Ethiopië – Kenia

11 januari t/m 3 februari 2013

Baobab bestaat 40 jaar en daarom organiseren ze een reis van Cairo naar Kaapstad. Deze is opgedeeld in zes etappes en wij hebben voor etappe drie en vier ingeschreven. Ons eerste deel begint in Addis Abeba (ETHIOPIE) en gaat recht naar het zuiden naar Nairobi (KENIA). Het tweede deel gaat van Nairobi via Oeganda naar Tanzania. We eindigen in Dar es Salaam en gaan dan met ons tweetjes naar Mafia-island voor de kust van Tanzania om even bij te komen van zeven weken kamperen. Het tweede deel van de reis is te lezen in het verslag Kenia-Oeganda-Tanzania.

Turkana-vrouwen, Ethiopië

RouteAfrika

Vrijdag 11 januariNaar Addis Abeba (Ethiopië)

Om 6:30 uur loopt de wekker af en vertrekken we naar Schiphol voor de vlucht naar Addis Abeba (Ethiopië). Zowel de treinreis als de bagageafgifte gaat voorspoedig en we hebben ruim de tijd om koffie te drinken. We vertrekken volgens plan om 10:10 uur en komen zowaar vijf kwartier te vroeg aan. Ook hier gaat de afhandeling snel. We hadden al een visum en de bagage komt snel. We wisselen meteen euro's voor birrs en krijgen 7150 birr voor € 300. We rekenen € 4 voor 100 birr.
We worden opgewacht door reisleidster Els en rijden in twintig minuten naar het hotel. We zijn best wel gaar na zo'n vlucht, maar toch gaan we buiten in de tuin nog een biertje drinken. We vinden daar het grootste deel van de groep, die uit 16 personen bestaat. Twee mensen gaan alle zes de trajecten mee, eentje gaat er, net als wij, ook twee delen mee. De temperatuur buiten is nog aangenaam; zeker omdat we uit Nederland met licht vriezend weer zijn vertrokken.
We zitten op 2328 meter en dat merken we meteen als we de bagage een trap op moeten sjouwen. Het hotel is het oudste van Addis Abeba en ongeveer 200 jaar oud. Het is simpel, ruime kamer, grote badkamer, schoon, maar wel gehorig.

Zaterdag 12 januariAddis Abeba

We hebben goed geslapen en maken gebruik van het ontbijtbuffet in het hotel.
Onderweg zien we veel bruidsauto's. Kerstmis is hier net geweest (6 januari) en Nieuwjaar viert men op 11 september. Het is erg in trek om net na de kerst te trouwen. Vooral zondag is een geliefde dag en morgen zal het wel helemaal druk zijn met trouwpaartjes, want dan is het een mooie datum: 5-5-5.
Het is hier vandaag de vierde dag van de vijfde maand in het jaar 2005. Ethiopië kent dertien maanden van elk dertig dagen. Wat er over blijft, vier of vijf dagen afhankelijk van het schrikkeljaar, komt er aan het eind bij (is dus de 13de maand). Men gebruikt de Ethiopische kalender die gelijk is aan het liturgisch jaar van de Eritrees-orthodoxe Kerk, ook Ge’ez kalender genoemd. Ook hun tijd is niet hetzelfde als bij ons. Bij ons begint de nieuwe dag om middernacht; in Ethiopië begint men om 6:00 uur onze tijd (zonsopkomst) met 0:00 uur en daarmee lopen ze zes uur achter. Ze noemen het Swahili-tijd. Je moet daar af en toe wel rekening mee houden.
Vandaag bezoeken we eerst het Etnologisch Museum, wat vroeger het paleis van keizer Haile Selassi was. Nu is het deels museum, deels universiteit. Daarna bekijken we de, vrij nieuwe, Holy Trinity Cathedral, ook deels museum.
Holy Trinity Cathedral, EthiopiëDe lunch gebruiken we in het Nationaal Museum, wat redelijk gestructureerd gaat. Men weet precies wie wat besteld heeft en ook de rekeningen komen keurig per persoon op tafel. Het doet erg on-Afrikaans aan.
De Merkato-markt is erg druk. De straatjes zijn er vrij smal en grote delen verkopen allemaal hetzelfde. Nooit zoveel schoenen bij elkaar gezien. Doordat de markt bekend staat om z'n zakkenrollers moeten we erg op onze spullen passen.
In een kleine lokale koffiebar bestellen we een koffieceremonie. De vloer is bezaaid met planten en er staan kleine krukjes. De koffie wordt ter plekke gebrand en iedereen mag daar even aan ruiken. Via allerlei gebruiken en rituelen is de koffie eindelijk klaar en krijgen we een sterk bakkie. Smaakt goed.
Weer terug in het hotel is het erg druk. Overal zitten mensen en ook staat er een bruidsauto. Het valt ons op, dat alle Europeanen buiten zitten en alle Ethiopiërs binnen. Grappig.
We drinken wat biertjes met Nico en gaan daarna samen in het hotel eten. We bestellen een nationale schotel en eentje is genoeg voor ons beide, zegt de serveerster. We krijgen een grote schotel met injera en allerlei hapjes daarop. Heerlijk. De schotel kost 120 birr (€ 5) en een biertje 19 birr (€ 0,80). Niet duur dus. De mensen die echter de hele reis meereizen, hebben tot nu toe niet zo duur gegeten...
In Nederland was ons verteld, dat contante euro's en dollars er als nieuw uit moesten zien, omdat ze anders niet geaccepteerd zouden worden. De birr-briefjes die je hier krijgt zijn regelrechte vodjes. Soms moet je goed kijken wat voor briefje het is, zo viezig en verschoten zien ze er uit.

Zondag 13 januariNaar Awasa via Shashemene – 304 km, 1900 meter

Om 8:00 uur krijgen we uitleg over de truck; zowel van de binnen- als de buitenkant. We hebben twee chauffeurs: Nederlandse Jan en Argentijnse Juan die zo'n beetje de baas is.
De binnenkant heeft voorin acht stoelen in een busopstelling. Achterin zitten de stoelen aan de zijkant. Aan de ene kant met een tafel en koelbox er tussen. Zit wel gezellig. Veel beenruimte en je kunt nog eens gaan staan, als je dat wilt.
Om 8:30 uur vertrekken we richting Arba Minch. Dat zullen we vandaag niet halen en we zullen ongeveer halverwege in Shashemene stoppen.
Onderweg zien we mensen lopen; altijd een teken van armoede. Iedereen loopt te bedelen. Dat is niet veranderd ten opzichte van vijftien jaar geleden, toen we hier ook al eens waren. We zijn benieuwd naar de veranderingen van de stammen in het zuiden van het land.
Lopende mensen, EthiopiëHet landschap is vrij dor. Overal zien we herders met kuddes koeien en geiten. Een enkele keer dromedarissen. Heel veel kinderen zijn er. Vooral in de dorpjes. De chauffeurs moeten goed uitkijken, dat die niet voor de wielen lopen. Er rijden veel wagentjes met ezels er voor.
We lunchen in Shashemene met een lokale schotel: rijst met verschillende stukken schaap, waaronder een oor, en een schaaltje met een gekookt ei en een sausje. Erg lekker.
Daarna rijden we een stukje door naar warmwaterbronnen. De meeste besluiten om daar te gaan poedelen en met een paar man en een gids gaan wij een stukje lopen. We zien het begin van een bron waar het water 85º is. Even verderop zitten vier colobus-apen in de bomen. Prachtige zwartwitte franjeapen. Ze verdwijnen pas als we vrij dichtbij komen. Ook zien we wat gekleurde vogels.
We overnachten in uiteindelijk in Awasa in een plaatselijk hotelletje. Kleine kamer en badkamer; wel schoon. De twee echtparen krijgen beide een kamer met een dubbelbed; alle alleengaanden krijgen een eigen kleine kamer. Kamers met twee bedden kennen ze niet. Alle kamers samen kost US$ 200.

Maandag 14 januariArba Minch – 285 km

We hebben wat last van onze magen. Dat is jaren geleden! Gelukkig is het 's morgens al weer over. We ontbijten in een restaurant in het dorp. We drinken alleen koffie en thee voor 10 birr. We wandelen een stukje rond en bekijken een moskee een ronde toren met mooie mozaïek-afbeeldingen.
Het weer is goed. Blauw en lekker warm.
We zitten vandaag in het voorste deel van de truck, zodat we mooi vooruit kunnen kijken. Er zitten tientallen maraboes in de bomen midden in het dorp. We rijden over een mooie asfaltweg en zien veel lopers, ezelskarren, kuddes koeien en geiten. Langs de kant groeien allerlei gewassen.
We gaan op weg naar Arba Minch.
We bezoeken het hoofdkwartier van de rasta. De mevrouw die ons rondleidt is erg fanatiek. Ze hebben allerlei regels, zoals geen alcohol en drugs. Marihuana wordt wel (veel) gebruikt, maar op onze vraag zegt ze, dat dat geen drug is en bovendien een heilige plant.
We zien steeds meer ezelskarren helemaal volgeladen met goederen. De mannen dragen een apart soort hoge hoeden. De kuddes vee lopen midden op de weg en we moeten regelmatig langzaam rijden of stoppen voor ze opzij gaan.
Veel mensen vragen waar we vandaag komen, zeggen we Holland, dan gaan de duimen omhoog. Als Juan zegt dat hij uit Argentinië komt, gebeurt er niets. Voortaan zegt hij, dat hij ook uit Nederland komt.
De openbare bus kent drie niveaus. Klasse 1 is de meest luxe.
Er zijn vier kookgroepjes en op de markt moet iedere groep voor één dag eten kopen. Omdat ze niet zoveel keus hebben, komt iedereen met hetzelfde terug. Eerst was gezegd, dat we nog naar een supermarkt zouden gaan, maar dat schijnt op de een of andere manier niet meer te kunnen. Dan eten we maar elke dag hetzelfde prutje; een dag met rijst, een dag met pasta, een dag met aardappelen. We zien wel.
We eten in een hotel en splitst de groep zich over verschillende tafels.

Dinsdag 15 januariNaar Konso – 190 km, 1500 meter

Met twee aftandse busjes rijden we naar het Nach Sar N.P. Onderweg zien we de eerste bavianen, waarvan sommige erg groot zijn. Een bosbok blijft voor ons staan, zodat we hem mooi kunnen bewonderen. Aan de rand van het Chamo-meer stappen we in twee bootjes. Eerst een stukje moeten we de boot met een stok afduwen door het ondiepe deel, daarna gaat de motor aan.
We zien veel visarenden, een grote groep witte pelikanen, wat lelielopers en vijf nijlpaarden. Die duiken steeds onder, komen eventjes boven, zien ons en zijn meteen weer vertrokken. Eerst zien we een kleine krokodil die mooi op het strandje ligt. Even verderop ligt een joekel wat verscholen tussen het gras. Hij wordt geschat op zeven meter lang en 75 jaar oud. We kunnen er vrij dichtbij komen. Ook de volgende grote is goed te zien en er zwemt ook een lange in het water. Grote reigers, purple en goliath staan langs de kant te vissen.
We zijn te vroeg terug voor de lunch en vertrekken daarom meteen naar Konso.
Het is zo warm dat we de zijkanten van de truck oprollen. Daardoor komt er wel meer stof en bladeren de truck in. Maar dat weegt niet op tegen de frisse lucht.
We zetten de tenten op bij een resort. Dat terrein ligt wat lager en we moeten een stukje sjouwen met de tent. De grote bagage blijft in de truck en we halen er alleen uit wat we nodig hebben.
Kamole, EthiopiëWe wandelen naar Kamole, een traditioneel dorp waar we uitleg krijgen over de bouw daarvan. Een dorp bestaat uit verschillende kringen die omgeven zijn door hoge muren. Elke kring is voor een bepaalde generatie. Zodra de kinderen 18 worden, komt er een nieuwe kring en wordt er bij de enorme totempaal een nieuwe stam toegevoegd. Er lopen veel kinderen met ons mee en allemaal zeuren ze om op de foto te mogen, waarvoor je dan moet betalen. Dat doen we dus niet, want als je met eentje begint, is het hek van de dam. De gids is zo druk met het stil manen en weg sturen van de kinderen, dat hij op een gegeven moment een kindermepper aanstelt, die de kinderen onder de duim moet houden.
Men heeft allerlei tradities, zoals:
-    je mag pas trouwen als je een grote zware ronde steen over je hoofd kan gooien;
-    je trouwt met iemand uit een ander dorp, want één dorp is één familie;
-    elke nieuwe generatie bouwt een eigen dorp met een stenen muur er om en plant een extra stok bij de enorme totempaal; de binnenste muren zijn drie meter hoog;
-    dode mensen worden gecremeerd en na negen jaar, negen maanden, negen dagen, negen uren opgegraven en bijgezet.
We maken een wandeling door het heuvelgebied door de velden en akkers. Ze verbouwen o.a. koffie, qat, kalebassen, guave, mango. Drie uur later komen we in het donker bij de camping aan. Martijn is er wat eerder dan Lia en bestelt bij het restaurant meteen twee bier, zodat die voor Lia klaar staat. Dat gaat er wel in. En dat geldt voor de hele groep, want iedereen schuift aan. We besluiten en masse dat we hier ook blijven eten, zodat de kookploeg niet meer aan het werk hoeft. Voor de prijs hoeven we dat niet te laten. Een hoofdmaaltijd kost meestal ongeveer 75 birr, € 3. We blijven lekker doorpimpelen en het wordt een gezellige avond.