Donderdag 22 septemberNaar Sucre

De wolken zijn verdwenen en het is weer strak blauw.
Om 09:00 uur worden we opgehaald en met een auto naar Sucre gebracht, de hoofdstad van het land. We rijden over een goede asfaltweg; een soort tolweg. We dalen van 4060 meter via 2300 meter naar 2780 meter. Het landschap is niet bijzonder al zien we snel wat boompjes die we de afgelopen dagen op die grote hoogte niet gezien hebben. Dichter bij Sucre zien we regelmatig blauwbloeiende jacaranda-bomen. Die bomen vallen erg op in het verder grijsbruine landschap met wat groene plantjes.
We rijden in 2,5 uur ongeveer 156 kilometer.
We zitten in hostal Sucre, een paar blokken van het Plaza 25 de Mayo. Daar gaan we in de schaduw zitten. Hier is de temperatuur gelijkmatiger. Het verschil tussen zon en schaduw is niet zo groot. Het is druk met vooral schoolkinderen. Weinig mensen lopen hier nog in de traditionele klederdracht, alleen een paar verkopers, en er zijn relatief veel toeristen. Niemand draag hier een rok, allemaal lange broeken; ook de vrouwen. We kopen een bekertje pomerolsap en een empanada.
Op sommige plaatsen staan tafels op straat waar oude typemachines op staan. Hier kun je officiële papieren in laten vullen.
We gaan naar de markt, maar daar zijn veel kraampjes al gesloten. Men gooit een stuk plastic over de waren of men legt een stok voor de ingang en dan zijn ze dicht. Ook veel winkels gaan om 13:30 uur dicht. Daarom gaan we siësta houden. 's Middags wordt het bewolkt. Als we aan het eind van de middag rondlopen, ontdekken we dat elke wijk winkels heeft met hetzelfde thema. Kappers, schoonheidsalons,
kopieerwinkels (naast de universiteit), kunstenaars, barretjes. Bij Joy Ride Café drinken we een jarra (1,5 liter bier). We zitten boven waar het gezellig druk is. Leuke tent.
We eten bij Corchos y Tapas, heel modern voor Boliviaanse begrippen. We kiezen voor Chinees en Amerikaans eten en een fles rode huiswijn. Inclusief tip (10% is standaard) zijn we Bs. 130 kwijt.
In de supermarkt kopen we twee flessen wijn en zien dat de Casillero del Diablo (Argentijnse wijn) die we thuis ook kunnen kopen hier duurder is dan bij ons.

Vrijdag 23 septemberSucre

Het is bewolkt en koud (23º). We gaan een paar musea bezoeken. Eerst naar Musef (gratis), waar allerlei maskers staan opgesteld. Heel erg mooi. Daarna naar Casa de la Libertad (Bs. 15), dat een indruk geeft van de onafhankelijkheidsstrijd in Bolivia. De moeite waard. We hebben het gebouw bijna helemaal bekeken als we buiten muziek horen. Een hele lange stoet kinderen (kleintjes, 5-10 jaar) protesteert tegen de aanleg van een snelweg door het oerwoud. Sommige kinderen 'zitten' in auto's, andere zijn boeren, verplegers, bloemen, oude mensen en meer ondefinieerbare verkleedpartijen lopen mee. We zitten net op een bankje op het plein als we wéér muziek horen. Een andere optocht ook met kinderen. Het thema van deze stoet kunnen we niet ontdekken. Het is een lange stoet en de ouders lopen met de kinderen mee.
Bij een supermarkt kopen we een broodje en een bekertje yoghurt.
Bij café Amsterdam gaan we een pitcher drinken. Het is een gezellig cafeetje, niet druk. We eten bij La Casona. Als we daar binnen gaan, zijn alle tafels (zes stuks) nog leeg. Nog geen tien minuten later zit het helemaal vol met lokalen. We eten o.a. van de saladebar en ze hebben zakjes ketchup en mayonaise.

Zaterdag 24 septemberSucre

La Recoleta, BoliviaHet weer is vandaag wat beter dan gisteren. Half bewolkt en een lekkere temperatuur.
We lopen eerst omhoog naar La Recoleta, waar we een mooi uitzicht hebben over Sucre. Een mooi kerkje met een groot plein er voor waar een school staat. De kinderen hebben alle ruimte om te voetballen.
Op het Plaza 25 de Mayo speelt een militaire kapel en een groep mensen danst daarbij. Eerst wordt het volkslied gespeeld. De zittende mensen staan op, de lopende staan stil.
Aan de rand van het plein staan een stuk of zes helemaal versierde auto's. Er hangen doeken en dekens overheen. Ook over de voorruit. Sommige hebben een klein kijkgaatje opengehouden. Anderen niet. Ze zijn versierd met bestek, (nep)geld, munten, dierenknuffels (waaronder een beer van een meter hoog) en kleding. We spreken helaas te weinig Spaans om te vragen wat er aan de hand is. Als we even later weer langs komen, zijn ze weg.
We zitten een hele poos op het plein om ons heen te kijken. Vandaag zijn er veel kinderen die aan het werk zijn: schoenpoetsers, verkopertjes van zaadjes voor de duiven. Zaterdags zijn ze vrij van school en proberen zo wat voor de familie bij te verdienen.
Bij de supermarkt krijgen we twee snoepjes als wisselgeld. Er zijn geen muntjes kleiner dan Bs. 0,50 (wij hebben ze tenminste nooit gezien) en als je bijvoorbeeld Bs. 0,10 terug moet krijgen, krijg je een snoepje.
Bij Joy Ride Café drinken we weer wat. Het is er een stuk rustiger dan eergisteren. Later wordt het wel weer drukker. We eten er een portie bitterballen bij. 'Een echter Nederlandse lekkernij' staat er op de kaart. Het blijken niet de 'echte'; het zijn meer meelballen. We keuren ze af.
We eten bij Locot's. Prima.

Zondag 25 septemberNaar Villa Serrano, via Tarabuco

Uru-indianen, BoliviaEen zonnige dag vandaag. Om 8:30 uur worden we opgehaald voor het eerste stuk naar Samaipata. Vandaag rijden we via de zondagmarkt in Tarabuco naar Villa Serrano.
Om 8:15 uur zijn we ingepakt en willen de kamersleutel in gaan leveren, als de chauffeur al aan komt
zetten. Hij blijkt gelukkig niet alleen Spaans te praten, maar ook Duits. Dat is voor ons wel even omschakelen. Een aardige man die het ons helemaal naar de zin wil maken. Fijn. We rijden in een soort pickup, met een open laadbak, waar de bagage onder een zeil wordt gezet. Een paar touwen er over heen en rijden maar. Achter in de bak liggen twee jerrycans met diesel, een grote schop en een pikhouweel. Allemaal voor het geval dàt.
De weg gaat eerst omhoog en is een goede asfaltweg. Kaal landschap en andere huizen met kleine ronde oventjes voor de deur, waar men eens per week het brood in bakt. Er lopen hier veel schapen met schaapsjongens. Overal langs de weg en door het landschap loopt een gasleiding. In Bolivia wordt dat geëxploiteerd en zelfs geëxporteerd.
Tarabuco ligt op 3270 meter en is een stuk groter dan we gedacht hadden. De pickup wordt langs de weg geparkeerd en de bagage blijft gewoon in de open achterbak liggen. Blijkbaar kan dat hier nog.
Uru-indiaan, BoliviaHier wonen de Uru-indianen die Quechua spreken, dat door de huidige president als een officiële taal bestempeld is. De ouderen mensen lopen allemaal in klederdracht. De mannen dragen een lange wijde crèmekleurige broek tot op de kuiten. Daaroverheen een poncho, soms met franjes. Een kleurrijke doek wordt als tas gebruikt. Allemaal dragen ze een hoed. Sommige een muts die op de vroegere Spaanse helmen doen lijken. Ook sommige vrouwen dragen zo'n hoed. Anderen hebben een zwart geborduurde muts met kraaltjes voor de ogen. De ongetrouwde vrouwen dragen de kraaltjes aan de zijkant; de getrouwde naar voren. Verder dragen zij een veelal zwarte jurk met een geborduurd schort. Daaroverheen een zwarte deken van een soort vilt (ziet er erg warm uit) die ze als een jas omslaan. Op de achterkant is vaak een verticale rand geborduurd. Warme kousen dragen ze er onder en ook zij dragen allemaal een hoed of een muts. In deze kleding lopen ze altijd; niet alleen vandaag omdat het marktdag is. De meeste willen niet op de foto.
Overal zitten mensen op de grond met een enorme hoeveelheid handelswaar. Veel gebreide kleding, tassen, kettingen, gebruiksartikelen. We kopen een damesmuts met kraaltjes voor Bs. 130. We zijn vrij vroeg; de meeste toeristen komen pas later. Op de markt hebben ze veel verschillende soorten aardappelen. In Bolivia blijken er meer dan 300 soorten te zijn.
We lunchen in een restaurantje en eten lekker; alleen een beetje te veel. De lunch is voor de Bolivianen de belangrijkste maaltijd van de dag en dan stouwen ze heel wat naar binnen.
We maken nog een laatste rondje over de mooie markt en rijden daarna door naar Villa Serrano. De weg is nog steeds goed en leeg. Jongetjes voetballen er op. Het is een nieuwe weg en men is er nog steeds mee bezig.
Het weer blijft goed; in oktober zal de regentijd beginnen. Dan is het onverharde deel van de weg een stuk lastiger te berijden.
In Zudañez lopen we door de hoofdstraat van het dorp. De straat bestaat uit keitjes en er zijn een meter brede stoepen. Overal zitten mensen in de schaduw met hun handeltjes en kijken ons na.
Alle dorpjes in de buurt liggen ongeveer een uur rijden uit elkaar. De mensen lopen, want er rijden geen bussen. Twee maal daags (om 5:00 en 17:00 uur) gaat er een bus naar Sucre. Het is dus erg rustig op straat, want men kan zich geen auto permitteren.
Na dit dorp is het asfalt afgelopen en is de weg onverhard. Die is goed te berijden zonder kuilen in de weg. Veel kilometers bestaat de weg uit kleine keien die daar met de hand zijn neergelegd. Een prima weg eigenlijk. En nog mooi ook.
De weg gaat omlaag en het wordt warmer. We hebben mooi uitzicht op de bergen waar steeds meer groene boompjes verschijnen en af en toe een paarse jacaranda.
In Tomina bekijken we de kerk die een paar honderd jaar oud is. Al lopend door de straatjes valt ons de stilte op. Geen verkeer, geen radio, geen herrie.
Villa Serrano is een redelijk grote plaats met in ieder geval één hotel. De kamer is eenvoudig, maar dat vinden we niet erg. En jawel, daar is ie weer: de elektrische douche: een douchekop met allemaal electrische draadjes, een klein boilertje. We vinden dat altijd maar een beetje eng, maar het blijkt toch altijd goed te gaan.
We hebben vandaag 175 kilometer gereden en de plaats ligt op 2100 meter hoogte.
Zoals elke plaats is ook hier een centraal plein met bomen en bankjes. Het is rustig, erg rustig. Er zijn een paar kraampjes die samen een markt vormen. Veel mensen zitten op stoeprandjes met elkaar te kletsen of lopen midden op straat. Er is toch geen verkeer. Iedereen hangt maar wat rond. Een paar straten van het plein is het vermaak voor de jeugd: een stuk of twintig tafelvoetbalspelen, waar gretig gebruik van wordt gemaakt.
En dan horen we weer muziek. Langzaam, heel heel langzaam komt het geluid dichterbij. Eindelijk zien we wat dansende kinderen, dan dansende vrouwen, muzikanten in hun ouwe kloffie en tenslotte dansende mannen. Ze spelen telkens hetzelfde wijsje. Later blijkt dat ze aan het oefenen zijn voor een feest ter ere van San Miguel, volgende week.
We slenteren de straatjes door en herkennen de restaurantjes pas als ze open gaan. Er hangen geen borden of zo voor het gebouw. Onze gids kent een mevrouw die meestal voor hem kookt, maar die heeft vandaag geen tijd. We vinden een ander tentje.
Zoals overal in Bolivia zijn de (kleine) kinderen nog laat op straat.

Maandag 26 septemberNaar La Higuera

Eerst bezoeken we het kleine museum. Dat hadden we gisteren al willen doen, maar de beheerder was niet bereikbaar. Ook nu kost het de nodige moeite, want nu heeft hij geen tijd. Vreemd eigenlijk: iedereen hangt maar wat rond of slentert wat en als we wat willen van die mensen heeft niemand tijd.
Xavier, onze gids, krijgt echter de sleutel mee en dan kunnen we naar binnen. Het pronkstuk is een zes meter lange gitaar die af en toe nog bespeeld wordt (door vier man).
Mensen wachten zittend op een stoeprandje op de bus. Ondertussen eten ze hun ontbijt. Ze mogen de bus niet missen, want die gaat maar één keer per dag.
Op de markt en in de kraampjes op straat dragen alle vrouwen een blauwe hoofddoek. De vrouwen babbelen vanuit hun tentjes met elkaar. De mannen staan een paar meter verderop met elkaar te praten. We kopen empanada’s, fruit en water.
We horen van de protestmars tegen de regering die een weg in het oerwoud aan wil leggen op indiaans grondgebied. Bijna iedereen is er tegen, behalve grote cocaïneboeren die de weg willen gaan gebruiken om de drugs naar Brazilië te transporteren. De president zit daar blijkbaar ook bij. Een paar dagen geleden is een minister al gedwongen om mee te lopen in de mars. Nu horen we dat de marsgangers zijn opgepakt en in de gevangenis in La Paz zijn gezet. Er worden wilde geruchten verspreid dat daarbij kinderen zijn kwijtgeraakt en zelfs gedood, maar dat blijkt achteraf allemaal niet waar. Men wil echter de regering in een kwaad daglicht stellen. Nu blijkt er een referendum te komen, maar alleen in de plaatsen waar men vóór de weg is en niet onder de personen die het daadwerkelijk aan gaat. We zijn benieuwd hoe het afloopt.
De rit gaat vandaag verder naar La Higuera. In het begin zijn de bergen kaal, maar al snel zien we meer bomen. De weg wordt steeds slechter, maar is erg rustig. We komen vandaag twee auto's, geiten, ezels, koeien en kippen tegen. Heel af en toe een huisje.

Rio Grande, Bolivia

We zien veel vogels: valken, zwarte gieren, papegaaien, parkieten, suso’s en pabo's (loopvogels, ook wel boskip door genoemd)). Ook veel cactussen, sommige met vreemde oranje of rode fluimen op de top.
Men is met de weg bezig en bij een dorpje wordt een nieuwe brug gemaakt. Een paar grote vrachtauto's rijden af en aan en storten bergen zand en puin midden op de weg, zodat we er niet door kunnen. Even later begint een sjofel alles glad te maken en na een half uur kunnen we weer verder. Net voor de brug over de rivier wordt ook gewerkt en moeten we weer wachten. Het stof stuift overal doorheen. We doen de raampjes van de auto dicht, maar dan wordt het erg warm. De mannen maken snel (kwartier) een pad voor ons vrij en dan kunnen we over de brug. Het water van de rivier is koffie-met-melk-kleurig. Een paar dagen geleden heeft het verderop ergens geregend, waardoor de heldere kleur vertroebeld is met modder. We eten het meegebrachte eten en fruit hier op. Het is erg warm en we blijven in de schaduw.
Drie condors vliegen hoog in de lucht. Een lagrimas de fuego (rood tranenvuur), een klein knalrood vogeltje, zien we beter doordat hij dichtbij in een boom zit.
Dan rijden we weer omhoog tot 2275 meter en komen op een bergkam met aan twee kanten uitzicht. Prachtige weg. We rijden hier het 'Che Guevara-gebied' in met als bekendste plaats La Higuera dat op 2065 meter hoogte ligt.
Vandaag hebben we 120 kilometer gereden voor we bij het hotelletje aankomen, dat gerund wordt door een paar Fransen. 'El comandante' is een oude hippie met lang grijs haar en een oorbel. Langs de binnenplaats staat een lang huis opgedeeld in kamers. Op de plaats staan tafeltjes en stoeltjes en het ziet er gezellig uit. Xavier heeft gezorgd, dat we redelijk op tijd aankomen, in ieder geval voor een groep van twaalf Belgen die ook verwacht wordt. Hierdoor krijgen wij de beste, nieuwe kamer en kan de gids als eerste een bed uitzoeken in zijn kamer. Wij gaan in de met kussens beklede bank zitten; de Belgen moeten het doen met harde houten stoeltjes. We bestellen een biertje en een man komt met een grote koelbox koud bier aanzetten. We zitten heerlijk in het zonnetje en af en toe is er een verkoelend briesje. Er is geen elektriciteit en er staan een paar gebouwtjes met een wc en een douche. Tegen de avond worden lichtjes en kaarsjes aangestoken.
Er is een grote halfronde stenen buitenoven waarop enorme lappen vlees worden klaargemaakt. Er komt een heerlijke gegratineerde aardappelschotel uit en er staan bakken met salade. We kunnen nog meer vlees krijgen, maar één zo'n lap is meer dan genoeg.
Als we naar bed gaan, steken we de kaarsjes in de slaapkamer aan in plaats van onze zaklampen te gebruiken. Lekker knus.