Dinsdag 28 januariNaar Addis Abeba

Toch is 's morgens wat kleding nat, doordat de tent er tegenaan gewaaid is. We hebben ook bijna een waterbed. Desondanks hebben we goed geslapen. Met een handdoek wrijven we alles droog en dweilen we het grondzeil. Alles wordt te drogen gehangen tijdens het ontbijt bij het vuur.
Iedereen zit bepakt en bezakt in de truck, als we er weer uit kunnen. Een lekke band. Die hebben we gisteren (de rampdag) opgelopen. Enfin, een uur oponthoud. In die tijd hadden we eigenlijk onze tenten kunnen drogen!
We kamperen midden in de canyon en we moeten dus weer omhoog om daar uit te komen. Prachtige vergezichten en uitzichten. Het geheel heeft wel wat weg van de Grand Canyon in de Verenigde Staten. Schitterend.
Bij de afslag naar het klooster Debre Libanos lunchen we. Lia wandelt naar de Portugese brug, die niet Portugees is, maar wel mooi.
We rijden zonder ongelukken verder naar Addis Abeba, waar we om 16:45 uur aankomen. We logeren in hotel Bel Air, een eenvoudig hotel met koude douches (brrr). Hier kunnen Paul en Peter op hun gemak de hele truck weer enigszins opkalefateren voor de resterende tweeënhalve week. We hangen al onze natte kleding uit en drinken een biertje. Daarna die koude douche.
's Avonds gaan we met Hermien en Dick eten. We hebben uit onze gids het restaurant Sunrise gekozen. Met een taxi rijden we er naar toe. Na wat gepingel kost dat 15 birr (ƒ 3,25) met z'n vieren. De chauffeur weet niet waar het is en moet het onderweg een keer vragen. Het restaurant is een oud woonhuis met verschillende kamers. Er zitten bijna allemaal Ethiopiërs, een paar Europeanen. Dick en Lia nemen Ethiopisch eten: enjerra met gehakt, kaas en peper. Erg lekker. Martijn neemt mixed-grill en Hermien geroosterde kip. Samen met kip-/groentesoep en mixed salade smaakt alles prima. Wij bier erbij; zij een fles witte wijn. Kosten 80 birr met z'n tweeën (ƒ 20). Zowel de bediening als de entourage zijn keurig. Met een taxi rijden we terug. Daarna drinken we in de bar van het hotel nog wat. Gezellig.

Woensdag 29 januari / 21 mei 1989 (plaatselijke datum)Addis Abeba

Na het ontbijt maken we met de groep zonder Jan en Rinie een stadsrondrit door Addis Abeba. Alles ligt vrij ver uit elkaar en zo zien we toch de belangrijkste dingen. We komen langs wat kerken en ministeries. Erg indrukwekkend is het allemaal niet. De meeste auto's die er rondrijden zijn taxi's; veel minibusjes en weinig gewone personenauto's. Het is er lang niet zo druk als in andere hoofdsteden. Soms lopen er een stuk of zes ezels en dan weer hobbelt een kudde schapen en geiten midden in de stad.
Op het einde van de ochtend gaan we naar een kerkje boven op een heuvel in een buitenwijk van de stad. Het wordt steeds drukker op de weg: allemaal voetgangers die op weg zijn naar de kerk. Het is nl Mariamdag, dat wordt elke eenentwintigste van de maand gevierd. Veel pelgrims gaan dan naar die kerk. Er wordt veel gedanst en gezongen. Het geheel heeft veel weg van Timkat in Lalibela. Alleen zijn de mensen en vooral de kinderen hier vervelender. Je wordt veel meer lastig gevallen en er wordt veel gebedeld. We zijn de enige toeristen en overal hoor je 'faranji' (vreemdeling). We kijken er even rond, maar we komen niet dicht in de buurt van de kerk: het is er veel te druk. We hebben enorm veel bekijks en van alle kanten wordt wat te koop aangeboden. De bus is omgeven door ruim honderd nieuwsgierigen. Grappig.
Op de terugweg stappen wij uit in de buurt van het station. Van daar af lopen we naar Piazza over de Churchill Road. In een supermarkt kopen we twee marsen en een pakje tuc. Daarna gaan we eten ergens: bij een bakker wijzen we een croissantje, een soort cinnamonrol en een stuk pizza aan. Samen met koffie en thee worden die naar onze zitplaats (boven) gebracht. Kosten 8,30 birr, ƒ 2,25.
Daarna gaan we naar een bank om dollars tegen birrs te wisselen. Voor de Omo-vallei heb je nieuwe briefjes van 1 birr nodig: Addis-birrs. De rest moet in briefjes van maximaal 10 birr. Bij ons geeft dat geen probleem (200 x 1 birr). Peter en Ilse komen na ons en die krijgen met veel moeite 100 x 1 birr. Het zal ons benieuwen of de rest wel het kleine geld krijgt.
We gaan naar het postkantoor om onze ansichtkaarten af te geven. Zowel bij de bank als bij het postkantoor worden we helemaal gefouilleerd en moeten we de videocamera afgeven. Goed beveiligd allemaal.
Vervolgens slenteren we terug naar hotel Bel Air. Onderweg drinken we koffie (met suiker uiteraard; dat zit er altijd al in, ook bij de thee) bij een echte koffiebar (Mocarar) en bij een bakker drinken we een cola. Onderweg zijn veel bedelaars. Wij geven alleen aan diegene die een echt gebrek hebben: mensen zonder voeten, die in een rolstoel zitten of goed kreupel zijn.
In het hotel douchen we (weer) koud en drinken een (lekker) koud biertje. Martijn gaat met Peter en Erik naar de Merkato-markt. Dat is de grootste markt van Oost-Afrika, waar werkelijk van alles te koop is. 's Morgens zijn we er met de bus al een stuk door heen gereden en we worden gewaarschuwd voor geweld: geen sieraden dragen, geen rugzak meenemen, e.d. Wij moeten daar een aantal jerrycans kopen, die de kapotte watertank zal moeten vervangen. Met een taxi gaan we naar de plek op de markt waar de jerrycans te koop zijn. We moeten er zeven van twintig liter hebben. Ze mogen echter niet voor benzine of iets dergelijks gebruikt zijn. Bij een aantal stalletjes kijken we rond. We hebben het oog laten vallen op gele welke plantaardige olie hebben bevat. Geen een tentje heeft er echter zeven. Uiteindelijk komt er een man die ze voor ons wil verzamelen. We willen ze hebben voor 35 birr per stuk. Allerlei jochies komen er mee aanzetten. Eerst ruiken of er niet iets verkeerds ingezeten heeft, daarna controleren of het ringetje van de dop nog goed is. Uiteindelijk hebben we er vijf die we kopen en naar de taxi brengen. De laatste twee moeten nu nog gezocht worden. Een vrouwtje heeft er twee, maar wil 40 birr. Nee, zeggen wij en we lopen verder. Ze slaat meteen de twee cans tegen elkaar en gaat akkoord met de prijs.
Terug in het hotel gaan we de jerrycans schoonmaken. Eerst vullen met zeepsop en water en dan maar schudden. Daarna naspoelen om de zeep eruit te krijgen. Vervolgens met desinfecteer ontsmetten; nogmaals twee keer naspoelen. Als laatste afvullen van de jerrycans met water. Ondertussen is de truck teruggekomen van zijn reparatiebeurt. Het chassis is gelast op de plaats waar de scheuren zaten en de keuken is gerepareerd. Nu kan deze weer ingeruimd worden. We zijn met z'n vijven (wij, Peter, Ilse en Erik) tot 20:00 uur bezig met het schoonmaken en vullen van de keuken. Daarna laden we alle door Erik vandaag gekochte groenten in. Vervolgens gaan we met z'n vijven naar Blue Tops, een redelijk exclusief Italiaans restaurant. Martijn heeft nijlbaars in een stoofpot, Lia steak met zoetzure saus. Vooraf een tomatensoep en kippensalade. Bier erbij en koffie toe. Voor in totaal circa 80 birr per persoon (ƒ 20) gegeten.
Als we terug willen is het tamelijk stil en moeilijk om een taxi te krijgen. Uiteindelijk voor 20 birr met z'n vijven terug naar Bel Air, waar we nog een biertje ter afsluiting nemen.

Donderdag 30 januariNaar Awash N.P.

Soms is het erg koud, EthiopiëGoed 9:00 uur vertrekken we naar het Awash Nationaal Park. De weg er heen is een redelijk goede asfaltweg. Het is nl de enige verbindingsweg met de haven in Djibouti, dé aanvoerhaven van de meeste goederen. We rijden daardoor hard, zodat het frisjes is en iedereen zich goed inpakt. Langzamerhand wordt het warmer; we zakken tenslotte in de slenk af, zodat we weer kunnen ontpellen.
We moeten houtskool kopen en dat is niet zo makkelijk. We moeten een reçu hebben en dat kunnen we vijf kilometer verderop kopen. In een dorpje wachten we, terwijl Erik en Jonas houtskool gaan kopen. Dat duurt een hele tijd en ondertussen loopt de bevolking uit. Hebben we wat te zien.
We krijgen twee lifters, de kampwachters van het park, die je dus niet kunt weigeren. In het park zien we verschillende dieren. O.a. Afrikaanse oryxen (gems- of spiesbokken) met grote, lange horens, grondneushoornvogels, secretarisvogels, grote sprinkhanen, Soemmering's gazellen en een caracal. Eerder zagen we al ooievaars.
We zetten de tent op bij de rivier die mooi kan drogen in het windje dat er staat. In de rivier zitten krokodillen.

Vrijdag 31 januariAwash N.P.

Om 5:45 uur staan we op voor een gamedrive. Eerst ontbijten we en dan gaan we rijden. We zien o.a. dikdiks (kleine herten ter grootte van een haas), koedoes, hartebeesten, parelhoenderen, neushoornvogels, een Afrikaanse goshawk, een groene Abyssinian roller (rollers lijken op bijeneters, maar zijn helblauw van onderen), wrattenzwijnen, oryxen, bavianen, velvet-apen en loopvogels: patrijzen en plevieren. Helaas zien we geen leeuwen en luipaarden. Terug in het kamp (11:00 uur) drinken we thee en koffie. We bekijken het museum, waarin het park geschoten opgezette dieren staan. Bij de tenten zitten veel bavianen, die op het eten afkomen. Met (het dreigen van) het gooien van stenen, blijven ze op redelijke afstand.
's Middags lopen we bij de waterval naar beneden op zoek naar krokodillen. Maar die zien we niet. Als we terugkomen bij de tenten, ligt er aan de overkant van de rivier wel een. Een vrij grote.
Daarna weer een gamedrive van tweeënhalf uur. We zien ongeveer dezelfde dieren als 's morgens. Bovendien zien we (in de verte) een struisvogel. Ook grondneushoornvogels en oryxen van dichtbij. Een groen roller blijft pal naast de weg zitten. Er loopt ook een pauw. Er zitten veel grote (tien centimeter lange) sprinkhanen. Als je dicht langs een bosje rijdt, vliegen ze een eindje op.
Het weer is die dag goed warm. Een zonnige, blauwe hemel.
's Avonds bij het eten is er spaghetti met een lekker prutje en heerlijke koude bieten, waar je met wat mayonaise een lekkere bietensalade van kan maken.

Zaterdag 1 februariNaar Lake Langano

Het is bewolkt en daardoor is het op de truck aardig fris. Hoe verder we naar het zuiden rijden, hoe zonniger (en warmer) het wordt.
Om 7:00 uur rijden we alweer. Na een stop in Nazret (om water bij te tanken) gaan we via Modjo naar het zuiden. Onderweg zien we verschillende Omo-graven die mooi versierd zijn. De rijke mensen verbeelden hiermee hun leven: een ruiter voor een strijder, een koe voor een rijk man.
Een arend valt een pelikaan aan, EthiopiëWe lunchen op een pier aan het Ziway-meer. Er zitten daar verschrikkelijk veel vogels. En helemaal niet zo ver weg: pelikanen, maraboes, ooievaars, heilige ibissen, hamerkoppen, kieviten, Afrikaanse visarenden en ijsvogels. Vooral de visarenden zijn indrukwekkend met hun geschreeuw. Als ze vlak over komen vliegen, zie je ze erg goed. We zien ze vis uit het water halen. Prachtig. Er staan veel paarse waterlelies langs de kant.
Pal voor Lake Langano staat een park met struisvogels, waar ze zelfs geld vragen voor het maken van foto's van de vogels. Belachelijk.
Lake Langano is erg toeristisch. Vooral met mensen die in Addis Abeba wonen en die hier het weekend doorbrengen. De campingplaats vinden wij dan ook erg vol, vooral omdat we tot dan toe altijd alleen hebben gestaan. Als ze vannacht maar rustig zijn!
Bij aankomst spettert het een beetje en we worden gewaarschuwd voor regen gepaard met harde wind. Daarom zetten we de tent enigszins beschut tussen een paar bomen op. Daarna trekken we onze zwemkleding aan om een frisse duik in het meer te nemen. Dit is de enige plaats in Ethiopië waar je veilig kunt zwemmen: geen bilharzia, geen krokodillen en geen nijlpaarden. Omdat de laatste douche in Addis Abeba was en we niet weten wanneer er weer een komt, is het heerlijk om het stof af te spoelen. We voelen ons weer schoon.
's Avonds, na de koffie met whisky, gaat Martijn met de rest van de groep naar een bar. Lia gaat meteen slapen.