein busje. Een tocht die 450 kilometer zal worden en elf uur gaat duren.
Het weer is redelijk, droog. Zodra we twintig kilometer buiten Bariloche zitten, schijnt opeens de zon en is het landschap en, dus ook het klimmaat, totaal verschillend. Een hele andere vegetatie en veel en veel droger dan in Bariloche. Erg vreemd. Je kunt bijna een lijn trekken bij die overgang. Eerst rijden we naar Villa La Angostura aan het Lago Nahuel Hapi, een klein dorpje met overwegend houten huizen en winkels. Het heeft een Alpenuitstraling. Maar het regent ondertussen en dan hebben we het snel gezien. Vervolgens nemen we de 'weg langs de zeven meren' naar San Martin de los Andes. Een hele mooie weg met prachtige meren. Het regent nog steeds, maar dat bederft het uitzicht niet echt. Nog steeds veel brem, en zo nu en dan ook oranje calafate, een kleine bessenstruik die later blauwe bessen gaat dragen. We rijden door regenwoud met hoge bomen. Na San Martin rijden we verder naar het noorden naar N.P. Lanin. Ook hier weer hele andere vegetatie en weer droog weer. Vrij kaal, lage bosjes en struikjes. Hier zit meer wild en we zien wat herten, guanaco's, flamingo's, caracara's, haviken en een condor (slechts een klein stipje, maar toch). Twee rivieren komen bij Confluencia samen die totaal verschillende van kleur zijn. Een blauwe en een grijze. Een heel stuk loopt dat mooi langs elkaar voordat ze mengen. Aan de overkant van het meer zien we Bariloche zwaar in de wolken liggen.
's Avonds eten we biefstuk met Hongaarse kip in poestasaus met rösti en zuurkool (waar volgens Martijn teveel kummel in zit en Lia alles mag opeten). Mmmm. Vanavond is het een stuk drukker op straat dan gisteren, omdat het nu droog is.
Dinsdag 22 novemberNaar El Calafate
Na het ontbijt wachten we in de lounge van het hotel op het busje dat ons naar het vliegveld zal brengen voor de vlucht naar El Calafate, 1000 kilometer zuidelijker.
We kijken mooi op het meer uit (regen) en werken het dagboek bij en internetten nog even (gratis in het hotel voor de gasten). Op het vliegveld moeten we lang wachten: 2,5 uur vertraging. Het valt ons op dat alle vluchten van Lan op tijd gaan en dat alle vluchten van Austral forse vertraging hebben. Wij hebben mazzel met 2,5 uur.
In El Calafate is het gelukkig droog en schijnt de zon. Het is wel fris, maar dat is niet erg. We zijn ondertussen gewend om pas na 21:00 uur te gaan eten en zijn dan ook erg verbaasd als goed 20:00 uur alle restaurants al vol zitten. Het kost ons moeite een plekje te vinden . Bij de eerste worden we niet geholpen en gaan we na vijftien minuten weg. We eten bij een kleine Italiaan. De biefstuk is niet goed, het lam wel. Zelfde prijzen als in Bariloche. Het is 's avonds tot 22:00 uur licht.
Woensdag 23 novemberNaar El Chaltén
Bij de papieren van de reisorganisatie die we gisteren hebben gekregen, zaten geen bustickets naar El Chaltén. Maar alles is wel geregeld. We hebben een wat ruimere plaats omdat we (toevallig) bij een noodraam zitten. De bus zit vol en vertrekt om 7:30 uur. Het is mooi weer, lichtelijk bewolkt, niet te koud. De prachtige rit voert grotendeels over onverharde wegen, totaal tweehonderddertig kilometer, over de Patagonische steppes langs de grote gletsjermeren Argentina en Viedma. Onderweg zien we een paar mara's (pampahazen), verschillende groepjes guanaco's en een vijftal nandu's (Zuid-Amerikaanse struisvogels). Twintig kilometer voor El Chaltén maken we een fotostop. Prachtig besneeuwde bergen, de Viedma-gletsjer en de toppen van de Fitz Roy. Niet helemaal wolkeloos, maar erg goed te zien. Er zijn hier twee beroemde toppen: de Cerro Torre (3100 meter) en de Fitzroy (3404 meter). Vlak voor het dorp stoppen we bij het informatiecentrum waar we allemaal een kaart krijgen en waar van alles verteld wordt over wat we kunnen/moeten doen. Altijd warme en regenkleding meenemen, want het weer kan hier erg snel omslaan. Ook is het gebied berucht om z'n straffe wind. Het busstation zit bij ons in het hotel, Fitz Roy Inn. Is dat even handig. We maken een rondje door het dorp dat maar weinig voorstelt (het is dan ook het grootste deel van het jaar verlaten) en voelen de koude, harde wind. De zon schijnt nog wel en daardoor is het redelijk aangenaam. Dat het weer snel kan omslaan, merken we na de siësta. De zon is weg en de wolken zijn erg laaghangend. En het sneeuwt zelfs een beetje! We halen onze sjaals, mutsen en handschoenen tevoorschijn voor de wandeling van morgen.
Later regent het en het blijft hard waaien. We drinken zelfgebrouwen bier in een kroegje met gratis popcorn en olienootjes.
We eten vlakbij het hotel. We treffen twee dames die we al eerder in San Pedro en in Santiago hebben ontmoet.
Als we klaar zijn, is het droog, is de wind gaan liggen en is het opgeklaard. Hoger in de bergen heeft het gesneeuwd.
Donderdag 24 novemberEl Chaltén - Fitz Roy
Een wandeldag. Het heeft 's nachts in de bergen gesneeuwd en er is laaghangende bewolking. Weinig uitzicht. Om 9:00 uur vertrekken we in de (mot)regen. We maken de wandeling 'Fitz Roy' waar je, als het helder is, de berg mooi moet kunnen zien. Het eerste anderhalf uur stijgen we driehonderdvijftig meter. Als we omhoog gaan, houdt het snel op met regenen en er is geen wind. Heerlijk wandelweer dus. We zien een zwarte specht met een knalrode kop en een witborstcaracara die net een andere vogel heeft gevangen. Hij is de veertjes nog aan het plukken. Mooie vergezichten over het dal met de rivier en het dorpje. De Fitz Roy is redelijk te zien en ook de vlakbij gelegen gletsjer Pedras Blancas. Regelmatig horen we een enorm gerommel als er stukken van de gletsjer afbreken. We zien dat echter niet. Het is hier duidelijk nog vroeg in het seizoen. Alles is nog niet zover uitgelopen. Wel bloeien er veel bloemen. Later ligt er sneeuw in de berm en zijn er ijzige boomstronken waar we overheen moeten. Op de heenweg komen we amper iemand tegen. We moeten hetzelfde pad terug, dus we kunnen kiezen wanneer we teruggaan.
Bij het Rio Blanca-punt, een kleine drie uur verder, besluiten we nog naar Lagune de los Tres te lopen, vierhonderd meter hoger. Na tweehonderd meter en een half uur verder wordt het pad echt slecht en glibberig en draaien we om en gaan terug naar beneden. Het begint te sneeuwen. Dan komen we veel mensen tegen die allemaal nog omhoog gaan. Wij vonden dat we al laat waren. We zien twee condors hoog boven de rotsen zweven.
Als we bij het beginpunt aankomen, begint het weer te regenen. We hebben tweeëntwintig kilometer gelopen en zijn zeven uur onderweg geweest.
Na wat biertjes gaan we dicht bij het hotel eten vanwege de regen. Nu gaan we naar Fitz Roy Restaurant dat bij ons hotel hoort. Lia kiest een of andere plaatselijke specialiteit, maar die is er niet. Als Martijn's keus, lamsvlees, er ook niet is, stappen we op en gaan naar La Casita aan de overkant waar we gisteren ook gegeten hebben. Het lamsvlees komt op een kleine parrillade (een oventje met kooltjes) op tafel met allerlei verschillende stukjes lam. Lekker.
Vrijdag 25 novemberEl Chaltén - Fitz Roy
Vandaag wandelen we naar de gletsjer Grande, twintig kilometer heen en terug, zes uur onderweg. Wat minder hoog dan gisteren. En meer regen. Het begint goed, maar bij de gletsjer regent het. De gletsjer ligt verder weg dan wij verwacht hadden, aan de overkant van het meer, en door het slechte zicht, niet goed te zien. Wel een paar mooie ijsbergjes in het meer. Onderweg zien regelmatig wat grote konijnen (of zijn het hazen), een hele zwarte specht en een paar condors, hoog in de lucht. Het pad is wat modderiger, wel vlakker dan gisteren. Geen zicht op de berg Cerro Torre. Jammer. Wel een lekkere wandeling.
's Avonds eten we in het café. We bestellen een schotel met gerookte hapjes. Lekker met zalm, forel, hert, everzwijn, kaas, worst, kaassausje en wat groente in olie en knoflook. Het regent weer in het dorp. Dat doet het elke dag tegen de avond.
Zaterdag 26 novemberNaar El Calafate
Met de bus terug naar El Calafate om 6:30 uur. Het regent nog steeds (en heeft dat volgens ons de hele nacht gedaan), maar onderweg houdt dat snel op en gaat de zon schijnen. Dat mooie zicht van de heenweg op de bergen is er vandaag niet. Onderweg zien we weer verschillende groepjes nandu's, ibissen en roofvogels en wat guanaco's.
Tegen twaalven zijn we terug in hostería Posta Sur. We zetten de spullen op de kamer en gaan het dorp in. We kopen een boek met plaatjes over de dieren en planten van Patagonië, die we verschillende gidsen al hebben zien gebruiken. Het is zonnig met een harde wind. Bevalt ons toch beter dan de regen. Daarna gaan we naar Laguna Nimez (entree twee hele pesos) en lopen in een uur een rondje om het meer. We zien veel ibissen, grote ganzen, flamingo's, eenden, zwanen en roofvogels. Er is zelfs een havik die ons aanvalt, waarschijnlijk heeft hij vlakbij een nestje. Hij raakt ons niet, maar scheert vlak boven onze hoofden.
Tegen zessen gaan we wat drinken en kijken uit naar Wilma en Jan. We hebben ergens om 19:00 uur afgesproken, maar we zien ze al eerder lopen. Onder het drinken vertellen we elkaar van de afgelopen weken. We zijn op veel dezelfde plaatsen geweest en dat maakt het extra leuk. We eten nog wat en dan is het alweer tijd voor het afscheid. Het was erg gezellig.
Zondag 27 novemberEl Calafate - Perito Moreno
We gaan eindelijk naar de Perito Moreno. Daar hebben we eigenlijk al jaren naar uitgekeken. Maar jaren geleden was het hier zo duur, dat we toen niet gegaan zijn.
Eerst moeten we tachtig kilometer met de bus. We worden stipt op tijd opgehaald. Hadden Wilma en Jan een gids die geen Engels wilde praten omdat er maar drie Engelssprekenden zijn, wij treffen een betere. Wij zijn de enige Engelstaligen en ze heeft speciaal voor ons de stoelen achter haar gereserveerd, zodat ze makkelijk met ons kan praten. Als de Perito Moreno in zicht komt, begint de rest van de bus (achttien man) te klappen. Waar klappen ze nou voor? Stelletje malloten!
Bij de eerste stop zijn we nog zes kilometer van de gletsjer verwijderd en we zien er maar een klein stukje van, maar de aanblik is overweldigend. Wat een sneeuw/ijsmassa. We gaan eerst met een bootje over het afgesloten meer. De gletsjer is zo speciaal omdat hij niet in het water uitkomt, maar op het land. Daardoor wordt een deel van het meer afgesloten van de rest. Het waterpeil stijgt hier veel meer en er is nu een verschil van vier meter. Als het teveel wordt, breekt de dam op een gegeven moment door.
Het is een grijze lucht, maar de zon schijnt wel en er is geen wind. Heerlijk weer. De aanblik is fantastisch. Al dat wit met die prachtige blauwe stukken erin. Geweldig. Op het eind zien we een stuk afbreken, maar dan zijn we te laat om dat vast te leggen. We zijn bezig met het filmen van het opspattende water als er vlakbij nog een stuk afbreekt. En dat staat er dus wel goed op. Er drijven wat ijsbrokken op het water, afgebroken stukken gletsjer.
We rijden verder naar het uitzichtpunt. Hier hebben we twee uur om bij de verschillende punten rond te kijken. De ene kant staat loodrecht omhoog, de ander is meer gevarieerd. We gaan naar de noordkant waar de gletsjer het land opkomt. Overal kraakt het en lekt er water. Regelmatig hoor je knallen als er kleine stukken in het water plonsen. Het lijkt op vuurwerk. Wij wachten op de grote stukken. We staan op een goede plaats, want er vallen veel stukken naar beneden. Met veel geweld glijden ze in het water, soms een grote vloedgolf veroorzakend. Het is geweldig spectaculair. Je hoort het eerst knallen, snel rondkijken, wat waar gaat glijden en toestel in de aanslag. Een paar vallende brokken hebben we goed op de foto en video. Erg de moeite waard.
We zien wat mooi gekleurde vogeltjes, drie papegaaien, wat condors en haviken. Een hele dag zijn we onderweg geweest: van 10:00 uur tot 18:00 uur.
's Avonds eten we bij La Cocina. Erg goed.
Maandag 28 novemberEl Calafate - Upsala-gletsjer
Excursie naar de Upsala-gletsjer. Weer een stukje met de bus en dan op een boot. Wilma had het over een hele grote boot met wel driehonderd man. Wij hebben een veel kleinere die maar half vol is, een man of vijftig. Wel lekker. Goed 8:00 uur vertrekt de catamaran. Hij (of zij) vaart lekker snel. We krijgen een ontbijt geserveerd. Dat wisten we niet, maar al snel zal blijken, dat we meer van deze dag niet weten.
Het eerste stuk is niet spannend. Dat komt als de eerste ijsbergen in zicht komt. Die is nog vrij klein, maar al snel volgen hele grote. En steeds meer. Fascinerend. Sommige zijn erg blauw, sommige helemaal geaderd en sommige hebben een onderdoorgang.
Het is bewolkt weer.
Soms gaat de boot erg langzaam om ons te laten fotograferen of als er teveel ijsgang is. Bij de Upsala-gletsjer liggen we een hele tijd stil. Erg, erg indrukwekkend. Wat een ijsmassa. Dan varen we verder naar Estancia Cristina. Volgende verrassing: we gaan met vierwielaangedreven auto's naar Refugio Upsala. Prachtig landschap. Wat hazen, condors, andere vogels en wilde paarden. Bij de Refugio (een keet) lopen we een stukje voor nog een aanblik op de Upsala. Het is hier boven zo winderig, dat we moeite moeten doen om overeind te blijven. Fris windje. Bij de Refugio krijgen we een kopje wortelsoep met een broodje (verrassing). Daarna weer een uur terug naar de Estancia. Daar krijgen we een lunch (verrassing). En wat voor een. Empanada's, broodjes, lam, kip, salade, wijn (alles zoveel als je wilt), karameltoetje, appeltaart met room, koffie en thee. Pfff. We kijken nog even in het museum, dat weergeeft doe de familie hier vroeger leefde en boerde.
Het is al half zes als we de terugreis aanvaarden. Om 20:00 uur zijn we weer in het hotel. Na het douchen gaan we nog wat drinken. Honger hebben we niet. Voor de smaak nemen we een schoteltje met ham (erg lekker) en kaas. Voor de wc krijg je een sleutel mee die ergens buiten staat.
Dinsdag 29 novemberNaar Puerto Natales (Chili)
Met de bus gaan we naar Puerto Natales in Chili. De bus vertrekt om 8:30 uur en zit vol. Het grootste deel van de weg is geasfalteerd. Het landschap is kaal, wat heuvels, wat polletjes. Dat is het. Verschillende nandu's en guanaco's zien we wel. Soms wat regen, soms wat zon. Wel een mooie rit.
De grens duurt zo'n anderhalf uur voor beide kanten. De grote bagage wordt helemaal niet gecontroleerd.
Om 14:00 uur zijn we in Puerto Natales waar we in hotel Glaciares, net buiten het centrum en vlak bij de haven zitten. We wandelen wat door het dorp, maar het is siësta en weinig te beleven dus. We maken wat foto's van de vele zwartnekganzen in het water en houden ook siësta.
's Avonds eerst op zoek naar een kroegje. Is er niet echt. Bij een restaurant staat ook een bordje bar en ze hebben schop (tapbier) en men vindt het prima. De anderen zitten wel allemaal te eten, maar zolang het niet vol zit, zijn ze waarschijnlijk blij met elke gevulde tafel. Dat trekt tenslotte andere toeristen.
We gaan even bij het reisbureau langs, want we weten nog niet hoe laat we morgen weggaan. Eten doen we bij Don Carlito, een soort snackbar lijkt het, maar er staat dat ze ook vis hebben. En dat is er. Wat een hoeveelheid krijgen we. Martijn een groot stuk zalm overgoten met schelpdieren en Lia een grote bak met alleen maar schelpdieren. En het smaakt heerlijk. We drinken er rode wijn. We kunnen kiezen uit kleine en grote glazen. We nemen de grote: een limonadeglas helemaal vol en dat kost maar 800 pesos (€ 1,25). Totaal zijn we 13.000 pesos kwijt. Erg goedkoop voor Chili. Meestal zitten we rond de 20.000 pesos.
Woensdag 30 novemberNaar Torres del Paine
Goed half acht worden we opgehaald voor de transfer naar het N.P. Torres del Paine, zo'n tweehonderdveertig kilometer. Wij denken dan dat we er om een uur of elf wel zullen zijn, maar er zijn weer verrassingen. Het is zowat een privé-tour met een klein busje samen met een stel Fransen. Eerst gaan we naar de grot van Milodon, een tweehonderd meter diepe grot, die beroemd is vanwege de vondst van huid en botten van een milodon, een gigantisch prehistorisch zoogdier, dat acht à tienduizend jaar geleden is uitgestorven. Er is niet veel te zien, alleen een replica van de milodon die nu in het Brits Museum staat.
Vervolgens stoppen we in Cerro Castillo, het dorpje op de grens met Argentinië. Er is niet veel te doen we gaan koffie drinken. Dan sightseeing over de mooiste wegen van het park. We stoppen op verschillende uitzichtpunten. Het is zonnig, geen helderblauwe lucht, maar alle toppen zijn helder te zien. Wij zijn er allang blij mee. Onderweg voor het park zien we hele kuddes koeien en schapen. Bij de ingang van het park zit een vos heel dichtbij en we zien een stuk of twintig nandu's en honderden guanaco's in allerlei houdingen en met kleintjes. Sommige zitten vlak langs de weg en lopen amper weg. De entree van het park is inclusief, terwijl dat volgens onze informatie niet zo zou zijn. We maken een kleine wandeling naar een waterval en zien ons hotel in het meer in de verte al liggen. Het ligt er prachtig tegen de donkere bergen.
Hotel Pehoé ligt op een eiland met een brug, waar de auto's niet over heen kunnen en de bagage gaat op kruiwagens. De rit eindigt met een lunch. Ook dat wisten we niet. We waren al van plan geweest om te gaan eten, we zaten aan tafel, maar kregen geen kaart. En opeens komt er allerlei eten: soep, iets wat het meeste lijkt op hutspot met klapstuk en ijs toe. Flesje water erbij. Alles inclusief. We vinden het wel grappig.
We maken een korte wandeling naar een uitzichtpunt, waarvoor we tweehonderdzeventig meter moeten klimmen. Het is erg de moeite waard, want boven op de top hebben we prachtig uitzicht over het meer met daarin het eiland met ons hotel en de besneeuwde bergen op de achtergrond. Zelfs de lucht is nu grotendeels blauw. We blijven maar kort op de top, want we worden er zowat afgeblazen. We hebben moeite om overeind te blijven. We gaan iets lager wat foto's maken in de luwte van de berg, zodat we tenminste onbewogen foto's krijgen.
In de lounge van het restaurant drinken we een biertje. Net als beneden hebben we hier schitterend uitzicht over het meer en de bergen. Daar krijg je niet snel genoeg van. Buiten is een schilder bezig. Hij bouwt op een hele gammele steiger, die steunt op een paar plankjes in het water. Een ladder die er schuin tegen aan gebonden staan, moet de boel in evenwicht houden. Die schilder staat goed te wiebelen op dat wankele geval, maar hij heeft er blijkbaar geen moeite mee en zal het wel gewend zijn.
Het is hier zo verlaten, dat je wel in het hotel moet eten. Iets anders is er niet in de buurt. Ze hebben alle tafels genummerd en zo plaats voor je gereserveerd en je moet op zoek naar jouw tafel. Ze hebben zoveel tafels als er kamers zijn en zo voorkom je dat iedereen om 20:00 uur staat te dringen voor een plaatsje aan het raam of dat er twee personen aan een vierpersoonstafeltje gaan zitten. Vele keus is er niet: twee voor-, twee hoofd- en twee nagerechten. We nemen elk een ander hoofdgerecht: steak en vis. Smaakt prima. Wijntje erbij.
Donderdag 1 decemberTorres del Paine
We willen gaan wandelen en daarvoor moeten we eerst met een boot het Pehoé-meer over en dan naar de Grey-gletsjer. De boot vaart 's morgens om 9:30 uur vanaf ... 1 december. Treffen wij dat even.
Na het ontbijt lopen we naar de boot, iets meer dan vijf kilometer. De boot zit vol met backpackers die hier rond gaan trekken. Een half uur varen we met de boot over het meer en dan wandelen we naar het uitzichtpunt over de Grey-gletsjer, twaalf kilometer lopen en ook twaalf kilometer weer terug. Het is bewolkt en er staat op sommige stukken een harde wind. Op de heenweg hebben we die tegen. Het is een goed pad dat lichtelijk op en neer gaat, nooit hoger dan 300 meter. We lopen een stukje door een canyon, soms een bosje, meestal open gebied. Het is niet koud, ook geen koude wind, maar wel een harde. In het Lago Grey liggen verschillende ijsschotsen. Soms zijn er uitzichtpunten. Welke kant je ook op kijkt, overal om ons heen zien we besneeuwde bergen. Het voordeel van de lente is, dat er zoveel bloemen bloeien. Erg mooi.
De gletsjer zien we vanaf een afstandje. Vlakbij is een refugio waar we een cola drinken voordat we aan de terugtocht beginnen. We moeten de tijd in de gaten houden, want de enige boot terug gaat om 18:30 uur. Die halen we makkelijk en ook hier is een refugio. Nu halen we een biertje. Dat hebben we wel verdiend na dertig kilometer lopen. Als we vanaf de boot teruglopen naar het hotel, gebeurt wat we stiekem hadden gehoopt: we krijgen een lift (van een Frans stel). Lekker.
Vrijdag 2 decemberNaar Punta Arenas
We gaan naar Punta Arenas, de meest zuidelijke stad van Chili. We rijden driehonderdvijftig kilometer naar het zuidoosten. We zien weer volop guanaco's, nandu's en ook een paar flamingo's. We komen door de steppe waar slechts af en toe een eenzame estancia te zien is. In Punta Arenas zitten we in hotel Tiera del Fuego, midden in de stad. We eten een broodje, slenteren door de straten, overal hangen en staan verkiezingsborden voor de verkiezingen van volgende week. Daarna houden we siësta.
De meeste bars gaan pas om 19:00 uur open, maar gelukkig vinden we Café Irlandés. We nemen een pincher en bekijken en bespreken de overige gasten. We eten bij Asturias. We tellen eerst ons Chileense geld en bestellen dan. Omdat we nog genoeg pesos hebben, nemen we ook een voorgerecht: zeer rijk gevuld vissoep en Griekse salade met Spaanse ham. Daarna pasta met vis en aal met (heel erg veel) knoflook. Fles wijn erbij. We nemen altijd de goedkoopste, want die vinden we altijd lekker. Dus waarom zouden we een dure nemen. Tot op de laatste 'cent' zijn de pesos op. Men krijgt eigenlijk iets te weinig fooi, maar we hebben niet meer.
Zaterdag 3 decemberNaar Ushuaia (Argentinië)
's Morgens kuieren we door de stad en lopen een enorme supermarkt binnen. Het doet Amerikaans aan met al die grote hoeveelheden. Daarna nemen we een kijkje op het kerkhof. Ook hier allemaal huisjes en praalgraven. Erg goed verzorgd met veel bloemen, vaak van plastic. Het ziet er erg kleurig uit.
We vliegen naar Ushuaia in Argentinië, de zuidelijkste stad op aarde, 3200 kilometer ten zuiden van Buenos Aires. Wij vliegen met Lan. Bij mensen voor ons bij het inchecken was een vlucht naar Ushuaia geannuleerd vanwege een staking. Zal wel met Austral zijn geweest. Die hadden vorige week ook al problemen. Er worden daar mensen ontslagen en men houdt acties. De vlucht gaat volgens plan. Als we Ushuaia in rijden, zien we in de baai de bark Europa al liggen, waar we de komende weken mee naar Antarctica zullen gaan. Die is gelukkig binnen. Net als wij.
We zitten in hosteria Linares, aan de rand van het centrum. Een 2* hotel, maar vergeleken met het 4* hotel van gisteren, kunnen we alleen constateren, dat de kamer een stuk kleiner is, maar nog steeds ruim. Het ziet er allemaal goed verzorgd en erg gezellig uit. Meer een familiehotelletje. Heel vriendelijke mensen.
We wandelen het centrum in. Veel winkeltjes, wel gezellig. Wat cafés. Bij de Ierse Pub drinken we bier. Bij Tia Elvira gaan we eten. Goed half negen zit het al helemaal vol met toeristen. We bestellen o.a. centolla, de enorme koningskrab. Valt, zeker gezien de prijs, tegen. De zalm met roquefortsaus is overheerlijk. Hier staat ineens 'cubierto' op de rekening en ook de fooi van 8% hebben ze er al opgezet. Met de 'cubierto' (€ 2) zijn we het helemaal niet eens. Dat gebeurt nergens in Argentinië. Pure geldklopperij. Wel staat op de kaart dat je evt. de fooi mag wegstrepen, als je het er niet mee eens bent. En dat doen we dus. Zo krijgen ze minder, dan dat ze eigenlijk gekregen zouden hebben. Het is er ook te commercieel. Het eten komt veel te snel. Tijdens het eten begint het sneeuwen. Een paar dames is helemaal in extase en gaat voor de ramen staan kijken. Waarschijnlijk hun eerste keer dat ze sneeuw zien.
Zondag 4 decemberUshuaia - N.P. Tiera del Fuego
Het is zonnig en op de bergen is goed te zien dat het gisteren gesneeuwd heeft. We worden opgehaald voor een tocht door het N.P. Tierra del Fuego. Na een half uur stoppen we bij de trein, een kopie zoals die vroeger door de gevangenen is gebruikt. Die trein word je eigenlijk door de strot geduwd. Hij is niet inbegrepen in de prijs, maar je kunt ook niet anders. Ja, anderhalf uur in de bus gaan zitten. En hij is te duur: 50 pesos (€ 14) p.p. En hij is nep, hij komt niet eens op eigen kracht het heuveltje op. We stoppen bij een waterval waar we even mogen wandelen. Bij het eindstation gaan we weer verder met de bus. Het weer is heel wisselend, dan weer zonnig en warm, dan weer een sneeuw- of hagelbui en koude wind. We stoppen onderweg regelmatig bij o.a. paddestoelen (ook wel indianenbrood genoemd), bij Upland-ganzen, bij bloemen, bij het Roca-meer. Bevers hebben een enorme dam gemaakt waar ze slechts een week over doen. Mooi uitzicht over een stukje van het Beagle-kanaal. Hier staat een bord: einde van de weg van Buenos Aires naar het zuiden. Ook hebben ze hier eenden die niet kunnen vliegen en die peddelen als een soort radarboot door het water. Het ziet er niet uit.
Terug in Ushuaia laten we ons in het centrum afzetten, maar veel winkels zijn gesloten op zondag. Dan maar siësta. Eerst wandelen we nog even de weg op om een beter uitzicht te hebben op de bark. Er zitten veel vogels: kelpmeeuw, zuidpoolstern en de reuzenstormvogels. Op weg naar de pub lopen we door een gigantische hagelbui, die later overgaat in sneeuw. Vinden we niet erg. Stukken beter dan regen. Tegen half elf wordt het donker.
Maandag 5 decemberUshuaia
En om 3:30 uur wordt het alweer licht. Als we goed zeven uur de gordijnen openen, doet dat pijn aan onze ogen. Alles is wit. Er is zeker vijftien centimeter sneeuw gevallen. Het lijkt wel een kerstkaart buiten. En het is hier zomer! Met zestien man in twee vierwielaangedreven wagens worden we naar Lago Escondido en Lago Fagnano gereden. Een barre tocht wordt het. Het eerste deel is prachtig. Dik pak sneeuw op de bomen, op de bloemen en op de weg. Bussen stranden. Vrachtwagens rijden met sneeuwkettingen. Het wordt pas echt leuk als we de grote weg afgaan. Ondanks de vierwielaandrijving glijden we regelmatig wat weg. Op het hoogste punt op 500 meter, de Garibaldipas, zien we niets. Het sneeuwt nog steeds in dichte vlokken. Verder naar beneden wordt de weg steeds modderiger. Soms heeft de auto wat moeite om er door te komen en soms hangen we helemaal scheef. Bij een restaurant stoppen we om wat te drinken en het houdt op met sneeuwen. Door de wind en het aarzelende zonnetje is de sneeuw erg snel verdwenen. Het weer wisselt erg snel. We rijden nu vlak langs de oever van het meer. Soms ligt er een boom over het pad of is het pad gewoon verdwenen en dan rijden we door het water van het meer zelf. Bij een keet stoppen we om te eten (verrassing). Binnen wordt een kachel (een oude olieton) aangemaakt en buiten de bbq. Eerst 'piccado' van kaas, worst, olijven en (knoflook)brood. En wijn. Later een broodje van de bbq met worst. Nog meer wijn. Wij denken dan dat het is, maar er komt ook nog een grote (erg goede) biefstuk. Erg lekker. Nog meer wijn. Als het doosje leeg is, wordt er in de hoeken in de grond gegraven en komen er nog meer flessen boven. Wij warmen onze handen aan de steentjes die op de kachel liggen. Buiten zien we een caracara, vossen en veel gekleurde vogeltjes.
Op de terugweg moeten we een stuk lopen, anders blijven de auto's waarschijnlijk vast zitten. Prachtige beelden van helemaal scheef hangende auto's. Doordat de sneeuw gesmolten is, zien we een totaal ander landschap dan 's morgens.
Dinsdag 6 t/m dinsdag 27 decemberBark Europa (Antarctica)
Drie weken gaan we naar Antarctica met de bark Europa. Het verslag hiervan is hier te lezen.
We nemen afscheid van de groep en verlaten de boot. We krijgen een cd met het logboek en de ingezonden foto's. Er is een busje geregeld dat alle mensen afzet bij hun hotel.
We internetten, slenteren door de straten, eten wat, douchen uitgebreid en doen een tukje. Het is lekker weer: zonnig en een graad of achttien.
In de Irish pub drinken we een biertje met Robert, Jan en Maria en eten een hapje met de laatste twee. Daarna nog een afzakkertje in een andere Ierse pub. Om 23:00 uur wordt het donker.
Woensdag 28 decemberNaar Rio de Janeiro (Brazilië)
Onze vlucht van Ushuaia naar Buenos Aires vertrekt om 10:40 uur. In Buenos Aires moeten we overstappen en van het nationale vliegveld naar het internationale vliegveld gaan. Zo'n drie kwartier doet de taxi daar over dwars door de stad. We hebben tijd genoeg hiervoor, 4,5 uur denken we. Maar als ze de vlucht naar Buenos Aires anderhalf uur later zetten en de vlucht vanuit Buenos Aires naar Rio de Janeiro een uur vroeger, wordt het toch nog krap. Als we de tax (13 pesos p.p.) hebben betaald in Ushuaia, hebben we nog twee pesos (€ 0,55) over. Dat hebben we netjes uitgekiend.
In Buenos Aires zijn onze koffers zowat als eersten op de band en dat komt nu wel erg goed uit. We regelen snel een taxi (US$ 23) en komen een goed uur voor vertrek van het vliegtuig aan. Weer moeten we tax betalen (US$ 18 of € 15,15). We hebben nog exact US$ 18 en dus betalen we een keer in dollars en een keer in euro's. Het verloopt allemaal soepel.
We maken een stop in Sao Paulo en dan vliegen we het laatste stukje naar Rio de Janeiro. Er is een uur tijdsverschil en is er drie uur tijdsverschil met Nederland. Om 22:00 uur komen we aan en we logeren weer in hotel Copa Sul. Het is er om deze tijd nog 23º.
Donderdag 29 decemberRio de Janeiro
Het is een zonnig dag met af en toe een wolk. De temperatuur zal gaan oplopen tot een graad of dertig. Is weer even wennen, hoewel het niet zo warm aanvoelt. Het is droge lucht. In Buenos Aires was het ook warm, maar veel vochtiger.
Omdat het helder is, gaan we eerst naar Corcovada, het Christusbeeld dat op een heuvel van zevenhonderdtien meter staat. Vaak ligt deze heuvel in de wolken. We laten ons brengen met een taxi tot de voet van de berg. Hier nemen we het treintje omhoog. Het beeld is erg dominerend en karakteriserend voor de stad. Het is achtendertig meter hoog en heeft vingers van twee meter. Aan de voet van het beeld hebben we prachtig uitzicht over de stad, hoewel het wel heiig is. We herkennen o.a. de stranden van Copacabana, Ipanema, Leblon en zien het Maracañastadion, de voetbaltempel van de stad dat ruimte biedt aan honderdtachtigduizend mensen en waar het nationale elftal veel successen haalde.
Daarna lopen we terug naar het hotel. We lopen het enorme warenhuis Rio Sul in en later wandelen we over het Copacabanastrand. Het is nu een stuk drukker dan begin oktober. Het is nu mooier weer en het is vakantietijd (van kerst tot carnaval). Er zijn voornamelijk Brazilianen op het strand. Siësta in het hotel.
Tegen zeven gaan we naar het Ipanemastrand. De boulevard is erg ongezellig, alleen dure hotels met grote hekken er om heen. We gaan een straat van de kust af en vinden daar wat restaurants. Ze hebben lekker tapbier en alle wanden zijn open. Geen jas of trui nodig. Heerlijk. Om 20:00 uur is het donker. We eten hier ook maar gelijk. Tegen negenen staan zowel hier als aan de overkant de mensen buiten in de drommen te wachten.
Vrijdag 30 decemberNaar Paratý
's Morgens naar het strand van Ipanema en Leblon. Veel dikke mensen in (veel te) kleine badpakken. Het voorste stuk van het strand is gereserveerd voor de voet- en volleyballers. Het stuk bij het water is voor de zonners. Om 10:00 uur is het al 30º en zit het strand vol. Allemaal Brazilianen en een enkele witte huid. 's Morgens blauwe lucht, 's middags bewolkt. We zien het weerbericht voor Brazilië op tv: het puntje bij Rio is zonnig, de rest bewolkt met een bui.
Om 12:30 uur worden we opgehaald voor de rit naar Paratý, dat meer naar het zuiden ligt. Met nog drie anderen rijden we in een busje daar naar toe en komen aan het eind van de middag aan. We zitten in poussada Rosário net buiten het historische centrum. We hebben een huisje aan het zwembad met een terras met hangmat. De straten in het centrum dateren uit de 18 en 19e eeuw en het staat op de cultuurmonumentenlijst van de Unesco. In de straten liggen grote stenen wat het lopen er niet makkelijker op maakt. Er zijn veel toeristen en 99% is Braziliaan of Portugees.
We eten bij de Thai, wat erg lekker is. Veel andere keus er niet: Braziliaans of Italiaans. Sommige restaurants durven 14,50 pesos (€ 5) p.p. voor 'cubierto' te vragen. Daar gaan we dus niet naar binnen.
Zaterdag 31 decemberParatý
Na het zeer uitgebreide ontbijt gaan we naar het strand, tien minuten lopen. De lucht is blauw en het is warm. Het is een klein strand, maar lang niet zo druk als in Rio. Veel mensen zitten aan tafels in de schaduw van de bomen. Wij vinden twee uur zonnen zo'n eerste dag genoeg, maar dat houden we niet eens vol. Na anderhalf uur zoeken we een terrasje in de schaduw op en koelen we af met een koud biertje. 's Middags wordt het bewolkt en doen we een dutje en hangen we in de hangmat. Het regent een beetje, maar ons terras is overdekt en de temperatuur blijft hoog en dus kunnen we buiten blijven zitten.
Het is oudejaarsavond en we gaan ergens eten. Het is niet anders dan gisteren. Geen extra's of andere dingen. Ze zetten nu ook de livemuziek op de rekening. Dat strepen we door; dat gaan we niet betalen.
Op het plein kunnen we nog net een tafeltje bij het café bemachtigen. We drinken er bier, zoals iedereen dat doet. De stammen van de palmbomen zijn omwikkeld met lappen stof en er hangen ballen is. Het wordt steeds drukker en veel mensen lopen met flessen champagne. Tegen half twaalf wordt het steeds leger en trekt iedereen naar het strand. Hele drommen mensen. Daar speelt muziek die we hier ook al hard horen en we denken dat we het vuurwerk vanaf een afstand net zo goed, zo niet beter kunnen zien. We gaan dus niet naar het strand en blijven in het dorp. We missen het aftellen: 10-9-8... De muziek speelt gewoon door en op een gegeven moment begint het vuurwerk. Dat wordt centraal afgestoken, niet door de mensen zelf. Het is wel heel mooi vuurwerk. Het duurt een kwartier en de dampen blijven hangen door de bewolking. Om 00:30 uur zijn we terug in de poussada.
Zondag 1 januariParatý
Het is bewolkt en erg vochtig. Jammer. We lezen wat en wandelen wat. We worden dan nat van het zweet, terwijl we alleen maar wat kuieren. 's Middags spettert het af en toe en 's avonds gaat het hard regenen. Als het even wat minder is, pakken we de paraplu's en gaan eten. De straat waar wij door moeten, staat helemaal blank. Aan het randje krijgen we de minst natte schoenen. We hebben onze wandelschoenen aangetrokken en dat loopt in het centrum toch wel een stuk beter op de stenen. De afwatering is slecht. Alle straten staan in het midden blank.
We hebben 's middags een kaartje gezien van een Japanner en er gaan daar lekker eten. Als we teruglopen is het droog.
Maandag 2 januariParatý
Het regent weer. De hele nacht heeft het geregend. Het is wel erg warm. Als het later droog is, zien we vanaf ons terrasje ijsvogels, kolibries en veel bloemen. We hangen lekker in de hangmat en lezen wat. We wandelen het dorpje nogmaals rond en gaan internetten.
's Avonds eten we in een klein tentje vis in een aardewerk potje dat hevig pruttelend op tafel komt.
Dinsdag 3 januariParatý
Rond het middaguur breekt de zon door. We houden het daarin niet langer dan een half uur uit. De warmte in combinatie met de vochtigheid staat ons niet zo aan. Gelukkig verdwijnt de zon weer achter de wolken. Bij het zwembad is het dan wel lekker. Aan het eind van de middag lopen we naar een ander strand dat wat verder weg ligt. Niet om in de zon te liggen, maar om een biertje te drinken in de schaduw. We zitten net als het begint te gieten. Maar dat duurt niet lang.
's Avonds eten we bij de Thai, die vonden we het lekkerst hier. Op ons terras drinken we, hangend in de hangmat, ons laatste biertje deze vakantie.
Woensdag 4 januariNaar Amsterdam
Om 15:00 uur worden we opgehaald. 's Morgens pakken we onze spullen in en gaan lekker bij het zwembad zitten. Het wordt tijd om, in ieder geval hier, weg te gaan. Het is veel te vochtig. Alles is klam en we hebben de eerste schimmels al gezien.
We rijden in vijf uur naar Sao Paulo en het regent de hele tijd. Het eerste stuk (en het grootste) gaat over een tweebaansweg door allerlei dorpjes. Je wordt niet goed van al die verkeersdrempels.
We zijn vroeg op het vliegveld, maar we kunnen al inchecken voor Portugal. De laatste reals maken we op aan broodjes, bier en chips. Voor de echt allerlaatste krijgen we drie snoepjes.
Het vliegtuig is bijna twee uur te laat en ...
Donderdag 5 januariNaar Amsterdam
... we komen anderhalf uur te laat in Portugal aan. Er is twee uur tijdsverschil. Gelukkig hebben we de tijd, maar dat maakt niet echt uit, want ook het vliegtuig naar Amsterdam vertrekt een uur te laat. Om 19:00 uur (een uur tijdsverschil) landen we in Amsterdam waar Wim ons op staat te wachten.
Dit was een door Terra Mundo voor ons georganiseerde reis.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.