Dinsdag 27 septemberNaar Samaipata

Che Guevara, BoliviaWij hadden ons ontbijt voor 8:00 uur besteld en de Belgen voor 7:30 uur. Als wij net voor half acht naar buiten komen, zien we alle tafels al gedekt en men vraagt ons van verre of we koffie willen. Zo zitten we nog vóór de groep te eten. We krijgen echte filterkoffie, pannenkoekjes, geroosterd brood en fruit.
We lopen naar het plein in het dorp waar een aantal gedenktekens staat. Ook het schooltje waar Che Guevara een dag werd vastgehouden voordat hij daar werd doodgeschoten, bekijken we. Er hangen wat foto's, maar veel is er eigenlijk niet te zien. Het is meer het idee.
Daarna vertrekken we naar Samaipata, een klein rustig dorp op 1650 meter.
Eerst komen we door Pucará, vervolgens over een pas van 2826 meter met steile afgronden. Het blijft een prachtig gebied. Op een berg in de verte zien we een hondenkop; een grijze steen met de vorm van de kop. Het is niet handgemaakt, al lijkt de kop zo goed, dan je het wel zou geloven.
De rode ceibo en gele palo-verde bomen blijven er uit springen. Prachtig.
In Vallegrande rijden heel veel auto's zonder kenteken. De regering heeft verordend dat alle auto's binnen drie maanden geregistreerd moeten zijn. Ongeveer 40% is dat niet. Er zijn nu twee maanden om en men staat in de rij. Hier in Vallegrande kunnen ze redelijk makkelijk aan een registratiebewijs komen (corruptie); in de meeste plaatsen is dat een stuk moeilijker. Ondertussen weet het hele land dat en de rij is inmiddels zó groot, dat men schat dat, als je nu aansluit in de rij, het een week duurt voordat je aan de beurt bent. De rij is zó verschrikkelijk lang.
Bij een Chinees restaurant lunchen we. Lekker voor de verandering. Een goede Chinees trouwens.
Bij het ziekenhuis kun je zo het terrein oplopen en de kamers binnenkijken. In de tuin staat het wasbekken waar Che's lijk aan de wereldpers werd getoond. In het kleine museum zijn wat zalen aan hem gewijd, met voornamelijk foto's.
Na 145 kilometer, 2,5 uur rijden over een asfaltweg met af en toe bedrieglijke gaten, komen we in Samaipata bij Casa Susanne, oftewel La Oveja Negra. We krijgen daar een eigen appartement met een lekkere tuin en een overdekt zitje met houten tuinstoelen. Niet verkeerd.
We drinken en kletsen wat met Susanne en lopen daarna het plaatsje in. Het is niet groot en er zijn verschillende restaurantjes, die we allemaal bekijken. Xavier had ons Tierra Libre aangeraden, waar een Duitse mevrouw lekker zou koken. We zitten heerlijk in de tuin. Dit is de eerste avond dat we 's avonds buiten kunnen zitten zonder trui. We eten voortreffelijk voor 100 Bs. (incl. bier).

Woensdag 28 septemberSamaipata

Lekker uitgebreid ontbijt met vlees en kaas. Weer eens wat anders dan alleen jam.
Met Xavier maken we een excursie naar Amboro N.P. Het is ongeveer een uur rijden naar het park. Onderweg zien we hele stukken bos platgebrand worden die later zullen worden beplant met o.a. aardappelen en fruitbomen. Het is goed, dat ze van Amboro een park hebben gemaakt, anders zou alles platgebrand worden en er niets van de natuur overblijven. Dieper in het park leven nog brilberen en poema's. Wij zien weinig dieren (een specht, kleine vogels, vlinders en libellen), maar wel een hele mooie natuur. Het is een nevelwoud en er bloeien heel veel verschillende soorten varens. We horen een 'telefoonvogel', maar die zien we niet. Vreemd geluid, net alsof er een echte telefoon overgaat. Op de heenweg nemen we zeven kinderen mee in de laadbak die van school komen. Dat scheelt ze een paar kilometer lopen. Elke dag moeten ze kilometers lopen naar en van school.
De rest van de middag doen we rustig aan en spoelen wat stof uit de kleren. In de zon en de wind is alles zo droog. In 'onze' tuin zien we een paar keer een kolibrie uit een bloem drinken.
In het dorp zit een schoenmaker op straat en we laten hier Martijn z'n sandalen doorstikken. Kost € 0,70.
Als we op het plein een biertje zitten te drinken, stopt er een vrij kleine personenauto. Aan alle kanten rollen er kinderen uit. Ze blijven maar komen. De achterklep gaat open en daar zitten er ook nog een paar helemaal opgevouwen. Lachen.
We eten bij Susanne macaroni met blauwe kaas en goulash. Flesje witte wijn er bij. Lekker.

Donderdag 29 septemberSamaipata

We maken een excursie naar El Fuerte, een archeologische vindplaats uit het pre-Incatijdperk. Het ligt op een strategische plek op een berg met uitzicht over alle dalen rondom. Pas 10% van alles is opgegraven; voor de rest heeft men (nog) geen geld. Samen met drie andere Nederlanders en Xavier gaan we in een taxibusje daarheen. We wandelen er anderhalf uur rond en Xavier vertelt er van alles over. Indrukwekkend. Het is wel jammer dat het niet erg helder is, zodat we de mooie uitzichten op de bergen missen. Het is wat bewolkt en er staat een vrij harde wind.
Om in en uit Samaipata te komen, moet iedere auto Bs. 1 tol betalen en daar krijg je dan nog een kaartje voor ook.
Weer terug in Samaipata kopen we op de markt een empanada en een fles cola die we lekker in 'onze' tuin op peuzelen.
Iedereen in het dorp is reuze vriendelijk en zegt ons altijd gedag.
Het is vandaag rustig in het dorp; bijna geen mensen in de restaurantjes. Bij Susanne drinken we nog een fles witte wijn en die krijgen we gratis, omdat vanochtend die andere Nederlanders met ons mee gingen. Zo is de excursie goedkoper geworden.

Vrijdag 30 septemberNaar La Paz

San  Francisco-kathedraal in La Paz, BoliviaWe rijden vandaag naar Santa Cruz waarvandaan we naar La Paz zullen vliegen. Eerst zouden we om 10:30 uur opgehaald worden. Toen werd het 10:00 uur en als we zitten te ontbijten, komt de taxichauffeur zeggen, dat we nog eerder weg moeten. Er wordt ergens aan de weg gewerkt en men is van plan om deze af te gaan sluiten. Dat gebeurt hier wel vaker en dus vertrekken we om 9:15 uur.
Het is tweeënhalf uur rijden over een soms goede en soms slechte weg. We tanken onderweg: een volle tank gas van 17 m³ kost slechts 30 Bs. (€ 3). Benzine is een stuk duurder, maar nog altijd een derde van wat het bij ons kost. Santa Cruz ligt op een hoogte van 400 meter en het is er knap warm.
Het kost ons een uur om in te checken voor de vlucht van 13:30 uur. Het informatiebord geeft geen juiste informatie over de gate en de vertrektijd blijkt ook niet helemaal te kloppen. Op het bord staat dat alle vluchten op tijd gaan, maar die van ons vertrekt een uur te laat.
We worden in La Paz opgehaald en gaan via een hele steile weg naar de 'onderstad', waarbij we prachtig uitzicht krijgen over de stad met de besneeuwde bergen er achter. La Paz ligt in een kom; het vliegveld ligt boven en de armen mensen wonen daar ook. De rijken wonen 'beneden', dat nog altijd op 3600 meter ligt.
We zitten net in de auto als het begint te regenen en even later valt er zelfs wat natte sneeuw.
Bij hotel Naira blijkt de straat opgebroken, maar de taxichauffeur belt en er komt een jongen met een steekwagen voor de bagage. Door de (koude) regen rennen we naar het hotel. De bui blijkt gelukkig van korte duur.
's Avonds eten we in café Berlin. We hadden veel buitenlanders verwacht, maar er zitten alleen maar lokalen. Het eten is prima; alleen wat veel.

Zaterdag 1 oktoberNaar Rurrenabaque

Met een taxi (Bs. 60) laten we ons naar het vliegveld brengen voor de binnenlandse vlucht naar Rurrenabaque. De auto neemt niet de weg van gisteren binnendoor (die is zo steil, dat hij daar niet tegenop komt), maar rijdt buitenom over een snelweg.
Om 11:15 uur stappen we in een negentienpersoons vliegtuigje met twee piloten. Wij zitten op rij 1, waardoor Martijn beenruimte heeft. Het is drie kwartier vliegen. Eerst tussen de besneeuwde toppen van de Andes door, daarna over het oerwoud.
Met een busje worden we naar het boekingskantoor gebracht voor een praatje en een koud flesje water. Daarna liggen we 's middags in hangmatten in de hoteltuin tot het wat minder warm wordt. Het is wel even wennen aan de temperatuur. We zitten op slechts 200 meter en de zon brandt op ons in.
Lia trekt een rok aan, omdat dat het koelst zit. We dwalen door de straatjes waar wat cafés staan, wat restaurantjes en winkeltjes. Het stelt allemaal niet zoveel voor. Aan de hoofdstraat ligt een café met een buitenterras aan de straat, waar we gaan zitten, zodat we het straatleven kunnen gadeslaan. Regelmatig zien we brommertjes met drie, vier of vijf mensen er op.
Op de hoek van de Calle Vaga Diez en Calle Avarga staan een paar tafels en stoelen op het trottoir. Een man is in een grote olieton wat aan het roosteren. We gaan kijken en hij heeft o.a. vis uit de Beni-rivier die prima blijkt te smaken.
Om 21:00 uur steekt er eindelijk een beetje koel windje op.