Oeganda
27 februari t/m 22 maart 2003
OEGANDA staat vooral bekend om de gorilla's en andere apensoorten. Behalve dat, is Oeganda ook al spectaculair te noemen vanwege zijn prachtige natuur en vriendelijke bevolking. De flora in Oeganda is zeer gevarieerd. Dichte bossen worden afgewisseld door meren, valleien, bergen en savannen. Oeganda behoort tot de minst bezochte landen in Afrika.
Na het regime van Amin en Obote moest de corruptie worden afgeschaft en degene die zich schuldig hadden gemaakt aan de gruweldaden worden opgepakt. De gevechten duurden tot januari 1986 tot de burgeroorlog eindelijk voorbij was. Museveni is tot op heden nog steeds president van Oeganda. Hij lijkt veel van zijn beloftes waar te maken en Oeganda had de afgelopen tien jaar, de snelst groeiende economie van Afrika en behoort daardoor tot een favoriet land van investeerders.
Oeganda heeft ruim 22 miljoen inwoners. 17% van de bevolking behoort tot de Buganda. Hoewel de meeste Buganda tegenwoordig tot het christendom behoren, hebben ze een traditionele godsdienst die is gebaseerd op geesten en goden. De Nilotisch sprekende Iteso is de één na grootste stam. Zij zijn voornamelijk landbouwers met als belangrijkste producten koffie en katoen. Het grootste deel van hun traditionele bestaan is verloren gegaan in de negentiende eeuw door de macht van de Buganda. De Basoga bezetten 8% van de bevolking en waren voor de komst van de Engelsen voornamelijk veetelers met kuddes geiten en schapen. De Bagisu leven van landbouw in de omgeving van Mount Elgon. De kleinste groep zijn tenslotte de Karamajong. Zij leven in het noordwesten, ten noorden van Mt. Elgon en zijn nauw verwant aan de Turkana uit Kenia en zijn veehouders. Hun veestapel is hun belangrijkste bezit en ze houden zich sterk vast aan hun tradities.
Donderdag 27 februariNaar Brussel
Morgen vertrekken we naar Oeganda vanaf Brussel. Er gaat 's morgens wel een trein die om 8:30 uur in Brussel zou zijn (wij moeten er om 8:45 uur zijn), maar we durven het er gewoon niet op te wagen. Daarom hebben we een hotel vlak bij station Noord in Brussel geboekt voor vannacht. Zo hebben we een extra dag vakantie. Een ander voordeel is, dat we niet vroeg op hoeven. Het scheelt toch gauw een paar uur.
We pakken op ons gemak in en vinden het maar vreemd dat we de tijd niet in de gaten hoeven te houden. Het maakt immers niet uit hoe laat we vandaag vertrekken, want er gaat ieder uur een trein. Tegen halfdrie komen we in Brussel aan. Volgens de beschrijving van het reisbureau zouden we met de metro verder moeten, een keer overstappen en dan een stukje lopen. We kijken op de kaart en verbazen ons: als we meteen gaan lopen, is het stukje lopen korter. We gaan dat doen en als we onderweg zijn denken we dat de reden voor de omweg de rosse buurt is waar we door lopen. Men heeft geprobeerd ons daar om heen te leiden.
We gaan de stad in; het is hartstikke mooi weer voor eind februari: lekker zonnetje en een graad of 15. Veel terrassen zijn dan ook gevuld. Het centrum ligt op een kwartiertje lopen en het is er druk met voetbalsupporters. Bij het oversteken door rood licht worden mensen teruggeroepen door politieagenten en dat doen ze dan ook. Bij ons zouden ze niet luisteren; de politie zou trouwens ook niet eens roepen.
In de buurt van het hotel bij het Place de Rogier vinden we een echt buurtcafeetje. Het is er vrij druk met allerlei vreemde mensen: Turken, verlopen vrouwen, een man waar een vrouw achteraan zit maar waar hij niets van wil weten. Echt een volkstent. Het bier kost er maar € 1,40 en het smaakt uitstekend. 's Avonds eten we bij een Chinees.
Vrijdag 28 februariNaar Kampala (Oeganda)
Na een uitgebreid ontbijtbuffet om 7:00 uur lopen we naar het station. De trein naar het vliegveld is erg rustig, er zitten maar weinig mensen in. En bij het inchecken zijn we de enige (!) en het gaat dus supersnel. Niks geen lange wachtrijen en het inchecken zelf gaat ook erg snel. Wat ze in Amsterdam dan allemaal doen? Wat een verschil met Schiphol. We gaan vaker via Brussel!
We kopen nog wat drank en gaan een cola drinken. Het blijft vreemd: we gaan met een groep van acht man van Habari, maar wij zijn vandaag De Groep. De anderen zes komen morgenavond pas aan.
Het vliegtuig zit maar voor een kwart vol en gaat rechtstreeks in acht uur. In Entebbe komen we 's avonds om 21:30 uur aan (twee uur tijdsverschil). Het is er lekker warm: 24º. We kopen een visum van US$ 30 p.p. en de bagage is er al als we bij de band komen. We worden opgewacht en naar het hotel in Kampala gebracht. Het ligt helemaal aan de rand van de stad en Bart Munting (van Habari) wacht ons op. We drinken een biertje boven buiten op het terras. Wat een lekkere temperatuur. We zitten er heerlijk en kletsen wat met Bart.
Zaterdag 1 maartJinja
We worden wakker van het vogelgeluid. Het is mooi weer, zonnig. We zitten aan het begin van de regentijd en we hebben onze paraplu's vergeten. We maken kennis met Bart z'n vrouw en kind en Miriam, onze gids voor de hele reis.
Vandaag gaan we met z'n tweeën naar Jinja. Met Richard als chauffeur en Miriam als gids gaan we met een vierwieldrive-auto op weg. Eerst naar de bank in Kampala om euro's te wisselen voor shilling. Voor € 500 krijgen we ruim 1.000.000 shilling (Ush). 1000 Ush = € 0,50: dat is makkelijk rekenen. Euro's wisselen gaat net zo makkelijk als dollars. Wat een uitkomst!
Daarna gaan we naar het oosten naar Jinja. De weg is goed, aardig asfalt, wel wat grote gaten, maar daar kun je omheen rijden. De mensen zijn erg zwart met allerlei leuke kapsels. Vooral de kleine kinderen zien er zo leuk uit. Lieve bruine koppies. De meisjes dragen veelal kleurige roze en gele jurkjes met veel kant. De vrouwen zijn anders gebouwd dan onze vrouwen. Ze hebben een heel andere kont: als die wat dikker is, steekt die recht naar achteren. We hebben ook wel het idee dat men dat hier mooi vindt, zo'n dikke batterij.
Na een half uurtje horen we een raar geluid bij de wielen en we denken aan een lekke band. We kunnen echter niets vinden en Miriam belt maar voor een vervangende auto. Richard blijft zoeken en kijken en komt tot de ontdekking dat de bouten van de wielen helemaal niet aangedraaid zijn. Daarna blijkt het euvel verholpen; we moeten er maar niet aan denken, wat er had kunnen gebeuren. Later vertelt Bart, dat alle auto's net bij de garage zijn geweest voor een grote beurt en hij ging er vanuit dat de auto's helemaal in orde waren.
Zonder ongelukken rijden we de rest van de weg. Het is als chauffeur wel uitkijken, want men draait zomaar de weg op. En dan moet er getoeterd worden om ze te stoppen. Men rijdt ook erg hard. We zien onderweg veel plantages met bananen, thee en suikerriet. De buitenwijken van Kampala zijn enorm uitgebreid. Het lijken allemaal aparte dorpjes. Veel mensen zijn op straat en zitten voor de huizen. Men leeft duidelijk buiten. Het ziet er netjes uit: alles is aangeveegd, afval op een grote berg en overal hangt wasgoed te drogen. Er wordt veel fruit verkocht: enorme jack-fruits, veel bananen, hele trossen van zo'n vijfentwintig kilo hangen over de fietsen.
We maken een stop bij Mabire Forest Reserve. We wandelen door het bos onder leiding van een gids die veel vertelt over planten en bloemen. Sommige hebben hele zachte bladen en andere weer bladen als schuurpapier. Grappig. We zien witzwarte en rode colobus-apen, neushoornvogels en roodzwarte vogeltjes. Een lekkere wandeling van zo'n anderhalf uur.
Daarna lunchen we in Jinja, waar we verschillende andere toeristen zien. We eten kip met frietjes voor € 1,50 p.p. inclusief een flesje cola. Het geheel doet erg Engels aan: zowel het eten als de taal als het linkse verkeer. We rijden door naar de bron van de Nijl: daar waar die 'ontspringt' uit het Victoria-meer. Er zitten veel vogels: aalscholvers, ijsvogels, ooievaars, reigers, maraboes, zwarte wouwen en andere roofvogels. Het is niet echt spectaculair. Mooier is Bujagali Falls; ze worden watervallen genoemd hoewel stroomversnelling beter op zijn plaats lijkt. Ze zijn al gauw een kilometer breed en er worden allerlei eilandjes door gevormd. Eromheen staat veel bloeiende bougainville wat het geheel een mooi aanzien geeft. We genieten een poosje van het uitzicht en de zon. We moeten uitkijken dat we niet verbranden. Een flesje cola kost hier, op deze toeristische plaats, € 0,15.
Tegen halfzes zijn we terug bij het hotel en drinken boven op het terras een biertje. Het hotel is eigelijk het huis van Bart. We eten er gewoon in de huiskamer en als je wat wilt drinken haal je het uit de koelkast en die vul je dan ook meteen weer bij. Boven is buiten een groot terras met tafels en tuinstoelen. We nemen hier een biertje mee naar toe en zien nu pas het uitzicht over het Victoria-meer. We zitten daar zo'n honderd meter hoger en op de voorgrond staan allerlei tropische planten. Geweldig.
Bart heeft een zoon bij een Oegandese vrouw en die geeft voeding met een grappige melkfles: geen speentje op het eind maar een lepeltje. We gaan met Bart eten in Le Petit Bistro. Je moet wel overal met de auto heen, het hotel ligt te afgelegen. Het is een populaire tent bij toeristen en het zo goed als vol. Als je wat later bent, kan het wel eens lang duren voor je je eten krijgt. Bart raadt de biefstuk aan en die is dan ook erg goed en kost € 5 p.p. We hebben geen tijd voor een voorgerecht omdat Bart zo meteen de rest van de groep gaat ophalen van het vliegveld.
Zondag 2 maartNaar Kibale Forest
We maken kennis met vijf man van de groep, allemaal mannen. Later komt er nog een bij. Nog een man. Lia vertelt ze meteen dat ze daar van gaat profiteren.
Na het ontbijt van eieren met worstjes en verse ananas (erg lekker) gaan we op weg met Fred als chauffeur en Miriam en Hope als gidsen. We rijden vandaag naar Kibale Forest en het wordt een lange rijdag. We gaan wel met de 'grote' bus, zodat er zitplaatsen genoeg zijn, terwijl de achterste twee banken volgestouwd zijn met bagage. We pikken de laatste medereiziger op, die hier in Oeganda een 'bloemenstage' loopt.
Eenmaal buiten Kampala is het erg rustig op de weg. Een enkele auto, in kleine dorpjes wat wandelaars en soms een fiets. Alleen in grote plaatsen rijden auto's. We stoppen verschillende malen om wat te drinken of de benen te strekken en krijgen cakes omdat we pas laat lunchen. Onderweg zien we verschillende colobus-apen, veel maraboes, kwikstaarten en andere felgekleurde vogels. Theeplantages staan op een hoogte van 1.500 meter. In Fort Portal worden boodschappen gedaan en gaan we lunchen. Het is ondertussen 15:30 uur! Wij bestellen rijst met vlees en kip in een sausje. Erg lekker. We hebben net een paar happen genomen als het begint te regenen. We zitten buiten onder een soort partytent, maar als het echt begint te storten, schuiven we toch maar op naar het brede afdak. Het leven ligt even plat, want iedereen is aan het schuilen. Voor de bui was het erg warm, daarna is het iets 'afgekoeld'. Het houdt snel weer op met regenen en het leven komt weer op gang. De weg zelf is grotendeels asfalt en een stuk onverhard. We rijden aardig door.
Wij hebben in principe geboekt voor kamers; het is tenslotte regentijd. En het regent hier nogal eens. Het is er niet voor niets zo groen. We hebben wel een tent in laten pakken, want op een paar plekken zou het erg mooi kamperen zijn. Zo kunnen we ter plekke beslissen. De anderen gaan in principe kamperen. Tegen halfzes komen we aan de rand van het park aan. Het ligt aan een meer, maar we zien maar weinig bos. Vooral theeplantages langs de hellingen. Veel vogels zien we vliegen: reigers, neushoornvogels. We hebben een kamer, groter dan verwacht, met een tweepersoonsbed met muskietennet en een eigen badkamer. Toch wel erg lekker.
We zitten nu voor de deur (overdekt voor als het regent) met uitzicht op het meer en we horen allerlei vogels. Het is wel nog steeds bewolkt, maar het dreigt niet en het zal droog blijven.
Bij het restaurant drinken we buiten een biertje en de vuurkorf wordt vol met hout gestopt en aangestookt. Een halve liter bier (Nile, Bell, Club of Pilsener) kost Ush 1300-1500 (€ 0,65-0,75). Vlakbij zit een vervetaap (meerkat) met lichtblauwe ballen. Miriam en Hope hebben het diner klaar gemaakt: rijst, spaghetti, gehaktprutje en een overheerlijke salade. We maken het niet laat en liggen vroeg op bed. Er is geen elektriciteit. Zodra de schemer valt, barst er een orkest van kikkergekwaak los, dat zowat de hele nacht door zal gaan.