Dinsdag 6 oktoberNaar Lilongwe (Malawi) - 280 km

Het was rustig vannacht op de camping. Geen vreemde bezoekers dit keer.
Alles wordt ingepakt, want vandaag rijden we naar Lilongwe in Malawi. Het ‘beestendeel’ hebben we nu ongeveer gehad (op het Krugerpark na) en de rest van de reis zal heel anders worden.
Eerst hobbelen we tweeënhalf uur terug over de slechte weg en dan is het een klein stukje naar de grens. Binnen het uur zijn we Zambia uit en Malawi in. Voor Malawi hebben we geen visum nodig. Het landschap verschilt niet veel met Zambia. Wel ziet het er allemaal beter uit, schoner. Ook de Shoprite waar we net als in Zambia boodschappen doen. Er is geen extra beveiliging van kassaladen en geen kassaboncontrole bij de uitgang.
We rijden 120 km verder naar Lilongwe, de hoofdstad van Malawi. We staan op een camping aan de rand van de stad. Na de lunch gaan we in het centrum geld wisselen en krijgen voor € 100 een hele stapel briefjes van 500 kwacha’s terug, die ieder € 2,50 waard zijn. We hoeven ons hier niet druk te maken of we wel genoeg klein geld hebben.
De groep blijft ruim twee uur in de stad, maar daar hebben wij helemaal geen zin in. Het is niet bepaald een wereldstad en de vele stalletjes met souvenirs geloven we wel. We kopen wat Franse kaas voor bij het zwembad op de camping en lopen in een half uurtje terug.
Het zwembad halen we niet. We hebben dorst en daarom drinken we eerst een biertje. Het lokale bier in Malawi is Carlsberg, wel in Malawi gebrouwen en is goedkoop: € 0,85 per flesje. We zitten lekker buiten. Het is bewolkt en het heeft zelfs een paar druppels geregend, maar dat was zo weinig dat niet iedereen dat gemerkt heeft. We zitten daar heerlijk en denken niet meer aan het zwembad. Als de groep terugkomt, komt Barry ons gezelschap houden.
Jeff heeft gekookt en bij de truck drinken we verder. De Zwitsers en de Duitser doen ook mee en ook de Brit is er nog. Gezellig.

Woensdag 7 oktoberNaar Cape Maclear (Lake Malawi) - 280 km

‘s Nachts koelt het behoorlijk af, maar het is wel een stuk vochtiger. Niet dat het nu meteen koud is, maar vergeleken met afgelopen dag is het een stuk frisser en liggen we niet meer te zweten.
Na het ontbijt doen we eerst boodschappen. Gisterenmiddag was niet alles verkrijgbaar en hopelijk is dat er nu wel. We kopen ondertussen een vijfliter fles water voor € 1,50. Het is afgelopen met uit de kraan drinken. Het water hier komt meestal uit het meer en dat is niet zo schoon, dat je het kunt drinken.
We gaan naar Cape Maclear aan het Malawi-meer. De asfaltweg is prima zonder gaten zoals in Zambia. Wel is er regelmatig politiecontrole en lopen er geiten en koeien op de weg. In Lilongwe is het erg druk met busjes en er staat zelfs een file. Buiten de stad wordt het snel rustiger en zijn er weinig auto’s op de weg. Er zijn hier meer fietsers en minder lopers. We zien veel dorpjes onderweg met kleine stenen huizen met rieten daken en ronde rieten voorraadhuisjes op pootjes. Overal waar een bus of auto stopt, proberen verkopers van alles en nog wat aan de man te brengen.
Lake Malawi (ook bekend als Lake Niassa) is met ongeveer 570 bij 75 kilometer het op twee na grootste meer van Afrika. Dit visrijke meer voorziet al sinds mensenheugenis in de voedselvoorziening van de inwoners van Malawi, Mozambique en Tanzania. Voor bezoekers is de onderwaterwereld met de vele unieke inheemse vissoorten een lust voor het oog. In het zuidwesten van Lake Malawi ligt Cape Maclear op de uiterste punt van het schiereiland. Behalve een prachtig strand biedt Cape Maclear maar liefst twintig geweldige duiksites.
Het laatste half uur is onverhard. We naderen een dorp waar iedereen naar ons zwaait. De camping, Chembe Eagle Nest, ligt achter een slagboom, waar de plaatselijke bevolking niet mag komen. We zetten de tenten op op een smal stukje gras pal aan het water. Een mooie baai met wat eilanden. De ijsvogels, hamerkoppen en zwaluwen zijn aan het vissen. Het deel van het strand van de bevolking is veel kleiner en veel en veel voller. Er liggen veel boten, de was wordt gedaan en kinderen spelen in het water. De bar is ook aan het strand. Ze verkopen zowaar lokaal bier: kuche kuche, wat ook door Carlsberg in Malawi wordt gebrouwen. We proberen er eentje, maar gaan dan toch over op Carlsberg.
Tussen de middag krijgen we een heerlijk broodje hamburger en terwijl we daar van genieten zien we verschillende gekleurde hagedissen rondlopen.Neushoornvogel Een hamerkop heeft een visje gevangen, maar een roofvogel weet die te ontfutselen.
Eindelijk eens een aardige zonsondergang. Een mooi gezicht, die rode bal die tussen wat boten door schijnt. Op de voorgrond glijden wat vissers door het water.
Ook zien we een prachtige sterrenhemel. Het is onbewolkt en de maan komt pas laat op.

Donderdag 8 oktoberCape Maclear

We worden wakker van mieren. Niet zo maar een paar, maar honderden. Ze lopen over ons heen en we zien ze overal. Blijkbaar staan we op een pad. We trekken de lakenzakken stevig om ons heen, zodat ze daar over lopen en niet over ons. Het blijft de hele nacht kriebelen.
Het eerste wat we ‘s morgens dan ook doen, om 6:00 uur al, is de tent verplaatsen. We halen hem helemaal leeg en vegen overal mieren vandaan en zetten hem daarna op z’n kop. De laatste mieren verwijderen we met een natte handdoek. We zetten de tent niet meer op het gras, maar nog dichter aan het water op het strand zelf. Gerda en Carlo die naast ons stonden, verhuizen ook. Ze hebben niet zoveel last als wij, maar toch te veel om te blijven staan waar ze stonden.
We gaan een boottocht maken met de catamaran ‘Mama Afrika’. We beginnen te zeilen, maar al snel is er te weinig wind en gaan we verder op de motor. Vlak bij een groot eiland gaan we voor anker en komen de snorkelspullen te voorschijn. We springen het water in en zien redelijk veel visjes. Wel allemaal klein, maar mooi gekleurd. We dobberen een poosje rond en varen dan verder. De schipper heeft een paar visjes waarmee hij visarenden lokt, die we de hele tijd al gezien en vooral gehoord hebben. Er zitten veel aalscholvers, reigers, hamerkoppen en wat ijsvogels.
We drinken een koude cola, wat een beetje afkoeling brengt, want het is ‘brandwarm’, zoals ze in het Afrikaans zeggen.
We geven wasgoed af, o.a. de lakenzakken die vannacht helemaal onder de mieren zaten. Het kost 50 kwacha per stuk. Voor die € 0,25 gaan we dat niet zelf doen.
Om 15:00 uur wandelen we met z’n vijven naar het dorp samen met twee Engels sprekende dorpsbewoners. Het is een groot dorp van 6.000 mensen, die hoofdzakelijk van vis en maïs leven. Er zijn heel veel kinderen en slechts een enkeling vraagt om een pen. De rest is er tevreden mee dat we zwaaien. We voelen ons net de koningin want we zwaaien heel veel, want iedereen zwaait naar ons. Als er eenmaal een kind aan de hand mee gaat, willen ze dat allemaal. Dus krijgen ze allemaal een vinger, maar dat loopt niet zo makkelijk. Een klein jongetje dat bij zijn moeder zit, is bang voor ons en wil niet zwaaien. Twee jochies van een jaar of vier lachen hem uit, maar als Martijn hen een handje wil geven, hollen ze hard weg en worden ze door hun moeders uitgelachen. We lopen langs de visverwerking en de markt. Overal is men bezig het land klaar te maken voor de komende regentijd en de baobabs beginnen bladeren te krijgen. Wij hadden juist gedacht dat ze zouden bloeien ín de regentijd, maar ze doen dat vóór die tijd om het water beter vast te kunnen houden. De basisschool is gratis en van 5:30 uur tot 12:00/13:00 uur met twee pauzes waarin de kinderen pap krijgen. ‘s Middags is er tijd voor extra lessen, die ze kunnen volgen als ze dat willen. Er is een klas met, snel geteld, zo’n honderd kinderen die met z’n drieën in een bankje zitten. Een schoenmaker repareert de schoen van Carlo voor € 0,25. Je moet die man weten te vinden, want hij is niet herkenbaar als zodanig.

Vrijdag 9 oktoberNaar Tete (Mozambique) - 392 km

Heerlijk geslapen in schoon beddengoed en zonder mieren. Als je zo´n nacht als gisteren hebt meegemaakt, waardeer je dat erg, kan ik wel zeggen.
Het is erg warm vandaag. Lia staat ´s morgens om 6:30 uur even op Martijn te wachten en moet dan al het zweet van haar gezicht vegen. Later op de dag wordt het 40° in de schaduw.
Om 7:00 uur vertrekken we al. De grens van Malawi naar Mozambique gaat vrij snel. Daar staan ook allerlei mensen die geld willen wisselen en er wordt aangeraden om dat hier te doen, want hoe zuidelijker je komt, hoe slechter de koers is. We vegen alle kwacha’s van ons vieren op een hoop en rekenen zo’n beetje uit hoeveel meticals we zouden moeten krijgen. Jeff rekent met ons mee, maar die gaat van kwacha’s naar dollars naar euro’s en dan naar meticals, terwijl wij een koers van kwacha naar metical hebben. We komen beide op hetzelfde uit dus dat zal dan wel kloppen. We willen ook meteen wat euro’s wisselen. Die mannen willen zo graag, dat ze het geld zowat uit onze handen trekken. Martijn is zo’n beetje de laatste en weet wat extra meticals los te peuteren. 100 metical = € 0,33. Dat rekent wat makkelijker dan al die grote getallen.
De weg in Mozambique heeft wat meer gaten en de borden langs de kant zijn niet meer in het Engels, maar in het Portugees. We weten eigenlijk niet waarom we zo vroeg weg gaan, want ‘s middags komen we al om 14:00 uur aan op de camping in Tete aan. En dat is werkelijk helemaal niets. Vies, stoffig en de wc en douche stellen ook niet veel voor. We kamperen echter hier omdat er in de wijde omtrek geen andere is. Met wijde omtrek wordt enkele honderden kilometers bedoeld. We mogen hier niet wild kamperen, omdat er te veel landmijnen liggen. Ook bij plasstops mag je niet ver van de weg gaan.
We bestellen bier wat Jeff ergens vandaan haalt en stoppen dat in de koelkast van de truck. Een fles van 0,55 liter kost € 1. Ze hebben twee merken: Manica en 2M (Mac Mahon) en wij vinden die laatste het lekkerste. Manica vindt men hier erg sterk: wel 5% tegenover 2M 4,5%.
We zetten pas tegen vijven de tenten op, want voor die tijd is het veel te warm en er is geen schaduw. Martijn helpt bij het bereiden van het eten en moet heel veel groente heel klein snijden. Het smaakt, zoals altijd, erg goed.