Kenia - Tanzania
12 juli t/m 2 augustus 1997
Kenia en Tanzania liggen in het oosten van Afrika. Het zijn landen met enorme grasvlakten, de savannen, die in Noord-Kenia overgaan in een droger, meer woestijnachtig gebied. Daarnaast wordt Oost-Afrika doorsneden door de Grote Slenk, een stelsel van enorme breuken en plooiingen in de aardkost. Karakteristiek daarvoor zijn de van oorsprong vulkanische hooggebergten zoals de Kilimanjaro in Tanzania, die met z'n 5.895 meter de hoogste berg van Afrika is.
KENIA is een republiek met een oppervlakte van ongeveer 580.000 km² (veertien keer Nederland). Er leven ruim vijftig verschillende stammen zoals de Kikuyu (20%), de Luhya (14%), de Kamba (11%), de Luo (13%), de Masai (1,5%) en de Turkana (1,3%). Vele groepen hebben hun eigen identiteit en oude gebruiken weten te behouden.
TANZANIA is 945.087 km² groot en heeft ongeveer 26 miljoen inwoners, verdeeld over zo'n honderdtwintig stammen, zoals de Sukuma (23%), de Swahili (18%), de Nyamwezi (7,5%), de Chagga (7%), de Haya (7%), de Makonde (7%), de Gogo (6%), de Masai (1%).
Zaterdag 12 juliNaar Nairobi (Kenia)
Om 7:45 uur vertrekt de trein naar Schiphol. Daar ontmoeten we twaalf andere medereizigers. Drie mensen zullen reeds in Kenia zijn. Een totale groep dus van zeventien man: negen mannen, acht vrouwen en reisleider Pieter Jan van der Hulst. We maken de reis met Baobab.
Het vliegtuig (KLM) vertrekt een half uur te laat, maar we komen toch op de geplande tijd in Nairobi aan. Dat is om 20:30 uur (een uur tijdsverschil met Nederland). De meeste koffers komen vrij snel (ook de onze), maar sommigen duren erg lang. En uiteindelijk zal blijken, dat er eentje helemaal niet komt. Balen natuurlijk, maar Mieke en Arjan (de ongelukkigen) hebben hoop, dat alles goed zal komen, omdat er een koffer blijft liggen, die erg op die van hen lijkt. 's Avonds komt hij in ieder geval niet meer boven water.
Daardoor komen we laat aan in het hotel, waar we snel de sleutels krijgen. We kunnen de spullen op de kamer zetten en daarna worden we verwacht voor een drankje en een welkomstverhaaltje. Om 0:30 uur liggen we in bed.
Zondag 13 juliNaar Naivasha-meer
's Nachts worden we een paar keer wakker van de muggen (geen malaria); verder slapen we goed. We pakken alle spullen om en maken een tas klaar om achter te laten met de dingen die we alleen nodig zullen hebben voor de Kilimanjaro. We ontbijten in het hotel. Het duurt vrij lang en degenen die het laatst bestellen, krijgen het eerst te eten.
Mieke en Arjan vertrekken met een taxi naar het vliegveld op zoek naar de verloren spullen. Zij zullen met een tweede busje met kampeerspullen ons later inhalen. Onderweg naar het Naivasha-meer hebben we prachtig uitzicht over de Grote Slenk, zoals we dat ook in Ethiopië gezien hadden.
We stoppen in een restaurantje voor de lunch: kip of rundvlees met frietjes en wat groenten. De kip ziet er erg goed uit, maar smaakt niet best, zodat ons rundvlees de beste keus lijkt. Ondertussen komen Mieke en Arjan terug mèt rugzak. Inderdaad heeft iemand hem verwisseld.
We rijden door naar het Naivasha-meer, waar we op een camping de tenten opzetten. Een mooie, grote, rustige camping vlak aan het water (met picknicktafels). We lopen naar de waterkant op zoek naar vogels en zien een kleine witzwarte ijsvogel, pelikanen, reigers, mooi gekleurde spreeuwen, gele vogeltjes en een paar ibissen. 's Middags zitten we een poosje rustig bij de tent. Het weer is redelijk: een graad of twintig. Meer bewolking dan zon. Als de zon schijnt, is het meteen goed warm. We zitten op een hoogte van 1.900 meter, zodat we moeten uitkijken met verbranden. We zouden met een boot het meer op gaan varen, maar de schippers hebben geen zin. Dus gaat het niet door. Daarom gaan we maar een biertje drinken. Je moet toch wat.
We eten 's avonds spaghetti, klaargemaakt door de kok Charles. Het smaakt prima. De afwas moet door de groep gebeuren. Dat is minder.
Bij een kampvuur zitten we een tijdje gezellig te kletsen en goed 21:30 uur gaan we naar bed. Hoewel het pas de tweede dag is, hebben we het idee dat we al een week onderweg zijn.
Maandag 14 juliHell's Gate N.P.
Om 6:30 uur worden we gewekt. We krijgen wit brood met ham, kaas, pindakaas, e.d. Vrij luxe.
Daarna vertrekken we voor een dagwandeling door het Hell's Gate National Park, een van de weinige parken in Kenia waar gewandeld mag worden. Het is een ongeveer vijfhonderd meter brede kloof waar geen grote katachtigen en olifanten voorkomen. Vandaar dat je mag wandelen. Wel zien we veel andere soorten beesten: zebra's, giraffen, wrattenzwijnen, impala's, Thomson's gazellen, buffels. Ook zitten er veel vogels: een bijeneter en veel gieren bij een zebrakarkas. Ook een maraboe.
We wandelen van 8:00 uur tot zo'n 14:30 uur. Een mooie tocht, niet moeilijk. Na de picknicklunch loopt het wat gevarieerder, doordat we een engere kloof ingaan. Wat meer klim- en klauterwerk. Vervolgens dwars door de rivier op weg naar een geisertje. Prachtig.
We rijden met de bus terug naar de camping. Daar nemen we de boot voor een tocht over het meer. We zien veel nijlpaarden, waarvan sommigen hun bek open hebben. Schitterend. Ook zitten er grote reigers, aalscholvers en visarenden.
We varen door naar een restaurant, gespecialiseerd in Engelse afternoon-tea. Vlak bij de aanlegsteiger zitten in een boom verschillende colobus-apen. Mooie zwartwitte met hele lange haren. We krijgen thee met allerlei broodjes, koekjes en taart. In het gras in de tuin eten we dat op.
Het is een mooie dag. Bijna de hele tijd zon. Dan lijkt alles ook meteen een stuk mooier.
Bij de camping is Lia het eerste bij de (drie) douches die warm gemaakt worden door hout te stoken. Hij is bloedheet. Heerlijk. Martijn is een van de laatsten en heeft pech.
's Avonds eten we aardappelen, groente (een variant tussen andijvie en boerenkool) en vlees.
Dinsdag 15 juliNaar Masai Mara
Om 7:00 uur staan we op. We ontbijten en pakken de hele troep in. Alles moet in en op de kleine bus gepakt worden. Hij wordt helemaal volgestouwd. Ook het hele gangpad staat vol, zodat we met veel moeite bij onze plaatsen achter in de bus kunnen komen.
Het zal een lange rijdag worden. Goed 8:30 uur vertrekken we en om 18:00 uur zijn we op de plaats van bestemming. Onderweg stoppen we een paar keer voor een drank- en eetstop. In Narok kopen we postzegels. We zien er al veel Masai-mensen. Je herkent ze aan de grote gaten in hun oren en de roodblauw geblokte dekens. Ze dragen veel sieraden.
Vlak voor de camping stoppen we in een Masai-dorpje. Pieter Jan regelt dat we foto's mogen maken en daar maken we dankbaar gebruik van. Zowel de mannen als de vrouwen zien er prachtig uit. Vooral de oren zijn mooi. Grote gaten zitten erin met veel oorringen. Soms hangen ze die lellen om de oren, zodat je rare knoopjes krijgt. Dat ziet er erg grappig uit.
Op weg naar de Masai Mara zien we al veel dieren. Zebra's, gnoes, Thomson's gazellen, giraffen, struisvogels. Dat belooft veel goeds voor de komende dagen.
De camping (met warme douches) ligt vlak voor de Masai Mara. Er is niets omheind: het park niet en de camping ook niet. Daarom worden we 's nachts bewaakt door drie Masai-mannen die een vuur brandend houden.
Het bier is onderweg aangevuld (iedereen drinkt bier, ook alle vrouwen en dat moet straks nog de berg op) en dat smaakt prima.
Woensdag 16 juliMasai Mara
We staan in het donker op zodat we om 6:00 uur kunnen vertrekken voor een gamedrive. Die zal uiteindelijk langer duren dan gepland: zeven uur. Dus maar liefst zeven uur hobbelen in de bus. Wij zitten weer achterin waar het het meest schudde. Maar we zitten ieder aan een kant en hebben beide een open raam. We hebben dus uitstekende plaatsen.
Het is alleszins de moeite waard. We zien verschrikkelijk veel. Het begint al meteen met een leeuw die vlak langs de kant van de weg loopt. Later zien we een hele groep van vier leeuwinnen met elf jongen. Schitterend. Ook een cheetah (!), hyena, wrattenzwijnen, zebra's, giraffen, waterbokken, gnoes, Thomson's gazellen, impala's, struisvogels, gieren, gekroonde kraanvogels, secretarisvogel, parelhoenders, hartebeesten, olifanten, krokodillen, topi's, nijlpaarden, geelbekooievaar, Grant-gazellen. Op het laatst liggen er vier leeuwen (twee vrouwtjes en twee jongen) in een boom te hijgen van de warmte. Prachtig hangen ze er bij.
We zijn wel erg gaar na afloop en hongerig. We vallen dan ook uitgehongerd op de lunch aan. We krijgen salade, wentelteefjes met dikke plakken ham en een aardappelsalade.
Om 16:00 uur vertrekken we voor een volgende gamedrive. Een aantal mensen is het al zat. Maar het zit vandaag zo mee, dat we nog wel meer willen zien. We krijgen er geen spijt van! Eerst zien we een paar buffels. Dan een groepje van acht olifanten. Erg dichtbij. Mirjam S. vindt het maar niks en is bang. Ze zijn erg indrukwekkend. Maar het mooist van de hele dag komt als laatste: een cheetah in het open veld met twee jongen. Die jongen zijn net bolletjes wol. Ze zijn nog zo klein, dat je alleen aan hun pootjes kunt zien, dat het cheetahs zijn. Hun rug is nog dons. De moeder sprint achter een paar gazellen aan. Het is fascinerend om te zien hoe die beschermd worden door een aantal zebra's. Die blijven tussen de cheetah en de gazellen. Terwijl de hele kudde verder graast, blijven drie zebra's de cheetah in de gaten houden, die uiteindelijk afdruipt. Ze loopt daarbij vlak langs onze bus. Wat een schitterend beest. Het is de snelste van allemaal: zij kan zo'n tien seconden lang honderdtien kilometer per uur halen.
Donderdag 17 juliMasai Mara
Binnen twee uur is alles ingepakt en tegen halfnegen vertrekken we weer naar de Masai Mara. We trekken er nu dwars doorheen, op zoek naar nog meer wild. Het enige dier dat we niet eerder gezien hebben, is de zadelbekooievaar. Voor de rest veel buffels, een paar olifanten, wat maraboes. In de verte staan grote groepen met gnoes en zebra's (zij leven naast en bij elkaar; de gnoes eten de bovenkant van het gras, de zebra's grazen de rest af), een groep met buffels en een groep met veel hartebeesten, impala's, Thomson's gazellen, gnoes. Even verderop komen twintig giraffen de bosjes uit. Wat bewegen die zich prachtig voort. Zo statig. En ze lopen zo mooi achter elkaar.
Net buiten het park kamperen we en zetten we de tent op tussen wat lage boompjes. Na de lunch schrijven we de kaarten en geven die aan de chauffeur die ze zou posten.
Tegen het einde van avond (vanwege de warmte) scheiden we al onze spullen: wikken en wegen. We kunnen een tas achter laten voor de zesdaagse wandeltrek waar we alles in kunnen stoppen wat we niet zullen gebruiken. We willen uiteraard zo weinig mogelijk meenemen, want we moeten alles zelf dragen. Toch wordt het nogal wat, want ook de slaapzakken en de matjes moeten mee.
's Avonds worden er door een aantal mannen een paar dansen opgevoerd. Met het hoogspringen maken ze indruk op de vrouwen.
Vrijdag 18 juliNaar Masai-dorp
Om 6:00 uur staan we op, want we moeten toch nog een aardig stuk rijden en de chauffeur gaat daarna terug naar Nairobi. De weg via Naikara is vrij slecht, vooral het laatste stuk. Onderweg zien we een grote trap. De bus heeft soms grote moeite om door de paden te komen. Vlak voor de manyatta van Mozes kan de bus niet verder en gaan we lopen. Slechts een kwartiertje, maar we kunnen wel voelen hoe het de komende dagen zal gaan. We zullen het moeilijk krijgen, denken we.
's Middags maken we een wandeling in de omgeving van het dorp met Mozes als gids. De Masai kennen alle planten en weten precies waar ze goed voor zijn. Mozes vertelt ons alles en wijst ons ook bijengaatjes aan. Die zitten in de grond en kunnen soms twee à drie meter diep zijn. Ze proberen om uit een van die gaatjes honing uit te graven, maar ze kunnen het niet vinden.
Na het eten komen de kindertjes aan het vuur zitten die allerlei liedjes zingen. Daarna volgen de vrouwen. Wij drinken ondertussen zelfgestookte palmwijn. We slapen in het huis van Mozes, dat nog in aanbouw is, maar waarvan de muren en het dak al staan. We liggen gewoon op de vloer.
Zaterdag 19 juliWandeling Masai
Terwijl we wachten op bloedaftapping bij koeien, zien we een paar grondneushoornvogels. Dat afgetapte bloed mengen ze met melk en drinken ze in tijden dat er minder eten is. Het is erg goed voor je. Martijn proeft het: het smaakt naar lauw tomatensap.
Het duurt altijd uren voordat de Masai eindelijk klaar staan. Bij hen is het de gewoonte dat ruzies helemaal uitgepraat worden. Niemand gaat weg, voordat iedereen tevreden is. Degenen die met ons meegaan, worden door de bewoners aangewezen. Iedereen moet het er over eens zijn. Zo niet, dan wordt er gepraat tot iedereen dat wel is. Voor de degenen die meegaan is het een uitstapje. Ze moeten wel enorme pakken dragen, maar daarnaast krijgen ze allerlei dingen te eten die ze normaal niet krijgen. Vooral op suiker zijn ze dol.
Ondertussen organiseren de vrouwen een markt met sieraden. Ze zijn erg mooi, maar niet bepaald goedkoop. We houden het bij foto's maken.
Om 11:00 uur vertrekken we eindelijk. Het duurt nog een half uur, voordat de Masai-dragers ons volgen. Wij dragen zelf een rugzak met onze eigen spullen: slaapzak, matje, trui, extra kleding, regenpak, toiletspulletjes, boek, e.d. Het eten wordt door de Masai gedragen. Behalve vier geitjes (voor het verse vlees) die zelf lopen. Charles, de kok van de afgelopen dagen, gaat ook mee. Bovendien wordt een aantal grondzeilen meegenomen, waar we op zullen slapen. En een extra zeil tegen de regen. Hopelijk hebben we dat niet nodig. Tenten nemen we niet mee.
We worden in tweeën gesplitst, zodat je niet in zo'n massale groep loopt. Wij zijn met Francien en Ruud, Mirjam en Josef en Marjo en Roel. Pieter Jan en vier Masai vergezellen ons.
We zullen vandaag vierenhalf uur onderweg zijn. Het is een eenvoudige wandeling: lichtelijk op en neer. Het dragen van de rugzak valt reuze mee. De Masai zien allerlei sporen van buffels en olifanten. We lunchen met geroosterd brood, kaas, jam, pindakaas en thee. Het gaat er goed in.
Om 16:00 uur arriveren we op de plaats van bestemming. Een klein soort manyatta: een ronde plaats, helemaal omheind met doornhout, wat de wilde beesten weg moet houden. Een stukje van de kampplaats vandaan wordt geit nr. 1 geslacht. Dat gebeurt niet in het kamp, omdat op het bloed de wilde dieren afkomen. De geit wordt in stukken gesneden, de ingewanden en een paar poten worden in het kampvuur op een paar stokken gehangen. De rest wordt voor morgen bewaard. We krijgen vooraf de lever te eten. Zelfs Lia vindt het lekker.
's Avonds krijgen we bij de poten ugali (maismeelpap dat als een blok op de maag ligt), kaassaus en groente. We kruipen dicht op het vuur, want het wordt frisjes.
Met z'n allen zoeken we een plekje op de zeilen. Het is een klein kamp, dus is het passen en meten. We slapen prima in de open lucht. De hele nacht blijft het kampvuur branden en houdt een Masai de wacht.
Zondag 20 juliWandeling Masai
Om 6:30 uur wordt het licht en wordt iedereen zo'n beetje wakker. We ontbijten met pap (bah) en alles wordt ingepakt. Voordat de Masai eindelijk klaar zijn, is het goed halftien.
We lopen weer in twee groepen. Het 'pad' is heel afwisselend: bos, moeras, weiden. Soms mooie uitzichten. Het gaat een beetje omhoog en omlaag. Het dragen van de rugzak valt alles mee.
Onderweg zien we een grote kudde buffels, een wrattenzwijn en wat ibissen. Het is een mooie wandeling. Goed om conditie op te bouwen voor de Kilimanjaro. Om 15:20 uur zijn we bij de kampplaats. Die is een stuk groter dan de vorige, zodat we wat ruimer zullen kunnen slapen. Bovendien ligt hij aan de rivier. Daar gaan we dan ook snel allemaal heen. Heerlijk om je weer eens te kunnen wassen.
's Avonds eten we lekkere macaroni met geitenvlees en groenten. We zitten met z'n allen om het vuur gekleumd, want erg warm is het niet. Het kamp is opener dan het vorige, waar de warmte onder de bomen bleef hangen. 's Nachts wordt alles vochtig en de temperatuur zakt tot 5,4º om 7:15 uur.
Maandag 21 juliWandeling Masai
Een rustdag. Er wordt een acht uur durende wandeling georganiseerd naar een waterval. Wij, samen met Mirjam H., Francien, Mieke en Arjan, en Pieter Jan hebben daar geen zin en blijven in het kamp: lekker lui, boekje lezen, koffie drinken (we zijn een wandelgroep die niet wil wandelen, volgens Pieter Jan; hij gaat een klacht indienen). Het is wel jammer, dat het bewolkt is en er wat wind staat, waardoor het frisjes is. Om een uur of twaalf wordt het helder. Voor de lunch krijgen we gefrituurde (!) flapjes, zogenaamde mandazi's. En dat midden in de bush bush.
's Middags wast Lia d'r haren in de rivier. Verder kletsen en zonnen we wat(niet te lang) en drinken thee.
Om 16:00 uur komt de groep die gewandeld heeft terug. Ze zijn erg tevreden, maar aan hun verhaal te horen, hebben we niet echt wat gemist. Wij hebben in ieder geval genoten van ons dagje rust.
Na het eten is er een goed bewaarde verrassing: zes flessen wijn, een fles port en een enorme zak cashewnoten. Met z'n allen zitten we rond het kampvuur en Mozes vertelt wat verhalen. Als 'big surprise' komt Charles met een door hem 's middags gebakken taart. Het is bijzonder knap wat hij met dat houtvuur voor elkaar krijgt.
Dinsdag 22 juliWandeling Masai
De langste wandeldag: we lopen van 2.000 meter naar 2.300 meter om tenslotte op 2.100 meter te eindigen. We vertrekken om 9:15 uur en zijn om 17:15 uur in het kamp.
Het is een prachtige wandeling. Lichtelijk op en neer door hele mooie natuur. Vaak is er geen pad of alleen iets wat er op lijkt. We gaan overal dwars doorheen. Het is wel opletten waar je je voeten neer zet, de grond is erg ongelijk. Ook liggen er veel boomstronken en moet je uitkijken voor laaghangende en terugzwiepende takken.
We lunchen bij een mooi uitzichtpunt. We doen allerlei blikken bonen, maïs, erwten en vlees in een pan en warmen het op. Het smaakt heerlijk.
's Middags halen we de andere groep in die wat langzamer loopt.
In het kamp zoeken we een vlak plaatsje en maken we ons bed op (= slaapzak uitrollen).
De thee wordt gezet van water uit een bruin beekje. Het ziet er niet uit, maar het smaakt prima. Na de spaghetti 's avonds gaan we meteen naar bed. We liggen enigszins scheef, maar slapen toch wel goed.
Woensdag 23 juliWandeling Masai
Het duurt weer lang, voordat de Masai klaar zijn, zodat de eerste groep (wij dus) pas om 9:00 uur vertrekt. Het gaat vandaag voornamelijk naar beneden. Eerst door het bos, later door het gras. Dat wordt extra bemoeilijkt, omdat er veel stenen liggen. Je moet goed opletten dat je niet struikelt.
In drie uur tijd zijn we op het laatste kamp (op 1.450 meter). We smijten onze spullen neer en haasten ons naar de rivier. Wat een verrukkelijk plekje is dat! Midden tussen de bossen loopt de rivier, waar veel grote rotsblokken liggen, waarop je lekker in de zon kan zitten. Er zitten talloze vlinders waaronder een hele grote. De zon schuift wel op, zodat iedereen steeds een andere steen opzoekt. Om 14:00 uur verdwijnt de zon grotendeels achter de rotsen en is het lunchtijd (tomatensoep met spaghetti). De rest van de middag lekker met z'n allen zitten luieren, thee drinken, boekje lezen.
's Avonds na het eten wordt er afscheid genomen van de Masai. Ze krijgen hun loon en een tip. Een van de Masai is voor de eerste keer mee en is erg verbaasd geweest, hoe goed het tussen die verschillende culturen gaat.
We stellen net voor om te gaan slapen, als de eerste regendruppels vallen. Iedereen snelt naar z'n spullen, gooit alles op het midden van het plastic en vouwt dat erom heen. We pakken ons capeje en gaan bij het vuur zitten. Het blijft regenen en er wordt besloten om een zeiltje te spannen, waar we met z'n allen onder kunnen, want we willen toch wel gaan slapen. Zo gezegd, zo gedaan. Alle zeiltjes die eerst op de grond lagen, spannen we nu, zodat we afdakjes hebben. We gaan liggen op onze poncho's en daarop de luchtbedden. Om middernacht liggen we dan eindelijk in bed. De resterende vijf uur slapen we best redelijk. Het regent niet meer.
Donderdag 24 juliWandeling Masai, naar Nairobi
Om 5:00 uur moeten we al op, want we zouden afdalen in de Grote Slenk en dan zou het knap warm kunnen worden. In het donker pakken we alles in en we ontbijten met thee, suikerkoekjes en een halve liter slootwater. Nu krijgen we het wel voor elkaar om op tijd te vertrekken en om 6:15 uur gaan we op weg voor het laatste stuk van deze trek. We stappen uit de bomen en daar is het al zo licht, dat we onze zaklampen niet meer nodig hebben. We lopen het grootste deel naar beneden: we zullen zo'n zevenhonderd meter moeten afdalen. Het grootste deel is goed te doen, sommige stukken zijn vrij steil, waar dan los grind op ligt. Uitkijken dus. De zon komt als een rode bal op. We hebben prachtig uitzicht over de Grote Slenk. We pauzeren een keer en iedereen verbaast zich dat de chocoladetabletten niet gesmolten zijn.
Om 10:00 uur komen we beneden in het dorp aan. Het laatste stuk schijnt de zon. Daarvoor is het bewolkt, zodat het lopen vrij snel is gegaan. In een tuin bij een huis wordt op ons gewacht. In een kring onder de bomen staan banken en stoelen met witte kleedjes er op. De frisdrank staat koud en iedereen heeft binnen de kortste keren z'n flesje leeg. Weer eens wat anders dan bruin slootwater. Er is meer dan genoeg en iedereen kan naar hartelust drinken. Even later wordt de brunch gebracht. Veel vers fruit (mango, sinaasappel, papaja, banaan en meloen), pannenkoeken en oliebollen. Het smaakt heerlijk. Vooral het fruit hebben we wel wat gemist de afgelopen dagen.
De bus is ook gearriveerd en alles wordt ingepakt. Om 11:45 uur vertrekken we voor de vier uur durende rit naar Nairobi. Het is even wennen aan het gehobbel, maar dat gaat snel. We rijden over een dijk van het Magadi-meer, het grootste zoutmeer van Kenia. Het is een vreemd gezicht, die hele witte massa. Het mooiste zijn de vele duizenden flamingo's die er zitten. Wat een enorme hoeveelheid. Schitterend.
Onderweg moet de bus een keer aangeduwd worden, omdat hij niet meer wil starten.
Zonder ongelukken komen we in Nairobi aan. In het hotel brengen we onze spullen naar de kamer, wassen onze handen en gaan naar de bar voor een lekker koud pilsje. Daar zitten Cor en Alfred en we zitten gezellig te kletsen. Later komen ook Mieke en Arjan, Roel en Marjo en Jan (allemaal gewassen). Na het tweede biertje gaan wij dat ook doen en liggen wat op bed, voordat we zullen gaan eten.
Pieter Jan heeft een tafel gereserveerd in het Carnivoor-restaurant. We rijden daar met taxi's heen. Op het moment dat we weg willen, begint het enorm te plenzen. Wat zijn we blij, dat we de afgelopen dagen niet zo'n bui hebben gehad. De taxichauffeur komt met een grote plu ons halen, dus worden we niet zo nat. Sommige mensen in de auto hebben daar wel last van: de taxi lekt gewoon.
De Carnivoor is een enorm groot restaurant, waar de Kenianen niet komen (te duur). We hebben lekker geschranst. Er is nl een enorme barbecue die helemaal verzorgd is. We krijgen eerst uiensoep met bruine broodjes. Er worden sausjes en salades neergezet. Vervolgens komen er mensen met enorme spiesen aanlopen. Afhankelijk van wat er op zit, wordt er wat afgeschoven of stukken met grote messen afgesneden. Prachtig om te zien. We krijgen worstjes, kip, lam, beef, zebra, impala, waterbok. Als we alles geproefd hebben, komen ze vragen wat je nog meer wilt. Je kan zoveel eten als je wilt. Vooral de impala en de beef smaken heerlijk. Ook voor de drank wordt goed gezorgd. Daarna nog toetjes met ijs en koffie. Het geheel is perfect.
We zijn wel blij, dat het afgelopen is, want we zijn moe (iedereen trouwens). Om 11:30 uur zijn we terug in het hotel. Daar ontdekt Martijn een plekje op zijn buik en denkt dat het een teek is. Hij gaat er mee naar Mieke en Arjan, die 's middags ook verschillende teken hebben gevonden. Met een pincet verwijderen ze hem.
Eindelijk kunnen we gaan slapen.
Vrijdag 25 juliNaar Arusha (Tanzania)
's Morgens hebben we vrij in Nairobi. We hebben geen trek in ontbijt en gaan zo de stad in. We zitten midden in het centrum, maar er is niet zoveel te beleven. We gaan even naar de bank om Tanzaniaanse schillingen te halen en we kopen wat dingen bij de supermarkt. Op onze kamer eten we de lunch (witte bolletjes met ham en kaas) op. Als we beneden komen, staat daar Erik Diepveen, onze reisleider van Ethiopië. We staan gezellig te kletsen tot onze bus vertrekt. Om 13:30 uur gaat die naar Tanzania. Het is de lijndienst, die geheel voor ons is afgehuurd. We rijden over een goede weg, dus schieten we snel op. Bij de grens gaat het vrij snel. Wel moet iedereen zich persoonlijk melden, maar de bagage hoeft niet het dak af.
Om 18:30 uur zijn we in Arusha, waar we in een restaurantje gaan eten. Daarna is het nog een uurtje rijden voordat we in Moshi, het einddoel, aankomen.
Het Moshi-hotel is een oud koloniaal hotel (vergane glorie). Wel grappig. Onder het genot van een biertje op het terras vertelt P.J. wat ons de komende dagen te wachten zal staan.
Zaterdag 26 juliBeklimming Kilimanjaro
De eerste dag van de beklimming van de Kilimanjaro.
Om 6:00 uur worden we wakker. Na een douche (voorlopig de laatste) scheiden we onze bagage. Datgene wat we nodig hebben op de trek gaat in een rugzak. Deze rugzak zal door een drager naar boven gebracht worden. Wij zelf hebben alleen een dagrugzakje bij ons.
Na het ontbijt met fruit en toast met eieren en bacon gaan we met een busje naar het startpunt, dat op 1.830 meter hoogte ligt. We huren een paar wanten en een paar skistokken, omdat er verteld wordt, dat erboven veel sneeuw zal liggen.
We moeten ons inschrijven in een boek en we wachten op onze lunchpakketten. Om 10:50 uur vertrekken we uiteindelijk. We nemen de route door het bos, die iets langer is, maar wel mooier. Langzaam verandert de vegetatie van dichte bebossing naar open bosjes en vervolgens naar reuzenheide, die wel vier meter hoog is.
Om 14:00 uur komen we aan bij de Mandara-hut op 2.727 meter hoogte, het eindpunt voor vandaag. De overnachtingplaats bestaat uit een grote hoofdhut waar iedereen eet en daarom heen staat een aantal kleinere hutten, waar geslapen en gekookt wordt.
's Ochtends is het nog wat bewolkt, maar 's middags zitten we buiten lekker in de zon een biertje te drinken. Als je naar beneden kijkt, zie je de bewolking over het dal. 's Avonds koelt het flink af en moeten we binnen zitten.
Het eten is een verhaal op zich. En dan met name de tafelkleedjes. Alle mensen die de berg opgaan, hebben hun eigen gidsen, koks en dragers (die alles maar dan ook alles naar boven sjouwen (meestal op hun hoofd); inclusief potten en pannen, houtvuur, servies). In de hoofdhut staan grote tafels en banken. Soms is het nogal druk en moet er in ploegen gegeten worden. Al die gidsen willen voor hun mensen de beste plekjes op de beste tijd. Dat proberen ze te bereiken door op de tafels tafelkleedjes neer te leggen en zo die plek te reserveren. Soms geeft dat hevige strijd, die door ons met veel belangstelling wordt gevolgd.
Vooraf krijgen we thee met koekjes en popcorn. We eten vlees met groente, aardappelen en pasta. Soepje vooraf. Banaan toe. Het smaakt prima.
We slapen boven in het hoofdgebouw. Daar staan twintig (stapel)bedden langs de wanden. Het is een aardig gestommel 's nachts als er iemand naar de wc moet (buiten). Daardoor slaapt een aantal mensen niet zo goed.
Zondag 27 juliBeklimming Kilimanjaro
Om 6:00 uur beginnen de gidsen de kleedjes weer neer te leggen. Dat gaat gepaard met harde stemmen en verschuiven van tafels, waardoor iedereen wakker wordt.
Het ontbijt is om 7:30 uur met pap, wit brood met jam en pindakaas en een bord met ei met worst, tomaat en komkommer. We kunnen ons water bijvullen en we krijgen een lunchpakket.
Wij zijn als eerste klaar om te vertrekken en doen dat dan ook om 8:00 uur. De Horombo-hut is ons doel voor vandaag. Dat betekent een wandeling van 2.727 meter naar 3.780 meter. Wij lopen dat in de snelle tijd van vier uur in plaats van de vijf uur die er voor staat.
De vegetatie onderweg verandert voortdurend. In het begin is er nog bos en reuzenheide. Als we daar uit komen, hebben we prachtig zicht op de top van de Kilimanjaro, ons uiteindelijke doel. Hij lijkt nog wel erg ver weg.
Er zijn hele stukken verbrande struiken die beginnen uit te lopen. We zien veel witte, gele en paarse bloemen. Ook oranjegele pijlbloemen. Op een veldje staat het er vol mee. Prachtig. De planten worden steeds lager en lager, zodat je steeds verder voor- en achteruit kunt kijken. Het pad is prima begaanbaar en het lopen gaat makkelijk. We hebben natuurlijk wel de nodige training achter de rug.
We zijn om 12:00 uur op de plaats van bestemming, waar we drie hutten krijgen toegewezen. In de luwte van zo'n hut (en in de zon) zitten we de rest van de middag. We lezen wat, drinken een colaatje en liggen een poosje in de zon. Lekker ontspannen. De laatsten van de groep komen om 14:30 uur aan.
Om 15:00 uur is er weer thee; dit keer met warme nootjes. We drinken die snel in de grote hut op en gaan vervolgens weer vlug de zon in. De temperatuur is daar een stuk aangenamer.
's Avonds is het bij toerbeurt eten, terwijl de muizen over de vloer lopen. Deze hut wordt op de heen- en op de terugweg door iedereen aangedaan, terwijl de Kibo-hut en de Mandara-hut op de terugweg overgeslagen worden. Bovendien blijven veel mensen een extra nacht om te acclimatiseren. Vandaar die drukte.
Omdat het licht in onze hut het niet doet, gaan we vroeg slapen.
Maandag 28 juliBeklimming Kilimanjaro
Om 7:30 uur is er ontbijt, zoals gewoonlijk met brood, pap en ei.
We blijven een extra dag in de Horombo-hut: een rustdag oftewel een acclimatiseringsdag. Om beter aan de hoogte te wennen, maken we een wandeling naar de Mawenzi-hut (onder het motto hoog lopen - laag slapen). We gaan van 3.780 meter naar 4.600 meter en weer terug. Het is een mooie wandeling. Onderweg hebben we prachtig uitzicht over de Kilimanjaro-piek, waar we naar toe zullen lopen.
's Middags schijnt de zon niet, zodat het erg frisjes is. Op een gegeven moment gaan we zelfs binnen zitten. We moeten weer vroeg eten (17:00 uur) en daarna plaatsmaken voor de volgende groepen. Omdat er verder niets te beleven is, gaan we maar naar bed. Zolang het licht is, kunnen we lezen. In het donker steken we een paar kaarsen aan en zowaar: op het moment dat de derde kaars brandt, gaat de tl-buis zomaar ineens aan. PJ haalt nog wat te drinken en er wordt wat gelezen.
Dinsdag 29 juliBeklimming Kilimanjaro
Ontbijt om 7:30 uur. Het is er erg druk. Om 8:00 uur zijn wij weer als eersten klaar om te vertrekken en gaan dan ook meteen weg: naar de Kibo-hut op 4.750 meter. Een groot stuk is vals plat en het laatste stuk wat meer omhoog. Volgens de borden zou het vijf uur lopen zijn. Wij doen er slechts drie uur en een kwartier over: volgens Pieter Jan een record. Wij vinden zelf dat we erg langzaam gelopen hebben.
Bij de Kibo-hut zitten we in het zonnetje (wel met jassen e.d. aan), maar het is lekker. We hebben prachtig uitzicht op het pad, dat we 's nachts zullen gaan lopen: steil omhoog. Iedereen druppelt langzaam binnen.
Om 17:00 uur krijgen we een flink bord pasta. Dan al is het slapen gaan! We liggen er net in als Marjo ziek wordt; het wordt snel erger en even later wordt besloten dat ze, samen met Francien die al een poosje hoofdpijn heeft, meteen naar beneden zullen gaan. Pieter Jan en twee dragers gaan met hen mee voor de drie uur durende wandeling naar de Horombo-hut in het donker.
Woensdag 30 juliBeklimming Kilimanjaro
Om 00:00 uur worden we gewekt. We hebben niet zo goed geslapen, hoewel het wel warmer is dan we verwacht hadden. We hebben alle kleren die we aan zouden trekken (en dat is alles wat we bij ons hebben) 's nachts onder de slaapzakken gelegd, zodat ze wat warmer zouden worden. We kleden ons langzaam aan, want wij zitten in de 'snelle ploeg', wat in houdt, dat we om 01:00 uur zullen vertrekken. De anderen gaan om 01:30 uur lopen.
Voordat we gaan krijgen we thee met koekjes. Daarna beginnen we aan het laatste stuk van de beklimming van de Kilimanjaro: van 4.750 meter naar de Uhuru-piek op 5.895 meter. In het donker dus. En dat is eigenlijk maar goed ook: dan zie je tenminste niet hoe steil en eindeloos die berg is. We hebben verschrikkelijk mazzel met het weer. We waren gewaarschuwd, dat het erg koud zou kunnen worden (tot -20º), maar het waait niet, zodat het helemaal niet zo koud is. In het begin lopen we zelfs te zweten. Het eerste stuk valt mee, dat is nog niet zo steil. Er zijn met ons groepje (acht personen) twee gidsen mee: eentje voorop en eentje achteraan. Je ziet verder niet zo veel, alleen overal lichtjes op de berg. Het ziet er wel grappig uit.
Net voor het rustpunt (het punt waar de berg 60º omhoog gaat), krijgt Lia al last van haar benen. Ze willen voor geen meter meer vooruit. Na de pauze heeft ze er bijna geen last meer van. Gelukkig.
Omdat het volgende stuk zo steil is, gaan we zigzaggend omhoog. Het 'pad' is een grindlaag, zodat je regelmatig een pas doet en dan er twee naar beneden glijdt. Bovendien is de lucht zo ijl, dat iedereen voortdurend in ademnood is.
Een uurtje onder Gillman's Point (op 5.681 meter) krijgt Martijn het zwaar. Hij gaat daarom voorop lopen (achter de gids) en geeft zo het tempo aan (pole pole): telkens even lopen, dan weer stoppen om uit te puffen. Het gaat zo steil omhoog! Gelukkig bereikt iedereen Gillman's Point. We zijn daar al om 4:50 uur, zodat we er drie uur en vijftig minuten over gelopen hadden, terwijl er eigenlijk vijf uur voor staat. Daarom zijn we veel te vroeg om de zon achter de Mawenzi op te zien komen. Om daar echter anderhalf uur te wachten, is ook niets, omdat dat te koud is. We besluiten om maar gelijk door te lopen naar de Uhuru-piek, de eigenlijke top van de Kilimanjaro. Men had tevoren gezegd: als je Gillman's Point haalt en je weet nog wat je voor- en achterkant is, moet je doorgaan naar de top. Anders krijg je daar geheid spijt van.
We lopen dus allemaal door. We moeten nog zo'n tweehonderd meter stijgen en vooral het laatste stuk zit iedereen er helemaal doorheen. Op de top zijn we bekaf; we kunnen niet meer. Maar als we even gezeten hebben, loopt iedereen al snel weer rond om de nodige foto's te maken. Echt inspannend is het allemaal niet, maar door de hoogte heb je zo'n tekort aan zuurstof, dat je het moeilijk krijgt. Je bent wel weer snel hersteld.
We blijven niet lang op de top. Het waait er wat, waardoor het frisjes is. Het vriest er wel, maar het voelt veel minder koud aan dan we van tevoren gedacht hadden. Om 7:00 uur beginnen we aan de terugtocht, waar we drie uur over zullen doen. Al snel komen we de andere groep tegen. Alleen Cor is op Gillman's Point teruggegaan (hij had last van evenwichtsstoornissen); de rest komt ook allemaal boven. Toch goed: veertien van de zeventien.
Het eerste stuk (naar Gillman's Point) is soms nog zwaar: er zitten wat klimmetjes in; ze stellen helemaal niets voor, maar we zijn helemaal opgebrand. Op Gillman's Point rusten we uitgebreid in het zonnetje, eten een (bevroren) mars/snickers en beginnen dan aan de afdaling. Gingen we op de heenweg zigzaggend naar boven, op de terugweg lopen we in een rechte lijn naar beneden. Je zet een voet in het gruis, glijdt een halve meter naar beneden, en dan de andere voet en weer glijden. Dat gaat lekker snel.
Om 10:00 uur zijn we terug in het hotel, waar we worden opgewacht met een glaasje ranja.
We pakken onze spullen in en om 11:00 uur vertrekken we naar de Horombo-hut. Het grootste stuk loopt naar beneden, dus dat gaat soepel. Na twee uur zijn we er. Pieter Jan, Francien en Marjo zitten ons op te wachten. De laatste twee zijn gelukkig helemaal opgeknapt van de hoogteziekte.
We kopen een welverdiend biertje en gaan op ons bed liggen. Tot etenstijd liggen we wat te doezelen. We eten lekker vroeg (17:00 uur), zodat we bijtijds naar bed kunnen. In het restaurant is het alweer een ware strijd om de tafelkleedjes. Grappig gezicht.
Donderdag 31 juliBeklimming Kilimanjaro, naar Arusha
We slapen het klokje rond (als een blok).
Na het ontbijt (een nog groter gevecht met de tafelkleedjes) vertrekken we voor de verdere afdaling naar het beginpunt. We vertrekken met zon, maar zien in het dal de wolken al hangen. Na een uurtje komen we daar inderdaad in en zien ook meteen niets meer. Dat blijft zo tot onder aan de berg. Op de heenweg hebben we mazzel gehad met het weer en het mooie uitzicht.
Na de Mandara-hut (lunch) wordt het pad glibberig en moeten we goed uitkijken. We zijn blij met de gehuurde skistokken voor wat meer evenwicht. Het eerste stuk (naar de Mandara-hut) lopen we in twee uur en drie kwartier, het laatste (naar het eindpunt) in twee uur. Het pad is verder goed te lopen, maar naar beneden krijgt Lia altijd last van haar tenen. Ook nu, maar alleen het laatste half uurtje, dus valt het mee.
Beneden aangekomen, leveren we alle gehuurde spullen in, drinken een colaatje en melden ons af. Daarna worden we naar het Moshi-hotel gebracht. Onderweg en later vanuit het hotel zien we de Kilimanjaro in zijn volle glorie liggen. Toch een enorme bult!
We gaan een biertje drinken, terwijl de rest eerst gaat douchen. Dat doen wij later onder een lekkere warme douche. Heerlijk na zoveel dagen helemaal niets. Het zwart komt uit onze haren!
Vervolgens weer naar het terras voor nog een biertje. Daar hebben zich al meer mensen verzameld. Om 19:30 uur worden we opgehaald voor een diner. Dit vindt plaats in het nieuwe Zara-hotel. We krijgen daar een uitgebreide rijsttafel. Heerlijk, met rijst, bami, een soort gado gado en iets van foe yong hai. Er wordt behoorlijk geschransd. Aan het eind vertelt Cor iets over iedereen ter afscheid van PJ. die voor ons zal vertrekken. Bovendien doen wij een voorstel voor het organiseren van een reünie, dat in dank wordt afgenomen.
Op het terras van het hotel drinken we met bijna de hele groep nog wat bier en wijn.
Vrijdag 1 augustusNaar Moshi
Na een goede nachtrust (wel vroeg wakker natuurlijk) ontbijten we uitgebreid. Daarna gaan we even Moshi in en pakken alle spullen in.
Tegen de middag vertrekken we naar Arusha, waar we een laatste vrije middag hebben. We stoppen eerst bij het Novotel, waar we uitgebreid gaan eten. Er is een groot buffet met warme happen en koude salades. Het smaakt ons prima. We nemen afscheid van Gert Jan en Mirjam, die nog een week naar Zanzibar gaan. We wandelen door het stadje en strijken neer in een parkje. We hoeven niet meer zo nodig te lopen.
Om 17:30 uur verzamelen we en worden we naar het vliegveld gebracht. Voor de laatste keer zien we de Kilimanjaro liggen.
Het vliegtuig vertrekt om 21:10 uur en na een tussenlanding in Dar es Salaam ...
Zaterdag 2 augustusNaar huis
...landen we om 8:05 uur (Nederlandse tijd) op Schiphol.
Dit was een reis met Baobab (tegenwoordig Sawadee).
Hier staan wat extra foto's in de fotogalerij.