Zaterdag 29 februariNaar Man
Ontbijt met gebakken aardappelen, gekookte eieren, brood, yoghurt.
We pakken de tenten in, stouwen de truck weer vol en vertrekken naar Man. In het begin is het lekker fris, naar de temperatuur loopt snel op.
In Man is een waterval. Op een foto die wordt getoond, zien we, dat het heel mooi kan zijn, maar vandaag is er niet veel water.
Omdat nog steeds niet duidelijk is óf, of wanneer, we de grens met Guinee over kunnen, is de route enigszins aangepast. In plaats van kamperen, overnachten we in een hotel (met zwembad) in Man. Ook hier maar weer één handdoek. Het verschil met vorige hotels is, dat we, zelfs na herhaald vragen, geen tweede krijgen.
Zojuist is het bericht gekomen, dat er morgen géén verkiezingen zijn; die zijn wederom uitgesteld. We blijven hier nog een dag en gaan dan naar Guinee. We hoeven geen kip meer te offeren.
OnderwegWe lopen de plaats in en zien heel veel stoffige kleine winkeltjes. Er is ook nog markt, maar die gaan we morgen bekijken. De harde muziek die we horen, komt natuurlijk uit een kerk. We vinden het goedkoopste bier in een bar van deze vakantie, cfa 500, € 0,80 voor 645 ml.
Bij het hotel staat buiten bij het zwembad een aantal tafels. Als er eentje vrijkomt, pikken wij die in. Het is hier beter toeven dan onder het open restaurant met dak waar de warmte blijft hangen.

Zondag 1 maartMan
We hebben een vrije dag in Man. We slapen uit en ontbijten op ons gemak buiten op het terras. We blijven ons verbazen wat mensen op hun tafel achter laten, wat ze zelf bij het buffet gehaald hebben.
Ondanks dat het zondag is, zijn de meeste winkeltjes en de markt gewoon open. Er wonen hier wel veel moslims, maar ook heel wat christenen. De markt heeft smalle paadjes waar net een kruiwagen door kan en erg hoog is het ook niet. Er is een allegaartje van spullen. Gedroogde vissenkoppen liggen naast onderbroeken naast pepertjes naast stukken vlees. Er zijn ook wel mooi gekleurde lapjes, maar we kunnen geen Vlisco ontdekken. Wel zien we pindabrokken liggen die we uit China kennen. We diepen onze muntjes op, laten ze zien en we krijgen voor dat geld een zakje mee. Lekker.
Bij de kathedraal is net een dienst bezig. De kerk is goed gevuld met mensen in hun zondagse kleding.
Bij de supermarkt kopen we nog wat bier voor in koeling van de truck. De komende dagen zal dat niet nodig zijn, maar we zitten nog ruim in de cfa's. De anderhalve literfles cola is binnen de kortste keren leeg. Het blijft hier onveranderd warm.
Later bij het zwembad willen twee jongens een selfie met Martijn maken. Ze durven het niet echt te vragen.

Maandag 2 maartNaar Nzerekoré (Guinee)
Deze rijdt nogVroeg op voor de trip naar Nzerekoré in Guinee. Alle winkels zijn al open als we om 7:00 uur vertrekken. Alle schoolkinderen gaan te voet naar school. Geen fietsen hier. Bij één school staat een hele grote groep kinderen te wachten op het hijsen van de vlag.
Buiten de stad is het rustig op de weg, die goed te berijden is. Wel uitkijken voor geiten die soms op de weg lopen. Soms zijn er controles. Bij eentje maken ze foto’s van de binnenkant van de truck.
De grens ligt bij Gbapleu. Het duurt drie kwartier om Ivoorkust uit te komen. Plus vijf minuten waarin de douanier groepfoto’s van ons neemt. Daarna moeten we de geiten onder de truck verjagen waar ze verkoeling in de schaduw hebben gezocht.
Er staan wat geldwisselaars. We hebben nog cfa 18.000 en daar krijgen 270.000 Guinese franken voor. Dit is wel makkelijk rekenen: 10.000 gnf = € 1.
'Guinee in' duurt een goed half uur. We hoeven geen briefjes in te vullen; we hoeven zelfs de hele truck niet uit. Uiteindelijk zijn we toch bijna twee uur verder met de hele grensovergang.
De bergen worden steeds hoger. Tot nu toe zagen we alleen lage heuveltjes.
Er loopt één redelijk goede weg die de dorpen verbindt. Bij de dorpjes houdt het asfalt op om de gang er uit te halen. Soms moeten we een stukje door een dorp, omdat de goede weg is afgezet. Dat gaat heel langzaam. De kinderen zwaaien overal. Ze zijn hier duidelijk geen toeristen gewend. In Nzerekoré willen we geld pinnen. Er zijn drie verschillende banken waarop het mastercardteken staat. Onze passen werken echter bij geen enkele automaat. Bij de bank staat een groot bord met 'change', maar geld wisselen doen ze niet. De bewaker zegt, dat we hiervoor op de markt moeten zijn. Hij is zo vriendelijk om met ons mee te lopen. We krijgen daar een goede koers en geven de bewaker een fooi. Wat een gedoe is dat hier met het geld.
Ons hotel ligt iets buiten het centrum. Wel zo rustig. Het is simpel. Geen stromend water, geen handdoeken, geen wc-papier, elektriciteit van 18:00 tot middernacht. En er zijn geen drankjes. Ze zeggen, dat die over een uur zullen komen, maar dat wachten we niet af. Maar goed ook, want ze zullen niet komen. Wij denken dan, dat dit een makkelijke manier is om iets bij te verdienen. We gaan op zoek naar een café en vragen het aan een paar kinderen. Het is hier ook Franstalig en het antwoord verstaan we niet helemaal. Het is wel erg handig om iets Frans te spreken, wat wij gelukkig wel doen, maar de meeste van de groep niet. Die komen niet verder dan ‘bonjour'. We lopen de aangewezen richting in en komen uit bij een huis waar mensen buiten zitten en die ons vragen wat we willen. Ze wijzen ons de weg naar Las Vegas, een bar. Er staat een grote koelkast en ze hebben drie, vier verschillende soorten bier. We gaan buiten in plastic stoeltjes zitten en genieten van de koude drank. Op de grond staan twee theepotten waar water in zit waarmee je je handen kunt wassen. Het ziet er gezellig uit. Na een half uurtje krijgen we gezelschap van wat groepsleden en langzaam druppelen er meer binnen.
In de tussentijd maken ze bij de truck ons avondeten.
Er is geen internet en dat zal zo blijven tot de laatste avond in Freetown in Sierra Leone.

Dinsdag 3 maartNaar Guéckédou
We ontbijten in het hotel met heerlijk vers stokbrood. Er loopt een klein meisje rond, dat bang is van al die witte mensen.
We gaan vandaag naar het noordwesten, naar Guéckédou.
Pont de LianaOnderweg stoppen we bij de Pont de Liana, een beroemde ‘vine bridge'. Deze ligt net voorbij Koulé. We pikken een gids op en lopen in drie kwartier er naar toe. Het is redelijk vlak en redelijk beschut, maar erg, erg warm. We zweten peentjes. De oude brug is helemaal gemaakt van een soort lianen. Ze noemen het hier wel druivenranken, maar dat zijn het niet. De brug overspant een rivier en is een beetje gammel. We mogen er maar één voor één over. Het wiebelt erg, maar het is niet eng. De vrouwen in onze groep lopen eindeloos te kakelen. Het houdt maar niet op. We worden er niet goed van. We laten iedereen voor gaan en lopen een eind achter ze, zodat ze niet meer te horen zijn.
We rijden verder en regelmatig passeren we een dorpje. Kinderen, zo klein als zijn, lopen te sjouwen met teilen en emmers met water en zand.
Er ligt hier veel minder troep langs de weg en in de dorpen dan in Ivoorkust. En er zijn ook veel minder politiecontroles.
Bij het Massief van Ziana liggen wat hogere bergen en wordt de natuur een stuk mooier, veel groener.
Veel kinderen roepen ‘baboe' naar ons.
In de berm staan soms bomen en struiken in brand. Soms voelen we de hitte van het vuur als we dicht langs rijden.
Macenta is een grotere plaats en hier is het erg druk. Overal kraampjes langs de weg, kleurige parasols er boven, veel mensen.
De laatste dertig kilometer is onverharde weg. Het is een slechte weg waar we meer dan drie uur over doen. Hij schijnt beter te zijn dan de vorige keer, dat onze chauffeurs hier waren.
In Guéckédou komen we 18:15 uur aan. Omdat we meer naar het westen zitten, is het nog niet donker. We zitten in Fagou Rose, een paar jaar terug het centrum voor de ebola-hulpverleners. Het ziet er mooi uit, maar de airco en fan werken niet en het licht alleen ’s avonds. Er is wel stromend water, maar ook een mandi-bak vol met water. We zetten op de binnenplaats wat stoelen, want het is daar een stuk lekkerder dan binnen. Ze hebben een enorme vriezer met drankjes, die echter op z’n best lauw te noemen zijn. Maar: beter dan niks en ze smaken best. Het eten ’s avonds ook.
We hangen het muskietennet om het bed en zetten het raam open. Hier zit wel een hor in, maar ook wat gaten. ’s Nachts koelt het gelukkig wat af.

Woensdag 4 maartNaar FaranahVrouw
Vandaag rijden we naar het noorden, naar Faranah. De weg is slecht en het schiet niet op. Onderweg zien we weer starende mensen en zwaaiende kinderen. De mensen willen niet op de foto en we mogen ook geen foto’s vanuit de truck maken.
Na een uur wordt de weg weer beter en zitten we niet meer zo te hobbelen, Hoe noordelijker we komen, hoe meer ronde lemen hutjes met rieten daken we zien. Af en toe een zeer kleurrijke plaats waar vrouwen water aan het halen zijn. De vrouwen dragen felle kleuren; de mannen niet. Er hangen overal zonnepanelen, waarschijnlijk om hun mobieltjes op te laden. De mensen hier hebben niks, maar wel mobieltjes.
In Faranah kunnen we voor het laatst boodschappen doen. Nou is dit een groot moslimdorp waar geen bier verkocht wordt. Als ze dat vanochtend hadden gezegd, hadden we het daar in het hotel kunnen kopen.
Maar in het hotel waar we ’s avonds zitten, hebben ze wel bier. Ook hier komen ze uit de koelkast, maar zijn ze niet koud.
Voor de nacht krijgen we een leuke ronde hut met warm water en er is een zwembad.
Tegen de avond gaan we buiten bij het restaurant zitten, waar het aangenamer is dan binnen. Al snel krijgen we gezelschap. Later gaat de stroom aan en worden de drankjes steeds koeler. Het bier in de koelkast moeten regelmatig bij gevuld worden. Het eten is prima en we hebben een gezellige avond.
Op de kamer werkt ook de airco. Tot 1:00 uur tenminste. Daarna gaat hij regelmatig aan en uit. We zijn er al lang blij mee.