Vrijdag 8 oktoberNaar Naukluft N.P.
We breken vroeg op, vullen onze waterzakken onder de kraan en vertrekken richting Solitaire. Het is een wolkenloze, warme dag. We zien verschillende groepjes springbokken en een cobra. Daar stoppen we voor maar als we omgedraaid zijn, zien we alleen de sporen op de weg. Verder zien we arenden, kudu's, struisvogels, haviken en veel vogelnestjes in telefoonleidingen.
Na de lunch krijgt de aanhangwagen een lekke band. Van de nieuwe band blijkt het ventiel niet goed aan te sluiten. Het wordt provisorisch gemaakt met wat bandjes.
In Maltahohe worden wij afgezet, terwijl Heidi en Naftali de band gaan laten maken. Wij gaan bij een souvenirshop kijken en lopen daarna door naar de Pappot, waar we buiten onder de druivenstruiken wat eten en drinken. De Zuid-Afrikaans taal blijft leuk.
Het landschap wordt steeds wat groener, meer bosjes, soms hele gele acaciastruiken. Er is niets op de weg: ongeveer een auto per half uur. Er loopt niemand, er fietst niemand, het is leeg. En het is stil. Buiten de natuur hoor je geen enkel geluid. We zien dassen, jonge elanden, korhanen, rotsduiven, bavianen en grijze loeries. In de auto zakt iedereen af en toe weg. We worden weer wakker als er iemand 'struisvogel', 'aap' of 'vogeltje' roept. De zon schijnt de hele dag, maar het is niet heet. Gewoon lekker.
Zo'n dertig kilometer voor Solitaire rijden we een camping op. Blißkranz heet het hier. Inderdaad, van Duitse eigenaren (die maar gebrekkig Engels praten). Er is verder niemand. De douche wordt verwarmd door een 'donkeyboiler': een houtkachel die we brandend moeten zien te houden. Er zijn ook kamers te huur waar we in eentje kunnen douchen en van de wc gebruik maken. We zetten de tent op en zullen de rest van de vakantie geen haringen meer gebruiken. Na het douchen gaan we Heidi helpen met koken. Vandaag is dat spaghetti en 'slaai'. Zoals elke avond drinken we een biertje voor het eten en wijn bij het eten. Door de koeltas en de zakjes ijs die je overal kunt kopen, hebben we altijd koude drankjes. Lekker. Er is een prachtige sterrenhemel met melkweg en zonder maan.
Zaterdag 9 oktoberNaar Namib-woestijn, Naukluft N.P.
Om 6:00 uur staan we op. Het is stoffig als we de spullen opruimen, de tent afbreken, ontbijten en de aanhanger pakken. Voor de koffie wordt een theezeefje gebruikt zodat de meeste drap daarin achter blijft.
Langzaam rijden we naar het noorden en komen in de Namib-woestijn. Het wordt steeds droger. Er zijn meer bergen met de mooiste kleuren. Vooral 's morgensvroeg en 's avonds kleuren ze mooi in de zon. Het koude weer van de Fish River Canyon kwam uit Zuid-Afrika waar het op de kaap sneeuwde, wat zeer ongewoon is in deze tijd van het jaar. Weer een 'blauwe' dag. Geen wolkje te zien. De enorme snoepzak blijft vol ook al gaat hij regelmatig rond.
We hadden gedacht dat Solitaire een stadje of anders toch een flink dorp zou zijn volgens de kaart, maar het is niet meer dan een benzinepomp, een camping, een koffieshop (een echte) en een souvenirwinkeltje. Heidi wijst ons op een Stanley's buzzard, een 'veldpou'. Zij ziet alles en weet elke vogel en elk beest met naam te noemen, vaak als wij nog maar een stipje zien. Naukluft N.P. is leeg, kaal, er groeit niets. Af en toe zien we wat kale struikjes, maar dat is het dan. Het waait niet meer en het wordt steeds warmer en stoffiger. We zien regelmatig zandhozen. Bij voorlopig het laatste bosje, de laatste schaduw voor de komende uren, drinken we koffie en lunchen we meteen, hoewel het pas 11:00 uur is. We hadden verwacht dat er in de woestijn niet vele leven meer is, maar we zien heel wat struisvogels. Eentje rent er vlak voor onze auto de weg over. Wat verderop staat een kudde van een stuk of tachtig van die beesten bij een bronnetje tezamen met een aantal gemsbokken. Sommige struisvogels nemen een lekker warm zandbad. Een paar hollen hard weg; ze kunnen zestig kilometer per uur halen. Ook zien we een paar woestijnzebra's, die ons vanaf een afstandje nieuwsgierig bekijken. Wat verder gaan we een wandeling maken in de inmiddels bloedhete Namib-woestijn. Hier staan verschillende welwitschia's oftewel 'tweeblaarkanniedood'. Zoals de Afrikaanse naam zegt, heeft hij altijd twee bladeren, die aanvoelen als leer. Ze groeien zeer langzaam, kunnen twee meter groot worden en tweeduizend jaar oud. Ze staan midden in de droge woestijn en halen hun water uit de condens.
We rijden door naar Homeb Campsite aan de Kuiseb-rivier, een kampeerplaats vlak bij een Topnar-dorpje. Het kamp ligt aan de brede, droge rivier. In de verte zien we de duinen al liggen, maar ze zijn niet helder door het vele stof in de lucht. Weer is er verder niemand behalve een enorme hoop geiten. Er is een bosje, zodat we de tenten in de schaduw kunnen zetten. Niet dat het veel helpt. We gaan de kaarten intekenen en het verslag schrijven. We genieten van de rust. Afgezien van het geblaat van de geiten is het stil. Erg stil. Vanavond hoeven we geen lange broek en trui aan. Het blijft warm en 's nachts koelt het lekker af, zodat we goed slapen in de slaapzak. We eten een stoofpot met schapenvlees, aardappel, rijst en kool. Lekker.
Zondag 10 oktoberNaar Namib rand - duinen
Net als we willen vertrekken, komt er onder de grote steen waar het tafeltje op staat een grote schorpioen vandaan. Zeker twaalf centimeter lang, bruingrijs met gele poten en giftig volgens Heidi. We gaan naar de duinen, maar niet naar de Sossusvlei, omdat het daar veel te vol is met toeristen en de duinen zelfs 's nachts niet meer herstellen. Wij gaan naar een ander deel, meer naar het noorden. We rijden door de droge witte woestijn en zien links van de weg de rode duinen. Aan de voet staan groen bosjes met daarboven de blauwe lucht. Wat een contrast. De totale lengte van de duinenrij is zo'n zeshonderd kilometer. Het is een zonnige dag en we zien geen andere voertuigen. Wel enkele dorpjes. Niet meer dan wat hutjes van palen, verroest golfplaat en wat lappen. De geiten worden 's nachts in de kralen gestopt vanwege de hyena's en jakhalzen. Het laatste stuk wordt de vierwieldrive aangezet, we laten de banden van de auto half leeg lopen en we rijden door mul zand op zoek naar een overnachtingplaats om wild te gaan kamperen. Er is wel een camping in de buurt, maar Heidi vindt de beheerder een 'skelm' en gunt hem onze verdiensten niet. Wij vinden het prima. We hebben net een goed plekje gevonden, rijden nog een stukje verder om de auto te keren en komen vast te zitten. Blijkt dat er een moer is losgetrild die de bladveren van de aanhanger zou moeten vasthouden. Heidi rijdt naar Rooibank om te vragen naar een moer en wij sjouwen ondertussen de bagage naar de uitgekozen plek en gaan de tenten opzetten. Eerst moeten we allemaal takken en takjes van de grond verwijderen, want sommige hebben grote, scherpe stekels. Er zitten veel grote zwarte torren. Heidi komt terug met een andere auto met twee mannen die het euvel snel verhelpen. De weg is eigenlijk de rivierbedding en we kamperen er pal naast. De auto laten we midden op de weg staan, wij zitten aan een tafeltje aan de rand, net in de berm. Het ziet er niet uit. Voor de wc moet je een gaatje graven. Het wc-papier moet je verbranden en daarna het gat dichtgooien. We lezen wat en wandelen een stukje. Het enige wat we horen zijn vogels en vliegen. In Rooibank kunnen we grote flessen koud bier kopen. Die krijgen we van André omdat dit zijn eerste reis is.
Maandag 11 oktoberNamib rand - duinen
Vandaag rijden we naar de duinen. Hiervoor moeten we een pad zien te vinden door mul zand en bosjes, het begin van het duinengebied. Het is moeilijk een pad te vinden. Het gebied verandert telkens door de verstuiving van het zand. Heidi gaat telkens een stukje kijken en voelen of het hard of zacht zand is. De lucht is nog wel helemaal dicht getrokken. Geen zon dus. Als we eindelijk bij de goede duinenrij zijn, stoppen we regelmatig om wat te bekijken. O.a. naar de narra, de vruchten waarvan de Topnars leven. We zien ook een olifantenafdruk van langgeleden. Ooit liep hier water door de vallei. We zien veel torren, wat hagedissen en zowaar drie struisvogels, die netjes achter elkaar een duintje ophollen. Zelf lopen we ook een hoog duin op. Gelukkig zijn er geen andere toeristen. De zon is inmiddels gaan schijnen en ineens is de lucht helemaal blauw, geen wolkje meer te zien. Zo snel als dat ineens gaat. Prachtig gezicht met aan elke kant duinen. We gaan de steile duin recht naar beneden af. In het begin loopt dat heel makkelijk en zak je tot halverwege de kuiten in het zand. Het laatste stuk is veel harder en loopt wat moeilijker.
Bij de lunch drinken we bier en we zondigen tegen de regel, want het is pas 11:55 uur. 's Middags houden we siësta.
Tegen vieren gaan we naar Ouma Lydia, een drieëntachtig jarige Topnar-vrouw die in een dorpje hier vlakbij woont. Zij is een van de oprichtsters van het schooltje en regelt nog van alles. Ze woont alleen sinds dit voorjaar haar dochter is overleden, die bij haar inwoonde. De gemeenschap zorgt verder voor haar.
Daarna kijken we nog even naar de duinen, maar het is niet helder, stoffig. De mannen lopen een stuk terug, maar Lia heeft niet de goede schoenen daar voor aan. Met de GPS kunnen ze niet verdwalen.