Woensdag 25 augustusKalahari-woestijn
Om 9:30 uur vertrekken we naar Nata, waar nieuwe drank e.d. ingeslagen wordt. Over het laatste stukje asfalt (zeventien kilometer) en dan linksaf de bush in naar de Magadaki-pannen (zoutpannen). Wij zitten boven op de toyota-landcruser. Voorin zit je nog wel een beetje uit de stof, maar achterin is het vreselijk. Eerst rijden we verkeerd. Daarna komt onze toyota vast te zitten in het zand. Op eigen kracht komt hij er niet uit en we moeten hem met een andere auto eruit trekken.
We keren en slaan een andere 'weg' in. Helaas mist de laatste auto ons en gaat rechtdoor. De andere auto gaat er achteraan, maar wat er ook gebeurt, er komt niets terug. Uiteindelijk komt iemand op het idee om op het dak van de auto te gaan staan en met een spiegeltje te schijnen in de richting waar ze verdwenen zijn. Dat blijkt perfect te helpen en na een uurtje komt die auto terug (met behulp van het spiegeltje). Dan is het wachten op de gevolgde auto. Gelukkig zit in de teruggekeerde auto de lunch, zodat we eerst maar gaan eten. Daarna wandelen, kaarten en kletsen we wat. Eindelijk, na drie uur komt de auto terug en kunnen we onze reis voortzetten.
Onderweg zien we een groep struisvogels, die hard voor ons wegholt. We zitten nu achterin en Martijn krijgt de grootste lading stof. Als we bij het kamp aankomen op Kudu-island, lijkt hij wel een zombie! Helaas is er geen douche, zodat we hem met wat natte doekjes schoon moeten maken.
Er is nog even tijd om rond te wandelen. Het is er prachtig. We zitten aan de rand van de zoutpannen. Vroeger waren dit grote meren, die in de loop der tijd opgedroogd zijn. Door de zouten en mineralen groeit er helemaal niets. Zo ver als je kunt kijken, is er een kale vlakte. Aan de rand staan verschillende baobabbomen. Erg grillig van vorm, een beetje een 'wandelend bos'.
Donderdag 26 augustusNaar Maun
Voor het vertrek lopen we nog even rond. Vervolgens gaan we terug naar de geasfalteerde weg. Dat is een tocht van zo'n vier uur. Erg afwisselend landschap. De ene keer kaal, droog en dor en de andere keer bosjes; veel acaciastruiken met gele bloemetjes die heerlijk ruiken. We rijden een stuk door een pan en zien door allemaal fata morgana's: het lijkt alsof we op het strand richting zee rijden. 't Is erg fascinerend.
Eenmaal op het asfalt ligt het dorpje Gewta, waar we in een luxe hotel lunchen. Heerlijke spaghetti. We kunnen onze handen en hoofden even opfrissen. Niet dat het veel helpt, want we vertrekken weer met de open auto's. Langs de kant van de weg zien we weer struisvogels.
In Maun op de camping, weten we niet hoe snel we onder de douche moeten springen. Heerlijk die warme straal na een aantal dagen waterloos. Daarna eten we in het restaurant kip met friet. Lekker. Eindelijk weer een beetje beschaving met bier uit glas!
Vrijdag 27 augustusNaar Okavangko Delta
Laat ontbijt in het restaurant (toost met eieren en bacon, fruitsalade en fruitsap), erg lekker voor de verandering. Vervolgens ruimen we op ons gemak de tent op en pakken de tassen in voor twee nachten Okavangko Delta. We kunnen alles wat we niet nodig hebben, achterlaten op de camping. In de bomen zitten verschillende neushoornvogels, een grijze loerie en een aantal vervet-apen.
Daarna gaan we met een vrachtauto naar een stuk dieper water. De delta ligt al aan de camping, maar het heeft dit jaar in Angola zo weinig geregend, dat het water erg laag staat. De delta is een van de weinige plaatsen ter wereld waar een rivier niet in een ander water uitmondt, maar gewoon over land.Als we bijna bij de boten zijn, loopt de vrachtauto vast in de modder. Met een schop en veel dor hout en stro wordt met vereende krachten de auto er uitgewerkt.
Aangekomen bij de drie (motor)boten worden die snel geladen en varen we naar een eiland in de delta (Dadura oftewel Mokoro's island). Hier zetten we snel de tenten op en lunchen we. Daarna gaan we met tweepersoons mokoro's (duwboten) het water op. Het is jammer, dat de hele groep samen blijft, anders zou je veel vogels zien. Nu alleen wat olifanten en als we een tijdje alleen voorop varen, zien we wel verschillende vogels o.a. zwarte riethanen, reigers en bijeneters. Wel een beetje ver weg, maar toch erg mooi. Met water uit de Okavangko Delta hebben we onze veldfles gevuld. Het water kun je zo drinken! Niet te geloven, dat dat nog bestaat.
Op de camping leggen we een kampvuur aan en drinken we een heerlijk koud biertje. 's Avonds bij het eten in het vuur warmen we marsmallows op. Lia krijgt een prachtig boek over de Okavangko Delta voor haar verjaardag.
Zaterdag 28 augustusOkavangko Delta
Na het ontbijt vertrekken we met de mokoro's. We hebben een kwartier gevaren als we aan land gaan en hier maken we een wandeling van vier uur. Al heel snel zien we een paar olifanten. Die zijn o.a. bezig om noten uit een vrouwtjespalm te schudden. Een geluid, dat we de avond ervoor in het kamp al gehoord hadden, maar dat we niet thuis konden brengen. Later zien we een stuk of tien zebra's en verschillende bokken. Alles bij elkaar een mooie wandeling. Aan het eind van de wandeling lunchen we met aan het ontbijt klaar gemaakt brood. Ook voor de gidsen hebben we een portie meegenomen.
Terug in het kamp, verkleden we ons om te gaan zwemmen. Heerlijk verkoelend en we spoelen ons weer schoon van het stof van de wandeling. 's Middags luieren en dutten we wat en doen verder niets.
Zondag 29 augustusOkavangko Delta, naar Maun
's Morgens maken we met een klein groepje een twee uur durende wandeling in de omgeving met Bart als gids. Al snel zien we een alleenstaande olifant. Er staat net een struik voor, dus kunnen we hem heel omzichtig tot vijfentwintig meter afstand benaderen. Als de olifant ons ziet, wordt hij erg nerveus en slaat hij op de vlucht en loopt met een hele grote boog om ons heen. Dan blijkt, dat achter ons nog een stuk of zes olifanten staan en wij hebben die ene dus van de kudde afgezonderd. Tegen de wind in, lopen we op die groep toe en we kunnen ze mooi gade slaan. Ook zien we in de verte drie grote grondneushoornvogels en een vorkstaartscharrelaar.
Weer terug bij de tenten pakken we alles in en brengen dat naar de kant van het water. Heel snel komen de boten eraan en varen we terug naar Maun. Onderweg wacht ons echter een verrassing. Midden in de rivier liggen zeven à acht olifanten. Het is een schitterend gezicht. Een paar olifanten op de kant komen dreigend en trompetterend op ons af, maar we laten ons daar niet door afschrikken. We kunnen ze een hele tijd goed bekijken.
Terug in Maun kamperen we op dezelfde camping. Tegen vieren gaan we met z'n achten naar het vliegveld voor een rondvlucht van een uur boven de Okavangko Delta (kosten 110 pula = ƒ 77). Wat een gave vlucht. In het begin vliegen we heel erg laag boven een stroompje, waar we een man weg zien duiken, omdat hij bang is dat het vliegtuig hem zou raken. We hebben een negenpersoonshoogvlieger, zodat we een schitterend uitzicht hebben. Later gaan we wat hoger vliegen, maar niet zo hoog dat we niets meer zien. We zien o.a. olifanten, zebra's, buffels, verschillende antilopen, giraffen, een nijlpaard. Het is een heel mooi gezicht om al die dieren in en bij het water te zien. Ook zien we mooie vogels boven het water scheren. We hebben een mooi overzicht over de delta met veel water en allemaal verschillende tinten groen. Prachtig. Alles bij elkaar een vlucht om nooit te vergeten.
Terug op de camping maken we de rest jaloers met onze verhalen. Daarna lekker gedineerd in het restaurant van de camping. Lekker luxe dus.