Woensdag 27 septemberGerewol-festival
Ontbijt met brood, kaas, citroenjam, koffie en thee. Het wordt al weer snel warm. Tegen negenen gaan we weer naar het feest. Het blijkt dat veel mensen al aan het vertrekken zijn. Veel kamelen worden bepakt en een hele grote groep gaat vertrekken. Het is een machtig gezicht. Vrouwen staan apart te wachten. Op de kamelen hebben ze zo te zien alleen de persoonlijke spullen van de mannen. We zien water, wat kleden, een theepotje en uiteraard wat gettoblasters. Waarschijnlijk gaan de grote spullen, zoals de palen van de tenten met ezelkarren of met auto's. Een grote groep verzamelt zich. Dan gaan de kamelen door de knieën, stijgen de mannen op en een lange rij vertrekt. Deze karavaan is een machtig gezicht. Ook kleine groepjes vertrekken steeds. Er worden laatste vergaderingen gehouden waar groepjes van een man of vijftien belangrijke zaken bespreken. Er wordt gediscussieerd, maar het gaat er rustig aan toe en er wordt niet geschreeuwd. In de grote tent zitten de belangrijke personages op een echt bankstel. Het is vreemd dit zo midden in de woestijn tegen te komen. De grote tent heeft alleen maar een dak. Aan de zijkanten kun je gewoon naar binnen kijken en lopen. Verschillende mensen komen op audiëntie, trekken hun sandalen uit, knielen op een matje voor de belangrijkste man en maken een praatje. De mensen zijn zo belangrijk dat er zelfs een videoploeg is om de toespraak te filmen.
Er zijn vandaag wat meer toeristen, die het mooiste deel van het feest gemist hebben. Er zijn echter meer Gerewol-festivals, dus misschien zijn ze daar geweest. Er lopen nu zelfs twee professionele filmploegen rond. Siësta op het heetst van de dag. En heet is het. Er staat een warme wind. Twee vrouwen met een kind komen bij onze kampeerplek langs, kijken elkaar aan, gaan bij ons zitten, krijgen water, brood en thee. Wij maken foto's. De lunch bestaat, zoals bijna iedere dag, uit een salade van wisselende groenten, uien en tomaat. Fruit toe. Liters water worden achterover geslagen. Er staat altijd een kan op 'tafel', die steeds wordt bijgevuld uit een grote ton. Er worden citroentjes uitgeperst en aan het water toegevoegd. De ton is bekleed met een jutte zak, die nat gehouden wordt. Door de wind blijft het water zo lekker koel. Aan het eind van de middag gaan we weer naar het feest. Het is duidelijk op zijn eind. Toch zijn er opeens weer wat dansers. Na verloop van tijd worden het er weer meer. Ze vormen zo een redelijk grote kring. Langzaam wordt het donker. Het dansen heeft nu wat meer ritme en variatie dan tijdens het dansen overdag.
Weer terug op het kamp nemen we een bakje water en wassen we ons bij de tent. Net na het eten begint het te waaien. We hebben de wolken al aan zien komen. We gaan op zoek naar de buitententen. Ze horen niet allemaal bij de tenten, maar wij hebben een vrij goed passende. We doen hem er niet op, omdat het dan binnen veel te warm wordt. Gelukkig blijft het 's nachts droog. De wind staat op ons muskietennet, zodat we enige verkoeling hebben. De theeceremonie na het avondeten is echt van de Touaregs. Heel veel suiker, hele kleine theepotjes, en borrelglaasjes. De thee wordt diverse keren overgeschonken van theepot naar theepot en in de glaasjes. Van grote hoogte wordt het overgeschonken, het schuim komt er op te staan. De glaasjes plakken naderhand van de suiker.
Donderdag 28 septemberNaar Aïrgebergte
Alles wordt voor ons gedaan, tenten opgezet en afgebroken, gekookt en ingepakt. We hoeven alleen maar te zitten, te eten en te drinken. Alles gaat op z'n gemak en in het tempo van de Touaregs. Om 8:30 uur vertrekken we richting de zoutmijnen bij Teguidda N'Tessoumt. Het landschap is droog en dor, wat struikjes en bomen. In de buurt van water zijn wat meer en hogere bomen. Het wordt steeds kaler. De weg is onverhard, vaak niet meer dan een spoor. Snel gaat het niet, slechts 30 km per uur. De lunch duurt drie uur. Er zijn daar veel libellen en het is erg warm. We zijn nog niet aan gewend aan de hitte. We rijden met open raampjes, zonder airco.
Af en toe zien we wat tenten, veel kamelen, ezels, geiten en koeien. Soms is er een dorpje. Daar lopen we dan even over de markt. We worden van alle kanten bekeken. Veel is er niet te koop.Tegen zessen stoppen we, want we zien een enorme zandstorm op ons af komen. We kunnen snel buiten wat foto's nemen en gaan dan in de auto's zitten om het natuurgeweld over ons heen te laten komen. Wij zitten momenteel in de oudste van de auto's. Hij wil wat lastig starten en niet alle ramen kunnen omhoog. Een raam wordt met een deken afgedekt om het zand tegen te houden. Bij een ander raam wordt er een slipper tussen gestoken om het raam omhoog te houden. Het waait hard en af en toe valt er een druppel. Een grote grijze wolk komt op ons af. Het wordt meteen een stuk frisser. Dat is wel lekker. Het is niet zo snel over als onze vorige bui. Het onweert behoorlijk en dat is een mooi gezicht. Een aantal mensen blijft buiten en dat lijkt ons minder verstandig. Als het donker wordt, wordt besloten hier te blijven en wordt het kamp opgezet. De auto's worden dusdanig geparkeerd, dat er een scherm gespannen kan worden, zodat we wat uit de wind zitten. Al snel staat het water en de pinda's weer op ons kleed. Het is lekker afgekoeld en dat is voor een aantal mensen het sein om een fleece aan te trekken. Het eten is snel klaar en de wind gaat liggen. Meteen stijgt de temperatuur weer een paar graden en komt er een groot aantal vliegbeestjes op de lampen af. We gaan naar bed en we liggen net als er wat spetters op de tent horen. We gaan er weer uit en gooien de buitentent er over heen. Die van ons past en dat is zo'n beetje de enige. De tenten zijn een samenraapsel van allerlei verschillende soorten binnen- en buitententen, die niet echt bij elkaar passen. Een aantal van de groep slaapt 's nachts in de jeeps. Het waait 's nachts wel hard, maar de regen zet gelukkig niet door.
Vrijdag 29 septemberTeguida N'Tessoumt, naar Aïrgebergte
Het is weer zonnig en tot een uur of acht is het dan lekker, daarna wordt het weer warm. De tafel ligt op een mierennest lijkt het wel, zoveel mieren kruipen er rond. Met een klein bakje water wast Lia haar haren met behulp van Martijn als douche.
Het landschap wordt steeds kaler wordt. Bomen en struikjes zijn zeldzaam geworden. Sommige stukken zijn echter opeens drassig. Regelmatig zien we kuddes kamelen, geiten of koeien. Soms een enkele nomadentent in de verte, een kleine karavaan of een eenzame reiziger op een kameel. Allemaal op weg naar niets. We stoppen verschillende keren. Een nomadenkamp, drie tenten, veel vee en een stuk of vijftien mensen overleven hier. We komen bij de zoutwinning bij Teguida N'Tessoumt. Hier wordt in grote kommen in het landschap zout gewonnen. Steeds wordt water en zout door de zon ingedampt. Het overblijvende zout wordt uiteindelijk in broodjes verkocht. Vrouwen doen hier het werk. Binnen de kortste keren wemelt het van de kinderen. Tussen de middag stoppen we bij een 'pomp'. Het water komt hier uit een pijp die uit de grond komt. Door de natuurlijke druk stroomt het water eruit. Het water is gewoon warm. Diverse mensen van de groep nemen een bad. We krijgen nu linzen gemengd met tomaten en ui. Het inmiddels bekende mosterdsausje ontbreekt uiteraard niet. Men heeft een doek tussen twee wagens gespannen om wat schaduw te creëren. Na de middag gaat het verder. Soms met een snelheid van 80 km per uur door het zand. Het lijkt dan wel een wedstrijd. Het blijft echter steeds uitkijken, want soms zijn er diepe kuilen. We komen langs een uranium fabriek en wat dorpjes. Het begint weer te betrekken en we rijden door een uitloper van een zandstorm. Dan staan we opeens bij een asfaltweg. Het is de snelweg van Agadez naar Arlit. Er staat hier een auto op ons te wachten met andere tenten, tomaten en ... koud bier in het ijs! Het blijkt niet goed te gaan met de vader van een van onze medereizigers en ze gaat met de auto terug richting huis. 's Avonds eten we spaghetti en drinken we een biertje. Het blijft de hele nacht lekker warm. Een slaapzak is nog steeds niet nodig.
Zaterdag 30 septemberNaar Aïrgebergte
Het is zwaar bewolkt en na het ontbijt pakken we snel de tenten en spullen in. Dan begint het te spetteren.
De Touaregs zijn totaal niet georganiseerd. In hun bagage zit alles door elkaar. Regelmatig kunnen ze dus dingen niet vinden. Het begint echt te regenen. Hebben wij zoiets van: snel alle spullen de auto in zodat die droog blijven. Maar nee, zij gaan gewoon door met waar ze mee bezig waren: de afwas, de auto repareren. Wij moeten ze vragen om de auto te laden en beginnen daar maar zelf mee.
Zomaar ergens in de bush hebben ze afgesproken met een mobiel tankstation. Een vrachtwagentje met grote tonnen staat te wachten om alle onze tanks en jerrycans te kunnen vullen.
Het blijft bewolkt vandaag en dus is het een stuk 'frisser', maar naar Nederlandse begrippen nog steeds goed warm. Wel lekker voor de verandering. We zien meer rotsen onderweg en bergen met grote stenen. Mooi kamp. We eten o.a. geit die 's middags is gekocht.
Zondag 1 oktoberIwelene, Temet
Eindelijk zijn we eens vroeg weg. Het kost heel veel moeite en vooral heel veel praten om onze Afrikanen op gang te krijgen. Ze liggen liever lui naast de theepot.
Er is vandaag meer zon en het is weer warmer. Eerst bezoeken we Iwelene waar tussen 3500 en 1250 na Chr. veel semi-nomaden woonden. Zij hebben zo'n zestig graftombes, potfragmenten en vooral rotstekeningen achtergelaten. Die stellen veel dieren voor: giraffen, olifanten, neushoorns, maar ook mensen met vreemd uitziende hoofddeksels. Er liggen hoge bergen met grote stenen en enorme rotsblokken. We klauteren daar overheen en overal vinden we de rotstekeningen.
We rijden verder naar het noordoosten en langzamerhand komt er steeds meer zand. Er wordt lucht uit de autobanden gehaald om beter door het mulle zand te rijden.
In de verte zien we verschillende Dorcasgazellen. In totaal zeven stuks. En ook zien we sporen van een jakhals. Van een weg is geen sprake meer. Door het rulle zand vinden de chauffeurs hun weg. We zitten nu in de Temetvallei, het noordelijkste punt van het Aïrgebergte. Aan de voet van de Grebounberg liggen driehonderd meter hoge zandduinen. Tegen drieën betrekt het en kunnen we de mooie schaduwen van de duinen wel vergeten. In een dal tussen de duinen zetten we de tenten op. Er staan wat bomen die allemaal vol met rupsen zitten. Die laten zich uit de bomen vallen boven op ons. Zijn we niet echt blij mee. Maar het is de enige schaduwplaats. Om 16:00 uur lopen we een duin op: honderdzeventig meter omhoog. Soms is het erg rul zand, soms is de ondergrond wat harder. Het uitzicht is wel mooi, maar erg jammer van die zon.
Achter een bosje gaan we uit de kleren en wassen ons met een bakje water. Doordat dat water de hele dag in de zon staat, is het heerlijk warm.
Veel rupsen, mieren, vreemde witte mieren, meikevers waar sommige van onze groep panisch voor zijn.