Op reis in Bolivia komen we in het Madidi park. Met een lokale gids het oerwoud in, op zoek naar dieren en planten.
Onze gids komt uit de omgeving en is daar van jongs af opgegroeid. Toen we oog in oog met een groep bosvarkens (witlippecari) kwamen te staan maande hij ons rustig te blijven en voorzichtig te zijn.

Hij vertelt ons dat ze in groepen van 200 tot 300 varkens rondtrekken. Vooral als er jonge beesten zijn worden de varkentjes agressief. witlippecariHij vertelt hoe hij met zijn broer op jacht was en, doordat ze meer liepen te kletsen als op te letten, opeens vlak voor een groep agressieve mannetjes stonden. Dat werd rennen, waarbij pijl en boog weggegooid werden om zo snel mogelijk bij de rivier te komen. Toen ze eenmaal halverwege in de rivier stonden, gaven de varkens het op. Na wat wachten kruipen de broers weer op het droge en verzamelen hun wapens. Gewaarschuwd door dit verhaal, houden we onze adem in en kijken gefascineerd naar deze 'gevaarlijke' beesten. Dan ontstaat er ineens onrust in de groep. Ze waarschuwen elkaar via geklapper met hun tanden. Het is net of grootmoeder met haar kunstgebit staat te klapperen. Binnen een seconde zijn alle varkens verdwenen. Onze gids wordt opeens enthousiast. Hij roept: "Een jaguar" en rent het bos in om ons dit beest ook te tonen. We horen ons hart bonken als we achter onze gids aan het oerwoud in rennen. Eerst moeten we ons stil houden voor die kleine varkentjes, omdat ze zo gevaarlijk zijn en nu rennen we achter een jaguar aan? Al het geren helpt niet en we kunnen de jaguar niet vinden, zichtbaar tot verdriet van onze gids. Die kans hebben we gemist! Als we uitleg vragen aan de gids zegt hij dat jaguars bang zijn voor mensen en wij dus niet bang voor hun hoeven te zijn. Zo zie je maar, de eerste lessen in het oerwoud: bosvarkentjes zijn gevaarlijker dan jaguars.