Donderdag 6 februariKey Afar, naar Jinka
Bij het ontbijt neemt Wim de waterketel van het vuur en wil een kopje inschenken. De hele kan valt echter van het hengsel en hij krijgt de hete thee over zijn hand. 't Valt gelukkig erg mee.
Daarna gaan we met z'n elven twee uur wandelen. We klauteren via een rivierbedding naar beneden. Er liggen grote rotsblokken. Het verval is soms een paar meter. Het loopt wel leuk.
Vervolgens gaan we de markt van Key Afar bezoeken, volgens Paul en Erik de mooiste van heel Afrika. Omdat die in geen enkel boek vermeld wordt, komen er zelden toeristen. Een hele oorspronkelijke markt dus.
In dit gebied wonen de banna, een volk, waarvan de mannen kleikapjes dragen of gevlochten haar hebben waarvan de eindjes vrolijk omhoog staan.In het begin is het nog niet zo druk, maar over de weg zag je hele slierten mensen aan komen lopen. Het is een prachtige markt. Als je de mensen een beetje volgt in hun handelingen, is dat erg grappig, vooral de begroetingen. De handel op zich is niet geweldig. De mensen wel. Ze zien er schitterend uit. Zowel de mannen als de vrouwen. Veel kettingen en armbanden. De vrouwen dragen hun haar vaak in sliertjes gevlochten en met oker en vet ingesmeerd. Bij de mannen is het vaak gevlochten en vele dragen veren in het haar. De meeste mensen hebben T-shirts aan. De vrouwen dragen huiden en de mannen wikkelen een kort lapje om hun heupen. Ze hebben er niets onder. Als ze op hun hurken gaan zitten, zie je alles hangen.
De meeste mensen zijn makkelijk te fotograferen. Sommigen willen niet. Anderen (vooral de mannen met de kleikapjes en veel kettingen) willen er twee birr voor hebben. De kinderen zijn ook niet echt vervelend. Ze bedelen wel, maar als je ze weg stuurt, dan blijven ze ook weg. Al met al een erg indrukwekkende markt. Hier een videoverslag.
Na de lunch rijden we naar Jinka. We zetten onze tent op bij een hotel en zijn als eersten bij de douche in een hotelkamer. Die pomp is pas twee dagen geleden, maar als je ziet wat voor zwart water er af komt! We lopen de laatste dagen in korte broek en dan word je wel veel stoffiger natuurlijk. We voelen ons weer heerlijk schoon.
Om 16:00 uur schuiven we op het terras aan bij Peter en Paul, de chauffeurs. Hun tafeltje staat al redelijk vol met lege (bier)flesjes en dat zal de uren erna alleen maar erger worden. Peter en Ilse vinden ons ook en het wordt erg gezellig. Gelukkig hebben wij nog wat rightreepjes en een paar zakjes pinda's voor de nodige ondergrond. Er worden ook nog wat nootjes gekocht. Lekker.
Ondertussen maakt Dick een spit. 's Morgens zijn er acht kippen gekocht en geslacht. Die zal hij boven het kampvuur klaar maken. Ze worden eerst gekookt, omdat het anders te lang gaat duren. Om 20:00 uur zijn ze klaar en ze smaken prima. Er is wortelsalade, guacamole en gepofte zoete aardappel bij. Heerlijk.
Vrijdag 7 februariNaar Mago N.P.
Na het ontbijt (om 8:00 uur) wordt snel Lia's broek gewassen. Die is wel erg vies en ze wil hem de komende dagen naar het Mago Nationaal Park toch aan. Om 11:00 uur is hij al droog.
We gaan met twee pick-ups, omdat bij de vorige reis de truck vast is komen te zitten. Toen reden ze vanuit Jinka twee dagen op en neer; nu gaan we er overnachten. In de pick-ups kan alleen niet zoveel meegenomen worden. Iedereen moet met z'n drieën in een tent. Wij kunnen het muskietennet van Paul regelen. Hij slaapt dan in onze tent. (Peter, Paul en Jonas gaan niet mee.) Peter en Ilse nemen het muskietennet van Peter en Erik heeft zijn eigen net. Wel lekker om in de buitenlucht te slapen.
De pick-ups worden volgestouwd en we zitten op de bagage. In onze auto kun je goed staan, wat we bijna de hele tijd doen. Het is wel uitkijken voor takken. We rijden vrij snel en de weg naar het park is goed. Daarom zijn we al na twee uur rijden (om 16:00 uur) op de plaats van bestemming. De tenten c.q. muskietennetten worden uitgepakt en we gaan snel naar de rivier. Het is nl bloedheet en iedereen is erg stoffig en smerig. We zweten zwarte straaltjes. De rivier is heerlijk en we koelen lekker af.
Daarna vertrekken we voor een gamedrive. We gaan voor de olifanten, maar die laten zich niet zien. Wel zien we verschillende gieren, hartebeesten, bosbokken, een vosje, zebra's, koedoes, een eekhoorn en parelhoenders die opgejaagd worden door gieren. Eigenlijk niet zo veel bijzonders.
Daarna wordt er thee gezet en gekookt. We eten spaghetti (uit blik) met bonen in tomatensaus (uit blik) en varkensvlees (ook uit blik). Het smaakt boven verwachting. Ilse verwacht dat de hoeveelheid voor tien dagen is, maar alles gaat schoon op. Als toetje hebben we peertjes (uit blik).
We slapen heerlijk in de open lucht. Om middernacht is het nog 30°. Het zal uiteindelijk afkoelen tot 20,4° om 6:30 uur. We worden regelmatig wakker van geschreeuw van apen (bavianen en colobus-apen) en van kikkers. Maar dat is wel grappig.
Zaterdag 8 februariMago N.P., naar Jinka
Voor het ontbijt krijgen we thee en broodjes met pindakaas en honing. Wij hebben nog reepjes ontbijtkoek. Dat smaakt beter. Daarna gaan we op zoek naar de Mursi, de centenbakjes. De vrouwen dragen schoteltjes in hun onderlip. Ze beginnen met een kleintje. Langzamerhand wordt er een grotere in geplaatst. Dat gaat door tot het formaat van een bierviltje.
Bij een brug zaten de vorige reis een aantal Mursi-mensen. Nu is het er leeg. Wij vinden er wel een aantal achtergebleven schoteltjes. De meeste zijn enigszins bewerkt en ietwat beschadigd. Wij vinden elk een stuk van een zelfde schoteltje. Leuk souvenir.We rijden nog een stuk verder, maar we vinden de Mursi niet. Op zich eigenlijk niet zo vreemd. We hebben nl gehoord, dat ze in oorlog zijn met de Bennee-stam. Die wonen aan de overkant van de Omo-rivier en daar heerst droogte. Ze staken de rivier over en kwamen dus op het gebied van de Mursi. Bovendien is er een akkefietje van veertien afgeschoten olifanten. De Mursi zijn daarom weggetrokken om oorlog te voeren. Jammer.
Ondertussen schudden we de hele dag flink in de pick-up. Gisteren hebben we gezwommen in de rivier, maar in een dag tijd kun je erg zwart worden. We zitten helemaal onder het stof.
Om 16:00 uur zijn we weer bij het hotel. Helemaal gaar. Met z'n allen vliegen we naar de bar voor een lekker koud pilsje. Afgelopen twee dagen hebben we het met (pillen gezuiverd) water uit de rivier moeten doen.
Daarna nemen we een douche, waar het zwarte water van ons af druipt.
Vervolgens gaan we nog even naar de markt om te kijken of er nog schotellipvrouwen zijn. Het is ons niet gegund. Wel valt het ons (weer) op, dat men ten zuiden van Arba Minch men geen 'you' tegen ons zegt, maar 'brother', 'father', 'mother': de invloed van missionarissen.
's Avonds komen we wat moeizaam in slaap, want het hotel is tevens disco met harde muziek. Op zich is het wel aardige muziek, maar iets zachter zou prettig zijn. Gelukkig houdt die om middernacht op.
Zondag 9 februariNaar Arba Minch
's Ochtends vertrekken we met het doel Arba Minch te halen. Op anderhalf à twee uur na halen we dat. We stranden langs de snelweg Konso-Arba Minch om 17:00 uur met een gebroken bladveer. Gelukkig hebben de chauffeurs er nog een. Het is wel de laatste.
Bij het ontbijt maken we wat soep; er is nl niet veel brood. We zullen de hele dag rijden. Bij de lunch is er helemaal geen brood meer. Gisteren was een feestdag en dan wordt er niet gebakken. Gelukkig is er altijd een voorraad verschillende toastjes en die komen nu goed van pas. Samen met een salade van kool, tomaat, ui, knoflook, mayonaise en iets van vis smaakt het prima. Er is ook een blik ananas, guave-peertjes en verse watermeloen.
We zitten in de buurt van Konso, wat goed te zien is aan de Hamarmensen. We herkennen ze ondertussen! In Konso kunnen we wat brood kopen voor de volgende ochtend. Gelukkig hebben we de vorige avond en ochtend respectievelijk het bier/fris en het drinkwater al aangevuld.
We stranden dus en wel pal naast een mooi stuk vlak terrein. We worden weer bermtoeristen.
Omdat Peter en Paul de truck moeten maken, moet alles wat er de komende vier uur nodig zou kunnen zijn, uitgeladen worden. Het is een bende. Normaal blijven heel wat spullen in de truck, maar nu staat alles er naast.
We staan pal naast de enige weg tussen Konso en Arba Minch, maar er is amper verkeer (de hele nacht passeren er drie auto's).
Het barst er van de wespen. Duizenden zitten er. Overal. Het steken valt mee. Slechts een of twee prikjes (en niet bij ons). Hopelijk verdwijnen ze als het donker wordt. We hebben nog maar weinig houtskool, dus het wordt een klein kookvuur. De wespen gaan werkelijk weg, als het donker wordt. Omdat het zo'n klein vuur is, duurt het lang voor het eten warm en gaar is. Het wordt spaghetti met tomatensaus en vlees. Daarbij nemen we heerlijke oude kaas die er lekker pittig bij smaakt. Daarna moet er water warm gemaakt worden voor de afwas. We weten niet of het vuur lang genoeg zal blijven branden om ook thee en koffie te kunnen zetten.
Om 21:00 uur zijn we nog met Peter, Ilse, Erik, Anja, Hermien en Dick. Om 21:30 uur is het water gekookt en kunnen we nog een lekker kopje nemen. Nog een potje opgezet voor de tweede ronde. Ondertussen maken we van wat hout een (klein) kampvuur. Al met al wordt het toch nog gezellig.