Zondag 23 februariNaar Grand-Bassam (Ivoorkust)
Martijn vindt naast de plek waar een tent heeft gestaan, zomaar vijf haringen in het gras. Waarom wel iedereen een eigen tent en niet eigen haringen?
Langs de zuidkust van Ghana rijden we naar Grand-Bassam in Ivoorkust. Om 7:30 uur rijden we al.
We zien een bonte ijsvogel, die zwart-wit is, en een toekan.
De weg is van goed asfalt, wel met veel hobbels om de snelheid er uit te halen. Bij dorpjes is het altijd druk en hebben we veel bekijks. Grote vrachtwagens zijn vaak moeilijk in te halen. Ze rijden langzaam en zijn lang. Veel zijn veel te zwaar beladen. Dat zien zelfs wij met ongeoefend oog. Eentje is er finaal door z’n hoeven gezakt. Langs de kant zien we veel wrakken. Oude auto’s die daar waarschijnlijk al jaren staan.
Het is duidelijk zondag; we zien mensen met mooie kleren lopen en naar de kerk gaan.
Af en toe valt er een klein beetje regen. Dan hebben we het de afgelopen dagen getroffen met het kamperen.
We lunchen langs de kant van de weg. We pakken tafels, stoelen, wasbakken, eetgerei en eten. Het eten is al gesneden en zo zijn we binnen een half uur klaar met uitpakken, eten, afwassen en weer inpakken.
Hoe dichter we bij de grens komen, hoe rustiger het wordt.
We komen bij de grens en we willen onze overgebleven Ghanese cedi’s omwisselen. Het is erg vreemd, dat hier de buurlanden elkaars geld niet wisselen. Bij de grens kan wel gewisseld worden. De wisselaars zwermen om de truck. Het is zwart geld en dus is de koers wat lager dan de officiële. Maar wij zijn er blij mee en ‘onze' wisselaar ook.
Er staat een auto van De Gulden Krakeling. Grappig.
Het duurt een half uur om Ghana uit te komen. En drie kwartier om Ivoorkust in te komen. Brommers moeten lopend de grens over.
We schakelen weer over naar het Frans. Dat moet ook wel, want niemand spreekt hier Engels.
Het is nog een paar uur rijden naar Grand-Bassam.
Meteen na de grens zien we uitgestrekte palmboomplantages. Voor de olie uiteraard. In Ghana en Togo hebben we die niet gezien. Daarna volgen bananen in blauwe zakken. Rubber hebben ze ook. En koffie, ananas, cassave, mango.
Als een stoet hoge omes langs komt, wordt het verkeer op beide weghelften stil gezet, zodat zij ongehinderd door kunnen. Natuurlijk proberen auto’s mee te liften en rijden achter de hoge omes aan. Iedereen probeert links en rechts in te halen. Chaos.
Martijn is een echte gentleman en Kylie wil hem wel hebben (zij loopt wat moeilijk en Martijn schiet regelmatig te hulp). Martijn vindt, dat ze maar met Lia moet onderhandelen en die vraagt hoeveel kamelen ze biedt. Jammer voor haar, maar niet genoeg.
In Grand-Bassam zitten we op het smal strookje aan het strand ten zuiden van Petit Paris. We zijn best moe en het terras aan zee ziet er uitnodigend uit. De prijzen van eten en drinken echter niet. Overal kost een grote fles bier 1.000 cfa en een maaltijd 5.000 cfa. Hier kost een kleine fles bier 2.000 cfa en het eten 10.000 cfa. Dat zijn natuurlijk toeristenprijzen, maar wij zijn niet gek. Het lijkt ons, dat als zij de prijs wat schappelijk maken, er veel meer toeristen hier blijven. Wij gaan naar een lokale pizzeria. We bestellen een pizza met vier kazen alleen blijkt de lekkerste, de roquefort, op. In het Frans maken we duidelijk, dat we dan wat meer van drie kazen willen. Ze hebben hier bockbier, een gewoon pilsje.

Maandag 24 februariGrand-Bassam
Klederdrachtmuseum in Grand-BassamNa het ontbijt, met croissant, gaan we Grand-Bassam in. Eerst naar het Nationaal Klederdrachtmuseum. Buiten staat, dat het ’s maandags gesloten is, maar er loopt een groep rond en wij mogen ook naar binnen. We zien mooie kostuums en maquettes van dorpjes. We bekijken de Cathedrale du Sacré-Coeur, zien het oude vervallen postkantoor en meer koloniale gebouwen. Het doet ons aan Paramaribo denken. We steken het water over en het wordt steeds drukker. Er zijn veel mensen op straat, veel handeltjes, markt, schoolkinderen, auto's. Altijd leuk om te zien. We gaan op een bankje zitten en kijken om ons heen.
Later koelen we af in onze airco-kamer.
Om 17:00 uur is er een bijeenkomst met de groep, want er zouden problemen op komst kunnen zijn. Wat blijkt: de verkiezingen die in Guinee plaatsvinden, zijn van 16 februari naar 1 maart verschoven. Precies de dag van onze binnenkomst in dat land. Omdat er dan altijd nogal wat strubbelingen zijn, is het mogelijk, dat de grens dicht gaat. Of dat zo is en wanneer dan, is totaal niet bekend. Het probleem is, dat we via Guinee naar Sierra Leone moeten. De enige andere mogelijkheid is via Liberia. Maar ook dat is een probleem, omdat het grensgebied van Ivoorkust en Liberia oranje gekleurd is. De crew besluit, dat we morgen in Abidjan een visum daarvoor gaan halen, voor het geval dát. Aan de grens is dat niet mogelijk. En als je geen visum hebt voor Liberia en de grens met Guinee is dicht, hebben we allemaal een probleem.
Met Adèl gaan we op zoek naar een lokaal barretje, maar we vinden niet echt wat. Dan maar naar het restaurant van gisteren. Dat blijkt gesloten, evenals alle restaurants er naast. We vinden toch een tentje waar we een lekkere bock nemen. Je kunt hier ook eten, maar alleen vis. Dat wil Adèl niet en we gaan naar een ander tentje, dat we eerder hebben gezien en gelukkig wel open is. Prima eten voor weinig geld.

Dinsdag 25 februariNaar Yamoussoukro
Voordat we vandaag naar Yamoussoukro vertrekken, moeten eerst de visa geregeld worden. We pinnen geld, 60.000 cfa p.p.(pinnen werkt gelukkig), leveren paspoortkopieën en pasfoto’s in en rijden naar Abidjan.
De ambassade ligt in een zakenwijk, waar wij ons bijna drie uur moeten zien te vermaken. We wandelen wat rond en besluiten in de lobby van een groot hotel te gaan zitten. Het is er heerlijk koel, de stoelen zitten prima en de cola is koud.
Uiteindelijk komt Liz om 13:30 uur pas terug met de paspoorten en de visa en zetten we koers naar Yamoussoukro, zo'n vier uur rijden. Ondertussen hebben we op de kaart gekeken naar wegen tussen Ivoorkust en Liberia, en we vinden welgeteld één weg. We zullen zien.
We rijden over een vierbaansasfaltweg die vrij saai is. Het landschap is eentonig en je komt zo ook niet door dorpjes.
In Yamoussoukro, de hoofdstad van Ivoorkust, zitten we buiten het centrum. Niet alleen aan de grens, maar ook bij hotel moeten we vaak van die briefjes invullen met soms rare vragen: kleur haar, kleur ogen, naam vader en moeder. We verzinnen maar wat. Martijn is vandaag bakker, zijn ouders zijn Pipo en Mamalou, Lia is strandjutter en heeft als ouders Jut en Jul. Het hotel heeft een bar/restaurant, maar honderd meter terug zagen we er ook één in een mooie tuin. Daar gaan we wat drinken. Er zijn allerlei zitjes en wij krijgen het hoekje met de fan. Daarnaast staan een televisie en een lamp. Het ziet er huiselijk uit en we zitten een hele poos gezellig om ons heen te kijken. We besluiten om bij het hotel te eten, wat niet zo’n goede keus is. Het eten is koud, zelfs nadat het opnieuw opgewarmd is. Het smaakt niet echt.

Woensdag 26 februariNaar Korhogo
Cathedrale du Sacré-CoeurEerst maken we een stop bij de krokodillenvijver; een grote plas met waterlelies en een hoop krokodillen. Sommige liggen, andere zwemmen of waggelen een stukje. Er staat een hek omheen.
We bezoeken Yamoussoukro’s Notre Dame de la Paix, ‘s werelds grootste basiliek. Hij is gebouwd tussen 1985 en 1989 en is gebouwd in de stijl van de Sint Pieter in Vaticaanstad; alleen heeft hier iedere stoel zijn eigen aircosysteem. Alle muren bestaan uit grote glas-in-loodramen. We krijgen een uitgebreide rondleiding.
Korhogo ligt driehonderd kilometer noordelijker.
De weg is nog steeds goed, soms vrij druk en het is lastig om de langzame vrachtwagens in te halen. Het landschap verandert ook niet veel. Vlak, bruin, groene stoffige boompjes, dorpjes. De lucht wordt steeds helderder; het is bloody hot. Ook hier regelmatig controles, die helemaal nergens over gaan.
In Korhogo zitten we in een mooi hotel. Wat duurder, maar iets anders is er niet in de omgeving. Wel één restaurantje, maar dat is dinsdags gesloten. Gaan we dus morgen naar toe.
Bij aankomst in het hotel staat een beveiliger voor de deur, die denkt, dat hij belangrijk is. Hij voelt bij iedereen aan de buitenkant van één tas. Eentje maar, met de anderen doet hij niets. Martijn gooit zijn rugzak naar hem toe, de beveiliger vangt hem en gooit hem zo terug. Weer zo’n controle die niks, maar dan ook niks voorstelt. Lekker belangrijk ben je dan.
Het reisadvies voor Ivoorkust is met ingang van vandaag gewijzigd. Het noorden, dat grenst aan Mali en Burkina Faso is oranje geworden. Korhogo ligt nog net in het gele deel.
Hoe het momenteel met de grens naar Guinee staat, is niemand bekend. Afwachten.

Donderdag 27 februariKorhogo
Sjanlo, heilige plaatsDe hele ochtend gaan we allerlei locaties af waar handwerk wordt verricht. Eerst gaan we naar een plaats waar houten sculpturen worden gemaakt. Kleintjes, maar ook hele grote. Allemaal uit één stuk hout. Knap hoor. Stukje met de truck en dan wandelen we door een cashewnotenboomgaard. Die nootjes hangen in bomen aan een oranje of rode vrucht, die heerlijk zoet sap geeft als je die uitknijpt. Eén vrucht heeft maar één nootje. Geen wonder dus, dat ze zo duur zijn. We komen bij een heilige plaats, de sjanlo, waar een aantal grote rotsblokken bij elkaar staat. Twee heilige mensen voeren daar dagelijks rituelen uit voor degene die daar om vragen. Daar moet wel voor betaald worden; de prijs wordt vooraf overeengekomen. Aan één van die rotsen hangen een boel vogelveren bij elkaar geplakt als een fetisj. Beetje luguber. Dit is ook de plaats waar geheime rituelen plaatsvinden om mannen van jongens te maken. Vroeger was dat ook voor meisjes, maar dat doen ze niet meer, want ‘vrouwen kunnen geen geheim bewaren'. Als ze daardoor niet meer besneden worden, is dat een mooie bijkomstigheid.
Daarna naar een ‘kralenfabriek'. Met de hand worden kleiballetjes gedraaid; een satéprikker gaat er door voor het gat en dan worden ze met de hand geschilderd. Erg kunstig.
WevenOpvallend is, dat in een ander dorp alleen mannen zitten te weven. Meestal is dat vrouwenwerk. De spandraden zijn tientallen meters lang en worden op het eind vastgehouden door een grote steen. Bij de laatste plaats die we bezoeken, worden doeken beschilderd. Uit de losse pols worden prachtige tekeningen gemaakt en ingekleurd met zwart, rood en geel.
Eenmaal terug in het hotel maken we de rugzak leeg en gaan bij de buren, restaurant le Savanna een koud biertje drinken. Ooooh, die eerste slok…. Daarna zoeken we een supermarkt om wat blikjes in te slaan voor de komende dagen. Daar is die lege rugzak voor. Ze hebben echter te weinig wisselgeld in de winkel. Als we dan nog een paar blikjes nemen, lukt het nog niet en krijgen we een handvol snoepjes. Bij de truck merken we ze en zetten we ze meteen in de koeling.
Martijn gaat even zwemmen en Lia maakt het verslag.
Bij Le Savanna gaan we eten. Ze hebben overal lichtjes opgehangen en het ziet er gezellig uit. Het eten is prima. Als het donker wordt, halen de bewakers grote geweren te voorschijnen gaan buiten naast de poorten zitten. Je ziet ze overal.
Het was een warme dag vandaag met een maximum van 39°.

Vrijdag 28 februariIn de richting van Guinee
We rijden naar het zuidoosten richting Man. Vandaag gaan we de grens van Guinee in ieder geval nog niet over. Hopelijk morgen wel. Het is afwachten waar we vandaag uitkomen.
Het is gelukkig wat afgekoeld.
De chief op zijn paardje tijdens een dans in NdaraOnderweg passeren we dorpjes waar veel meer moslims wonen. In een grotere plaats vinden we een man, die weet waar we dansen kunnen zien. Hij stapt bij ons in de truck en brengt ons naar het dorpje Ndara. Terwijl de muzikanten en dansers aankomen en zich gereedmaken, lopen wij het dorp rond. Er staan nog een paar ouderwetse ronde hutten, zowel voor voorraad als voor huis. Er wordt water gepompt, kaf van koren gescheiden, karité-boter gemaakt, hout gehakt. Kortom, de gewone dagelijkse klusjes. Aan de rand van het dorp wordt katoen aangevoerd met kleine bakbrommers. Het wordt gewogen en naar grote containers overgebracht. Bovenop staan jongens de bol te verdelen. De containers worden later met vrachtwagens afgevoerd.We gaan op een paar bankjes in de schaduw zitten en snel komt de groep aan gelopen. Sommige spelen op een fluit, andere op een soort xylofoon. De chief wordt op een blauw met wit beschilderd houten paardje in de zon gezet. Iedereen draagt hoeden; de één met veren, de ander met stro, de chief natuurlijk de grootste en mooiste. Mooi gezicht. Er zijn dansende mannen en jonge meisjes met ontluikende blote borsten. De rest van het dorp komt ook kijken en alle kinderen dansen mee. Sommige zijn nog zo klein, dat ze amper kunnen lopen, maar dansen kunnen ze allemaal. Leuk! Hier vind je een stukje video over het dansen.
De weg verder naar het zuiden gaat over een splinternieuwe weg met lijnen en zonder hobbels bij de dorpen. Wel af en toe controles van politie en douane.
Goed 16:00 uur vinden we een plek om wild te gaan kamperen. De truck wordt uitgeladen, de tenten opgezet en binnen de kortste keren is iedereen vies van het zand, stof en verbrande akker. De kookploeg gaat aan het werk en wij kijken, met een biertje in de hand, toe. Lekker hoor, zo’n koelkast aan boord.
’s Nachts koelt het aardig af en gebruiken we zelfs de slaapzak.