Dinsdag 29 septemberNaar Lake Kariba - 300 km
Het is hier wat meer bewolkt, ook ‘s nachts, zodat het dan warmer is. We slapen alleen in de lakenzak en pas tegen de ochtend slaan we de slaapzak om.
Eerst rijden we naar het immigratiekantoor, omdat er sukkels in de groep zitten die te weinig dagen voor hun Zambia-visum in hun paspoort hebben laten zetten. Als dat niet gewijzigd wordt, moeten ze bij het verlaten van het land US$ 500 p.p. betalen en het kost bovendien een zee van tijd.
We doen inkopen bij een supermarkt waar alles door en door beveiligd is. Er zit zelfs een tralierek boven de open kassalade en bij de uitgang wordt je kassabon gecontroleerd.
We rijden naar Lake Kariba, een tocht van ongeveer 300 kilometer. Het eerste stuk is slecht; de goede weg zijn ze aan het asfalteren. Als we daar eenmaal opzitten, kunnen we 100 km/uur rijden.
De lunch onderweg is met o.a. twee hele gebraden kippen, die Carlo handig ontbeent. Er blijft genoeg over om een salade voor ‘s avonds van te maken.
Het landschap is wat anders dan in Botswana. Het is meer gecultiveerd en we zien overal bewerkte lapjes grond. Ook wat meer dorpjes, die vaak niet meer zijn dan wat schamele hutjes. Soms een groot dorpje met een paar minuscule winkeltjes. Veel dorre bosjes, een enkele groene struik en soms knalt een boom met rode bloemen er uit.
De camping ligt pal aan het meer, dat kunstmatig is aangelegd. Je ziet nog steeds een enkele boom boven het water uitsteken. Het waait vrij hard en het is bewolkt, zodat we geen mooie zonsondergang en sterrenhemel zien. We mogen niet te dicht bij de kant komen, want er zitten krokodillen in het water. Volgens de brochure zou hier een zwembad en een bar zijn en dus hebben we niets ingekocht. Er is echter helemaal niets, de camping is slechts half afgebouwd, en we moeten het doen met een blikje bitter lemon.
Woensdag 30 septemberNaar Lower Zambezi Vallei - 300 km
We rijden vandaag naar de Lower Zambezi en zien veel dorpjes onderweg. Iedereen loopt, soms een enkele fietser en wachtende mensen langs de kant. Er is weinig verkeer op de weg. Af en toe een kleine vrachtwagen en een pick-up die volgepropt is met mensen en goederen.
‘s Morgens waait het hard, dat was vannacht al begonnen. De lucht lijkt helder, maar al snel trekt het dicht. We doen wat raampjes dicht in de truck, want wij vinden het frisjes. Om een uur of negen verdwijnen de wolken, maar echt helder wordt het niet. De zon komt er maar nauwelijks door. Later op de dag wordt het beter en dan ook meteen warm. Lower Zambezi National Park: Dit park ligt in het zuiden van het land tegenover het beroemde Mana Pools wildreservaat in Zimbabwe. In dit gebied vormt de Zambezi rivier de 150 kilometer lange grens tussen beide landen en heeft de rivier over deze afstand een verval van 42 meter. Dit maakt het tot een bijzonder aangename plaats om een kanotocht over deze langzaam stromende rivier te maken. Het gebied is nog niet ontwikkeld en de schoonheid ligt in de ongerepte natuur.
We kopen onderweg water en frisdrank en komen op de lunchplek. Een snelle lunch en dan wordt de speedboot gepakt. We hebben allemaal een tasje meegenomen met spullen en water voor twee nachten. Jeff blijft bij de truck, Charles gaat met ons mee. Het is anderhalf uur varen naar Kayila Lodge aan de Lower Zambezi. Onderweg zien we kluitjes hippo’s die ons nieuwsgierig aankijken met hun hele kop boven het water uit. Verschillende krokodillen liggen langs de kant, ook een visarend en een paar groepjes olifanten.
Pal aan de rivier staan prachtige huisjes, voorzien van een groot bed en een badkamer. Alle ‘muren’ bestaan uit gaas, en aan de kant van de rivier is geen gordijn, zodat je ‘s morgens daar de zon boven de rivier ziet opkomen. Boven het bed hangt een muskietennet. Verder liggen er een zaklamp, een kaars en een fluitje. Voor onze lodge is een veranda met een zitje. In één woord: geweldig!
Aan de overkant van de rivier staan kudu’s naar ons te kijken en er liggen verschillende nijlpaarden op het land. Het is ver weg en alleen goed te zien met de verrekijker.
Een paar meter naar boven bij de bar staat een aantal oude baobabs en in een er van is een wc gemaakt. Tegen zessen komt de rode zon mooi tussen de takken door. De stoelen staan in een kring om het grote kampvuur waar we een biertje drinken, dat we hier kopen. Het eten voor deze dagen hebben we allemaal zelf meegenomen. We hadden echter niet verwacht, dat het eten klaargemaakt zou worden door de jongens van hier. En ze doen ook de afwas. Prettig geregeld. We eten ‘binnen’ onder het afdak aan een lange tafel. De drankjes pakken we zelf en tekenen dat af op een kaart.
Na het eten gaan we weer bij het kampvuur zitten met koffie en thee. Bij de koffiespullen hebben ze een rubberen slang gelegd. Het schijnt dat de apen daar als de dood voor zijn en daardoor daar niet zullen komen.
Als we aan het eten zijn, wordt onze lodge klaargemaakt voor de nacht. Het bed wordt open geslagen en het muskietennet naar beneden gehaald. Dicht bij de ingang daarvan zit een grote tor, die waarschijnlijk in zijn slaap is gestoord. We gaan vroeg slapen met het geluid van het rivierwater, de kwakende kikkers en de brommende nijlpaarden. Heerlijk om eens in een bed te slapen en dan nog zo’n grote ook. We kijken een poosje naar buiten, naar de rivier die goed te zien is in het licht van de maan.
Donderdag 1 oktoberLower Zambezi
Omdat er geen gordijnen aan de rivierkant zitten en we de anderen hebben opengelaten, worden we wakker als het licht wordt. Om 5:30 uur begint het te schemeren en om 5:45 uur is het volop dag. We proberen nog wat te slapen, maar dat lukt echt niet meer. We gaan op onze veranda naar de rivier zitten staren. De overkant is trouwens Zimbabwe. Veel is er niet te zien; alleen een ijsvogel is al wakker en wat aapjes.
We zouden vandaag gaan kanoën, twintig kilometer de rivier afzakken, maar het gaat niet door. Er staat te veel tegenwind en men vindt het te gevaarlijk. We hangen ‘s morgens wat rond, lezen een boek. Veel is er niet te zien. Een enkel vogeltje, wat gebrom van de nijlpaarden. Dat is het wel. Later komen er wat apen en impala’s naar de waterbron en er zit een specht in een baobab. Ook een gewone roller vliegt voorbij.
Om 15:00 uur gaan we met z’n zessen (inclusief Charles) een riviertocht maken. We krijgen een soort bodem op twee drijvers met een hekje er om heen. Op dat dek zetten we de luie stoelen van het resort en in het midden staat een koelbox met drankjes. Wat wil een mens nog meer. Wij zitten daar prinsheerlijk. We zien eerst zeven olifanten die aan het badderen zijn. De een spuit zich onder met zand, de ander rolt lekker door de modder en weer een ander zit in de plomp en gaat regelmatig helemaal onder. Ze genieten er duidelijk van. Wij ook. Verder zien we veel nijlpaarden op de kant en veel in het water. Sommige zitten op een zandbank, zodat ze half boven water uitsteken. Op de kant zien we ze van vrij dichtbij. Twee hele kleintjes zijn er bij, die erg leuk zijn. Grote plompe dieren zijn het om te zien, maar ze zijn erg snel; zowel in het water als op land. Een vliegende visarend, zadelbekooievaar, waterbokken, een grote kudde elanden, een kleine krokodil en de ondergaande zon is het resultaat van deze avond.
Lekker ontspannen, zo’n tochtje.
Vrijdag 2 oktoberNaar Lusaka, Luangwa Bridge - 380 km
´s Nachts om 00:30 uur wordt Martijn wakker van gegraas. Hij maakt Lia wakker en samen kijken we naar buiten en zien een hippo achter onze lodge grazen. Niet zo´n hele grote, maar wel erg dichtbij en goed te zien in het maanlicht. Wij vinden het geweldig!
´s Morgens horen we dat aan de Zimbabwaanse kant het gebrul van een leeuw is gehoord.
We varen met de boot terug naar het beginpunt en zien nog meer olifanten en nijlpaarden.
Om 9:30 uur vertrekken we via Lusaka naar de Luangwa Bridge. Het landschap wordt wat groener, de bosjes wat hoger en het wordt heuvelachtig. Af en toe een dorpje. Goede asfaltwegen, hoewel er af en toe zo´n gat in zit, dat we daar genoodzaakt zijn om stapvoets te rijden. Soms moeten we stoppen voor een politiecontrole waar we altijd door mogen rijden en soms zitten we achter een langzame vrachtwagen die moeilijk in te halen is. Bij ‘echte´ dorpjes liggen ribbels in de weg, zodat we daar ook gas terug moeten nemen. Verder scheuren we aardig door.
Na Livingstone zien we bijna geen toeristen meer. Het is weer erg warm, vooral in de tent, maar gelukkig koelt het ´s nachts wel wat af.
In Lusaka gaan we boodschappen doen. Wij met z´n vieren willen we een keer koken en doen daar nu boodschappen voor. Niet alles is hetzelfde als bij ons (van sambal hebben ze nog nooit gehoord), maar we kopen wat vergelijkbaars en hopen dat het net zo zal smaken als thuis. Verder slaan we bier in voor South Luangwa NP, dat daar wel te koop is, maar erg duur. Jeff en Charles zullen voor ijs zorgen, dus dat moet lukken. Water hoeven we niet te kopen, dat kunnen we rechtstreeks uit de kraan drinken.
Volgens het programma zouden we vandaag tot Lusaka rijden en morgen naar South Luangwa. Maar we doen vandaag ruim 200 kilometer meer, omdat we het anders morgen wel eens niet zouden kunnen redden. En dat zou jammer zijn. South Luangwa moet voor deze reis het hoogtepunt zijn wat wild betreft.
Tegen zessen arriveren we op de camping. Snel zetten we de tent op, wat nog net kan in het licht, Onze kookspullen worden klaar gezet, want wij koken vandaag. De staf gaat lekker douchen en wij gaan pilav maken. Lekker een beetje kloten met weinig ruimte en weinig hulpmiddelen. Toch lukt het ons om binnen drie kwartier alles klaar te hebben. We hebben ruim gekookt en het gaat ver op. Iedereen lijkt het lekker te vinden. Gelukkig maar. De afwas laten we over aan de rest en wij gaan in de bar een biertje drinken. Dat hebben we wel verdiend. Het is hier niet echt goedkoop, € 2 per flesje, maar nog altijd goedkoper dan thuis. Iedereen is moe en gaat vroeg naar bed. Wij ook en we vallen meteen in slaap.