Zaterdag 18 februariNaar Tumbus
Het was koud vannacht en de bedden zijn goed. We krijgen omelet bij het ontbijt.
Waterkruiken, SoedanWe rijden naar Tumbus aan de Nijl. We komen door dorpjes met lage lemen huizen. Overal hangen mannen in lange witte gewaden rond. Het is druk op straat. Veel karren met ezels. Veel kruiken met water. Zeer hobbelige wegen. Iedereen staart ons aan. Veel mensen zwaaien. De toegangspoorten tot huizen zijn in allerlei kleuren geschilderd. Ze steken mooi af tegen de lemen muren en zandwegen.
Bij Tumbus is een granietgroeve. Er ligt een metershoog koningsbeeld, omgevallen en niet afgemaakt. Het beeld is van koning Taharqa en ligt er al 3.000 jaar.
Dichtbij ligt een klein dorpje met een aparte moskee. Mensen zitten voor het huis te eten en, zoals vaak gebeurt, worden we uitgenodigd mee te eten. De huisjes in de dorpen stellen niet veel voor. De moskeeën echter zitten altijd goed in de verf. Je ziet wel waar het geld naar toe gaat. In de buurt liggen een paar rotsen waar inscripties op staan van o.a. Thoetmoses, een Egyptische koning uit de 15de eeuw v.Chr. Prachtig uitzicht op de Nijl met de smalle rand palmbomen. Er bloeit rode hibiscus en ook hier zitten in de groene bomen kleine groene vogeltjes. Vandaag is het half bewolkt en er staat niet zo veel wind.
De markt in Kerma is niet zo groot. Wederom zijn wij de belangrijkste bezienswaardigheid. Veel mensen willen op de foto. Vooral de witte mannen. Vrouwen zijn veel kleurrijker en hier lopen, in verhouding tot de rest van het land, best veel vrouwen gesluierd. De meeste dragen alleen een hoofddoek. Iedereen is uiterst vriendelijk. Vrouwen rijden auto, eten samen met mannen in restaurants, geven mannen hand. Het is hier niet zo streng islamitisch.
Lunch bij het guesthouse met o.a. heerlijke grapefruit.
Bij Dukki Gel (Kerma) zijn in 2003 beelden van oude Egyptische heersers uit de zesde eeuw v.Chr. gevonden. Deze staan nu in het museum. Van de oude Deffufa-tempel staan nog delen overeind; van de nabij gelegen ommuurde stad zijn alleen de contouren van de bebouwing te zien. De stad is minstens 9.500 jaar oud.
Man, SoedanVrouw, SoedanOp de markt moet er o.a. brood gekocht worden, maar dat lukt niet. Het meel moet blijkbaar uit Turkije komen en dat heeft ergens vertraging opgelopen. Er staat een hele drom mannen te wachten. Als het uiteindelijk gebracht wordt met een vrachtwagentje, is het brood snel gemaakt. Het bakken duurt slechts drie minuten. Het is in ieder geval lekker vers zo.
We moeten dus even wachten tot het zover is en gaan op een randje zitten. Aan de overkant zitten lokalen op een paar stoelen. Ze komen naar ons toe, pakken andere stoelen, stoffen ze af en bieden ze ons aan. Erg aardig.

Zondag 19 februariNaar Old Dongola
Karin klaagde gisterenochtend over de kou ’s nachts; 's morgens ziet ze, dat er extra dekens naast haar bed liggen.
Na het ontbijt lopen we eerst een stukje door het hoge gras. Aan een zijtak van de rivier staat een huis, dat ooit een immens herenhuis geweest moet zijn geweest. Arga noemt de gids het.
Er zitten veel irritante vliegjes, want het waait niet. We mogen blij zijn, dat het van de week op het eiland hard waaide.
We gaan op weg naar Dongola. Eerst even tanken in het dorp, dan over de asfaltweg er heen.
Om bij Kawa te komen, rijden we weer een stuk door het zand. Geen weg, maar een grote zandvlakte. De chauffeurs vinden dat wel leuk. Kawa is niet veel. Er schijnen tal van tempels gestaan te hebben en men hoopt, dat er nog wat onder het zand zit. Weinig dieren, een grote libel en een klein spinnetje.
Ineens zien we Aaldrik de woestijn in spurten. Een paar chauffeurs er achter aan. Blijken er briefjes geld van Awad weg te dwarrelen. Ze mogen blij zijn, dat het niet heel hard waait. Met enige moeite kunnen ze het weer grijpen.
De markt in Dongola is vrij druk. Overal horen we ‘hallo’ en 'welkom'. Men is zeer nieuwsgierig naar ons. Er lopen hier vrij veel gesluierde dames, maar toch meer met alleen een hoofddoek. Ook hier weer vrouwen met verticale strepen in het gezicht.
We eten in een klein restaurantje. Het is er druk. Wij krijgen onze eigen borden en bestek en onze kok zorgt voor ons eten. Salade en verschillende prutjes komen op tafel. Brood er bij. Andere gasten eten erg snel. Binnen vijf minuten zijn ze klaar en weer vertrokken. Vrouwen mogen ook in de restaurants eten; zelfs zonder man. Er zit er één met een paar kleine meisjes, en een man met een gesluierde vrouw die het eten achter haar hoofddoek weg moet stoppen. Men eet met de handen. Leuk en lekker ook.
Het is een stuk verder rijden dan we gedacht hadden naar Old Dongalq. We zijn nu in Dongola, blijkbaar New Dongola, en wij verwachten dat Old Dongola er naast zal liggen. Niet dus. Het ligt 125 kilometer naar het zuiden.
Midden in de woestijn is een pleisterplaats. Een paar theetentjes, wat winkeltjes. Verder niets. We drinken er thee en koffie. Dan gaan we weer verder.
Kamelen, SoedanLangs beide kanten van de weg staan grote groepen kamelen met kamelenhoeders. Een grote groep steekt de weg over. Machtig gezicht.
Het pontje over de Nijl, dat ons over moet zetten, vaart niet. Het zou fijn geweest zijn als dat bij de afslag van de weg gemeld zou worden. We moeten een stukje door het rulle zand en komen met twee auto's vast te zitten. Zodra je stil staat, zakt de auto weg in het zand. Het duurt even, we graven ze uit , duwen ze aan en dan gaan naar de asfaltweg.
We moeten een kilometer of vijftig om rijden om in Al Dabbah de brug te pakken om de Nijl over te steken en daarna dat stuk ook weer terug. Pas goed 19:00 uur komen we aan. De vliegjes zitten er nog steeds, maar zodra het donker wordt verdwijnen ze. Ze zijn verschrikkelijk irritant, maar ze steken gelukkig niet.
Het huis in Old Dongola is niet veel. Wij krijgen, net als Aaldrik en Caroline, een aparte kamer. Er ligt zand op de vloer, maar er is wel elektriciteit. Er is alleen stromend water als je een schakelaar omdraait en dan komt er water uit een tuinslang. De anderen moeten in de salon slapen. De Duitsers hebben daar grote problemen mee, want zij ‘hebben betaald voor een eenpersoonskamer’ en die moeten ze krijgen ook. Kamperen willen ze ook niet. Karin en Gerard hebben net zo goed een eenpersoonstoeslag betaald, maar zeuren niet. Het komt allemaal goed. Even verderop is nog een huis waar de Duitsers gaan slapen.

Maandag 20 februariOld Dongola
Old Dongola, SoedanWe lopen naar de overblijfselen van Old Dongola: een fort, een ruïne van een fort en een begraafplaats. Op die begraafplaats liggen hoopjes zand met daarop kleine steentjes, zodat het zand niet weg waait. Er staat een aantal grote tombes, allemaal rond en van klei. Niet versierd. Hier werden vroeger imams begraven. De meeste zijn stuk. In de degene die nog heel zijn, huizen in de nok vleermuizen. De woestijn is prachtig gekleurd.
We gaan naar de markt in Akaddar, maar helaas, vandaag geen markt. Morgen weer, maar dan zijn we er niet meer.
Aan het eind van de middag rijden we naar zandduinen, iets ten zuiden van Old Dongola. Ze kleuren prachtig in het zonlicht. Een messcherpe vouw breekt het beeld door midden. Een chauffeur rijdt een heel stuk met de auto omhoog, totdat hij weg zakt in het rulle zand. Hij komt er heel gemakkelijk uit. We klimmen een heuvel op voor het beste uitzicht en zien de zon zakken achter de horizon. Prachtig.
Het rijden door het rulle zand redden we net met onze auto. De vierwieldrive doet het niet al te best.

Dinsdag 21 februariNaar Khartoem
Duin, SoedanVandaag rijden we terug naar Khartoem. Het eerste stukje nog door het rulle zand, want in Old Dongola zijn geen verharde wegen, en daarna over de goede asfaltweg. Het landschap aan beide kanten van de weg blijft wel steeds zand. Zand zover als je kunt kijken. Af en toe wat lemen huisjes en soms, in de middle of nowhere, een kruik met water langs de kant. In de verte zien we af en toe palmbomen. Dan weten we, dat daar de Nijl ligt. Soms lopen er ineens wat kamelen rond. Een enkele buizerd in de lucht. Verder niets dan zand. In de woestijn liggen veel kadavers van dieren. Die laat men gewoon liggen. Na een maand zijn ze helemaal uitgedroogd.
Het is een paar honderd kilometer rijden. Het eerste stuk gaat langs de Nijl, daarna dwars door de woestijn.
Als de mannen in het wild plassen, knielen ze in het zand. Wel zo handig met die altijd aanwezige wind.
We lunchen onderweg in een kaal tentje. Een klein gebouwtje met wat tafels en stoelen en een keuken. Je mag in de keuken je zelf meegebrachte waren klaar maken. We gebruiken ook onze ‘eigen’ borden en bestek. Thee en koffie kopen we van het tentje. Natuurlijk staan er ook kruiken met water en is er een gebedshoekje. Want er moet natuurlijk regelmatig gebeden worden. Heerlijke watermeloen als toetje.
Er komen steeds meer bosjes in de woestijn. En ook meer kamelen.
Dichter bij Khartoem wordt het drukker. Op de weg rijden meer auto’s. Het eerste deel waren er bijna geen andere. Er verschijnen meer fabrieken, hekken, centrales en mensen. En vuilnis. Er zijn meer politiecontroles en dicht bij Khartoem doen we bij die controles de veiligheidsriemen van de auto om. Dat is lang geleden.
We komen lekker op tijd aan bij het hotel in Khartoem. Zodra we binnen komen, beginnen allerlei telefoons en tablets te rinkelen. Elf dagen geen internet levert een hoop berichten op.
We nemen afscheid van de chauffeurs en kok, geven fooien en onze chauffeur krijgt onze USB-autolader.
We springen meteen onder de douche waar we het zand uit onze haren wassen. Er ligt een heel laagje in de douchebak.
We eten bij het ons inmiddels vertrouwde Syrische restaurant. Lekker buiten met o.a. een lekker vers sapje. Het is even wennen aan het harde bed, maar we slapen goed.

Woensdag 22 februariKhartoem
Om 9:00 uur verzamelen we voor het laatste dagje van de vakantie in Soedan.
We gaan naar het Etnografisch Museum, dat vandaag wel open is. Het is mooi, klein en gratis. Er zijn nog veel meer spullen dan er getoond worden en ze hebben ruimte, maar geen zin om die in te richten, want dan zou er gewerkt moeten worden. Dit is Afrika!
Daarna gaan we naar het Kalief-huis, dat is opgesteld. Er is niet veel te zien. Aan de overkant ligt het mausoleum met de tombe van Muhammad Ahmad.
We lopen even over de markt en willen een petje kopen. Veel handel ligt uitgestald op straat op kartonnen dozen. Als er ergens wat wordt geroepen, zijn binnen tien seconden alle handelaren met hun waren verdwenen en staan de dozen er verlaten bij. Die worden door anderen snel opgeruimd, zodat ze morgen weer beschikbaar zijn. Illegale handel dus.
Bij Dodi lunchen we. Een soort Arabische McDonald’s. Er zitten opvallend veel vrouwen binnen. We bestellen Arabische broodjes met kip en vlees. Sausjes er bij, salade en gebakken falafels, vers geperste citroenen erbij als sapje. Verschillende zoetigheden als toetje verdelen we met een mes, zodat iedereen alles kan proeven. Erg lekker.
Bij het hotel nemen we afscheid van Awad en houden we daarna siësta.
We eten voor de laatste keer bij de Syriër en gaan naar bed tot middernacht.

Donderdag 23 februariNaar huis
We worden opgehaald en naar het vliegveld gebracht. Het vliegtuig vertrekt om 3:00 uur en via Istanboel vliegen we naar Amsterdam. Dit keer in volle vliegtuigen. We komen 's morgens om 11:00 uur aan; net voor de storm die 's middags los barst en waardoor veel vluchten worden geannuleerd.

Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.

Dit was een MTI-reis.