Vrijdag 12 aprilNaar Zagora

De zoon van een vrouw die in het hotel werkt, is opgepakt en in de gevangenis gezet, omdat hij een (dichte) fles wijn in zijn hand had. Hij kan vrijgekocht worden voor 700 drh en wij besluiten dat uit de pot te doneren. Het is wel erg hypocriet: zijn bewakers zitten iedere avond aan de wijn en het bier. En niet alleen de bewakers: er zijn heel wat Marokkanen (moslims) die roken, alcohol drinken en/of stoned zijn.
Bergen bij Zagora, MarokkoHet is vandaag zonnig, blauw en er staat veel wind. 's Nachts was het koud en als we op weg zijn, zien we verse sneeuw op de bergen liggen. De hele dag zullen we met sneeuw bedekte bergen van de Hoge Atlas zien. Er rijden veel volle bussen met maar vierenvijftig zitplaatsen, die helemaal volgestouwd worden. Bij politieposten wordt dan een briefje van 50 drh uit de bus gegooid, zodat ze verder mogen rijden. Ooit heeft Latif zo'n briefje opgeraapt en durfden de agenten niets te zeggen.
In de buurt van Ouerzazate bekijken we de kasbah Taourirt, die in de zestiende eeuw van een belangrijke en invloedrijke pasja is geweest. Iedereen die vanuit Timboektoe kwam, moest tol betalen en daar werd streng op toegezien.
Verderop rijden we het dal van de Draa in en zien we veel dadelpalmoases en heel veel kasba's. De rivier is soms wat breder, meestal erg smal. Veel water staat er niet in en het is pas lente... Eigenlijk zou het water de Atlantische Oceaan moeten bereiken maar dat gebeurt nog maar zelden. Onderweg droogt de rivier gewoon op.
In Zagora hebben we een leuk hotel met veel schaduwplekjes, palmen en een zwembad. Samen met Karin rennen we naar de bar voor het eerste koude biertje sinds een week. Heerlijk. Martijn en Karin gaan zwemmen, maar het water valt (erg) tegen. Het is frisjes. Brrr. We eten 's avonds met z'n drieën afzonderlijk van de groep. We zijn blij dat we weer eens aan gewone tafels en stoelen zitten. We eten salade en een soort hamburgers met frieten. Het is anders dan we verwacht hadden, maar wel lekker.

Zaterdag 13 aprilZagora, naar Tamegroute, kamelenkamp

Met z'n zessen gaan we met de bus naar Tamegroute, waar we een zawiyyas, een heiligdom, bezoeken. Ook is er een zeer oude bibliotheek (pas in 1956 ontdekt) waar 4.000 bijzondere werken worden bewaard, terwijl de overige 16.000 zijn overgebracht naar Rabat.
's Middags luieren we bij het zwembad tot het tijd is voor de kamelentrektocht. Zagora ligt aan de rand van de woestijn en was vroeger het vertrekpunt van grote karavanen die in tweeënvijftig dagen naar Timboektoe trokken. Iedereen krijgt een kameel en drie of vier kamelen zitten met touwen aan elkaar vast die geleid worden door een Berber. Lia treft een eigenwijze kameel: hij wil niet achter een andere kameel lopen, hij wil niet aan een touw meteen achter de bewaker en hij is bang van gemotoriseerd verkeer. Uiteindelijk laten ze hem maar los en terwijl iedereen gezellig met elkaar babbelt, rijdt Lia moederziel alleen voorop. Achter haar op een rijtje de vier bewakers met ieder vier kamelen. In het begin stappen we op de (onverharde) weg, later door het zand. We stoppen een keer en na twee uur bereiken we het woestijnkamp. Er is een etenstent, twee slaaptenten en een wc-tent. In de slaaptenten liggen goede matrassen, dekens en lakens. Het moet alleen niet gaan regenen, want het dak ziet er niet betrouwbaar uit. Nou schijnt het hier zelden te regenen en ze hebben het over brood bakken in het hete woestijnzand. Maar het lijkt of wij de regenbrengers zijn en ook hier regent het een paar druppels. Gelukkig niet veel en later zal het helemaal open trekken, zodat we nog een aardige sterrenhemel te zien krijgen. Niet helemaal helder, want we zien geen melkweg.
Het duurt lang voordat we te eten krijgen en als het komt valt iedereen er op aan. Onze fles whisky drinken we 's avonds leeg buiten op de vloerkleden onder de heldere hemel.

Zondag 14 aprilNaar Zagora

Martijn is jarig vandaag.
We staan vroeg op; om 6:00 uur is het licht. We gaan weer terug naar Zagora en Lia neemt wijselijk een andere kameel. Deze zit ook een stuk zachter en hobbelt lekker voort. We zitten nu alleen maar op de weg en moeten voortdurend aan de kant voor auto's en brommers. De route is werkelijk helemaal niets. Onderweg zien we, volgens de kenners onder ons, kuifleeuweriken en verschillende soorten tapuiten. Bij aankomst in het hotel geven we iedereen een drankje en Latif heeft voor een grote taart gezorgd. Er wordt gezongen en Martijn verdeelt de taart. Nu is een mobieltje wel leuk: hij krijgt telefoon, sms- en voicemailberichtjes.
De rest van de dag brengen we al lezend aan de rand van het zwembad door, al dan niet in de zon (soms toch wel erg warm) en doen niet veel. Een echt luierdagje.

Maandag 15 aprilNaar Aït Benhaddou, Marrakech

Aït Benhaddou, MarokkoLatif vertelt, dat we vroeg zouden vertrekken. Als hij 7:30 uur noemt, denken we dat hij niet serieus is.  Wij zijn met 'vroeg' wel wat anders gewend. Vandaag rijden we naar Marrakech. Eerst bezoeken we vlakbij Ouerzazate Aït Benhaddou. Dit is een complex van zeven kasba's die tegen de rotsen liggen. Het is erg vervallen; alleen het voorste deel is gerestaureerd omdat deze regelmatig gebruikt wordt voor filmopnames. Vanaf het hoogste punt hebben we mooi uitzicht over de kale vlakte de groene oase en de besneeuwde bergen daarachter.
Daarna rijden we de bergen in om de Hoge Atlas over te steken. De weg gaat kronkelig omhoog en geeft vaak mooie vergezichten. Het land is erg droog, soms wat groene rijstvelden, gekleurde rotsen en de bergen met sneeuw steken mooi af tegen de blauwe lucht. Op de hoogste pas (2.260 meter) trekt het dicht en wordt het buiten weer wat frisser. Het blijft bewolkt tot Marrakech.
Af en toe is er een politiecontrole. Ergens moeten we stoppen en zegt men dat er te hard is gereden. Ze hebben geen meetapparatuur o.i.d., maar ze vervelen zich blijkbaar. Onze chauffeur kan het afkopen met een fles water. Het slaat werkelijk helemaal nergens op.
Bij binnenkomst in Marrakech liggen aan weerszijde van de weg mooi aangelegde tuinen. Overal zitten groepjes mensen: mannen met mannen en vrouwen met vrouwen. Een enkel gemengd stel. Veel meer vrouwen dan mannen. Een echte ontmoetingsplaats om bij te kletsen.
Ons hotel ligt vlakbij het centrale plein, Jemaa el-Fna. We gaan met z'n tweeën op zoek naar een Chinees. De Marokkaanse kaart is niet erg gevarieerd en we willen wel eens wat anders. Volgens ons boek zouden er twee Chinezen zijn. Het is een half uurtje lopen, maar dat is wel lekker na een hele dag bussen. Het is druk op straat en we zien de auto's stoppen voor de rode stoplichten. Voetgangers stoppen daar niet voor, als er al lichten zijn, en iedereen loopt gewoon door en op de grote pleinen loopt iedereen langs de auto's dwars door het verkeer heen. De eerste Chinees is gesloten, maar de tweede niet. We krijgen vooraf kroepoek en een schaaltje met zuur. Dat is snel op en wordt ook weer snel aangevuld. We eten heerlijke Kantonese rijst met zoetzure kip en eend met ananas. Jasmijnthee na. We zitten echt te schransen.
We lopen nog even het centrale plein op. Het is het bruisende hart van de stad. Veel kraampjes met sinaasappelverkopers, noten- en dadelsbarren en etensstalletjes. Die roken enorm, ze hebben van alles en het is er erg goedkoop. Overal staan groepjes mensen dicht op elkaar gepropt om muzikanten en acrobaten heen. Ook zijn er verhalenvertellers, slangenbezweerders en schrijvers. Hij is er vrij druk, maar de toeristen vallen tussen de Marokkanen niet op. Het is eigenlijk ook een spektakel voor de plaatselijke bevolking: alles gaat in het Arabisch of Berbers en het gaat al honderden jaren zo.

Dinsdag 16 aprilMarrakech

Het weer is half bewolkt, niet zo warm en een trui is niet nodig. Lekker weer om door de stad te banjeren.
Na het ontbijt gaan we met z'n tweeën de stad in. We besluiten eerst naar de bezienswaardigheden te gaan waar toegang wordt geheven, omdat deze tussen de middag lang dicht gaan. We lopen eerst naar de Bab Agnaou, een van de toegangspoorten van de oude stad die goed bewaard is gebleven. Hij ziet er mooi uit en er nestelen verschillende ooievaars op het dak. Dan bezoeken we de Saadian tombes, waar het erg druk is met toeristen. In de hele stad trouwens. Veel meer dan we tot nu toe gezien hebben. Op het terrein bevinden zich graven uit de zestiende eeuwse dynastie van de Saadiërs. Zijn opvolger wilde de herinnering aan zijn voorganger uitwissen maar vernietiging van de graven ging hem te ver en hij liet de graven inmetselen. Ze werden pas in 1917 ontdekt. Totaal liggen er meer dan honderdvijftig graven van vorsten, familieleden, kinderen, concubines en dienaren. Overal in Marokko is de entree 10 dirham, wat wij erg goedkoop vinden. Ze hebben ook overal dezelfde kaartjes.
Over een kleine plaatselijke markt vol met groente en fruit en allerlei kruiden lopen we richting het Bahia-paleis. We zien veel moorse gebouwen, veel rode muren en huizen en veel doorkijkjes. Sommige delen zijn vol met toeristen, op andere plaatsen zie je ze helemaal niet. In het paleis wel. Dat is alleen open als de koning niet in Marrakech is; het wordt nog steeds gebruikt. Vooral de plafondversieringen en de deuren zijn erg mooi. Voor de rest is het leeg. Tenminste het deel waar je in mag. Een deel is privé, een deel wordt gerestaureerd. Het is gebouwd aan het einde van de negentiende eeuw voor de grootvizier.Marrakech, MarokkoWe dwalen verder in de richting van de Bab Debbagh aan de oostkant van de oude stad. Van hieraf zou je mooi uitzicht hebben op de tannerieën. Helaas kun je er niet meer op. We worden door iemand meegenomen die ons verschillende leerwasplaatsen laat zien. Een met o.a. rode verf waar je eigenlijk niet mag fotograferen en een met indigo. Het is lang niet zo indrukwekkend als in Fès. We lopen weer terug richting Jeema el-Fna en onderweg vertellen talloze Marokkanen uit zichzelf de weg naar de verschillende bezienswaardigheden. Grappig. Op een terrasje drinken we een cola, nadat we eerst ergens weggestuurd waren, omdat we alleen maar willen drinken en niet eten, en genieten van de rust, het uitzicht en alle mensen die voorbij lopen.
's Middags gaan we de medina in. We lopen door de smalle straatjes en zien wel waar we uitkomen. Veel verkopers proberen je naar binnen te praten. Winkels waar de verkopers 'kijken, kijken, niet kopen' zeggen, slaan we bij voorbaat over. We kijken naar verschillende dingen: mini-tajines, T-shirts, koperen potten en een petje voor Martijn. Dat laatste kopen we als we er uiteindelijk een vinden die past (afgedongen van 160 drh naar 50 drh). De rest vinden we allemaal veel te duur en zelfs na veel afdingen, blijft hun prijs zo hoog, terwijl de kwaliteit te wensen over laat, dat we het goedkoper in Nederland kunnen kopen. Ze blijven ons nalopen, maar hun laagste prijs bevalt ons niet en dus kopen we niets. Soms is de eerste vraagprijs zo idioot hoog, dat we meteen weglopen.
We bezoeken nog de wolververs, wat een mooi kleurrijk geheel is, al die gekleurde strengen wol. Boven de straten hangen geverfde sjaals te drogen; in iedere straat een andere kleur. Degenen die met chemische middelen zijn gekleurd geven af, die met natuurlijke producten niet. De man die ons in twee minuten rondleidt wil wat geld en wij geven 5 dirham. Dat vindt hij niet genoeg en wil 10 dirham. Wij nemen het geld terug en als hij in de gaten krijgt, dat wij niet meer gaan geven, neemt hij alsnog genoegen met 5 drh. Jammer voor hem, maar hij krijgt helemaal niets meer. We zijn niet gek.
Aan het eind van de middag vinden we in de oude stad een van de weinige hotels die alcohol verkopen, het Grand Hotel du Tazi en we zitten heerlijk te genieten van een paar Amstel-biertjes. Bij elk biertje krijgen we een schaaltje popcorn en we denken niet aan de rekening.
's Avonds eten we bij een Italiaan een eindje buiten het centrum. Er is nog net een tafeltje vrij en het blijft de hele avond erg druk. Na afloop kijken we nog even op het plein en zien de aapjes, dansers, enz. enz.

Woensdag 17 aprilNaar Essaouira

Het is de hele dag bewolkt. We rijden naar Essaouira aan de kust over een vrij saaie weg: vlak en kaal zonder bomen; af en toe wordt er wel wat verbouwd. Wat dichter bij de kust zien we weer boomgaarden met o.a. olijvenbomen en hele velden vol met kleurige bloemen.
Essaouira is een klein stadje met witte huizen en blauwe deuren en ramen. Veel pleisterwerk zou wel eens vervangen kunnen worden. We gaan naar de haven naar de open-lucht-vis-grils. Een boulevard aan zee met allemaal borden met uitgestalde vis. Voor 60 drh p.p. kun je daar zelf een selectie maken. Elk stalletje heeft hetzelfde en ze zijn allemaal even duur. Maar bij de een kun je waarschijnlijk wat meer bedingen dan bij de ander. Wij bestellen zes verschillende soorten die voor ons geroosterd worden en schuiven aan de lange tafels bij andere mensen aan. Lekker.
Daarna wandelen we wat door de medina. We hebben niet zoveel puf vandaag en besluiten om een paar biertjes te gaan kopen en dan terug te gaan naar het hotel. De alcohol krijg je altijd mee in een zwarte plastic zak zonder opschrift, zodat men niet kan zien dat er drank in zit.

Donderdag 18 aprilEssaouira

Tot goed 10:00 uur is het zonnig, maar er staat wel een harde (frisse) wind. We gaan een eind op het strand lopen, naar het volgende dorpje. Er komt een riviertje in zee uit en hier zitten veel vogels: meeuwen, reigers, lepelaars en aalscholvers. In een klein tentje drinken we een kopje (veel te dure) thee waar we een paar koekjes bij krijgen. Het dorp is verder helemaal niets en we gaan dan ook snel weer terug. We lopen nu tegen de wind in en komen veel groepsleden tegen. We kijken even bij de viskraampjes en de haven en slenteren dan de medina weer in. We willen nog wat kleine tajines kopen, maar onze maat is er bijna niet en wat er wel is, is al beschadigd. We eten bij een kleine Italiaan (zowel de zaak als de eigenaar zijn klein): sardientjes en spaghetti. We lopen wat door en ondertussen gaat de zon schijnen, maar de wind blijft vrij hard en fris. Toevallig(?) komen we weer bij de alcoholwinkels net buiten de stadsmuren en slaan nog een paar blikjes in. Op het kale dak van het hotel leggen we een paar handdoeken en gaan we uit de wind en in de zon lezen met een biertje erbij. In het hotel zitten we op de vierde verdieping en liften hebben ze in Marokko nog niet uitgevonden: elke keer zijn het eenentachtig traptreden!

Vrijdag 19 aprilNaar Casablanca

Vandaag rijden we het laatste stukje met de bus naar Casablanca. Toch nog zo'n driehonderdvijftig kilometer. Onderweg zien we vreselijk veel bloemen: hele velden zijn gekleurd: lichtgeel, geel, oranje, roze, paars. Vooral het rood van klaprozen vinden we erg mooi. Soms zijn er ook gemengde velden. We lunchen onderweg in een klein tentje met omelet en kip met patatjes.
Tegen vieren zijn we in hotel Guyneme in de binnenstad en even later gaan we met Karin op zoek naar een kroegje. We vinden er een vlak bij het hotel waar ze zelfs grote glazen tapbier verkopen. Op het bonnetje staat 33 drh en dat blijkt niet per stuk, maar de prijs voor drie. Is dat even goedkoop. We maken er meteen misbruik van en drinken ieder vier glazen. Samen met wat olijven smaakt het prima.
's Avonds eten we ons laatste avondmaal met de hele groep in een chique tent. We hadden gedacht aan een laatste tajine, maar die hebben ze niet. Nu moeten we genoegen nemen met carpaccio, tongrolletjes gevuld met zalm en een vispotje. Het is behelpen…
In het restaurant van het hotel drinken we de laatste biertjes. We leggen samen met Karin alle dirhams bij elkaar en dan kan er voor ieder net een biertje af. Omdat we blut zijn, krijgen we van Latif ook nog een biertje.

Zaterdag 20 aprilNaar huis

Wij hebben nog 3,5 dirham en Karin heeft er nog 22 gevonden. Op een terras laat Martijn zijn schoenen poetsen en bestellen we koffie en thee. We hopen dat we genoeg geld hebben voor alles. Inclusief fooi komen we precies uit.
Terug op de kamer mist Lia een sjaaltje uit haar dagrugzakje en merken we dat onze grote rugzakken helemaal doorzocht zijn: ze hebben er een zooitje van gemaakt. Via Latif stellen we de eigenaar van het hotel op de hoogte, die het natuurlijk niet kan geloven.
Met de bus rijden we naar het vliegveld en genieten voor de laatste keer van alle bloemen die uitbundig in de (midden)berm bloeien.
We hoeven niet in de rij te gaan staan en mogen inchecken bij de eersteklas balie. Dus dat schiet erg snel op. Om 14:05 uur plaatselijke tijd vliegen we naar Frankfurt, waar we twee uur wachten voor we door kunnen naar Amsterdam. Om 22:30 uur landen we (Nederlandse tijd) en we gaan eens een keer zonder vertraging met de trein naar huis.

Dit was een reis met Baobab (tegenwoordig Sawadee).

Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.