Dinsdag 22 septemberNaar Chobe N.P. - 130 km

‘s Nachts hebben we alleen het nijlpaard horen roepen.
Het water in onze flessen koelt ‘s nachts heerlijk af en is ‘s morgens lekker koel. In de loop van de dag wordt het dan warm.
Om 6:30 uur ontbijten we en om 7:00 uur vertrekken we richting Kasane, dat verder het Chobe Park in ligt. Het wordt een lange rijdag. Deze weg wordt niet echt veel gebruikt, zo te zien. We moeten erg uitkijken voor de struiken aan de zijkant die vaak voorzien zijn van grote stekels en die regelmatig door de open zijkanten ons proberen te raken. Soms liggen er grote takken op de weg en eenmaal moeten we zelfs een boom weghalen. Het is een smalle weg voorzien van veel rul zand. Het gaat langzaam, erg langzaam. Elke anderhalf uur moeten we stoppen voor een plaspauze. Het is een zeikploeg.
Er zijn weinig dieren te zien, wel een zeldzame roan-antilope die niet op de foto wil en snel weg rent en twee bomen vol met gieren. Het is vrij saai en erg warm. Om 8:00 uur gaan de jacks en truien al uit.
Na drie uur houdt de bagagewagen er mee op. Hij staat zonder benzine. Hij verbruikt op de een of andere manier veel te veel brandstof en men weet zo snel niet wat dat probleem is. Net als de auto stilstaat, komt er een tegenligger, die er dus niet langs kan. Later zal blijken dat dit de enige auto is, die we deze dag tegenkomen. En laat die nou heel toevallig twee grote jerrycans met elk twintig liter van de brandstof die wij nodig hebben, bij zich te hebben. De hand van God!
We moeten nog twee keer stoppen om iets met de brandstofvoorziening te verhelpen en de tweede keer lunchen we maar meteen. We maken een pastasalade (de pasta was ‘s morgens al gekookt) met tonijn, komkommer en kaas. Lekker. Ondertussen wordt de truck gerepareerd en dan is het nog een uurtje rijden. Bijna meteen daarna ruiken we brand. Hele stukken bos zijn zwart geblakerd en op sommige plaatsen smeult het nog en op een plaats zien we het branden.
We komen steeds meer dieren tegen. Een kudde olifanten, vrouwtjes en kleintjes, staat zowat midden op de weg, vlak bij een boom in de schaduw. Links en rechts zitten er nog meer tussen de bomen en bosjes. Zowel grote als kleine. We kijken een poosje en rijden langzaam verder. Ze weigeren aan de kant te gaan. We zien steeds meer olifanten aan beide kanten van de weg. We moeten flink gassen om ze aan de kant te laten gaan.
Als we een bocht om rijden, staan we ineens oog in oog met een buffel, die gelukkig meer van ons schrikt, dan wij van hem. Onder elke boom ligt een aantal van die grote beesten. Een enorme kudde is het. Even verderop rent een sabelantilope die stopt als hij ter hoogte van de auto is om ons nieuwsgierig op te nemen. Prachtig beest.
De weg is erg rul en we komen maar langzaam voorruit, gemiddeld 25 kilometer per uur (zonder stops).
We kamperen voor de laatste keer wild. Dit keer in het rulle zand en stof, maar er is wel veel schaduw. We krijgen vreselijk vieze voeten. We nemen een snelle douche onder de hangzak, maar als we naar de tent teruglopen zijn onze voeten alweer stoffig. We lopen op slippers en sandalen.
Er zitten veel apen in de bomen die verdwijnen als wij aankomen en hopelijk komen ze niet terug. Het stikt hier van de vliegen en wespen. Erg vervelend. We zijn blij, dat we op gamedrive kunnen.
We zien apen, giraffen die zout van de grond likken, gieren, etende visarend, kudu’s, twee leeuwinnen met drie kleintjes, wrattenzwijnen, grote kuddes olifanten, impala’s, buffels. Het is hier ’erg’ druk met auto’s. Soms zien we er wel vijf tegelijk. Dat zijn we niet gewend.
Gelukkig zijn de vliegen en wespen verdwenen als we op de kampplaats terugkomen. We eten vanavond spareribs, maïspap met tomatensaus en pompoen met kaas. De maïspap is de specialiteit in zuidelijk Afrika. Het smaakt eigenlijk nergens naar. Ons bier is op. Gisteren hebben we de laatste gedronken. Dat komt mooi uit, want ook het ijs is op en lauw bier is ook niet alles. Maar we hebben nog een halve zak rode wijn en die maken we op. Smaakt prima.

Woensdag 23 septemberChobe N.P. - naar Masane

We kunnen uitslapen tot 7:30 uur. Toch zijn we vroeg wakker, maar nu kunnen we alles op ons gemak inpakken. Vandaag rijden we al gamerijdend naar Masane. Langs de rivier zien we allerlei wild.Roan O.a. twee roodborstbijeneters die heel dichtbij in een kale boom zitten, een olifant met een heel kleintje, krokodil, een zeldzame roan (alweer, hoe zeldzaam is die dan eigenlijk?), een puku die alleen in een heel klein deel van Chobe voorkomt, een sabelantilope, bijeneters, rollers, een watermonitor, zwijnen, kudu’s, een boom vol gieren, een visarend, vliegende ooievaars, nijlpaarden, giraffen, heel veel olifanten, overstekende olifanten, een lepelaar en verschillende soorten ooievaars.
Het laatste stuk naar Masane rijden we over asfalt. Dat hebben we al meer dan een week niet gezien. We krijgen de tijd om drank te kopen voor de boottocht van vanmiddag. De koelbox wordt naast de drankwinkel gezet, er gaat ijs in, wij vullen hem met het koude bier uit de winkel en met vereende krachten wordt hij op het dak van de truck gezet.
Het stikt hier van de toeristen. Veel auto’s, trucks, kampers en iedereen doet inkopen. Er staat een lange rij voor de ATM, die wij gelukkig niet hoeven te gebruiken. Wij komen aardig uit met onze pula’s. Als we het Chobe Park weer inrijden, is het binnen een kilometer rustig en zitten we meteen midden in de natuur. We rijden naar een picknickplaats, want op andere plaatsen mg je de auto niet uit. We lunchen met bolletjes met kaas, salami, ham, tomaat, komkommer en fruit. Als we thuiskomen, kunnen we geen tomaat en komkommer meer zien, hoewel erg gezond natuurlijk.
We rijden naar een plaats waar we om 15:00 uur op de boot stappen. We zijn de eersten die instappen en nemen de plaatsen voorin in beslag en zien zo alles het beste. Het is een prachtige tocht en we zien ijsvogels, bijeneters, olifanten, buffels, giraffen, zwijnen, krokodillen, waarvan een grijze wel vijf meter lang is, een stuk of veertig nijlpaarden op een kluitje bij elkaar. Leuk al die oogjes en oortjes boven het water. Ibissen, ooievaars, Afrikaanse schaarbekken, kudu’s, apen. We nemen regelmatig een biertje en eten wat chips. Er zit een dakje boven de boot, zodat we het grootste deel van de tocht in de schaduw zitten. Schitterende tocht.
Zon Goed 18:00 uur komen we bij het eindpunt, waar de truck op ons staat te wachten. We rijden snel naar de camping, want we zien nog een paar erg volle trucks, die daar ongetwijfeld ook naar toe gaan. Vandaag is de laatste dag met de open auto en de rode truck van de eerste dagen is al gearriveerd op de camping. Ken is er niet meer bij en Charles heeft zijn plaats ingenomen. We kunnen het erg waarderen dat alle tenten al opgezet zijn. We graaien supersnel onze douchespullen bij elkaar en zijn als eersten bij de douches. Als we er onder vandaan komen, staat er een enorme wachtrij.
Doordat de rest zo lang moet wachten (iedereen wil uiteraard uitgebreid douchen na vijf dagen wild kamperen), is onze tafel bij een nabijgelegen restaurant al vergeven. We moeten bijna een uur wachten en kunnen dan aan tafel. Het is een soort wokrestaurant. Er staan allerlei voorgerechten met o.a. fazant, lamsvlees, salades, groenten. Daarnaast staan allerlei schalen met groenten en pasta die voor je klaargemaakt worden op een grote plaat. Grote stukken vlees worden geroosterd. De impala is wat droog, maar de beef tandoori is geweldig en de lamkoteletten zijn prima. Als dessert staan er allerlei taarten, ijs en Franse kazen. Kosten 140 pula p.p. (€ 14).