Vrijdag 16 novemberIfaty

We zeilen met een piroque naar het rif. Een piroque is een uitgeholde boomstam met daarop een stok met een oude lap. Er kunnen vier passagiers in. Het is half bewolkt en na een half uurtje varen kunnen we gaan snorkelen. Het koraal ziet er niet zo best uit. Sommige stukken zijn dood. Het anker wordt ook gewoon midden op het koraal gegooid en de vissers houden er ook helemaal geen rekening mee. Er zit wel veel vis, prachtig gekleurd en hele scholen zwemmen langs. Een enkeling is erg nieuwsgierig en komt duidelijk naar ons kijken. Het laatste stukje terug naar het strand moeten we duwen, omdat het eb geworden is.
's Middags doen we niet zo veel: beetje zwemmen, lezen, wandelen over het strand naar hotels verderop. Het is overal erg rustig; kleine jongetjes graven krabbetjes uit.
Baobabboom, MadagascarAan het eind van de middag maken we een wandeling door het 'spiny forest', het gebied dat direct achter de kustlijn ligt. Het bos is zelf niet mooi, veel troep ligt er. De planten zijn wel apart, vooral de baobabbomen. Er zijn geen kleine baobabbomen. Degene die we zien zijn allemaal volgroeid en honderden jaren oud. Er is er een van vijftig jaar oud en die is wel een stuk kleiner. De gids zegt, dat hij erg zeldzaam is. Zo'n kleine baobab groeit niet, die is er ineens en is een geschenk van God. Kleiner dan die kleine hebben ze nog nooit gezien.
Ook zitten er veel vogels: rode Madagascar red fody's, en gele en blauwe vanga's. Ze zijn wel klein. Ook veel hagedissen, bloemen en medicinale planten. We zien ook weer de witte nimfen. Het zijn de larven van de jumping-plant-hoppers en van bladwanten. Ze zien er uit als kleine witte spinnetjes overdekt met schimmel. Als een vogel ze wil opeten, pakken ze het witte spul op, dat niet meer is dan een hap lucht, en loopt het eigenlijk beestje (meestal) gewoon verder.
's Avonds is er een buffet met live-muziek voor 60.000 frank p.p. (ƒ 24). Heel erg uitgebreid met voornamelijk visgerechten en erg lekker. De band heeft zelfgemaakte instrumenten en vier zang-/danseressen.

Zaterdag 17 novemberNaar Fort Dauphin

Met een bus hobbelen we twee uur terug naar Tulear. De weg lijkt nog ruller dan twee dagen terug. De dorpjes die we zien, zijn wel heel erg armoedig. Wat hutjes van hout en kranten. Er is werkelijk helemaal niets.
We lunchen bij een (andere) Italiaan en nemen een clubsandwich, een liter cola en anderhalve liter fresh. Dat is een licht soort bier van 1,5% met een frisse citroensmaak.
We vliegen naar Fort Dauphin met een airbus. Tulear heeft een klein vliegveld met een wachtruimte. De bagage staat buiten keurig in een rij te wachten. Als het vliegtuig gaat landen, klinkt er een luide sirene en moet iedereen de landingsbaan af. Voor we instappen is er geen controle. Helemaal niets, nul-komma-nul. De vlucht duurt veertig minuten en gaat goed. We zijn nog nooit zo snel van een vliegveld vertrokken. We stappen uit en wandelen meteen het vliegveld af. De bagage zal later gebracht worden.
Het weer is hier 'slecht': wat frisser (25º) en laag hangende bewolking en zo te zien heeft het net goed geregend. De rest van de avond blijft het soms regenen. We gaan met z'n tweeën bij 'La belle vue' eten. Voor voorgerecht, hoofdgerecht en drankjes zijn we slechts 50.000 frank samen kwijt (ƒ 20).
We slapen weer in bungalowtjes. We hebben bungalow nummer 1 en dachten vooraan te zitten, maar zo werkt dat hier niet. We zitten ergens in het midden. We zijn ook nog steeds niet gewend aan de sleutels die de andere kant opdraaien als bij ons. Overal liggen wierookspiraaltjes tegen de muggen.

Zondag 18 novemberFort Dauphin, Evatra

Vandaag maken we de excursie naar Evatra. Er komt een enorme truck voorrijden, wat een complete vierwieldrive expeditietruck blijkt te zijn. De banken verspringen naar hoogte zoals in een theater en er is een ingenieuze instaptrap gemonteerd. Al met al zitten we heerlijk luxueus op zachte kussens met voortreffelijk uitzicht. Het is echter maar een klein stukje rijden alvorens we overstappen op een boot. Het weer is druilerig. Voor we vertrekken spettert het wat, maar het blijft verder droog. We stappen in een soort oude baggerboot, niet overdekt. Maar het weer werkt mee en het zal de hele dag wisselend bewolkt/zonnig zijn. Voornamelijk wolken gelukkig, maar hierdoor verbrandt nog iedereen. We varen een kleine twee uur door een prachtig landschap. Vooraan een soort bananenplanten die in het water staan met bloemen als olifantsoren maar die bloeien als aronskelken, reizigerspalmen met prachtige, in een waaier gevormde, bladeren. Daarachter de donkere bergen en de soms nog donkerdere wolken.
Er is muziek mee aan boord: een paar trommelaars annex zangers en zangeressen. We vermaken ons prima. Om 10:30 uur krijgen we ontbijt: stokbrood met jam, papaja en koffie en thee. Krab, MadagascarBij Evatra stappen we uit en gaan we wandelen. Het dorp heeft allemaal dezelfde huisjes (1.300 inwoners) en er zijn me een partij kinderen. Niet te geloven. Veel vragen er om een bonbon, pencil, argent. Hoe meer ze vragen, hoe minder ze krijgen.
We lopen langs de kust, die redelijk in hoogte verschilt. Het zeewater kleurt prachtig en er zijn nogal wat golven. Evatra zelf ligt aan een beschutte baai, wat je vanaf een hogere berg mooi kunt zien.
We zien wat vogels en hagedissen en bij de zwemstop kruipt er vlakbij ons een krab uit zijn holletje. Als hij ons ziet, is hij snel weer weg, maar hij went aan ons en komt steeds dichterbij. Op een gegeven moment zit hij zelfs aan Lia's rugzak te knagen. Hij is bezig met een nestje, want hij sleept allerlei voor hem enorme bladeren mee zijn holletje in. Als je zo'n beest goed van dichtbij bekijkt, is het toch wel een monsterlijk dier.
We krijgen een lunch met een overheerlijke salade en rijst met garnalen en krab. Lekker.
We varen weer terug onder het genot van de muziek en de mensen aan de oever komen swingend naar de kant om te kijken wat er gebeurt. Het dreigt enorm met regen, maar we houden het gelukkig droog.
's Avonds vallen er wel een paar buien en we gaan aan de overkant bij Las Vegas eten. We zijn de enige eters; het grootste deel van de klanten bestaat uit drinkers in het bar-deel, waar wel wat mensen hapjes eten. Doordat we de enige eters zijn, verwachten we niet dat alles wat op de kaart staat, aanwezig is. En dat is dan ook zo. Uiteindelijk eten we spaghetti bolognese en garnalen in tomatensaus, die heel erg lekker zijn. Kosten 50.000 frank. Het lijkt ons nog steeds een enorm bedrag, maar het is maar ƒ 20.

Maandag 19 novemberFort Dauphin

Met Jaap en Susanne willen we een tocht maken naar een grot. Misschien gaat Jan ook nog mee. Als we echter gaan ontbijten, blijkt dat Remko zo ziek is, dat er 's nachts een dokter bij geweest is: een lichte vorm van malaria, zeggen ze. Susanne kan dus sowieso niet mee en Jan en Jaap willen eigenlijk niet meer. Omdat zo'n vierwieldrive een miljoen per dag moet kosten, willen we dat niet samen betalen (ƒ 400). Na een heleboel gesoebat, vertrekken we uiteindelijk samen met Jaap voor 750.000 frank. De mensen van de auto hebben nl alles al geregeld en het is eigenlijk niet af te zeggen. We vinden het prima, als is het wel wat duurder dan eerst gezegd, maar dat maakt niet uit.
Bekerplant, MadagascarWe zien een strak blauwe lucht en het zou wel eens warm kunnen worden. En dat doet het ook. Wel is er de hele dag een vrij stevige wind, die voor iets verkoeling zorgt.
We krijgen een gids en een chauffeur mee. Eigenlijk hadden er nog twee passagiers meer in de auto gemoeten, maar volgens ons past dat helemaal niet. De achterruit is een stuk plastic dat met tape is vastgeplakt. Een roestbak is het.
Het eerste stuk is asfaltweg en we passeren een paar dorpjes. We maken een korte stop bij een boom vol met gele wevers en slaan dan linksaf, de onverharde weg op. Het is niet meer dan een ezelspad en er wordt niet veel over gereden. Omdat het hier vreselijk droog is (het regent slechts twee dagen per jaar), is het pad grotendeels opgedroogd en best goed te berijden. Soms staan er nog wat poeltjes waar we, wonderlijk genoeg, wat kleine schildpadjes zien. Die kruipen in het water en als we daardoor heen rijden, worden ze er weer uitgespoeld. Er staan enorm veel lidcactussen langs de kant met bloeiende bloemen. Soms gaan we door een hele haag. Ook zien we veel andere cactussen, stekelplanten, baobabs, spinplanten, vogeltjes, hagedissen, een meer en de zee. We zitten langs de zuidkust van het eiland.
We stoppen om met wandelen te beginnen, maar gaan eerst eten. We krijgen salade met (vers) stokbrood vooraf en daarna spaghetti met een soort hachee en yoghurt met fruit toe. We verdelen onder ons drieën een literfles cola die er snel in gaat. We wandelen langs de kust, waar wat hoger gelegen poeltjes liggen, waar door de golven water in komt samen met kleine vissen en mosselen. Er is een aantal mensen die vissen aan het vangen. Ze zijn erg primitief gekleed. Soms alleen met een lendendoekje voor en een enkeling is bezig met vuursteentjes. Het valt ons op, dat iedereen verschrikkelijk aardig is en daarom geven wij een man die zich aan het wassen is, een stukje zeep (uit een hotel), waar hij erg blij mee is. We moeten een heel stuk lopen over grote rotsblokken en hier zijn we niet helemaal op berekend. Gelukkig zit er wel goed profiel op onze schoenen, maar het valt niet mee. Bovendien is het erg warm, geen beschutting door de laag groeiende planten. We klimmen en klauteren en zijn blij dat we sommige stukken niet meer naar beneden hoeven. Uiteindelijk komen we bij de grot: het einddoel van de wandeling. De grot is enorm groot en vroeger helemaal gevormd door de zee. In een vorige generatie kwam die grot iedere dag met vloed onder water te staan. Nu blijft hij droog. We proppen ons door diverse spleten verder de grot in en vinden een verrassend groene vegetatie. Een soort oase. Als bepaalde bomen vruchten dragen (in december-januari) stikt het hier van de lemuren. Nu zijn er geen. We lopen zo'n half uur en genieten van de natuur. We nemen dezelfde weg terug, omdat doorlopen nog twee uur zou betekenen. Twee uur over rotsen met hele scherpe kanten die dwars door onze schoenen heen gaan. Halverwege gaan we omhoog en lopen over een mooi paadje verder. We zien veel hagedissen, vogeltjes en cactussen. De auto staat ons al op te wachten en we rijden een klein stukje verder naar een stand waar we gaan zwemmen. Het water is verrassend koel, waar we lekker van opknappen.
De terugrit is het mooiste. Doordat we met een kleine vierwieldrive auto zijn, kunnen we een andere weg terug nemen. Soms rijden we steil tegen de rotsen op en soms is het wel erg mul zand. Het pad is erg smal en soms kunnen we er maar net door. Uitkijken voor de cactussen door de open ramen! Soms is de ondergrond knalrood, soms zijn het witte duinen en soms rijden we gewoon over het strand. De mensen hier zijn duidelijk niet gewend aan auto's en sommige springen verschrikt weg. In de dorpjes die we passeren staan de kinderen luid juichend en zwaaiend langs de kant. Geweldig. Het wordt steeds drukker: allerlei herders die hun kuddes zeboes naar huis brengen. Wij genieten ondertussen van een prachtige zonsondergang.
Om 19:00 uur komen we moe maar erg voldaan in het hotel terug. We drinken een biertje, horen dat de zieken weer redelijk opknappen en vertellen onze verhalen.