Niger
22 september t/m 11 oktober 2006
NIGER ligt in Centraal Afrika en heeft woestijnen en uitgestrekte verlaten landschappen. Het land is 37 keer zo groot als Nederland, heeft 14 miljoen inwoners en een groot aantal bevolkingsgroepen: Peul, Songhai, Haussa, Toaureg en Woodaabe. 95% van de inwoners is moslim.
Wereldberoemd zijn de nomadenfeesten van deze stammen die ter ere van de regentijd worden gehouden. We bezoeken het Gerewol-festival en vervolgens maken we een rondreis door het land.
Route Niger
Vrijdag 22 septemberNaar Brussel
Morgen vertrekken we vanuit Brussel naar Niger. We zijn al eens eerder vanuit België vertrokken en hebben toen overnacht in Brussel. Dat was ons goed bevallen en dat doen we nu dus ook. In de loop van de dag rijden we met de trein naar Brussel, station Midi/Zuid. We hebben een hotel (Ibis) geboekt pal tegenover het station. Na aankomst lopen we in ongeveer vijftien minuten naar het centrum. Vanochtend was het in Utrecht nog zonnig, hier is het ondertussen bewolkt, maar nog wel een graad of 23. Lekker weer dus voor een terrasje en een biertje. In de buurt van het hotel eten we 's avonds wat en verbazen ons dat ook hier het eten een stuk goedkoper is als in Nederland. Zeker gezien de enorme lap entrecote van Zuid-Amerikaanse afmetingen! Waarom is het eten in Nederland dan toch zo veel duurder dan in de rest van Europa?
Zaterdag 23 septemberNaar Niamey
We ontbijten uitgebreid en lopen dan naar het station aan de overkant. Een half uurtje met de trein (slechts € 2,80 p.p.) en dan zijn we al op het vliegveld. We zijn vroeg en drie uur voor het vertrek is er nog geen balie open. Na een half uur verschijnt er een mevrouw die zegt dat ze erg vroeg is en ons incheckt. Eerst vliegen we naar Tripoli in tweeënhalf uur en dan, na twee uur wachten, door naar Niamey in Niger in drieënhalf uur. We reizen met zeven medereizigers van Untamed wildlife safaris die we in Tripoli op het vliegveld samen met de reisleider tegenkomen. De vluchten gaan voorspoedig, veel beenruimte en goed eten (Afriqiyah Airways). Om 22:30 uur zijn we er eindelijk. Er is een uur tijdverschil, hoewel ze in het vliegtuig twee uur omroepen. Het is hier vochtig warm en klam. Binnen een paar minuten lopen de eerste straaltjes zweet van ons af. Gelukkig is alle bagage er. In de hal wisselen we geld. Er lopen allerlei mannen rond met stapeltjes geld. Allemaal dezelfde koers: 65.000 cfa voor € 100. We worden in een busje gepropt en naar het hotel gebracht. Een mooi en groot hotel (Grand Hotel), waar wij de bungalows op het terrein betrekken. Het inchecken duurt even. We brengen onze spullen naar de kamer en keren dan terug naar het hoofdgebouw om in de bar ons eerste Nigerijnse biertje te drinken. Daar is helemaal niets mis mee. De airco in de kamer doet het wel, maar maakt zoveel herrie dat we hem uitzetten. Komende weken zullen we toch moeten wennen aan de warme nachten in de tenten en daar kunnen we net zo goed meteen mee beginnen.
Zondag 24 septemberNaar Abalak
Het giet! We worden om 5:00 wakker en het giet. Daardoor is het meteen niet zo warm meer. Na het ontbijt met croissantjes willen ze dat we met z'n negenen + reisleider + chauffeur + twee hulpjes in hetzelfde busje als gisteren naar het hotel gaan zitten. En dan alle bagage nog binnen omdat het regent! Gisteren van het vliegveld naar het hotel was het al proppen en nu 700 kilometer in datzelfde busje? Dat weigeren we en er wordt een auto bij geregeld, zodat we met een uur vertraging vertrekken. Het land is in het begin nog bedekt met grassen, struikjes en een enkele boom. Het is vlak. Af en toe een dorpje of wat hutjes, soms een kudde koeien. Later wordt het kaler.
De (enige) weg is van vrij goed asfalt, maar door de vele politieposten schiet het niet echt op. Vaak moeten we stoppen en moet er betaald worden. Er is erg weinig verkeer op de weg. Wat auto's, ezelskarren, ossenkarren, kamelen en in de buurt van een plaats wat fietsen en voetgangers. Soms een marktje en erg kleurrijke mensen, vooral de vrouwen. Na een uur wordt het droog en warmer. Gelukkig geen zon. Zo is het ook al 35º. Aan een gedeelte van de weg wordt gewerkt en daar moeten we omrijden over een onverhard stuk. Tegen een uur of twaalf krijgen we pech. Een bladveer is losgesprongen. Wij gaan dan maar lunchen, terwijl de chauffeurs proberen het busje te repareren. Met touwtjes wordt alle provisorisch gerepareerd. Als je hier door het land loopt, gaan er allemaal zaadjes aan je sokken kleven, die heel lastig te verwijderen zijn. Na twee uur zijn we weer onderweg. Het asfalt begint weer, maar de weg wordt er niet beter op met de vele gaten. Het is ramadan en sommige chauffeurs nemen overdag geen snoepjes aan. In een plaatsje worden we in een restaurant gedropt om een drankje te drinken, zodat ondertussen het busje definitief gerepareerd kan worden. Door het oponthoud komen we pas in het donker in Abalak aan. We laden alles over in landrovers en rijden dan nog een tijdje door, dwars door de bush. We komen dan in ons kamp aan. Volgens Nigerijns gebruik staat de tafel gedekt: een kleed op de grond met kussens er om heen. Geen tafel en stoelen. We wisten dit en een aantal van de reizigers heeft zelf een stoel meegenomen. We krijgen couscous met schapensaus en een pomelo na. Ondertussen worden de tenten opgezet. Meteen daarna gaan we naar bed, want het was een lange dag. Eerst liggen we nog buiten onze lakenzak, want we moeten even uitzweten. 's Nachts koelt het wel af, maar een slaapzak is niet nodig.
Maandag 25 septemberNaar Gerewol-festival
Om zes uur wordt het licht en staan we op. We ontbijten op de grond met brood, dat opgebakken is op een oventje. We krijgen kaas (la vache qui rit), jam en koffie of thee. Hoewel we midden in de bush zitten, komen er toch mensen langs, sommige op ezeltjes en anderen met kudden geiten. Het wordt al snel warm en zonnig. Om half negen vertrekken we met vier jeeps op zoek naar het Gerewol-festival van de Woodaabe. Ieder jaar komen allerlei nomadengroepen samen om feest te vieren. Ieder jaar op een andere plaats en de tijd en plek is pas kort voor aanvang van het feest bekend. Het einde van de regentijd wordt vijf dagen lang gevierd. Dit jaar is dat op zo'n tachtig kilometer van onze kampeerplek midden in de bush. Het laatste stuk moeten we een paar keer de weg vragen. Onderweg zien we weinig mensen en huizen. Wel wat meer geiten en kamelen. Het is een vrij groen savannegebied. We gaan van de weg af dwars door het land. In 'the middle of nowhere' staat een hut en de mevrouw daar weet te vertellen welke kant we op moeten. En dan ineens zijn we er. Er is helemaal niets in de omgeving. Geen enkel oriëntatiepunt. Er is een compleet nieuw 'dorp' ontstaan. Overal staan tenten, sommige hele mooie nomadententen, andere niet meer dan een paar lappen die voor wat schaduw zorgen. We schatten dat er 7.000 mensen aanwezig zijn. En twintig toeristen. Het feest is al in volle gang. Alle jonge mannen zijn prachtig opgemaakt en beschilderd. Ze dragen mooie kettingen en kralen. Sommige dragen peulhoeden, anderen tulbanden met grote veren. Het zijn grote mensen, vergelijkbaar met Westeuropeanen. In een grote halve kring staan ze zij aan zij te dansen en te zingen, gadegeslagen door de rest van de 'plaatselijke' bevolking. Er komt geen muziekinstrument aan te pas. In een tent zitten in grote fauteuilles wat hoogwaardigheidsbekleders. In hun gevolg is een groot aantal nomaden op grote kamelen. Iedereen is prachtig aangekleed. De dansers zijn fanatiek en lachen veel. Hun monden zijn donkerblauw of zwart geschilderd, waardoor hun tanden goed afsteken. Veel draaien er met hun ogen, andere hebben flubberende lippen. De kamelenmannen maken een ereronde voor de hooggeplaatste personen en hun kamelen gaan voor hen op de knieën. Als vips weer vertrokken zijn, blijven de dansers achter en dansen gewoon door. Het is erg, heel erg warm.
We rijden een klein stukje verder, zodat we van de andere mensen weg zijn. We houden siësta in de schaduw van de bomen en drinken hele zoete touaregthee.
Tegen vijven gaan we weer terug naar het terrein. Niemand kan je vertellen wanneer er weer een optreden zal zijn en we moeten maar afwachten. Veel vrouwen zijn met het eten bezig, stampen maïs en gierst en koken in enorme kookpotten. Er is een meer waar de dieren en de arme mensen uit drinken. Een grote brandweerauto met schoon water rijdt rond waar veel mensen met kannen, emmers, potten en alles waar maar water in kan, achteraan rennen. Veel mensen liggen op hun matjes in de schaduw. Er zijn ook kraampjes waar op tafels alle potten en pannen van de familie staan te pronken. Andere verkopen sieraden en maskers. Leerbewerkers zijn aan het werk. En dan ineens lopen er een paar dansers en in een mum van tijd stikt het er van. Net zoals van de toeschouwers. De dansers, nog steeds (of alweer, want ijdel zijn ze!) mooi geschminkt, wiegen in lange rijen op steeds hetzelfde langzame ritme. Sommige lijken in trance. De toeschouwers rukken steeds dichter op naar de dansers, wat voor problemen zorgt. Dan splitsen wat dansers zich af en vormen een nieuwe groep met hun eigen toeschouwers. Zo gaat dat de hele avond door.
Jochies op grote slanke kamelen rijden om die menigte heen, toornen overal bovenuit en kunnen alles goed zien. We vergelijken ze met onze hangjongeren op brommertjes. Soms maken ze er een hardloopwedstrijdje van. Overal hoor je zingen en zie je dansen. Het is een groot spektakel.
Van onze tent blijkt de rits het niet goed te doen. Er is geen kaars om hem te smeren. De begeleiding kan hem niet repareren, maar ons lukt het wel met lippencrème.
Dinsdag 26 septemberGerewol-festival
Het was vannacht nog warmer dan gisteren. Na het ontbijt gaan we weer naar het feest. Veel mensen willen op de foto en zichzelf daarna terugzien. Ze vinden dat prachtig. De mannen dragen jurken met broeken daaronder. Ze lopen veel met lange zwaarden en hebben kettingen om. In een tasje om hun nek zit het geld. Daarnaast dragen ze tulbanden of grote hoeden. Er is nu niet zoveel activiteit. Iedereen ligt er lekker lui bij. Sommigen zijn het haar van een ander aan het invlechten. Hele fijne vlechtjes zijn het en het valt nog niet mee met dat stugge haar.
En dan beginnen ze weer te dansen.Niet zoveel als gisteren, maar er zijn er toch weer veel. Ook de hoogwaardigheidsbekleders komen weer langs en worden met alle egards ontvangen. Weer veel toeschouwers en weinig toeristen. Men is erg vriendelijk. Iedereen zegt je gedag en velen geven je een handje. Vrouwen willen Lia aanraken, even voelen. Zij voelt terug, vooral aan het haar, dat vaak zeer kunstig is opgemaakt met een soort knot van voren.We houden een lange siësta onder de bomen in de buurt van ons kamp, dat maar tien minuten lopen van het festivalterrein ligt. Het is weer erg warm. Soms waait er een warme wind, soms een iets koelere. Hierna rijden we in de jeeps in drie minuten naar het feest. Het dansen is al weer bezig. Mooi opgemaakte mannen, sommige met blauw beschilderde lippen, dansen met draaiende ogen en vibrerende lippen. Sommige lijken in trance en ze blijven maar doorgaan.
Dan wordt het langzaam donker, hoewel het nog geen avond is. Donkere regenwolken verschijnen en de wind steekt op. Door het opwaaiende zand wordt het heel onaangenaam. Het dansen wordt gestopt en de mensen beginnen hun spullen in zeil in te pakken.
Wij stoppen onze camera's weg, want dat zand kan nooit goed zijn. We gaan achter een auto staan om enige beschutting tegen het zand te krijgen. Een jongetje met een koelbox vraagt of we wat willen drinken. We kopen een biertje en spoelen daarmee het stof weg. Dit is eigenlijk het enige wat er op het terrein voor ons te koop is. Iedereen heeft zijn eten zelf meegenomen.
Aangezien de auto's nergens te zien zijn, besluiten we om terug te lopen naar ons kamp. We hebben namelijk geen buitentent over onze tent en het weer wordt er niet beter op. Bij het kamp aangekomen blijken de chauffeurs de tenten op een hoop te hebben gegooid en er een zeildoek overheen te hebben gespannen. Al onze spullen zitten nog in de tent. Gelukkig zaten al onze spullen in de rugzakken en niet los in de tent. Dan zet de storm even goed door. Het waait nog steeds behoorlijk hard en het begint te regenen. Iedereen is inmiddels terug in het kamp en we gaan dan maar in de jeeps zitten. Het duurt echter niet lang en snel wordt het weer lichter. De tenten worden weer onder het zeil uit gehaald en weer opgezet. Onze tent blijkt onderaan te liggen en zelfs de haringen van het grondzeil zitten nog in de grond. De tent staat dan ook heel snel weer overeind. Alles, maar dan ook alles, zit echter onder het zand, maar omdat het meeste in onze rugzak zat, valt het mee. We vegen de tent leeg en het leed is weer geleden. We eten weer op ons kleed en de kussens. Dit keer eten we rijst met saus. 's Avonds gaan we nog even bij het feest kijken. Dat gaat in het donker gewoon door. Dit keer is het minder georganiseerd. Er wordt nu minder met de ogen gedraaid en het gezang is minder eentonig, wat vrolijker. Doordat het echt donker is, zie je ook niet zo veel. Alleen onze eigen zaklampen helpen wat te zien. De mensen zelf hebben geen licht aan. We vinden nog een koelbox met bier. Het is niet echt koud, maar valt wel te drinken. Iemand zet een gettoblaster aan en wat jongens dansen. We vertrekken en later horen we in het kamp nog regelmatig gezang. Hier op de site staat overigens de video van ons over het festival.