Rondje om Zimbabwe
11 september t/m 19 oktober 2009
Route door Botswana, Zambia, Malawi, Mozambique en Zuid Afrika
Vrijdag 11 septemberNaar Johannesburg (Zuid-Afrika)
Samen met Gerda en Carlo hebben we bij Angeli een rondreis door Afrika geboekt. Of liever gezegd, twee reizen: we hebben twee reizen van hun Afrikaanse agent, Sunway Safaris, aan elkaar geknoopt. De eerste is van Johannesburg (Zuid-Afrika) via Botswana naar Livingstone in Zambia. De tweede gaat van Livingstone via Malawi, Mozambique en het Kruger Park terug naar Johannesburg. We maken dus een rondje om Zimbabwe heen. Totaal ruim 7000 kilometer en Zuid-Afrika is zeker een bezoek waard.
Wij zijn gisteren al naar Amsterdam getreind, zodat we al wat dichter bij Schiphol zitten. ‘s Morgens om 5:00 uur rijdt de taxi voor en laten we ons naar Schiphol brengen. Lekker luxe. We zijn al ingecheckt en de bagageafgifte gaat vrij snel, zodat we om 5:30 uur al klaar zijn. We gaan koffie drinken om wakker te worden en eten een broodje.
Via Londen vliegen we met British Airways, omdat het alternatief, rechtstreeks met de KLM, honderden euro’s duurder is. Het vliegtuig naar Londen zit vol, dat naar Johannesburg in Zuid-Afrika is maar voor hooguit een kwart vol. Zou het door 11 september komen of is het de crisis?
Van Amsterdam naar Londen is 372 kilometer en van Londen naar Jo’burg 9093 km. Het hele gebied waar we door reizen heeft dezelfde tijd als Nederland.
We doden onze tijd in het vliegtuig met muziek, een boek en witte wijn.
Volgens planning komen we aan om 20:30 uur. We worden verwacht en snel naar Rivonia Road Lodge gebracht. We willen wat drinken, maar dat is niet zo simpel. Heel dichtbij is geen bar en het is ook niet echt veilig om in het donker te gaan lopen. In het hotel hebben ze wel een bezorgdienst, maar daarvoor is het al te laat. Er is een frisdrankautomaat, maar daar kunnen alleen muntjes in en wij hebben op het vliegveld alleen briefjes van 100 ZAR (€ 8) gepind. De receptioniste heeft maar weinig klein geld. Ze gaat haar baas om hulp vragen en ze komt met een zakje muntjes terug. We vullen onze glazen met ijsblokjes uit de ijsmachine die naast de automaat staat en drinken de cola op in onze kamer.
Daarna vallen we als een blok in slaap.
Zaterdag 12 septemberJohannesburg
We hebben uitstekend geslapen en zijn blij, dat we een dagje extra in Johannesburg hebben om te relaxen. Morgen begint het eerste deel van de reis.
We ontbijten in het hotel. Dat is niet inclusief en kost 45 ZAR pp. Daarna regelen we een taxi naar het Apartheid Museum, waar momenteel een expositie is over Nelson Mandela. Indrukwekkend om te zien.
Terug bij het hotel gaan we naar een klein winkelcentrum in de buurt. Bij een tapasrestaurant laten we wat verschillende hapjes komen. De hele dunne, lange stokbroodjes met tomaat en olijfolie zijn erg apart. Alles is lekker en niet teveel. Anders eten we vanavond niets meer. Ze verkopen geen bier, wel wijn. Eventueel willen ze het wel voor ons halen, maar we houden het op cola. Daarna gaan we naar de supermarkt, maar die sluit ‘s zaterdags al om 15:00 uur en het is nu vijf over drie. We wandelen wat door en bekijken allerlei restaurantjes en vinden een drankwinkel. We kopen dezelfde Zuid-Afrikaanse witte wijn (Zonnebloem) die we jaren geleden ook altijd in Namibië dronken en wat blikjes Tafel-bier. We zetten ze koud in onze hotelkamers door ijsblokjes in de plastic tasjes te doen.
Het weer is hartstikke lekker. 's Morgens een beetje fris omdat het wat heiig is en de zon niet door komt. Al snel verschijnt hij en wordt het lekker warm, een graad of 27. Kunnen we alvast wennen aan de temperatuur in de Kalahari.
's Avonds eten we bij een Japanner/Chinees. Vooraf nemen we met z'n vieren sushi's. Ze worden ter plekke klaar gemaakt. Heerlijk. Ook de rest (sizling pork, beef met cashewnoten, chow mein) smaakt prima.
Op de hotelkamer maken we de fles wijn leeg.
Zondag 13 septemberNaar Khama Rhino Sanctuary (Botswana) – 649 km
Begin 1e tour.
Om 6:00 uur ontbijten we. Het is er al heel druk. We hadden verwacht dat we vandaag de enige groep zouden zijn, maar er vertrekken er duidelijk meer. Er zijn twee lodge-reizen en één campingtour. Onze tour (de camping) blijkt helemaal volgeboekt. Wij, de Nederlanders, zijn met z'n vieren in de meerderheid. Verder zijn er twee Engelsen, twee Fransen, twee Duitsers en twee Zwitsers. Jeff en Ken worden onze begeleiders.
We krijgen een korte briefing, vullen wat formulieren in en brengen onze bagage naar de truck. Deze heeft twaalf ruime zitplaatsen en mooie hoge ramen. We vertrekken meteen, want we moeten vandaag 650 kilometer rijden naar Khama Rhino Sanctuary in Botswana.
's Morgens is het nog fris, maar in de loop van de dag verandert dat snel. Het kwik zal oplopen tot zo'n 35 graden in de schaduw. De ramen in de truck kunnen open, maar bijna allemaal zakken ze vanzelf helemaal naar beneden. Wij zitten achterin, wat hoger en kijken over iedereen heen en vangen alle wind.
We stoppen bij een supermarkt, die op zondag wel open is, maar die mogen dan geen alcohol verkopen. De desbetreffende rij in de supermarkt is met hekken afgesloten. Iedereen loopt te zeulen met vijfliter kannen water. De grensovergang met Botswana gaat snel. Hier zijn blijkbaar nooit problemen. We willen wat geld wisselen en willen dat even verderop bij een wisselkantoor doen. Helaas zijn de pula's op. We rijden terug en bij een ander wisselen we 20 euro (150 pula), zodat we bij de ingang van het park wat biertjes kunnen kopen.
Onderweg zien we al wat wild: apen, antilopen, struisvogels en een gnoe, steenbok, gemsbok (oryx), koedoes, struisvogels, neushoornvogels.
Khama Rhino Sanctuary: In 1989 besloten bewoners van Serowe in Botswana tot de stichting van een wildreservaat dat in 1993 Khama Rhino Sanctuary (KRS) werd. Het is gelegen bij de Serwe pan. De plek werd mede gekozen omdat zij vlakbij een basis van het leger lag. Zodoende was een bewaking van 24 uur per dag gewaarborgd en waren de neushoorns beveiligd tegen stropers. KRS heeft een oppervlakte van 4300 hectare en bestaat vooral uit Kalahari Sandveld.
Goed 17:00 uur komen we bij het park en bij de ingang plunderen we de koelkast met biertjes. Jeff koopt ijs en in de truck staat een aparte koelbox voor de drankjes. Blijven ze lekker koud. Daarna gaan we op zoek naar de witte neushoorn die hier voorkomt. We zien impala's, gnoes, giraffen, antilopen en jawel, neushoorns. Eerst aan de linkerkant een paar, later, dichterbij aan de rechterkant drie stuks. We blijven een hele poos staan kijken. Als we richting kamp rijden, zien we een enorme joekel, die wat staat te badderen.
De tenten worden in het donker opgezet en dat gaat vrij simpel. Met vereende krachten wordt het eten bereid en zowel de koude biertjes als het eten smaken prima. Vroeg naar bed, want morgen vroeg op. Zodra de zon onder is, koelt het af.
Maandag 14 septemberNaar Maun – 533 km
Goed geslapen, lekker fris 's nachts. Om 5:45 uur staan we op. Dan wordt het net licht. We ruimen de tent op, douchen en ontbijten daarna. Eerst is het frisjes, zodra de zon opkomt, wordt het lekker. Het begint al meteen met een lekke band. Op de camping zit een roodborstklauwier die zich niet veel van ons aantrekt.
Vandaag rijden we naar Maun. Het landschap verandert langzaam. De boompjes en struikjes worden steeds kleiner en het zijn er steeds minder. We rijden over een goede asfaltweg met erg weinig verkeer. Het is warm. We rijden gestaag door. We stoppen even bij een kleine zoutpan om wat foto’s te maken. Het is de Mopipi pans, een uitloper van de Magidagi pans. Naast stekelstruikjes is mimosa het enige wat bloeit. Mooie felgekleurde gele bolletjes die lekker zoet ruiken. Af en toe zien we een nederzettinkje. Na een telefoontje zoekt de bemanning diesel voor een eerder vertrokken truck in een klein plaatsje. Martijn kan ze de weg wijzen, omdat het benzinestation op de GPS aangegeven wordt. De diesel is voor een collega die verderop zonder staat. Jeff heeft er geen goed woord voor over. Voor de reisleider dan. Tussen het tanken en het vinden van die groep zit minstens een uur, dus zolang wachten ze al. Niet lekker in die hitte.
We zien veel koeien onderweg, de belangrijkste inkomstenbron van het land. Veel bomen met witte, lichtgele en paarse bloemen. Het verbaast ons, dat er zoveel bomen in bloei staan. Het land is kurkdroog zo aan het eind van de droge tijd. Soms staan er hele groene bomen tussen de overwegend dorre.
In Maun gaan we eerst geld pinnen. Iedereen gaat wisselen, maar wij willen pinnen. Bij de Spar en de drankwinkel is een ATM, maar die accepteert onze maestrokaart niet. Jeff en Ken brengen ons naar het vliegveld, slechts een paar minuten rijden, waar een ATM van de Standic bank staat. Die spuugt nieuwe biljetten uit en wij zijn blij. In de drankwinkel kopen we bier in voor de komende dagen in de Okavango Delta. We schijnen het koud te kunnen houden en zien de overige groepsleden ook met traytjes Castle slepen. We moeten even wachten op de boodschappen die worden gedaan. Daarna rijden we naar het Audi-kamp aan het water. We zetten snel de tent op en gaan dan douchen. Grote warme ruime douches. We maken een scheerlijntje om de was te drogen. Daarna gaan we op zoek naar de bar. Een mooie ronde bar met open zijkanten. Een heel klein beetje wind, praktisch verwaarloosbaar. We zitten aan de kant met lekkere Castle-biertjes. Al snel krijgen we gezelschap van Gerda en Carlo.
We eten met z'n allen op de camping in het restaurant. Daarna nog een afzakkertje.
Dinsdag 15 septemberOkavango Delta – 58 km + 4 km boot
We willen om 8:00 uur vertrekken naar de Okavango Delta. We gaan met een 4WD-drive jeep, want de truck gaat dat over die weg niet redden, maar de auto is er niet. Jeff gaat er achter aan en uiteindelijk rijden we naar het bedrijf toe. We pakken alles over en de grote bagage blijft achter. We nemen alleen wat spulletjes voor drie dagen mee. En heel veel water, want het is erg warm overdag. Bovendien zullen we in de mokoro's in de volle zon zitten. Tegen tienen zijn we eindelijk op weg. We zitten in een open terreinwagen en de bagage zit in een aanhangertje. We rijden ongeveer twintig minuten en zitten nog op de asfaltweg als we de aanhanger verliezen. Jawel, de hele aanhanger. Hij vliegt een keer over de kop en komt dan, wonder boven wonder, weer op z'n pootjes terecht. Gelukkig is er geen verkeer op de weg. Je kunt anders de grootste ongelukken krijgen. De aanhanger is nog zo goed als heel. Hij blijkt niet goed aangesloten te zijn geweest. Er wordt gebeld (leve de mobiele telefoon) en binnen tien minuten is er hulp. Er wordt een grote band om de aanhanger gesjord en nu wordt hij goed aangesloten. We zijn slechts twintig minuten kwijt. Al snel slaan we van de grote weg af en rijden we een rul zandspoor op. We ploeteren soms door water en door meer rul zand. Na een uur of twee komen we op de plaats van bestemming. Slechts 58 kilometer verderop. Omdat we vrij laat zijn, gaan we eerst lunchen. Zoals altijd met brood, tomaat, komkommer, kaas, vleeswaren, chilisaus, mosterd, fruit en een sapje. Het is erg warm.
De Okavango Delta: Vanuit het Angolese hoogland stroomt de Okavango-rivier zuidwaarts, via het noorden van Namibië naar de vlakten van Noord-Botswana. Hier loopt het water uit over de Kalahari woestijn en vormt ze de grootste 'inlandige' delta van de wereld: een labyrint van duizenden grote en kleine stromen en kreken, die kleine eilandjes omringen. Het gebied is 15.000 km² groot (de helft van België). De delta bestaat uit grote gebieden met papyrusriet, lage vlakke eilandjes bedekt met bomen, kristalheldere waterwegen en palmen. De delta vormt zonder twijfel één van de laatste vrijwel ongerepte natuurgebieden.
De mokoro's liggen al te wachten en het bijbehorende personeel ook. Zij zullen de komende dagen al het werk doen: tenten opzetten, koken, afwassen. We laden alle spullen in de mokoro's en stappen zelf ook in. Met z'n tweeën zitten wij in een mokoro. Maar wij blijken niet in balans en moeten van plaats wisselen. Dat helpt echter niet veel. Al zitten we op matjes, het water komt soms in golven over de rand, zodat vooral Lia erg nat wordt en in een paar centimeter water zit. We stoppen nogmaals om te hozen en er wordt wat bagage naar een andere boot overgebracht. Het is heerlijk rustgevend om je zo te laten peddelen. We varen door een prachtige natuur van smalle waterweggetjes, veel groen, riet en waterlelies. Plots moeten we stoppen: de plomp is versperd door een badende olifant. Er lopen er nog twee op de kant die al klaar zijn. Grote bullen zijn het. Die ene doet er lang over, maar wij vinden het prachtig.
Even verderop horen we een nijlpaard knorren. We horen hem wel, maar zien hem niet. Maar als we een stukje door peddelen en een hoekje omslaan, zien we z´n kop boven het water uitsteken. We kijken een poosje en even later laat ook zijn maatje zich zien.
Verder zien we nog wat ooievaars en neushoornvogels.
Na een uur of twee komen we bij de kampplaats aan. Alles wordt uitgeladen en de matjes waar we op zaten worden in de zon te drogen gelegd. We zetten het bier koud in een koelbox met ijs. Alle kosten met eten en etenswaar worden geïnspecteerd en er wordt een pak yoghurt ontdekt dat open is gegaan bij de koprol van onze aanhangwagen. Ook een fles met olie heeft gelekt. Hij is niet echt blij. Maar gelukkig is de schade van het ongeluk beperkt gebleven.
De tenten worden opgezet en we maken onze bedden op. We zitten twintig minuten voor onze tent in de schaduw en gaan dan een bushwandeling maken in twee groepjes van zes man. Elk met een gids voorop en een mevrouw aan het einde van de rij. Al snel zien we drie olifanten die lopen te eten. Ze hebben ons niet in de gaten, want ze eten gewoon door. We wandelen rustig door het hoge gras en zien een paar neushoornvogels en andere, kleine zwarte, vogels. We zien nog een eenzame olifant, maar verder niets. Wel een mooie zonsondergang.
Ondertussen is in het kamp een kampvuur gemaakt waar men water op kookt voor de douche. We hebben een heuse douchetent met een zak met kraantje die er boven hangt. Er is ook een wc-tent. Wij zijn die luxe niet gewend bij het wild kamperen. Vroeger was ´wild´ nog echt ´wild´.
Als we terugkomen van de wandeling smaken de inmiddels koude biertjes erg goed. De pasta die we krijgen glijdt ook erg makkelijk naar binnen.
´s Nachts is er veel herrie buiten. Vooral veel kikkers, maar ook allerlei ons onbekende geluiden. We hebben tenten met gaas aan vier kanten en ook in het dak. Zo waait het lekker door. Als het waait tenminste. ´s Nachts koelt het af en is het niet zo warm. We kunnen ook naar buiten kijken naar de prachtige sterrenhemel en de eventuele dieren die naar ons komen kijken. Die beesten zien wij vannacht niet. We slapen prima.
Woensdag 16 septemberOkavango Delta
Om 6:00 uur is er water voor thee, koffie en sopkoekjes. Tegen zevenen zijn we al aan het wandelen. Eerst varen we een klein stukje met de mokoro´s en dan wandelen we verder. Prachtige natuur: al dat water, groene grassen, waterlelies en rietpalmen. We lopen ruim drie uur en zien een groepje van acht giraffen. Zij gaan dezelfde kant op als wij, want we komen ze een paar keer tegen. Verder zien we een kudde zebra´s, drie buffels, verschillende vogels en veel termietenheuvels, die soms wel vier meter hoog zijn. Ook veel olifantenshit. Enorme drollen zijn dat.
Het wandelt prima, het is nog niet zo warm en het waait aardig. We drinken veel water.
Terug bij het kamp is men druk bezig met een uitgebreid ontbijt met eieren, spek, witte bonen in tomatensaus, ui, champignons. Het brood roosteren we op het vuur. We zijn wel aan eten toe. De limonade wordt aangemaakt met water dat rechtstreeks uit de plomp wordt gehaald.
Na een half uurtje rust gaan we zwemmen. Het water is heerlijk koel en we frissen er erg van op. We badderen een half uurtje en gaan dan terug naar het kamp. De zwemkleding en handdoek zijn in een mum van tijd droog.
Om 16:30 uur lopen we naar een hippopoel. Ver weg zitten wat nijlpaarden die af en toe hun kop laten zien. Ook een krokodil ligt in het water. Het valt een beetje tegen. Drie lepelaars vliegen weg. Er liggen nogal wat mokoro’s met kwetterende toeristen wat ook niet erg bevorderlijk is voor het zien van wild.
Het bier is nog steeds koud en smaakt uitstekend met dit hele warme weer.
De Afrikaanse vaarmensen zingen en dansen voor ons en het laatste nummer doen we met z’n allen.
Donderdag 17 septemberOkavango Delta, naar Maun 4 km boot + 58 km
We worden vanzelf wakker als het licht wordt om 6:00 uur. Tijdens het ontbijt maken apen in de bomen ruzie, zo te horen. De tenten worden afgebroken en alles wordt ingepakt en naar de mokoro’s gebracht. De laatste pooler die instapt, stapt dwars door zijn boot heen, maar dat is snel gerepareerd en we varen terug naar het beginpunt. Het hele gebied blijft prachtig en heerlijk rustig worden we voortgepeddeld. Deze keer blijven we droog. Nu worden we opgewacht door een kudde buffels die aan het drinken is. Zij schrikken van ons en rennen er heel snel van door. Het is dat wij helemaal vooraan varen, anders hadden we ze niet eens gezien. Veel waterlelies. We horen hippo´s.
De truck komt even later, eentje met een kleinere aanhanger. Dat wordt even passen en meten met inpakken, maar het kan net. We rijden door het mulle zand terug naar de asfaltweg en zien heel veel neushoornvogels en mooi gekleurde rollers. We stoppen een paar keer voor wild: twee groepen zebra´s, een troepje impala´s onder een boom, een stuk of tien struisvogels en twee maraboes.
Zonder ongelukken bereiken we het Audi-kamp. We zetten de tenten op, vullen onze vijfliter flessen onder de kraan en wachten op de grote bagage die gehaald wordt. Ondertussen gaan we douchen en wassen lekker onze haren. Ook doen we een wasje, dat heel erg snel droogt. De batterijen brengen we naar de receptie waar ze kunnen worden opgeladen. In de tent is het overdag niet te harden. Het is er altijd bloedheet, ook al staat die de hele dag in de schaduw.
Om 16:00 uur gaan we Maun in en kopen wij in de drankwinkel de drankvoorraad voor de komende zes dagen. Het is moeilijk schatten en we besluiten tot één vijfliter fles per dag met z’n tweeën. Dus dat wordt dertig liter. Iedereen loopt met zulke hoeveelheden te slepen. We kunnen wel een waterwinkel beginnen. We nemen ook nog een traytje Castle mee en twee vijfliter dozen rode wijn voor ons vieren. Komende dagen is helemaal niets te koop, dus daar moeten we het mee doen. Daarna gaan we naar het vliegveld dat praktisch in het dorp ligt. De hele groep gaat mee met de optionele vlucht boven de Okavango Delta. Dat kost € 80 of US$ 115 voor een uur. We hebben geweldig uizicht. Als je beneden in een mokoro vaart, heb je geen idee van de uitgestrektheid van de delta. Wij zien hier boven ook maar een heel klein deel. Het is een enorm uitgestrekt gebied. We zien niet zoveel wild: wat giraffen, impala’s, een paar losse olifanten en later een grote kudde. Het uitzicht blijft fascinerend.
Volkomen uitgedroogd komen we uit het vliegtuig, want ook hier mogen we geen vloeistoffen meenemen. We hebben de hele dag dorst. Het is dan ook erg warm. Eerst drinken we sloten water, daarna gaan we naar de bar voor een heerlijk koel biertje. We eten weer met z’n allen in het restaurant. Gezellig.
Vrijdag 18 septemberNaar Moremi Game Reserves - 114 km
‘s Morgens nemen we een laatste douche op de camping.
Alle spullen worden op een hoop gezet. Alle flessen water, cola en bier staan op een kleed. Wat een hoeveelheid! Carlo is op het lumineuze idee gekomen om alle flessen en blikjes te merken, zodat er later geen misverstanden over kunnen ontstaan.
We gaan verder met de open truck en er is een aparte wagen voor de bagage. De auto waar we in zitten, is een open auto met dak. Er zitten geen deuren in en er zijn instapjes waar precies een voet inpast, zodat je jezelf omhoog kunt hijsen.
Op de camping zitten veel vogels, waaronder een gele neushoornvogel en een withelmklauwier.
We rijden vandaag naar Moreni Game Reserve.
Moremi Wildreservaat: Dit beslaat ongeveer 3000 km² en ligt in het noordoostelijke deel van de Okavango Delta. Moremi bestaat uit moerasachtige waterlandschappen en droog savanneterrein met een dichte begroeiing van acacia's. Dit laatste deel grenst aan het ten noorden ervan gelegen Chobe National Park. Omdat de grenzen met de Okavango Delta en het Chobe National Park niet omheind zijn, kan het wild zich vrijelijk verplaatsen.
Al snel houdt het asfalt op en we moeten een bril opzetten tegen de wind. Via de South-gate rijden we het park in. We gaan eerst lunchen, want hier mag dat nog. Eenmaal in het park, mag je de auto niet uit, alleen op de campingplaatsen is dat toegestaan. Hier komen de gele en grijze neushoornvogels op onze lunch af. Ook grijze gespikkelde vogels. Als we verder rijden naar het de campingplaats zien we wat zebra’s en een paar overstekende wrattenzwijnen. Verder niet zoveel.
We maken een kamp op een ‘camping’. Voor ons ziet het er gewoon uit als een open plek zoals er wel meer zijn. We zetten de tenten op in een kringetje op een stukje schaduw. Het bier en de wijn zetten we koud in de koelbox. De waterfles stoppen we in een natte sok en zetten die in de wind. Dat koelt ook lekker.
Om 16:30 uur gaan we gamedriven. We zien niet zoveel: een giraf, ver weg een paar hippo’s, een krokodil nog verder weg, een olifant, een paar zebra’s erg dichtbij en honderden impala’s.
Het bier is koud genoeg en glijdt makkelijk onze stoffige kelen in. Ook de rode wijn smaakt prima. Zeker voor dat geld: € 12 voor vijf liter. We eten een kudu-stoofpot met rijst. Erg lekker.
We moeten ‘s nachts de tenten helemaal afsluiten, alleen het muskietennet boven mag open blijven. Het is niet veilig ‘s nachts. Alle wilde dieren kunnen zo tussen de tenten lopen.
Zaterdag 19 septemberMoremi Game Reserve
Net voor het licht wordt, staan we op. Het water voor de koffie en thee is al warm en we eten er een sopkoekje bij. Het is frisjes, bewolkt en we trekken wat aan tegen de kilte. We gaan vier uur wild bekijken en in de open truck is een trui wel lekker.
We zien veel impala’s, een paar zadelbekooievaars, een gier, wat arenden, zebra’s, een olifant en een giraf. We rijden door de North-gate het park uit en komen in een kleine nederzetting. Maar al snel is het weer alleen wildernis wat we zien. We volgen leeuwensporen, maar die verdwijnen de bosjes in. Toch zien we even later drie leeuwinnen lekker liggen uit te buiken. Dat denken we tenminste, want die ene heeft wel een heel erg bebloede bek. We kunnen heel dicht bij ze komen en mooi fotograferen. Prachtige koppen hebben ze. We bekijken ze een poosje en ze worden ons beu. Ze staan op en lopen vlak voor de auto langs de bosjes in. Prachtig. We zien een krokodil met open bek, wat apen, een ijsvogel en een eenzame hippo. Even verderop liggen vier leeuwinnen met een leeuw. Die is helemaal gaaf. Wat een geweldige kop haren heeft hij. Dat is goed te zien, want hij ligt op slechts een paar meter van de auto. Ze liggen te rusten, maar houden ons wel in de gaten. Ze dreigen telkens in slaap te sukkelen, maar ze proberen zich wakker te houden. Prachtig zo’n kop met manen. Die zit wel vol met vliegen, maar daar schijnt hij geen last van te hebben. We kijken een hele tijd. Geweldig! Het schijnt trouwens dat er hier meer luipaarden zijn dan leeuwen. Leeuwen worden hier niet zo vaak gespot.
Dichtbij horen we geblaas en we zien een mangoest uit een termietenheuvel klimmen en in onze richting blazen. Hij hoopt ons daardoor weg te jagen, wat natuurlijk niet lukt. Hetzelfde proberen de eekhoorns op de camping en het duurt lang voordat ze door hebben, dat wij niet van plan zijn om weg te gaan.
We lunchen uitgebreid met gebakken ei, bonenprutje, pastasalade en guacamole. De zon komt pas heel laat door. Daarvoor is het vrij ‘frisjes’. Als hij eenmaal schijnt, is het meteen bloedje heet.
Daarna is het rusten en we douchen in de douchetent waar een emmer water boven hangt.
Om 16:00 uur maken we weer een gamedrive die echter vrij teleurstellend is. We zien alleen wrattenzwijnen van dichtbij, een zadelbekooievaar, een visarend, wat zebra’, een gewone roller. En impala’s natuurlijk. Ook het afgekloven karkas met gieren. We zien amper andere toeristen. Af en toe een auto. Als we die zien, informeert men elkaar wat er waar gezien is.
Terug bij het kamp brandt het kampvuur al. De stoeltjes staan er in een halve kring omheen. Jeff en Brian, de gids, maken het eten, terwijl wij een biertje drinken. We hebben gelukkig nog geen mug gezien. Wel een schorpioen die ons in het kamp komt bezoeken.
Zondag 20 septemberNaar Savuti - 177 km
Vandaag rijden we naar Savuti dat in het Chobe NP ligt. Een tocht van 177 km waar we gemiddeld 25,6 km/uur over rijden.
Chobe National Park: Dit park is een beschermd natuurgebied van 11.700 km². Er is veel wild in dit park en er zijn grote kudden olifanten. Het interessantste stuk is het 50 kilometer lange, uitgestrekte gebied langs de rivier voorbij Kasane. De Chobe-rivier is ook de natuurlijke grens met Namibië. Veel dieren komen naar de rivier om te drinken, vooral in het droge seizoen. Chobe is het meest wildrijke park van Botswana. Het heeft een savannelandschap afgewisseld door bossen. Dit reservaat heeft alles te bieden op het gebied van het wildleven. Er is uitstekend grasland en er zijn waterdrinkplaatsen langs het Savuti Channel en de Linyanti-rivier.
´s Nachts worden we wakker van het hyenagehuil en een olifant die dichtbij in de bosjes boompjes loopt te kraken.
Hem bevallen de tentjes blijkbaar zo goed, dat hij tijdens het ontbijt met vier maten op de koffie komt. Machtig gezicht die olifanten op de kampplaats.
We staan op voordat het licht is om 5:00 uur, want de staf wil om 7:00 uur vertrekken. We ontbijten en maken een lunchpakket voor onderweg.
We rijden eerst naar de Mababe-gate van het Chobe Park, zo’n 125 kilometer verderop. Daarna is het nog 50 kilometer naar het kamp, dat ons is toegewezen. Dat heb je niet voor het uitkiezen, dat wordt voor je bepaald. We zijn op tijd weg en we maken er een grote gamedrive van. We zien veel bosjes en bomen met witte en paarse bloemen. We zien meer dan gisterenavond. Soms hoor je binnen de minuut: links olifant, rechts twee giraffen, links waterbokken, zes olifanten met kleintje, gnoes, wrattenzwijn. Ook zien we vijf wilde honden met een mooie vacht. Verderop ligt hun kluitje kleintjes. Verder een eenzame giraf onder een acaciaboom: het ultieme Afrikaanplaatje.
Het landschap verandert in bosjes in herfstkleuren met veel afgevallen blad, en dat terwijl het hier lente is.
We zien zwijnen, giraffen, kori bustards, gnoes, grondneushoornvogels en een groep van zo’n twintig mannetjesolifanten. Dat is uitzonderlijk, want gewoonlijk leven die in groepjes van vijf of zes samen. Het lijkt wel de gayparade. Ook is er een duidelijk hiërarchie. Sommige olifanten mogen wel drinken, anderen moeten wachten. In een poeltje verderop ligt een eenzaam nijlpaard, die net op tijd zijn bek opendoet voor de foto.
Eenmaal in Savuti is er veel geel gras met hele dorre boompjes, sommige met nog wat bruine bladeren. Er staat een enkel groen boompje tussen. Een wat sombere aanblik. Om 16:00 uur komen we bij het kamp aan. Ook vandaag geen camping, maar wild kamperen. Wel op speciaal daarvoor gereserveerde plekken, maar er is geen enkele voorziening. Het ligt aan een poel waar hippo’s wonen en met heel weinig schaduw. We hebben net de tent opgezet als een kudde olifanten komt drinken. Die hippopoel met de olifanten op de voorgrond is een prachtig gezicht. We moeten voorzichtig zijn, want aan de overkant staan wat buffels tussen de bosjes.
We gaan snel douchen, koud weliswaar, maar we knappen er lekker van op. We gaan nog even gamedriven en zien meerdere nijlpaarden met open bek. Een kudde van negen olifanten komt drinken.
Op het kamp wordt het vlees op het kampvuur gelegd en we drinken een koud biertje. We eten sjaslicks en grote worsten, salade en in de schil gekookte aardappel. Een andere kudde olifanten komt drinken. We zitten hier prachtig. We genieten.
Maandag 21 septemberSavuti 130 km
We staan weer vroeg op. Na het ontbijt vertrekken we voor een daglange gamedrive. We hijsen ons de auto in en rijden naar het centrale deel waar meer wild zit. Darvoor moeten we eerst 50 kilometer terug rijden, over dezelfde weg als gisteren en waar niet veel te zien is. Dat is niet zo leuk, want vanmiddag moeten we ook dezelfde weg terug. Zoveel wegen zijn hier niet. Die wegen zijn trouwens alleen te berijden met 4WD aangedreven wagens. Veel auto’s, campers, bussen en grote trucks kunnen hier niet komen. Het is frisjes vanochtend en tot 11:00 uur zitten we met jacks aan.
We zien o.a. een steenbok, een secretarisvogel, baltsende kori bustards, een kudde buffels en drie leeuwinnen. Het zijn grote vrouwtjes met prachtige koppen. De gewone rollers zijn schitterend blauw gekleurd als ze vliegen. Alleen zijn ze zo, zo moeilijk te fotograferen.
We stoppen bij een rotstekening die lastig te bereiken is. We moeten hoge steile rotsblokken beklimmen en er is dan een kleine tekening te zien. We zien een struisvogel wegrennen gevolgd door drie kleintjes. Verderop staan wat impala’s, giraffen en de nodige olifanten. De groep mannetjesolifanten staat weer (of nog steeds) in dezelfde poel te drinken en te poedelen. We zien veel olifanten vandaag.
Het landschap wisselt nogal, soms uitgestrekte grasvlakte, soms kale dorre boompjes, soms bloeiende witte en paarse bomen.
Om 15:00 uur zijn we terug in het kamp en hebben dan 130 kilometer gereden. Het kamp ligt er mooi bij. Veel gras, een paar bomen, struiken op de achtergrond en de hippopoel.
Het water voor de douche is op de bon. We slaan het maar een keertje over. Later wordt er nog een laatste emmertje uitgeperst, waarmee nog drie mensen het stof van zich af kunnen wassen.
Er komen vier olifanten aan waarvan twee kleintjes. In onze poel wonen vijf nijlpaarden: vier volwassenen en een jong. Die zien we duidelijk als we laat in de middag nog een gamedrive maken. Verder zien we wat vogeltjes die niet blijven zitten voor de foto. Het kamp ligt werkelijk geweldig. Het enige jammere is, is dat de lucht niet helemaal helder is. Er is een klein sikkeltje maan en dan zou de sterrenhemel geweldig zijn geweest door het weidse uitzicht dat we hier hebben.
We zitten ‘s avonds altijd om het kampvuur. Niet omdat het koud is, want we zitten gewoon in korte broek en T-shirt en er zijn geen muggen. Het eten smaakt zoals iedere avond uitstekend. Dat komt natuurlijk ook doordat we de hele dag in de buitenlucht zijn. We zijn net klaar met eten als we de hippo’s horen. Eerst een hoop gespetter in het water. Dat zouden ook olifanten kunnen zijn, maar even later horen we gegraas. Heel dichtbij. Onze zaklampen zijn niet sterk genoeg om wat te zien, maar de truck wordt in de goede positie gereden en zet zijn koplampen aan. Dan zien we het kleintje vrolijk ronddarren. Geweldig! Moeders zien we er een beetje achter staan. Die vindt het licht waarschijnlijk maar niets en begint het kind te roepen en even later zijn ze verdwenen.
Zoals iedere avond gaan we vroeg naar bed, want tenslotte moeten we ook vroeg op.
Dinsdag 22 septemberNaar Chobe N.P. - 130 km
‘s Nachts hebben we alleen het nijlpaard horen roepen.
Het water in onze flessen koelt ‘s nachts heerlijk af en is ‘s morgens lekker koel. In de loop van de dag wordt het dan warm.
Om 6:30 uur ontbijten we en om 7:00 uur vertrekken we richting Kasane, dat verder het Chobe Park in ligt. Het wordt een lange rijdag. Deze weg wordt niet echt veel gebruikt, zo te zien. We moeten erg uitkijken voor de struiken aan de zijkant die vaak voorzien zijn van grote stekels en die regelmatig door de open zijkanten ons proberen te raken. Soms liggen er grote takken op de weg en eenmaal moeten we zelfs een boom weghalen. Het is een smalle weg voorzien van veel rul zand. Het gaat langzaam, erg langzaam. Elke anderhalf uur moeten we stoppen voor een plaspauze. Het is een zeikploeg.
Er zijn weinig dieren te zien, wel een zeldzame roan-antilope die niet op de foto wil en snel weg rent en twee bomen vol met gieren. Het is vrij saai en erg warm. Om 8:00 uur gaan de jacks en truien al uit.
Na drie uur houdt de bagagewagen er mee op. Hij staat zonder benzine. Hij verbruikt op de een of andere manier veel te veel brandstof en men weet zo snel niet wat dat probleem is. Net als de auto stilstaat, komt er een tegenligger, die er dus niet langs kan. Later zal blijken dat dit de enige auto is, die we deze dag tegenkomen. En laat die nou heel toevallig twee grote jerrycans met elk twintig liter van de brandstof die wij nodig hebben, bij zich te hebben. De hand van God!
We moeten nog twee keer stoppen om iets met de brandstofvoorziening te verhelpen en de tweede keer lunchen we maar meteen. We maken een pastasalade (de pasta was ‘s morgens al gekookt) met tonijn, komkommer en kaas. Lekker. Ondertussen wordt de truck gerepareerd en dan is het nog een uurtje rijden. Bijna meteen daarna ruiken we brand. Hele stukken bos zijn zwart geblakerd en op sommige plaatsen smeult het nog en op een plaats zien we het branden.
We komen steeds meer dieren tegen. Een kudde olifanten, vrouwtjes en kleintjes, staat zowat midden op de weg, vlak bij een boom in de schaduw. Links en rechts zitten er nog meer tussen de bomen en bosjes. Zowel grote als kleine. We kijken een poosje en rijden langzaam verder. Ze weigeren aan de kant te gaan. We zien steeds meer olifanten aan beide kanten van de weg. We moeten flink gassen om ze aan de kant te laten gaan.
Als we een bocht om rijden, staan we ineens oog in oog met een buffel, die gelukkig meer van ons schrikt, dan wij van hem. Onder elke boom ligt een aantal van die grote beesten. Een enorme kudde is het. Even verderop rent een sabelantilope die stopt als hij ter hoogte van de auto is om ons nieuwsgierig op te nemen. Prachtig beest.
De weg is erg rul en we komen maar langzaam voorruit, gemiddeld 25 kilometer per uur (zonder stops).
We kamperen voor de laatste keer wild. Dit keer in het rulle zand en stof, maar er is wel veel schaduw. We krijgen vreselijk vieze voeten. We nemen een snelle douche onder de hangzak, maar als we naar de tent teruglopen zijn onze voeten alweer stoffig. We lopen op slippers en sandalen.
Er zitten veel apen in de bomen die verdwijnen als wij aankomen en hopelijk komen ze niet terug. Het stikt hier van de vliegen en wespen. Erg vervelend. We zijn blij, dat we op gamedrive kunnen.
We zien apen, giraffen die zout van de grond likken, gieren, etende visarend, kudu’s, twee leeuwinnen met drie kleintjes, wrattenzwijnen, grote kuddes olifanten, impala’s, buffels. Het is hier ’erg’ druk met auto’s. Soms zien we er wel vijf tegelijk. Dat zijn we niet gewend.
Gelukkig zijn de vliegen en wespen verdwenen als we op de kampplaats terugkomen. We eten vanavond spareribs, maïspap met tomatensaus en pompoen met kaas. De maïspap is de specialiteit in zuidelijk Afrika. Het smaakt eigenlijk nergens naar. Ons bier is op. Gisteren hebben we de laatste gedronken. Dat komt mooi uit, want ook het ijs is op en lauw bier is ook niet alles. Maar we hebben nog een halve zak rode wijn en die maken we op. Smaakt prima.
Woensdag 23 septemberChobe N.P. - naar Masane
We kunnen uitslapen tot 7:30 uur. Toch zijn we vroeg wakker, maar nu kunnen we alles op ons gemak inpakken. Vandaag rijden we al gamerijdend naar Masane. Langs de rivier zien we allerlei wild. O.a. twee roodborstbijeneters die heel dichtbij in een kale boom zitten, een olifant met een heel kleintje, krokodil, een zeldzame roan (alweer, hoe zeldzaam is die dan eigenlijk?), een puku die alleen in een heel klein deel van Chobe voorkomt, een sabelantilope, bijeneters, rollers, een watermonitor, zwijnen, kudu’s, een boom vol gieren, een visarend, vliegende ooievaars, nijlpaarden, giraffen, heel veel olifanten, overstekende olifanten, een lepelaar en verschillende soorten ooievaars.
Het laatste stuk naar Masane rijden we over asfalt. Dat hebben we al meer dan een week niet gezien. We krijgen de tijd om drank te kopen voor de boottocht van vanmiddag. De koelbox wordt naast de drankwinkel gezet, er gaat ijs in, wij vullen hem met het koude bier uit de winkel en met vereende krachten wordt hij op het dak van de truck gezet.
Het stikt hier van de toeristen. Veel auto’s, trucks, kampers en iedereen doet inkopen. Er staat een lange rij voor de ATM, die wij gelukkig niet hoeven te gebruiken. Wij komen aardig uit met onze pula’s. Als we het Chobe Park weer inrijden, is het binnen een kilometer rustig en zitten we meteen midden in de natuur. We rijden naar een picknickplaats, want op andere plaatsen mg je de auto niet uit. We lunchen met bolletjes met kaas, salami, ham, tomaat, komkommer en fruit. Als we thuiskomen, kunnen we geen tomaat en komkommer meer zien, hoewel erg gezond natuurlijk.
We rijden naar een plaats waar we om 15:00 uur op de boot stappen. We zijn de eersten die instappen en nemen de plaatsen voorin in beslag en zien zo alles het beste. Het is een prachtige tocht en we zien ijsvogels, bijeneters, olifanten, buffels, giraffen, zwijnen, krokodillen, waarvan een grijze wel vijf meter lang is, een stuk of veertig nijlpaarden op een kluitje bij elkaar. Leuk al die oogjes en oortjes boven het water. Ibissen, ooievaars, Afrikaanse schaarbekken, kudu’s, apen. We nemen regelmatig een biertje en eten wat chips. Er zit een dakje boven de boot, zodat we het grootste deel van de tocht in de schaduw zitten. Schitterende tocht.
Goed 18:00 uur komen we bij het eindpunt, waar de truck op ons staat te wachten. We rijden snel naar de camping, want we zien nog een paar erg volle trucks, die daar ongetwijfeld ook naar toe gaan. Vandaag is de laatste dag met de open auto en de rode truck van de eerste dagen is al gearriveerd op de camping. Ken is er niet meer bij en Charles heeft zijn plaats ingenomen. We kunnen het erg waarderen dat alle tenten al opgezet zijn. We graaien supersnel onze douchespullen bij elkaar en zijn als eersten bij de douches. Als we er onder vandaan komen, staat er een enorme wachtrij.
Doordat de rest zo lang moet wachten (iedereen wil uiteraard uitgebreid douchen na vijf dagen wild kamperen), is onze tafel bij een nabijgelegen restaurant al vergeven. We moeten bijna een uur wachten en kunnen dan aan tafel. Het is een soort wokrestaurant. Er staan allerlei voorgerechten met o.a. fazant, lamsvlees, salades, groenten. Daarnaast staan allerlei schalen met groenten en pasta die voor je klaargemaakt worden op een grote plaat. Grote stukken vlees worden geroosterd. De impala is wat droog, maar de beef tandoori is geweldig en de lamkoteletten zijn prima. Als dessert staan er allerlei taarten, ijs en Franse kazen. Kosten 140 pula p.p. (€ 14).
Donderdag 24 septemberNaar Livingstone (Victoria Falls) (Zambia) - 85 km
We zijn erg gewend aan het vroege opstaan en zijn dan ook ruim voor het ontbijt van 7:30 uur al op. Het is ‘s nachts warmer dan een paar dagen geleden. We slapen nu alleen onder een lakenzak met alle ramen van de tent open. Tijdens het wildkamperen moesten we die altijd dichtmaken in verband met grote katten en hyena’s.
We vertrekken om 7:45 uur, terwijl 8:00 uur gepland was. We gaan vooruit!
Als we net op weg zijn, realiseren we ons dat we onze GPS in de grote rugzak hebben laten zitten. Martijn legt daarmee onze hele route vast. In Masane stoppen we even om mensen te laten pinnen en wij maken van de gelegenheid gebruik om in de bagageruimte te kijken. Blijkt dat onze rugzak zo voor het grijpen ligt en we diepen de GPS snel op. Dan gaan we naar het vierlandenpunt (met Namibië en Zimbabwe) om de grens naar Zambia over te steken en vervolgens naar Livingstone te rijden.
Kilometers voor de grens staat een enorme rij vrachtwagens. Het probleem is de pont waarmee alles en iedereen de rivier over moet steken om in Zambia te komen. Er is een kleine pont waar slechts één vrachtwagen op kan. Nou zijn die vrachtwagens hier enorm lang, maar toch. Daarnaast is er een apart pontje voor kleine busjes en voetgangers. De eerste pint die aankomt, is voor een vrachtauto, daarna komt een kleinere waar de truck op gaat en een vrachtauto. Het is maar een klein stukje varen. Zou een brug hier geen oplossing zijn?
Botswana ´uit´ gaat supersnel. De douane aan de Zambiaanse kant is druk, omdat iedereen de boot afkomt en in dezelfde rij komt te staan. Wij vullen een formuliertje in en zijn snel aan de beurt. Wij hebben al een visum, maar als je dat hier koopt, gaat dat net zo snel. Het is ook even duur. Daarna is het wachten op het registratiepapier van de truck. Martijn begrijpt dat er ergens een verkeerd kenteken staat en Jeff vertelt ons dat men geld wil zien om dat snel af te handelen. Hij weigert dat en dus moeten we wachten, maar uiteindelijk kunnen we vertrekken. Het is slechts 85 kilometer naar Livingstone over een asfaltweg.
We komen op een camping vol toeristen, redelijk beschaduwde plaatsen, geen stof, zwembad, restaurant en bar. We gaan eerst eten bestellen en bekijken vervolgens een video over allerlei activiteiten. Als we terugkomen, duurt het toch nog lang voor het eten komt. Wij zijn ondertussen uitgehongerd. Het afrekenen is een ramp. Je kunt betalen in euro, dollar, rand, pula en kwacha, de plaatselijke valuta, maar niet met munten. We moeten € 12 betalen, maar ze kunnen geen euro’s teruggeven, want ze weigeren immers munten. Klein wisselgeld is er dus helemaal niet, en ook hebben ze geen kwacha’s, zeggen ze. Daarom worden het dollars. Maar ze rekenen het een paar keer om, van euro’s naar kwacha’s en dan weer naar dollars en telkens ronden ze het in hun voordeel af. En daarom willen ze ons $ 9 voor € 8 geven. Het duurt een hele tijd voordat we er $ 11 krijgen en het duurt nog langer voordat iedereen tevreden is met het wisselgeld. We besluiten om zo snel mogelijk bij een bank euro´s in kwacha´s te wisselen.
Victoria Falls: De watervallen zijn één van de grootste watervallen van de wereld en heel indrukwekkend. Vooral in de maanden april en mei, als de rivier het hoogste peil bereikt, is er bijna sprake van 1700 meter watermassa (545 miljoen liter per minuut) dat zich in een 100 meter diepe afgrond stort. Condenswolken stijgen tot 500 meter. De lokale bevolking noemt dit 'Mosi-oa-Tunya' (Rook die dondert). De waterval werd in 1855 bezocht door de legendarische ontdekkingsreiziger en missionaris dr. David Livingstone. Hij werd toen meegenomen door lokale Afrikanen om deze watervallen te bezichtigen en noemde hen naar Koningin Victoria van Groot-Brittannië.
We rijden naar de Victoria Fall´s en lopen hier een poosje rond. Wij vinden deze kant minder spectaculair dan de Zimbabwaanse van 17 jaar geleden. Daar heb je beter zicht op het neerstortende water. Het is nu laag water en aan de zijkant, waar we nu goed zicht op hebben, valt maar weinig water. Het valt wat tegen.
Eenmaal terug op de camping gaan we gelijk naar de bar. We gaan aan de bar zitten, want daar wordt je het snelst bediend. Vanmiddag aan tafel duurde het nogal lang. Een flesje bier kost omgerekend € 1,25. We betalen eerst met wat overgebleven pula´s, later in kwacha´s die we als wisselgeld terug hebben gekregen. Het plaatselijk bier hier is Mosi, wat prima smaakt.
Het is hartstikke druk. Alle tafels zitten vol. Omdat we vanmiddag laat waren met eten, wachten we wat langer. We eten overheerlijke spareribs en karbonaadjes. Het is erg warm vandaag. Zelfs ´s avonds loopt het zweet nog in straaltjes van ons af.
Vrijdag 25 septemberLivingstone
‘s Morgens tijdens het ontbijt regent het een beetje. Genoeg om even de tent dicht te maken.
Bij het hek van de camping staan zeven olifanten te grazen. We doen een was en hangen alles op op een lijntje dat we spannen tussen de tent en een boom.
De Zwitsers worden naar het vliegveld gebracht en wij laten ons afzetten bij het winkelcentrum. We wisselen geld. Voor € 200 krijgen we 1.240.000 kwacha’s. We voelen ons erg rijk en bij het uitgeven strooien we met tonnen. Er zijn ook briefjes van 50 kwacha’s, die slechts € 0,008 waard zijn. We doen inkopen bij de Spar en nemen o.a. een vijfliter rode wijnzak mee. Verder een stokbrood, kaas, twee bakjes met salades en jus d’orange. Bij de tent eten we dat op en bewaken tegelijkertijd de boel tegen de vele blauwbal-aapjes die er zitten. Die hebben bij ons een paar shirtjes van de waslijn getrokken en in het zand gegooid. Kunnen we opnieuw beginnen.
De Zwitsers blijken op het verkeerde vliegveld te zijn. Ze hebben een vlucht geboekt van Vic Falls naar Jo´burg in plaats van vanuit Livingstone. Vic Falls ligt aan de andere kant van de grens in Zimbabwe.
´s Middags doen we niet zo veel. We werken het verslag bij, lezen een boekje. Carlo en Gerda gaan een helikoptervlucht boven de watervallen maken, wat wij 17 jaar geleden al gedaan hebben.
We gaan naar de bar die helemaal open is op een klein stukje overkapping na waar het dagbuffet wordt geserveerd. Het begint te waaien en wij besluiten om onder de verkapping te gaan zitten uit de wind. Even later worden daar alle tafels gehergroepeerd voor twee grote groepen. Alleen ons tafeltje blijft ongemoeid en wij reserveren dat maar meteen voor het eten, omdat wij vandaag voor het buffet gaan. Het is erg druk en veel mensen willen ook hier zitten, omdat het zo hard waait. Als we klaar zijn, houden we de tafel bezet voor Jane en Steve die net willen gaan eten.
Zaterdag 26 septemberLivingstone
Waarschijnlijk is het de boerewors geweest die er voor gezorgd heeft, dat Lia ´s nachts helemaal leeg liep. De anderen hebben echter nergens last van. Gelukkig blijft het bij die ene keer.
We ontbijten voor de laatste keer met deze groep, want die gaat vandaag naar huis.
We gaan het raften voor overmorgen bespreken. Voor een hele dag betalen we € 113 inclusief ontbijt, lunch en diner. Ook hier passen ze de wisseltruck in hun voordeel toe en moeten we zeuren om meer wisselgeld. We krijgen dat wel en dus hebben we gelijk.
We laden onze batterijen op bij de elektriciteitspaal die bij onze campingplaats hoort. Je moet een speciale stekker gebruiken en daar kan dan onze gewone stekker in. Sommige hebben een verloopstekker waar drie gewone aansluitingen op kunnen, wat erg handig is, want iedereen heeft telkens wel wat op te laden. In de open auto in Chobe was maar één tappunt en toen was er regelmatig een wachtrij.
Martijn en Carlo hebben gisteren een T-shirt besteld met op de achterkant de route van onze reis. Deze worden vandaag gebracht. Op de ene mouw staan de vijf vlaggen, op de andere de vijf douanestempels.
De rest van de groep heeft hun spullen ingepakt en wordt naar het vliegveld gebracht en wij laten ons weer afzetten in het winkelcentrum. We nemen afscheid van de groep en dit is het einde van het eerste deel van de reis.
We posten onze ansichtkaarten, doen wat kleine inkopen en eten vervolgens een broodje bij de Subway. Heerlijke broodjes voor € 2,10 per stuk.
Daarna wachten we op de truck die van het vliegveld terugkomt met drie nieuwe groepsleden: twee Zwitsers en een Duitse. De anderen komen morgen.
We doen nog een was, zodat alles schoon is voor de komende drie weken. We blijven in de buurt van de tenten om de apen op afstand te houden. Toch kunnen we niet voorkomen dat er een op de waslijn springt, waardoor die knapt. Gelukkig is de was zo goed als droog en kunnen we het stof er af kloppen. We zwemmen een rondje in het zwembad waar we vanuit onze tent zicht op hebben. In de bar annex restaurant is het vandaag erg stil. We zitten aan een tafeltje waar het kleine gele bloemetjes regent. We pulken de labels van de flesjes en leggen die op onze glazen. Onderzetters kennen ze hier niet. Na het eten drinken we nog een glaasje (lees: plastic bekertje) rode wijn bij de tent waar we nu de enigen zijn. De drie anderen zitten waarschijnlijk in een lodge, want we hebben ze niet meer gezien.
Zondag 27 septemberLivingstone
Begin 2e tour.
Lekker zo’n paar rustige daagjes. Vandaag is er geen ontbijt en dat gaan we daarom in het restaurant gebruiken waar een buffet is opgesteld.
We lummelen wat en gaan om 12:00 uur weer naar het winkelcentrum om wat te eten. De broodjes zijn net zo lekker als gisteren. We kopen wat in de Spar, maar de overig winkels sluiten om 1:00 uur. We zitten net cola te drinken als de truck al aan komt rijden. Hij brengt een Brit en een Duitser mee. Op de camping arriveren even later twee Canadezen en dan zijn we compleet. Totaal elf mensen.
We krijgen een korte briefing en daarna vertrekt de rest van de groep voor de video en de dinercruise. Wij gaan om 18:00 uur naar het restaurant en hebben een tafeltje met mooi zicht op de rivier. Als de anderen terugkomen, verhuizen we naar een grotere tafel. Dat kan vandaag, want het is ook vandaag niet druk.
Maandag 28 septemberLivingstone
We maken ons op voor een dag raften. Alles uit je zakken, kleren aan die gewassen moeten worden en een klein tasje mee voor spullen die droog moeten blijven. Ook onze onderwatercamera gaat mee.
We krijgen eerst ontbijt met o.a. gebakken eieren, die er wel ingaan. Meestal moeten we het doen met cornflakes, waar we niet dol op zijn. Dan volgt de briefing over de veiligheid. We vertrekken met een truck naar het beginpunt. Nou ja, beginpunt: we moeten nog wel 100 meter naar beneden lopen. Het eerste stuk gaat prima en is een droog pad met treetjes. Het laatste stuk moeten we over rotsen klauteren en door beekjes waden. Vooral die rotsen, daar houden we niet van.
We hebben een boot samen met twee Canadese meisjes en ‘Babyface’ als bestuurder. We krijgen eerst uitleg over de verschillende commando’s die kort worden geoefend. Voor de lunch hebben we tien rafts, waarvan we nummer negen, eentje van de zesde categorie, zullen lopen. Na de lunch zijn er nog vijftien. Deze keer moeten we peddelen. Dit in tegenstelling tot zeventien jaar geleden, toen we de raft aan de Zimbabwaanse kant hebben gemaakt. Daar waren allemaal ‘roeiboten en één peddelboot. Wij zijn toen niet geflipt, terwijl die peddelboot bij elke raft in het water lag.
Wij vinden het geweldig. Carlo ook, maar Gerda vindt er niets aan en ze zal bij de lunch uitstappen. Voor de lunch flippen we één keer. Lia kan de boot aan het touw vasthouden, maar komt er wel onder. De aanwijzingen herinnerend is ze er snel onder vandaan, maar gaat prompt weer onder. Ze verzamelt drie ronddrijvende peddels en blijft aan de boot hangen samen met Carlo en de Canadezen. Martijn en Gerda zijn los van de boot gekomen en ook verschillende keren ondergegaan. De boot ligt onderste boven, wordt gekeerd en iedereen wordt er in gehesen. Gerda zit ergens in een andere boot en die pikken we op. We hebben geen idee hoe en waarom we geflipt zijn; we lagen ineens in het water. Dart zullen we later pas op de video terug zien. Er varen verschillende kajakjes rond, die voor onze veiligheid zorgen en die op strategische punten (de rafts waar de meeste boten flippen) video en foto’s maken.
De andere rafts gaan bij ons prima, terwijl andere boten vaker omgaan. Wel gaan we af en toe helemaal kopje onder. Kwestie van het touw van de boot vasthouden en je komt vanzelf boven. Bij de lunch moet Gerda naar boven lopen, wij gaan verder.
Na afloop worden de foto’s en video getoond. Als screensaver wordt een foto gebruikt van onze tweede flip. Onze boot staat met z’n achterkant helemaal rechtop in het water. Wij hangen samen bovenin de boot, Carlo hangt halverwege; de rest is er al uitgeslingerd. De boot valt helemaal achterover met ons er onder. We zwemmen er snel onderuit en worden in de boot gehesen. Lia’s schoenen zijn bijna uitgegaan toen ze in het water kwam; ze hingen nog net aan een teen en ze heeft ze kunnen redden. Martijn is een sandaal kwijt. Die blijft echter drijven en komt even later vrolijk voorbij en wordt opgevist voor een kleine kajak. De cameramannen komen langs om te vertellen, dat ze zojuist van onze boot de foto van het jaar hebben gemaakt. Wij vinden hem ook schitterend.
Onderweg zien we een kleine krokodil op de kant liggen. Maar als er een kleine is, moet er toch ook ergens een grote zijn?
Wij gaan met de kabelbaan naar boven en krijgen in de truck alvast een biertje.
Op de camping kijken we naar de video en foto’s die onderweg genomen zijn en besluiten beide te kopen. Het kost samen US$ 50; wel duur, maar we kopen het samen het Gerda en Carlo.
‘s Avonds maken we de wijn en de overgebleven kaas op. We zitten nog te vol adrenaline om vroeg te gaan slapen.
Dinsdag 29 septemberNaar Lake Kariba - 300 km
Het is hier wat meer bewolkt, ook ‘s nachts, zodat het dan warmer is. We slapen alleen in de lakenzak en pas tegen de ochtend slaan we de slaapzak om.
Eerst rijden we naar het immigratiekantoor, omdat er sukkels in de groep zitten die te weinig dagen voor hun Zambia-visum in hun paspoort hebben laten zetten. Als dat niet gewijzigd wordt, moeten ze bij het verlaten van het land US$ 500 p.p. betalen en het kost bovendien een zee van tijd.
We doen inkopen bij een supermarkt waar alles door en door beveiligd is. Er zit zelfs een tralierek boven de open kassalade en bij de uitgang wordt je kassabon gecontroleerd.
We rijden naar Lake Kariba, een tocht van ongeveer 300 kilometer. Het eerste stuk is slecht; de goede weg zijn ze aan het asfalteren. Als we daar eenmaal opzitten, kunnen we 100 km/uur rijden.
De lunch onderweg is met o.a. twee hele gebraden kippen, die Carlo handig ontbeent. Er blijft genoeg over om een salade voor ‘s avonds van te maken.
Het landschap is wat anders dan in Botswana. Het is meer gecultiveerd en we zien overal bewerkte lapjes grond. Ook wat meer dorpjes, die vaak niet meer zijn dan wat schamele hutjes. Soms een groot dorpje met een paar minuscule winkeltjes. Veel dorre bosjes, een enkele groene struik en soms knalt een boom met rode bloemen er uit.
De camping ligt pal aan het meer, dat kunstmatig is aangelegd. Je ziet nog steeds een enkele boom boven het water uitsteken. Het waait vrij hard en het is bewolkt, zodat we geen mooie zonsondergang en sterrenhemel zien. We mogen niet te dicht bij de kant komen, want er zitten krokodillen in het water. Volgens de brochure zou hier een zwembad en een bar zijn en dus hebben we niets ingekocht. Er is echter helemaal niets, de camping is slechts half afgebouwd, en we moeten het doen met een blikje bitter lemon.
Woensdag 30 septemberNaar Lower Zambezi Vallei - 300 km
We rijden vandaag naar de Lower Zambezi en zien veel dorpjes onderweg. Iedereen loopt, soms een enkele fietser en wachtende mensen langs de kant. Er is weinig verkeer op de weg. Af en toe een kleine vrachtwagen en een pick-up die volgepropt is met mensen en goederen.
‘s Morgens waait het hard, dat was vannacht al begonnen. De lucht lijkt helder, maar al snel trekt het dicht. We doen wat raampjes dicht in de truck, want wij vinden het frisjes. Om een uur of negen verdwijnen de wolken, maar echt helder wordt het niet. De zon komt er maar nauwelijks door. Later op de dag wordt het beter en dan ook meteen warm. Lower Zambezi National Park: Dit park ligt in het zuiden van het land tegenover het beroemde Mana Pools wildreservaat in Zimbabwe. In dit gebied vormt de Zambezi rivier de 150 kilometer lange grens tussen beide landen en heeft de rivier over deze afstand een verval van 42 meter. Dit maakt het tot een bijzonder aangename plaats om een kanotocht over deze langzaam stromende rivier te maken. Het gebied is nog niet ontwikkeld en de schoonheid ligt in de ongerepte natuur.
We kopen onderweg water en frisdrank en komen op de lunchplek. Een snelle lunch en dan wordt de speedboot gepakt. We hebben allemaal een tasje meegenomen met spullen en water voor twee nachten. Jeff blijft bij de truck, Charles gaat met ons mee. Het is anderhalf uur varen naar Kayila Lodge aan de Lower Zambezi. Onderweg zien we kluitjes hippo’s die ons nieuwsgierig aankijken met hun hele kop boven het water uit. Verschillende krokodillen liggen langs de kant, ook een visarend en een paar groepjes olifanten.
Pal aan de rivier staan prachtige huisjes, voorzien van een groot bed en een badkamer. Alle ‘muren’ bestaan uit gaas, en aan de kant van de rivier is geen gordijn, zodat je ‘s morgens daar de zon boven de rivier ziet opkomen. Boven het bed hangt een muskietennet. Verder liggen er een zaklamp, een kaars en een fluitje. Voor onze lodge is een veranda met een zitje. In één woord: geweldig!
Aan de overkant van de rivier staan kudu’s naar ons te kijken en er liggen verschillende nijlpaarden op het land. Het is ver weg en alleen goed te zien met de verrekijker.
Een paar meter naar boven bij de bar staat een aantal oude baobabs en in een er van is een wc gemaakt. Tegen zessen komt de rode zon mooi tussen de takken door. De stoelen staan in een kring om het grote kampvuur waar we een biertje drinken, dat we hier kopen. Het eten voor deze dagen hebben we allemaal zelf meegenomen. We hadden echter niet verwacht, dat het eten klaargemaakt zou worden door de jongens van hier. En ze doen ook de afwas. Prettig geregeld. We eten ‘binnen’ onder het afdak aan een lange tafel. De drankjes pakken we zelf en tekenen dat af op een kaart.
Na het eten gaan we weer bij het kampvuur zitten met koffie en thee. Bij de koffiespullen hebben ze een rubberen slang gelegd. Het schijnt dat de apen daar als de dood voor zijn en daardoor daar niet zullen komen.
Als we aan het eten zijn, wordt onze lodge klaargemaakt voor de nacht. Het bed wordt open geslagen en het muskietennet naar beneden gehaald. Dicht bij de ingang daarvan zit een grote tor, die waarschijnlijk in zijn slaap is gestoord. We gaan vroeg slapen met het geluid van het rivierwater, de kwakende kikkers en de brommende nijlpaarden. Heerlijk om eens in een bed te slapen en dan nog zo’n grote ook. We kijken een poosje naar buiten, naar de rivier die goed te zien is in het licht van de maan.
Donderdag 1 oktoberLower Zambezi
Omdat er geen gordijnen aan de rivierkant zitten en we de anderen hebben opengelaten, worden we wakker als het licht wordt. Om 5:30 uur begint het te schemeren en om 5:45 uur is het volop dag. We proberen nog wat te slapen, maar dat lukt echt niet meer. We gaan op onze veranda naar de rivier zitten staren. De overkant is trouwens Zimbabwe. Veel is er niet te zien; alleen een ijsvogel is al wakker en wat aapjes.
We zouden vandaag gaan kanoën, twintig kilometer de rivier afzakken, maar het gaat niet door. Er staat te veel tegenwind en men vindt het te gevaarlijk. We hangen ‘s morgens wat rond, lezen een boek. Veel is er niet te zien. Een enkel vogeltje, wat gebrom van de nijlpaarden. Dat is het wel. Later komen er wat apen en impala’s naar de waterbron en er zit een specht in een baobab. Ook een gewone roller vliegt voorbij.
Om 15:00 uur gaan we met z’n zessen (inclusief Charles) een riviertocht maken. We krijgen een soort bodem op twee drijvers met een hekje er om heen. Op dat dek zetten we de luie stoelen van het resort en in het midden staat een koelbox met drankjes. Wat wil een mens nog meer. Wij zitten daar prinsheerlijk. We zien eerst zeven olifanten die aan het badderen zijn. De een spuit zich onder met zand, de ander rolt lekker door de modder en weer een ander zit in de plomp en gaat regelmatig helemaal onder. Ze genieten er duidelijk van. Wij ook. Verder zien we veel nijlpaarden op de kant en veel in het water. Sommige zitten op een zandbank, zodat ze half boven water uitsteken. Op de kant zien we ze van vrij dichtbij. Twee hele kleintjes zijn er bij, die erg leuk zijn. Grote plompe dieren zijn het om te zien, maar ze zijn erg snel; zowel in het water als op land. Een vliegende visarend, zadelbekooievaar, waterbokken, een grote kudde elanden, een kleine krokodil en de ondergaande zon is het resultaat van deze avond.
Lekker ontspannen, zo’n tochtje.
Vrijdag 2 oktoberNaar Lusaka, Luangwa Bridge - 380 km
´s Nachts om 00:30 uur wordt Martijn wakker van gegraas. Hij maakt Lia wakker en samen kijken we naar buiten en zien een hippo achter onze lodge grazen. Niet zo´n hele grote, maar wel erg dichtbij en goed te zien in het maanlicht. Wij vinden het geweldig!
´s Morgens horen we dat aan de Zimbabwaanse kant het gebrul van een leeuw is gehoord.
We varen met de boot terug naar het beginpunt en zien nog meer olifanten en nijlpaarden.
Om 9:30 uur vertrekken we via Lusaka naar de Luangwa Bridge. Het landschap wordt wat groener, de bosjes wat hoger en het wordt heuvelachtig. Af en toe een dorpje. Goede asfaltwegen, hoewel er af en toe zo´n gat in zit, dat we daar genoodzaakt zijn om stapvoets te rijden. Soms moeten we stoppen voor een politiecontrole waar we altijd door mogen rijden en soms zitten we achter een langzame vrachtwagen die moeilijk in te halen is. Bij ‘echte´ dorpjes liggen ribbels in de weg, zodat we daar ook gas terug moeten nemen. Verder scheuren we aardig door.
Na Livingstone zien we bijna geen toeristen meer. Het is weer erg warm, vooral in de tent, maar gelukkig koelt het ´s nachts wel wat af.
In Lusaka gaan we boodschappen doen. Wij met z´n vieren willen we een keer koken en doen daar nu boodschappen voor. Niet alles is hetzelfde als bij ons (van sambal hebben ze nog nooit gehoord), maar we kopen wat vergelijkbaars en hopen dat het net zo zal smaken als thuis. Verder slaan we bier in voor South Luangwa NP, dat daar wel te koop is, maar erg duur. Jeff en Charles zullen voor ijs zorgen, dus dat moet lukken. Water hoeven we niet te kopen, dat kunnen we rechtstreeks uit de kraan drinken.
Volgens het programma zouden we vandaag tot Lusaka rijden en morgen naar South Luangwa. Maar we doen vandaag ruim 200 kilometer meer, omdat we het anders morgen wel eens niet zouden kunnen redden. En dat zou jammer zijn. South Luangwa moet voor deze reis het hoogtepunt zijn wat wild betreft.
Tegen zessen arriveren we op de camping. Snel zetten we de tent op, wat nog net kan in het licht, Onze kookspullen worden klaar gezet, want wij koken vandaag. De staf gaat lekker douchen en wij gaan pilav maken. Lekker een beetje kloten met weinig ruimte en weinig hulpmiddelen. Toch lukt het ons om binnen drie kwartier alles klaar te hebben. We hebben ruim gekookt en het gaat ver op. Iedereen lijkt het lekker te vinden. Gelukkig maar. De afwas laten we over aan de rest en wij gaan in de bar een biertje drinken. Dat hebben we wel verdiend. Het is hier niet echt goedkoop, € 2 per flesje, maar nog altijd goedkoper dan thuis. Iedereen is moe en gaat vroeg naar bed. Wij ook en we vallen meteen in slaap.
Zaterdag 3 oktoberNaar South Luangwa N.P. - 475 km
Vandaag een lange rit naar South Luangwa N.P. Het grootste deel van de weg is een goede asfaltweg. Het laatste stuk (120 km) is slecht. Erg slecht, maar we moeten er over want we willen naar South Luangwa en er is geen andere weg. We rijden tot 14:00 uur, zodat we een late lunch krijgen, maar dan zíjn we er tenminste. Eerst gaan we lunchen, daarna zetten we de tent op. Het is laag water in de rivier en wij zetten hem vlak langs de kant. Het is een paar meter hoger dan de rivierbedding en dat kan dus. South Luangwa National Park: Zambia's belangrijkste wildpark is gelegen in het oosten van het land en heeft een oppervlakte van 9050 km. Het park is beroemd om haar ongerepte schoonheid, verschillende habitat en herbergt meer als 400 soorten vogels, 40 soorten zoogdieren en is één van de laatste natuurparadijzen in Afrika. De Luangwa rivier met haar lagunes slingert door de bosrijke streek met vele open vlakten die het hier zo aantrekkelijk maken voor de safari's per open voertuig of te voet.
We relaxen ‘s middags wat en zwemmen (in het zwembad), ook met uitzicht op de rivier. Later komt Barry vertellen, dat hij olifanten ziet. Wij gaan bij de bar aan de waterkant zitten kijken en zien ze aan de overkant naar beneden komen. Sommige steken voorzichtig de rivier over, anderen blijven aan de andere kant. Dichtbij ligt een hippo in het water die af en toe geeuwt. Als we aandachtig zitten te kijken, lopen achter ons de olifanten door het kamp. Ze verdwenen snel, omdat een of andere achterlijke toerist op het idee komt om naar ze toe te gaan om ze te gaan aaien. Sommige mensen hebben blijkbaar geen idee waar ze mee bezig zijn.
Jeff en Charles steken twee barbecues aan en we gaan er om heen zitten. Op het vuur wordt de braai klaargemaakt: stukken beef en boerewors. Samen met salade, pompoen en maïs smaakt het uitstekend. De biertjes zijn nog heerlijk koud en smaken prima met dit warme weer.
Zondag 4 oktoberSouth Luangwa N.P.
De thee en koffie staan om 5:30 uur klaar. Samen met een sopkoekje is dat ons ontbijt. We maken ons op voor een voetsafari en voor het eerst sinds weken dragen we een lange broek en wandelschoenen. We tappen water uit de kraan en stappen in twee open wagens. Onze auto krijgt vrij snel pech en we worden opgepikt door de andere, waar we net met z’n allen, enigszins opgepropt, kunnen zitten. Op de brug, net in het park, worden we afgezet en even later komt er een andere wagen.
We zien niet veel wild. Daarom wordt er van alles uitgelegd over de natuur, over de planten en de verschillende uitwerpselen. We zien wel een muisje met een olifantenslurfje, wat apen, een paar waterbokken, een rood vogeltje, drie bosbokken en een giraf. Op het eind nog een wrattenzwijn. Ze zijn allemaal vrij ver weg en als ze ons zien, gaan ze er vandoor. Eenmaal in de auto wordt het meteen beter: olifanten, honderden bavianen, hele kuddes puku’s, giraffen (een soort dat alleen maar hier voorkomt), zebra’s, mongoesten, mooie kroonkraanvogels. Veel geelsnavelooievaars, nimmerzatten, staan langs de kant van het water te vissen en spiegelen mooi in het water.
Op de camping is het heel erg wam in de zon. Onder rieten kappen staan overal picknicktafels en daar gaan we zitten en zowaar waait het daar nog iets.
Net als bij vorige ochtendgamedrives krijgen we een uitgebreide lunch. Dit keer met boerewors, rundvlees met saus, aardappeltjes met champignons en ui, eiprutje, maïs. De ijskoude limonade is in een mum van tijd verdwenen.
‘s Middags relaxen we bij het zwembad en om 16:00 uur gaan we op gamedrive met aansluitend een nightdrive. We zijn benieuwd. We rijden in een helemaal open truck met drie banken en zeven passagiers. We zien een hippo in een poel vol met knalgroen gebladerte. Een hippo aan de kant heeft het groen nog op zijn rug. Een mooi gezicht. De ooievaars staan nog steeds met z’n allen te vissen. We stoppen niet meer voor antilopen, olifanten, vogels. Wel voor een Thornicroft giraf, die alleen hier voor komt. Hij staat bijna naast de auto. Op een ‘graasveld’ loopt alles door elkaar: puku’s, impala’s, kraanvogels, giraffen, apen, kudu’s. We zien een eenzame hyena neerploffen in het gras. Bij een rustpunt zien we een groepje van vijf giraffen met vier hele kleintjes. Hier liggen hyena’s in het gras die door de giraffen erg goed in de gaten worden gehouden. Dat schijnt niet nodig te zijn, want deze hyena’s eten alleen wat de leeuwen en luipaarden achter laten. Het zijn dus luie beesten. Bij het water staan veel pelikanen. We hebben nu de ‘ugli five’ gezien: hyena, maraboe, krokodil, gier en wrattenzwijn.
Na de stop gaan we een nightdrive maken. Het is ondertussen donker geworden en een grote lamp wordt aangestoken, waarmee ze door de bosjes en langs de kanten schijnen op zoek naar oogjes. We zijn slechts vijf minuten onderweg als het al raak is: een luipaard in de bosjes. Wij helemaal blij, want die staat bij ons boven aan het lijstje. We hebben hem al wel een paar keer gezien (India, Nepal, Oeganda), maar nog nooit goed op de foto kunnen krijgen. De chauffeur manoeuvreert dwars door de bosjes heen om ons een zo goed mogelijk zicht te geven. Dat lukt prima en in het licht van de schijnwerper kunnen we uitstekend fotograferen. Het is een jong vrouwtje. Zij schijnt daar geen last van te hebben en gaat gewoon door waar ze mee bezig was. We rijden een klein stukje verder naar de weg en zien haar oversteken. Hoewel, halverwege stopt ze en gaat pontificaal voor de truck liggen. Geweldig! We volgen haar een hele tijd en andere groepen worden op de hoogte gebracht, hoewel het een hele tijd duurt voordat er een andere auto komt. Later komt er nog een bij. Op een vlakte gaat ze eerst drinken, voordat ze op jacht gaat. We besluiten te wachten, want het luipaard heeft een impala op het oog. Die ligt hooguit vijfentwintig meter bij haar vandaan. Het luipaard doet steeds een klein stapje en gaat dan weer liggen. De impala ruikt onraad en staat op. Dat is voor het luipaard het sein om aan te vallen, maar de impala weet met grote bokkensprongen te ontsnappen. De gids vertelt dat slechts 25% van de pogingen lukt. Fantastisch om te zien!
We hebben nu ook de ‘big five’ gezien: leeuw, buffel, luipaard, neushoorn en olifant.
Verder zien we nog een hyena, een spotted servetkat, die heel erg mooi getekend is, een civetkat en twee witstaartmongoesten. Degene die we overdag zagen, waren helemaal bruin. Terug op het kamp vertelt Jeff, dat hij hier nog nooit een aanval van een luipaard heeft gezien. Wel de luipaarden zelf. Hij had ons zelfs ‘gegarandeerd’ dat wij deze hier zouden zien. Hij had gelijk.
Het eten is enigszins mislukt. Jeff had net de vis op de bbq gelegd, toen hij bezoek kreeg van olifanten. Ze bleven nogal hangen, waardoor de vis te lang op het vuur heeft gelegen, want hij kon niet bij bbq omdat de olifanten in de weg stonden. Desondanks smaakt het prima. De biertjes zijn ‘s ochtends in de koelkast gelegd, want er is geen ijs meer. We geven er Charles en Jeff ook eentje.
We genieten de hele avond nog na van het luipaard.
Maandag 5 oktoberSouth Luangwa N.P.
Om 2:15 uur wordt Lia wakker van geritsel tussen de bomen en vraagt zich af welke onverlaat daar bezig is. Het blijkt een olifant te zijn. Onze tent heeft aan vier zijden muskietengaas, er brandt een peertje op de camping en de maan schijnt (het is volle maan), zodat we buiten alles kunnen zien. Martijn is ondertussen ook wakker en samen gluren we naar buiten. Op slechts drie meter afstand staat een olifant zich te goed te doen aan boombladeren. We horen hem smakken. Hij loopt achter onze tent langs, waar slechts een meter ruimte is en we kijken tegen een grijze muur aan. Gelukkig loopt hij keurig om onze tent heen. Bij de volgende tent staat ook een lekkere boom en hij gaat daar verder eten. Degene die daar ligt, slaapt overal doorheen en heeft ‘s morgens geen idee wat er gebeurd is, waar hij erg van baalt, want hij had het graag willen zien. Iemand van het park probeert hem weg te jagen door op de grond te slaan en dat lukt aardig. Kunnen wij tenminste weer gaan slapen.
Goed 7:00 uur staan we op. Martijn is het eerst buiten en ziet een aapje er met een plastic doos van de truck vandoor gaan. Hij gaat er achteraan, maar kan niet voorkomen dat de aap hem mee de bosjes in neemt. Lia gaat later zoeken en via kruipdoor sluipdoor lukt het haar om het doosje te pakken.
We relaxen bij het zwembad en gaan met z’n vieren eenzelfde drive als gisterenmiddag regelen. Verder doen we niet zoveel. Het is warm. Heel, heel erg warm. Ons drinkwater wentelen we in een natte handdoek en zetten die in de warme wind, waardoor het water heerlijk afkoelt. Dat gebeurt zelfs ‘s nachts niet meer. Ook dan is het vreselijk warm.
We zitten bij het zwembad als de barman ons komt halen, want bij de bar staat de mevrouw van het boekingskantoor die ons wil spreken. Zij heeft ons wel zien zitten, maar regelt dat via de barman. Wat een standsverschil. We krijgen allemaal US$ 10 terug en we hebben geen idee waarom. Ze zegt dat ze verkeerd heeft omgerekend. De prijzen staan echter op het bord in US$ en de omrekening naar euro’s was goed. We vragen niet verder en pakken het geld aan. Later blijkt dat Jeff dat geregeld heeft. Hij vindt de prijzen die ze vragen veel te hoog en heeft gedreigd om hier niet meer te komen.
We lunchen met een heerlijke koude vispasta. Om 16:00 uur vertrekken we naar het park. We zien een groepje leeuwen tussen het hoge gras liggen, waardoor ze niet zo goed te zien zijn. Alleen een vrouwtje is goed zichtbaar. En ze ligt op aaiafstand van de auto. Ze liggen allemaal op apengapen. Dichtbij staat een grote boze olifant, waarbij we op eerbiedige afstand blijven. We zien verder een grote hippo onder een boom, die ons aan staat te staren, zebra’s, olifanten, antilopen, hyena’s, servet- en civetkat. En ook weer een luipaard. Wat zijn het prachtige sierlijke beesten. Dit vrouwtje ligt op slechts twee meter van de auto. Fantastisch.
Dinsdag 6 oktoberNaar Lilongwe (Malawi) - 280 km
Het was rustig vannacht op de camping. Geen vreemde bezoekers dit keer.
Alles wordt ingepakt, want vandaag rijden we naar Lilongwe in Malawi. Het ‘beestendeel’ hebben we nu ongeveer gehad (op het Krugerpark na) en de rest van de reis zal heel anders worden.
Eerst hobbelen we tweeënhalf uur terug over de slechte weg en dan is het een klein stukje naar de grens. Binnen het uur zijn we Zambia uit en Malawi in. Voor Malawi hebben we geen visum nodig. Het landschap verschilt niet veel met Zambia. Wel ziet het er allemaal beter uit, schoner. Ook de Shoprite waar we net als in Zambia boodschappen doen. Er is geen extra beveiliging van kassaladen en geen kassaboncontrole bij de uitgang.
We rijden 120 km verder naar Lilongwe, de hoofdstad van Malawi. We staan op een camping aan de rand van de stad. Na de lunch gaan we in het centrum geld wisselen en krijgen voor € 100 een hele stapel briefjes van 500 kwacha’s terug, die ieder € 2,50 waard zijn. We hoeven ons hier niet druk te maken of we wel genoeg klein geld hebben.
De groep blijft ruim twee uur in de stad, maar daar hebben wij helemaal geen zin in. Het is niet bepaald een wereldstad en de vele stalletjes met souvenirs geloven we wel. We kopen wat Franse kaas voor bij het zwembad op de camping en lopen in een half uurtje terug.
Het zwembad halen we niet. We hebben dorst en daarom drinken we eerst een biertje. Het lokale bier in Malawi is Carlsberg, wel in Malawi gebrouwen en is goedkoop: € 0,85 per flesje. We zitten lekker buiten. Het is bewolkt en het heeft zelfs een paar druppels geregend, maar dat was zo weinig dat niet iedereen dat gemerkt heeft. We zitten daar heerlijk en denken niet meer aan het zwembad. Als de groep terugkomt, komt Barry ons gezelschap houden.
Jeff heeft gekookt en bij de truck drinken we verder. De Zwitsers en de Duitser doen ook mee en ook de Brit is er nog. Gezellig.
Woensdag 7 oktoberNaar Cape Maclear (Lake Malawi) - 280 km
‘s Nachts koelt het behoorlijk af, maar het is wel een stuk vochtiger. Niet dat het nu meteen koud is, maar vergeleken met afgelopen dag is het een stuk frisser en liggen we niet meer te zweten.
Na het ontbijt doen we eerst boodschappen. Gisterenmiddag was niet alles verkrijgbaar en hopelijk is dat er nu wel. We kopen ondertussen een vijfliter fles water voor € 1,50. Het is afgelopen met uit de kraan drinken. Het water hier komt meestal uit het meer en dat is niet zo schoon, dat je het kunt drinken.
We gaan naar Cape Maclear aan het Malawi-meer. De asfaltweg is prima zonder gaten zoals in Zambia. Wel is er regelmatig politiecontrole en lopen er geiten en koeien op de weg. In Lilongwe is het erg druk met busjes en er staat zelfs een file. Buiten de stad wordt het snel rustiger en zijn er weinig auto’s op de weg. Er zijn hier meer fietsers en minder lopers. We zien veel dorpjes onderweg met kleine stenen huizen met rieten daken en ronde rieten voorraadhuisjes op pootjes. Overal waar een bus of auto stopt, proberen verkopers van alles en nog wat aan de man te brengen.
Lake Malawi (ook bekend als Lake Niassa) is met ongeveer 570 bij 75 kilometer het op twee na grootste meer van Afrika. Dit visrijke meer voorziet al sinds mensenheugenis in de voedselvoorziening van de inwoners van Malawi, Mozambique en Tanzania. Voor bezoekers is de onderwaterwereld met de vele unieke inheemse vissoorten een lust voor het oog. In het zuidwesten van Lake Malawi ligt Cape Maclear op de uiterste punt van het schiereiland. Behalve een prachtig strand biedt Cape Maclear maar liefst twintig geweldige duiksites.
Het laatste half uur is onverhard. We naderen een dorp waar iedereen naar ons zwaait. De camping, Chembe Eagle Nest, ligt achter een slagboom, waar de plaatselijke bevolking niet mag komen. We zetten de tenten op op een smal stukje gras pal aan het water. Een mooie baai met wat eilanden. De ijsvogels, hamerkoppen en zwaluwen zijn aan het vissen. Het deel van het strand van de bevolking is veel kleiner en veel en veel voller. Er liggen veel boten, de was wordt gedaan en kinderen spelen in het water. De bar is ook aan het strand. Ze verkopen zowaar lokaal bier: kuche kuche, wat ook door Carlsberg in Malawi wordt gebrouwen. We proberen er eentje, maar gaan dan toch over op Carlsberg.
Tussen de middag krijgen we een heerlijk broodje hamburger en terwijl we daar van genieten zien we verschillende gekleurde hagedissen rondlopen. Een hamerkop heeft een visje gevangen, maar een roofvogel weet die te ontfutselen.
Eindelijk eens een aardige zonsondergang. Een mooi gezicht, die rode bal die tussen wat boten door schijnt. Op de voorgrond glijden wat vissers door het water.
Ook zien we een prachtige sterrenhemel. Het is onbewolkt en de maan komt pas laat op.
Donderdag 8 oktoberCape Maclear
We worden wakker van mieren. Niet zo maar een paar, maar honderden. Ze lopen over ons heen en we zien ze overal. Blijkbaar staan we op een pad. We trekken de lakenzakken stevig om ons heen, zodat ze daar over lopen en niet over ons. Het blijft de hele nacht kriebelen.
Het eerste wat we ‘s morgens dan ook doen, om 6:00 uur al, is de tent verplaatsen. We halen hem helemaal leeg en vegen overal mieren vandaan en zetten hem daarna op z’n kop. De laatste mieren verwijderen we met een natte handdoek. We zetten de tent niet meer op het gras, maar nog dichter aan het water op het strand zelf. Gerda en Carlo die naast ons stonden, verhuizen ook. Ze hebben niet zoveel last als wij, maar toch te veel om te blijven staan waar ze stonden.
We gaan een boottocht maken met de catamaran ‘Mama Afrika’. We beginnen te zeilen, maar al snel is er te weinig wind en gaan we verder op de motor. Vlak bij een groot eiland gaan we voor anker en komen de snorkelspullen te voorschijn. We springen het water in en zien redelijk veel visjes. Wel allemaal klein, maar mooi gekleurd. We dobberen een poosje rond en varen dan verder. De schipper heeft een paar visjes waarmee hij visarenden lokt, die we de hele tijd al gezien en vooral gehoord hebben. Er zitten veel aalscholvers, reigers, hamerkoppen en wat ijsvogels.
We drinken een koude cola, wat een beetje afkoeling brengt, want het is ‘brandwarm’, zoals ze in het Afrikaans zeggen.
We geven wasgoed af, o.a. de lakenzakken die vannacht helemaal onder de mieren zaten. Het kost 50 kwacha per stuk. Voor die € 0,25 gaan we dat niet zelf doen.
Om 15:00 uur wandelen we met z’n vijven naar het dorp samen met twee Engels sprekende dorpsbewoners. Het is een groot dorp van 6.000 mensen, die hoofdzakelijk van vis en maïs leven. Er zijn heel veel kinderen en slechts een enkeling vraagt om een pen. De rest is er tevreden mee dat we zwaaien. We voelen ons net de koningin want we zwaaien heel veel, want iedereen zwaait naar ons. Als er eenmaal een kind aan de hand mee gaat, willen ze dat allemaal. Dus krijgen ze allemaal een vinger, maar dat loopt niet zo makkelijk. Een klein jongetje dat bij zijn moeder zit, is bang voor ons en wil niet zwaaien. Twee jochies van een jaar of vier lachen hem uit, maar als Martijn hen een handje wil geven, hollen ze hard weg en worden ze door hun moeders uitgelachen. We lopen langs de visverwerking en de markt. Overal is men bezig het land klaar te maken voor de komende regentijd en de baobabs beginnen bladeren te krijgen. Wij hadden juist gedacht dat ze zouden bloeien ín de regentijd, maar ze doen dat vóór die tijd om het water beter vast te kunnen houden. De basisschool is gratis en van 5:30 uur tot 12:00/13:00 uur met twee pauzes waarin de kinderen pap krijgen. ‘s Middags is er tijd voor extra lessen, die ze kunnen volgen als ze dat willen. Er is een klas met, snel geteld, zo’n honderd kinderen die met z’n drieën in een bankje zitten. Een schoenmaker repareert de schoen van Carlo voor € 0,25. Je moet die man weten te vinden, want hij is niet herkenbaar als zodanig.
Vrijdag 9 oktoberNaar Tete (Mozambique) - 392 km
Heerlijk geslapen in schoon beddengoed en zonder mieren. Als je zo´n nacht als gisteren hebt meegemaakt, waardeer je dat erg, kan ik wel zeggen.
Het is erg warm vandaag. Lia staat ´s morgens om 6:30 uur even op Martijn te wachten en moet dan al het zweet van haar gezicht vegen. Later op de dag wordt het 40° in de schaduw.
Om 7:00 uur vertrekken we al. De grens van Malawi naar Mozambique gaat vrij snel. Daar staan ook allerlei mensen die geld willen wisselen en er wordt aangeraden om dat hier te doen, want hoe zuidelijker je komt, hoe slechter de koers is. We vegen alle kwacha’s van ons vieren op een hoop en rekenen zo’n beetje uit hoeveel meticals we zouden moeten krijgen. Jeff rekent met ons mee, maar die gaat van kwacha’s naar dollars naar euro’s en dan naar meticals, terwijl wij een koers van kwacha naar metical hebben. We komen beide op hetzelfde uit dus dat zal dan wel kloppen. We willen ook meteen wat euro’s wisselen. Die mannen willen zo graag, dat ze het geld zowat uit onze handen trekken. Martijn is zo’n beetje de laatste en weet wat extra meticals los te peuteren. 100 metical = € 0,33. Dat rekent wat makkelijker dan al die grote getallen.
De weg in Mozambique heeft wat meer gaten en de borden langs de kant zijn niet meer in het Engels, maar in het Portugees. We weten eigenlijk niet waarom we zo vroeg weg gaan, want ‘s middags komen we al om 14:00 uur aan op de camping in Tete aan. En dat is werkelijk helemaal niets. Vies, stoffig en de wc en douche stellen ook niet veel voor. We kamperen echter hier omdat er in de wijde omtrek geen andere is. Met wijde omtrek wordt enkele honderden kilometers bedoeld. We mogen hier niet wild kamperen, omdat er te veel landmijnen liggen. Ook bij plasstops mag je niet ver van de weg gaan.
We bestellen bier wat Jeff ergens vandaan haalt en stoppen dat in de koelkast van de truck. Een fles van 0,55 liter kost € 1. Ze hebben twee merken: Manica en 2M (Mac Mahon) en wij vinden die laatste het lekkerste. Manica vindt men hier erg sterk: wel 5% tegenover 2M 4,5%.
We zetten pas tegen vijven de tenten op, want voor die tijd is het veel te warm en er is geen schaduw. Martijn helpt bij het bereiden van het eten en moet heel veel groente heel klein snijden. Het smaakt, zoals altijd, erg goed.
Zaterdag 10 oktoberNaar Chicamba - 393 km
De hele nacht gaat de disco door. We vallen wel snel in slaap, maar midden in de nacht wordt Lia wakker en kan niet meer slapen. En dan gaat die herrie, anders kan ik het niet noemen, irriteren. Gelukkig liggen de oordopjes dicht bij de hand.
We moeten vandaag verder naar het zuiden, langs de grens met Zimbabwe. We moeten eerst de Zambezi oversteken, waar van de brug gesloten is tussen 1:00 uur en 6:30 uur. Omdat dit de enige brug is en er aan gewerkt wordt, is er slechts eenrichtingsverkeer. Een paar auto’s voor onze truck stopt het verkeer aan deze kant en moeten we wachten tot de overkant is geweest. Het valt mee: ongeveer twintig minuten.
Na 90 kilometer wordt de weg erg slecht. Het asfalt zit vol gaten en later verdwijnt dat helemaal. Er wordt gewerkt aan een nieuwe weg en hele stukken zijn al af. We zitten een paar uur te hotsen en te botsen. Het landschap is saai; de hele dag hetzelfde. Kale dorre boompjes met af en toe een stoffig dorpje van een paar rieten hutjes. Meer naar het zuiden wordt het groener en dat ziet er gelijk een stuk vriendelijker uit. Ook hier hebben sommige baobabs al blaadjes.
Net als gisteren staat de overnachtingplaats al lang vast, omdat er gewoon niets anders is. We komen uit in Chicamba in de buurt van Chimoio. Om een uur of twee arriveren we in Casa Msika waar de camping aan een meer ligt. Deze is erg ruim opgezet en er zitten mieren. Niet zoveel en groter dan in Malawi en gelukkig komen ze de tent niet in. We nemen een warme douche en relaxen. Later gaan we naar de bar die even verderop aan het water staat. We gaan buiten onder een parasol zitten, want daar waait het lekker door. Het is hier een stuk minder warm, zeer aangenaam.
Zondag 11 oktoberNaar Vilankulo - 520 km
De hele nacht slapen we onder de slaapzak, hoewel het kwik niet onder de 20° komt. We zijn helemaal gewend aan de warmte. Een paar mensen zeggen, dat het vannacht heeft geregend. Waarschijnlijk zeer plaatselijk, want wij en de meeste andere hebben niets gemerkt en de tent is ook niet nat.
Vandaag hebben we een lange reisdag naar Vilankulo aan de kust. Een saaie dag, want er is weinig te zien. Het landschap is zo’n beetje de hele dag hetzelfde.
Om 16:30 uur komen we aan bij lodge Smugglers. Een lodge, omdat de camping hier niet veilig zou zijn. Er staat een hele rij simpele kamers aan elkaar met aan het begin en het einde een douche en wc. Het is schoon en dat is het belangrijkste. Jammer dat we zo laat aankomen, want het is al vroeg donker en zo kunnen we niets meer van het plaatsje zien. Niet dat dat nou zoveel voorstelt, blijkt later. Het zou een fantastische badplaats kunnen zijn, want het ligt ideaal: aan zee vlak voor de Benguerra Islands, waar je kunt duiken en snorkelen. En het hele jaar door mooi weer. Maar er is niet meer dan een paar lodges en wat stoffige straatjes. Men is echter de klap van overstromingen van twee jaar geleden en de grote tsunami in 2004 nog niet te boven.
Bij de lodge is een bar en een restaurant en we proberen nu het Laurentina bier. Dat smaakt nog beter dat de 2M. We eten garnalen en inktvis. Eindelijk eens een keer vis. Heerlijk.
Maandag 12 oktoberVilankulo, Benguerra Islands
Vandaag blijven we hier en maken we een boottocht naar de Benguerra Islands.
Benguerra Islands: Sinds de Portugezen zich vele honderden jaren geleden in Mozambique vestigden, heeft het land roerige tijden gekend. Tijdens de oorlogsjaren bleef de kuststrook grotendeels gespaard. Dit geldt zeker voor de eilanden in de Bazaruto Archipel waar geen strijd werd gevoerd. Het stadje Vilankulo ligt ten noorden van Inhambane. Het is mogelijk om een bezoek te brengen aan de paradijselijke eilanden van de Bazaruto Archipel. Deze archipel bestaat uit de drie hoofdeilanden Magaruque, Benguerra en Bazaruto. De eilanden zijn allemaal tot nationaal park uitgeroepen en zijn werkelijk idyllisch. De eilandengroep is in zijn geheel een nationaal park vanwege het rijke vogelleven, maar vooral vanwege de koraalriffen en de vele kleurige zeedieren. We varen met een traditionele dhow over de Indische Oceaan. Zo’n dhow is een houten boot met zeilen. Ondanks het hout brandt er in het midden een vuur met daarop een ketel water voor koffie en thee. ’s Middags maken ze ook de lunch daarop klaar.
‘s Morgens is het wat bewolkt, maar zodra we op zee zitten, breekt het open. We zoeken allemaal een duikbril met snorkel uit en een paar waterschoentjes. Prachtig blauwgroen water met witte stranden. We gooien het anker een paar meter uit de kant van het eiland uit en brengen onze spullen aan de kant. We pakken onze snorkels en lopen een heel eind langs het strand. Als we daar het water in gaan, hebben we stroom mee en hoeven alleen maar terug te drijven naar de boot. Vlak voor de kust liggen rotsen in het water waar de mooiste gekleurde vissen zwemmen. Hele grote, hele kleintjes, en alle maten daar tussen in. Alsof we in een groot aquarium zwemmen. Een school met allemaal dezelfde vissen komt ons nieuwsgierig bekijken en zwemt een stukje met ons mee. We zijn omringd door vis. We zien een gespikkeld doosje, wat ook een vis schijnt te zijn. Heel apart. Om terug naar de boot te komen, moeten we een stukje over der rotsen klauteren. Dan zijn die schoentjes erg fijn.
Als lunch krijgen we o.a. gegrilde barracuda met tomatensaus en krabben. Heerlijk. Alleen wij weten echter hoe we die moeten eten, de rest laat het grootste en lekkerste deel liggen. De beste lunch van deze reis.
We luieren nog wat en varen dan terug. Om de heenweg zijn we op de motor gevaren, nu zeilen we. De zeilen hebben een vreemde vorm, zijn oud en zitten vol gaten. Ze zijn vastgebonden met stukjes riet die er afspringen als de zeilen worden gehesen. Het is een heel simpel systeem, maar het werkt uitstekend. We zien heel kort een dolfijn.
Het is een hele mooie dag en we zijn een beetje aangebrand, hoewel we met het snorkelen onze T-shirts hebben aangehouden.
We gaan ’s avonds eten bij een ander hotel. Daar hebben ze geen sterke drank en de garnalen zijn uitverkocht. We eten pizza die prima smaakt. Carlo heeft wat teveel en vraagt om een doggybag. De bewaker van ons hotel accepteert dat met een grote grijns.
Dinsdag 13 oktoberNaar Inhambane, Tofo - 330 km
We kunnen uitslapen tot 8:00 uur, maar zijn goed 6:00 uur al op.
Vandaag rijden we naar Inhambane, dat ongeveer driehonderd kilometer naar het zuiden ligt, maar bereikbaar is via een goede weg. We moeten 75 kilometer hobbelen; de rest is een prima weg. Het landschap verandert langzaam. Het wordt steeds groener, de bosjes talrijker en hoger en we zien steeds meer dorpjes. Soms liggen er hele plantages met kokospalmen en fruitbomen. De dorpjes worden groter en er zijn grotere winkels. Sommige plaatsen zien er schoon uit. Andere minder.
In Inhambane bekijken we de 200 jaar oude kathedraal. Er zit nu een bibliotheek in en de mevrouw daar wil geld zien als we foto’s van de buitenkant maken. We zijn wel goed maar niet gek. Een plaatsgenoot van haar is het helemaal met ons eens, vindt het ook belachelijk en scheldt haar uit. We kijken op de markt, maar dat is niet zo veel en we rijden door naar Barry Lodge in Tofo, de badplaats aan het strand van de Indische oceaan. We hebben casitas, sommige simpele hutjes. Die van ons is een zespersoons die we delen met Barry, Berndt, Jeff en Charles. Wij hebben een zitkeuken met koelkast en fornuis en een grote veranda.
Tofo: In Praia do Tofo kun je in alle rust van paradijselijke witte stranden en duiken op ongerepte riffen genieten. Het plaatsje ligt op het schiereiland Ponta da Barra en bestaat uit 40 gebouwen, waaronder een hotel en enkele strandbarretjes.
We zetten onze spullen neer en kijken wat rond. De bar komt zowat uit op het strand. Een heel breed strand waar geen mensen op zitten. In het water zijn een paar kitesurfers. Dat is alles. Als de zon achter een paar wolken verdwijnt, komen er wat jochies voetballen. Er staan wat tentjes langs de baai; verder is het er stil. Het bier is duur: 75 metical voor een fles Laurentina van 540 ml. We hebben eerder daarvoor 40 betaald.
De zon verdwijnt vroeg achter de wolken en dan wordt het wat minder warm. We eten in het restaurant en met z’n vieren willen we de grote visschotel bestellen, maar daar hebben ze niet alles van op voorraad en ze raden ons kip en grote garnalen aan. De mannen gaan voor de spareribs, die heerlijk zijn en de vrouwen voor de garnalen. En of ze groot zijn. Mijn hemel, ze zijn tweemaal zo groot als de grootste die we ooit gezien hebben. Ze smaken verrukkelijk.
Woensdag 14 oktoberTofo
Omdat bij ons in de casita een grote keuken is, wordt er hier ontbeten.
We wandelen het kleine stukje naar het centrum van Tofo over het strand. Wat souvenirstalletjes die erg duur zijn en wat drankverkopers. We slaan bier in voor de late middag en voor bij het eten, dat vandaag klaargemaakt wordt door Charles en Jeff. Het bier kost hier maar 30 metical. Terug in de lodge zetten we alles in de koelkast. Het is bewolkt en erg vochtig. Alles voelt klam aan.
We gaan voor de lunch anderhalf uur wandelen langs het strand. Af en toe zon, mooie golven, veel krabbetjes die over het strand rennen en zodra wij er aankomen in hun holletjes schieten.
Na de lunch zwemmen we in de golven die vrij hoog zijn. Daarna liggen we op het strand, wat kan omdat het bewolkt is. Daarna lekker douchen en een biertje drinken. We eten heerlijk met o.a. kipsaté, salade, aardappel, maïs.
Vroeg naar bed, want we moeten heel erg vroeg op.
Donderdag 15 oktoberNaar Krugerpark (Zuid-Afrika) – 675 km
Om 3:00 uur vertrekken we, want we moeten voor 15:00 uur bij de grens van Mozambique met het Krugerpark in Zuid-Afrika zijn. We rijden fors door; eerst over een goede weg, later wordt deze een stuk slechter. Eerst langs de kust, later steken we dwars door om halverwege het Krugerpark uit te komen bij de Giriyondo-grenspost. Het landschap verandert van groen met dorpjes in door, kaal en leeg. Als we de Limpopo-river bereiken zien we meer landbouw. We zitten regelmatig te dutten in de auto. Zelfs tijdens het hotsen en botsen kunnen we slapen. Vlak voor de grens ziet het er nog armoediger uit dan in de rest van het land. Er is veel plastic verwerkt in de huizen.
We komen in het Limpopo NP aan, dat grenst aan het Krugerpark. Eigenlijk zijn deze twee samen met Ghonarezhou in Zimbabwe één groot nationaal park. Aan deze kant van de grens zien we alleen wat impala’s en een paar grondneushoornvogels. Wij komen om 14:45 uur bij de grens aan en deze blijkt vanaf oktober tot 16:00 uur open te zijn. Het gaat allemaal erg snel en binnen een half uur zijn we de grens over. Meteen worden de wegen erg goed, asfalt. Het laatste stuk in Mozambique was wasbord.
Het Krugerpark (in het Afrikaans: Nasionale Krugerwildtuin) is een omvangrijk wildpark in het noordoosten van Zuid-Afrika, op de grens met Zimbabwe en Mozambique. Het Krugerpark is 380 km lang, 60 km breed en heeft een totale oppervlakte van ongeveer 20.000 km2. Het park bevat 25 kampen, waarvan 12 grote kampen zoals Skukuza, Lower Sabie en Satara. Alle kampen zijn omheind. Naast de grootte is dit park ook bekend om de grote variatie aan diersoorten. Het park kent ook meer dan 300 archeologische vindplaatsen, zoals Masorini en Thulamela. Deze archeologische plekken stammen uit de steentijd, de ijzertijd en uit de tijd van de Bosjesmannen (San).
We zitten in Mopani Rest Camp in Tsendza. In dit deel van het Krugerpark zit helemaal niet zo veel wild. Dat zit veel meer naar het zuiden. Jammer. We zien wel een giraf, een enorme kudde buffels, olifanten, waterbokken, wrattenzwijnen, kudu’s, hartebeesten, kori bustard, zebra’s en hyena’s. Eentje loopt van ons weg, de ander loopt vlak achter de truck langs en verdwijnt daar in de bosjes. Bij het incheckpunt van het kamp zit een winkel waar we voor twee dagen bier inslaan. Men koopt ijs en alles wordt weer in de koelboxen koud gezet. Water kunnen we uit de kraan drinken.
Het is een prachtige camping; heel ruim, heel rustig, lekkere douches. ’s Avonds zijn alle lichten uit, er is geen plaats in de buurt, dus geen verlichting, en er is geen maan. Het is daarom aardedonker. Er is ook geen bewolking en we zien een schitterende sterrenhemel. Nog nooit zoveel sterren gezien. Het is dood- en doodstil.
Vrijdag 16 oktoberKrugerpark
Bij het ontbijt komen neushoornvogels ons gezelschap houden. Die zijn altijd met z’n tweeën.
Om 6:00 uur gaat het park open en gaan we gamedriven. Afhankelijk van wat we zien, komen we terug op de camping. Jeff is niet optimistisch, want dit deel van het park is eigenlijk niet zo’n goed deel en we rijden alleen maar over asfaltwegen. We verwachten er dus niet zo veel van. We zijn ook te verwend met Chobe en South Luangwa.
Op een paar bruggen mag je een stukje lopen op eigen risico. Drie keer stoppen we bij een campingplaats waar winkels en wc’s zijn. Bij de eerste stop kopen we wat pasteitjes, want we zijn de cornflakes bij het ontbijt meer dan beu. Bij de kassa horen we dat we ze in de magnetron op kunnen warmen. Daar maken we gebruik van, zodat we alle vier een lekkere warme hap hebben. We kopen frisdrank voor onderweg, want het is warm vandaag en we moeten veel drinken. Op borden staat aangegeven welk wild waar gisteren en vandaag gespot is.
De voorramen van de truck worden omlaag geklapt, zodat we op het voorstee bankje kunnen staan en prachtig zicht hebben. Wij staan daardoor hoog, terwijl de rest van de auto’s die we zien allemaal gewone personenauto’s zijn en zich moeten behelpen met de zijraampjes. Wij kijken over alles en iedereen heen. Mooi. Wat ons wel verbaast, dat alleen wij met z’n vieren in de truck daar alleen maar gebruik van maken; de anderen gebruiken de zijraampjes. Een enkele keer houdt iemand ons gezelschap, maar meestal niet. Uiteindelijk komen we pas tegen zessen terug; zo laat moet je het park uit en terug zijn op de camping. De hoeveelheid wild die we zien, is niet indrukwekkend (behalve dan de kudde buffels), maar de verscheidenheid is werkelijk enorm! We zien een witkopkieviet met een vreemd geel befje, een krokodil met open bek, lopende nijlpaarden, zebra’s, kudu’s, impala’s, olifanten, zadelbekooievaar, waterbokken, een grote goliath reiger, ijsvogel, gekleurde vogels, spuitende olifanten met zowel water als zand, giraffen, struisvogels, een stuk of vijftien neushoorns, wildebeesten, grijze loerie, purple roller en een lilac brested roller, witkopgier, visarend, apen, steenbok, geelsnavelooievaar, maraboe, buffels. En het mooiste van allemaal: een luipaard hangend in een boom. We hebben deze twee keer in South Luangwa in het donker gezien. Nu hangt hij, gewoon overdag, lui in een boom, heel dichtbij. Op een tak ligt hij (of zij) daar te liggen. In het volle licht. Geweldig! Dicht in de buurt staat een groepje kudu’s, dat erg alert is. Eentje staat er duidelijk op wacht en brult af en toe een waarschuwing naar de rest van de kudde.
We hebben het idee, dat we vandaag alleen de leeuwen en de cheeta’s gemist hebben.
Tijdens de lunch komt een bus met lokale mensen aanrijden. Vooral de vrouwen zien er op hun paasbest uit. Heel mooi. Het zijn Shangaan-mensen, die hier in de buurt wonen. ’s Avonds eten we braai. We geven Jeff en Charles, zoals elke avond, een biertje. Vandaag zien we ook dat ze wat van Barry krijgen. Weliswaar een Heineken, maar toch. Dat is voor het eerst. Volgens ons hebben ze van de rest van de groep nog nooit wat gehad.
Tijdens het braaien horen we het gehuil van de hyena’s, die het vlees ruiken. Ze lijken heel dichtbij. Deze camping is omheind, dus zitten ze, als het goed is, op veilige afstand.
Zaterdag 17 oktoberNaar Johannesburg – 680 km
Om 5:45 uur breken we voor de laatste keer de tenten af. We pakken alles in, ontbijten en vertrekken om 6:30 uur voor het laatste traject naar Johannesburg. Het eerste deel rijden we nog in het Krugerpark. Het is bewolkt en er zitten veel vliegen en muggen die steken. Men zegt dat er tseetseevliegen zitten en daarom smeren we ons nog maar eens in. We zien heel erg weinig wild. Ergens staan een paar auto’s stil en men vertelt, dat er een luipaard met prooi ligt. Er is echter niets te zien en we zien ook niets bewegen. Om 7:45 uur liggen er onverwachts twee leeuwen langs de kant. Een mannetje en een vrouwtje. Ze liggen nieuwsgierig naar ons te kijken, totdat het het mannetje te veel wordt. Hij gromt en ze verdwijnen in de bosjes.
Eenmaal buiten het park verandert het landschap. Veel dorpen, veel groen, Afrikaanse borden en plaatsnamen, zoals Roosendaal, Middelburg, Potgieterstraat, Kerkstraat, grasdakdrankwinkel, sakesentrum, vruchten, kool.
Het Riftgebergte is prachtig van kleur. Beneden stroomt de Olifantenrivier terwijl wij over de berg heen moeten. Veel landbouw, grote graanvelden met overal sproei-installaties, veel cactussen, boomgaarden. We zijn terug in de bewoonde wereld. Geen onontgonnen gebieden meer. De bloeiende paarse jacaranda springt er uit.
Onderweg halen we een broodje dat we in de truck opeten. En bij de Spar kopen we nog wat bier voor de hotelkamer voor vanavond en morgen, want daar is geen bar en de supermarkt sluit om 15:00 uur en we verwachten niet voor die tijd daar te zijn. We rijden gestaag door, omdat de eerste groepsleden al om 19:00 uur met het vliegtuig mee moeten, terwijl de tour eigenlijk pas om 18:00 uur in Johannesburg eindigt.
Zeventig kilometer voor Jo’burg wordt het donker. Eerst grijs, daarna geel en we krijgen een zandstorm over ons heen. Als die weg is, begint het te onweren en het regenen.
Goed 16:00 uur komen we bij de Rivonia Road Lodge. We drinken eerst een biertje en gaan dan uitgebreid douchen. Carlo is wat ziek en Gerda blijft bij hem in het hotel. Wij gaan samen naar de Japanner waar we de eerste dag ook geweest zijn. We eten weer sushi’s en heerlijke noedels. Voor Gerda nemen we een doggybag met chicken chow mein mee (met stokjes) en geven haar een paar biertjes, die we bij ons in de badkamer koud hebben gemaakt met klontjes uit de ijsmachine.
Zondag 18 oktoberJohannesburg, naar huis
Gelukkig is Carlo beter.
We hebben gisteren een excursie geboekt voor een rondtour door Soweto (South Western Township). We moeten tenslotte de dag ‘doorkomen’, want ons vliegtuig vertrekt pas vanavond laat. We hebben de hotelkamers voor een extra nacht gehuurd, zodat we hem de hele dag kunnen gebruiken. Erg prettig. Sinds 1990 is Soweto erg veranderd. Het is nog steeds een zwarte wijk, maar waar je vroeger je leven als blanke niet veilig was, kun je er nu rustig ronddwalen. Het ziet er allemaal prima uit. Lage huisjes met een tuintje, allemaal met elektriciteit, stromend water, wc. De straten zijn schoon. Men woont hier gratis. Tutu woont hier nog steeds. Er staat een enorm aantal kerken van allerlei geloven, waarvan er eentje zo groot is, dat er 15.000 mensen in kunnen. Het is zondag en ze worden erg druk bezocht. Men loopt duidelijk in hun zondagse kleding.
We kijken uit naar een vuvuzela, de toeter die bekend is geworden van het voetbal, maar die is nergens te koop. We hebben het overal gevraagd, maar het lukt niet.
Jammer dat vandaag de drankwinkel gesloten is. In het begin van de reis hadden we daar een fles rode wijn genaamd ‘Groote Post’ gezien. Was wel leuk geweest. We gaan naar de tapasbar en nemen allerlei hapjes en witte wijn. Heerlijk. We kunnen daar met z’n vieren erg van genieten.
Op de hotelkamer pakken we alles in en drinken de laatste biertjes op die we vandaag een paar keer van ijsklontjes hebben voorzien en nu lekker koud zijn.
Om 20:30 uur worden we opgehaald en naar het vliegveld gebracht. Het inchecken gaat snel en we gaan wat winkelen. In één winkel vinden we zowaar twee vuvuzela’s, die we allebei kopen voor € 5,50 per stuk. Achter ons gaan de winkels dicht. Ook als we wat gaan drinken, gaat het hek dicht, maar Gerda staat net aan de goede kant. Als we naar de gate lopen, zien we een andere tent die nog wel open is. Om 23:35 uur vertrekt het vliegtuig naar Londen.
Maandag 19 oktoberAankomst Nederland
De vlucht gaat voorspoedig en om 9:30 uur komen we in Londen aan, waar de vlucht naar Amsterdam om 12:00 uur vertrekt. Nu hebben we tijd genoeg en dan zijn we binnen een half uur door de controle. Vorige keren hadden we weinig tijd, was het hartstikke druk en moesten we rennen en ons haasten.
We drinken echte koffie, bekijken wat winkels en wachten op de vlucht naar Amsterdam. Deze vliegt op tijd en om 14:30 uur komen we daar aan. We nemen afscheid van Gerda en Carlo en nemen de trein naar huis.
Dit was een Angeli travel reis, uitgevoerd door Sunway Safaris in Johannesburg.
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.